Het is ons ter ore gekomen dat de Romeinse Keizer Karel (V), om degenen te beteugelen die, ziedend van hebzucht, bezield zijn door een onmenselijke geest jegens de mensheid, in een openbaar edict aan al zijn onderdanen heeft verboden dat iemand het lef zou hebben de West-Indiërs of die van het Zuiden tot slaaf te maken of hen van hun eigendom te beroven.
Aangezien Wij wensen dat deze Indianen, ook al bevinden zij zich buiten de boezem van de Kerk, niet van hun vrijheid of van de beschikking over hun eigendom worden beroofd, of geacht worden dat te moeten doen, zolang zij mensen zijn en dus in staat zijn te geloven en het heil te bereiken, laten wij hen niet door slavernij vernietigen, maar door prediking en voorbeeld tot het leven uitnodigen,
en aangezien wij bovendien de ondernemingen van deze goddeloze mannen, die zo berucht zijn, willen beteugelen en ervoor willen zorgen dat zij niet minder geneigd zijn het geloof van Christus aan te nemen omdat zij in opstand zijn gekomen door het onrecht en de onrechtvaardigheden die zij hebben ondergaan,
vragen wij... aan uw voorzichtigheid dat u ... met de grootst mogelijke strengheid, op straffe van excommunicatie, een ieder, ongeacht zijn rang, verbiedt om bovengenoemde Indianen op enigerlei wijze tot slaaf te maken of van hun eigendom te beroven.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.