Sacra virginitas

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Sacra virginitas
Over de Godgewijde maagdelijkheid
Paus Pius XII
25 maart 1954
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1954, Ecclesia Docens 0183, N.V. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. uit het Latijn
Tussentitels, alineaverdeling en -nummering: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
6 juni 1954
Dr. Chr. Oomen C.ss.R.
Dr. M. Mulders C.ss.R.
24 maart 2025
1939
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 5

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 36: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- 2 Het huwelijk is niet het enige middel tot een volledige ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid
36

66
36 Kort geleden nog hebben wij tot onze spijt de mening moeten veroordelen van hen, die zelfs het huwelijk durven voorstellen als het enige middel om aan de menselijke persoonlijkheid haar natuurlijke ontwikkeling en haar natuurlijke volmaaktheid te verzekeren. 160 Toespraak Nous vous adres8ons, 15 Sept. 1952, tot de algemene oversten van vrouwelijke orden en instellingen, A.A.S. 4 (1952) 82 (ECcl. Do0. 0181, n. 6). Sommigen immers beweren, dat de goddelijke genade, door het sacrament van het huwelijk ex opere operato (krachtens de gestelde handeling) geschonken, het huwelijksgebruik zó heiligt, dat het een krachtdadiger instrument wordt om de afzonderlijke zielen met God te verenigen dan de maagdelijkheid. Want het christelijk huwelijk is een sacrament en de maagdelijkheid niet. Deze leer nu wijzen wij als vals en verderfelijk af. Zeker, het sacrament geeft de gehuwden de goddelijke genade om de huwelijksplichten heilig te kunnen vervullen en het versterkt zeker de banden van de wederzijdse liefde, waardoor zij verbonden zijn; maar toch is het niet ingesteld om het huwelijksgebruik te maken tot een middel, dat op zichzelf meer geschikt is om de zielen van de gehuwden door de band van liefde met God te verenigen. 2[[[1883]]] Kent de apostel Paulus aan de gehuwden niet veeleer het recht toe, zich tijdelijk van het huwelijksgebruik te onthouden om zich aan het gebed te wijden 3[[b:1 Kor. 7, 5]], juist omdat een dergelijke onthouding de ziel, die zich aan de hemelse dingen en aan het gebed tot God wil geven, meer vrij maakt?

Referenties naar alinea 36: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media