V.Deze werken derhalve bevatten een goddelijke kracht. Maar dat de Heer de macht Zijner majesteit niet langer doet gelden en de geweldplegingen van den vervolger tegen Zich toelaat, komt voort uit die wil waarmede Hij ons heeft lief gehad en Zichzelf heelt overgeleverd voor ons, terwijl de Vader hieraan medewerkt, Die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen heeft overgeleverd. Want Vader en Zoon bezitten één wil, zoals zij één Godheid bezitten, en van al datgene wat uit de beslissing van dezen wil voortkomt, hebben wij noch aan u, Joden, noch aan u, Judas, iets te danken. Aan onze verlossing is, zonder dat gij dit gewild hebt, uw goddeloosheid wel dienstbaar geweest, en door 1u is geschied wat Gods hand en besluit hadden vastgesteld, dat gebeuren moest. De dood van Christus derhalve bevrijdt óns en klaagt u aan. Terecht hebt gij alleen niet gekregen, wat gij voor allen hebt willen verloren doen gaan. En toch is de goedheid van onzen Verlosser zó groot, dat zelfs gij vergiffenis kunt krijgen, als gij u, door Christus als Zoon Gods te belijden, van uw moorddadige boosheid afkeert. De Heer heeft immers op het kruis niet te vergeefs gebeden : "Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen". Dit geneesmiddel zou zelfs niet aan u zijn voorbijgegaan, Judas, als gij uw toevlucht genomen had tot die rouwmoedigheid, welke u zou hebben teruggeroepen tot Christus, en niet tot die, welke u tot de strop gedreven zou hebben. Want door te zeggen : "Ik heb gezondigd door onschuldig bloed over te leveren", hebt gij volhard in uw goddeloos ongeloof, daar gij in uw uitersten stervensnood gemeend hebt, dat Jesus niet God en Zoon van God was, maar enkel een mens van ons maaksel. Zijn barmhartigheid zoudt gij ongetwijfeld vermurwd hebben, als gij Zijn almacht niet had ontkend. Dit, zeer geliefden, wat wij in uw vroom gehoor hebben doen binnendringen is voor vandaag voldoende, opdat de verveling u tengevolge van den langen duur niet ongemerkt overvalle. Wij beloven echter u datgene, wat aan de volledigheid ontbreekt, woensdag met Gods hulp te geven : omdat Hij, Die gegeven heeft wat wij gesproken hebben, ook, naar wij geloven, geven zal wat wij nog moeten spreken,
door onzen Heer Jesus Christus, aan Wien eer en glorie is in de eeuwen der eeuwen. Amen.