Inhoudsopgave
- Inhoud
I.
Op het feest van heden, zeer geliefden, dat door de nederdaling van den Heiligen Geest geheiligd is, volgt, zoals gij weet, een plechtige vasten, die tot genezing van zielen en lichamen op heilzame wijze is ingesteld en die wij dan ook met grote toewijding moeten volbrengen. Want toen de Apostelen vervuld waren van de kracht, die hun beloofd was, en de Geest der waarheid in hun harten zijn intrek genomen had, hebben zij tegelijk met de andere geheimen der hemelse leer ongetwijfeld ook voor het eerst van den Vertrooster dit onderricht in de geestelijke onthouding ontvangen, opdat hun zielen, geheiligd door het vasten, ontvankelijker zouden worden voor de genadegaven, die Hij hun nog schenken zou. De bescherming van een almachtigen Helper omgaf Christus' leerlingen en de gehele Godheid van den Vader en den Zoon waakte door de tegenwoordigheid van den Heiligen Geest over de leiders der ontluikende Kerk. Maar tegen de hevige aanvallen der vervolgers en tegen het dreigende razen der goddelozen mochten zij geen wapen zoeken in de kracht van hun lichaam of in de verzadiging van hun vlees, omdat juist dát den mens innerlijk het meest verzwakt, wat hem uiterlijk streelt, en de redelijke ziel des te zuiverder wordt naarmate de substantie van het lichaam meer verstorven is.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
II.
Daarom zijn deze leraren, die door hun voorbeeld en overlevering alle kinderen der Kerk onderricht hebben, hun loopbaan als strijders van Christus begonnen met een heilig vasten, om zo voor hun strijd tegen de geesten der boosheid de wapenen der onthouding op te nemen, waardoor zij de aanvechtingen der ondeugden onschadelijk konden maken. De onzichtbare tegenstanders en onstoffelijke vijanden vermogen immers niets tegen ons, als wij niet weggezonken zijn in vleselijke begeerten. Het verlangen om ons te schaden blijft altijd in den verleider voortbestaan, maar hij zal ongewapend en machteloos zijn, als hij niets in ons aantreft, waarmee hij tegen ons strijden kan. Wie zou echter, zolang hij nog bekleed is met dit zwakke vlees en zich nog in dit sterfelijk lichaam bevindt, zelfs als hij vele en belangrijke vorderingen gemaakt heeft, reeds zó zeker kunnen zijn van zijn heil, dat hij niet meer onderhevig meent te zijn aan het gevaar van enige verlokking ? Hoewel Gods genade iederen dag opnieuw aan Zijn heiligen de overwinning schenkt, neemt zij toch de oorzaak van den strijd niet weg, omdat ook dit voortkomt uit de barmhartigheid van den Behoeder, Die gewild heeft, dat voor de onbestendige natuur altijd nog iets te overwinnen zou zijn, opdat zij niet hoogmoedig zou worden tengevolge van een succesvol beëindigden strijd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
III.
Nadat wij dan de dagen van heilige blijdschap gevierd hebben ter ere van den Heer, toen Hij uit de doden opstond en daarna ten hemel steeg, en nadat wij de gaven van den Heiligen Geest ontvangen hebben, is de gebruikelijke vasten voor ons een heilzame en noodzakelijke instelling, opdat de tucht van een godsdienstige onthouding weer herstelle wat zorgeloze ongebondenheid en ongeordende vrijheid zich tijdens de feestvreugde misschien hebben aangematigd. Deze onthouding moeten wij ook met dit oogmerk met nog meer ijver beoefenen om zo te verkrijgen, dat de gaven, die vandaag door God aan de Kerk geschonken zijn, in ons blijven voortbestaan. Daar wij immers de tempel van den Heiligen Geest geworden zijn en door den Goddelijken vloed rijkelijker dan ooit te voren zijn overstroomd, mogen wij door geen begeerte overwonnen en door geen ondeugden overheerst worden, opdat de woning der deugd door geen enkele smet verontreinigd zij.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
IV.
Geleid en geholpen door den Heer kunnen wij allen dit verkrijgen, als wij er ons op toeleggen door de zuivering van het vasten en door de mildheid der barmhartigheid bevrijd te worden van de smetten der zonden en rijke vruchten van naastenliefde voort te brengen. Alles immers wat besteed wordt voor de voeding der armen, voor de verpleging van zieken, voor het loskopen van gevangenen en voor ieder ander liefdewerk, is geen verlies maar winst, en nooit zal er bij God iets verloren kunnen gaan van wat een weldadigheid, die uit het geloof voortkomt, heeft weggegeven, omdat zij alles waarmede zij anderen te hulp komt, voor zichzelf als loon heeft weggelegd. "Zalig immers de barmhartigen, want hun zal God barmhartig zijn", en er zal aan geen zonden meer gedacht worden waar een bewijs van naastenliefde aanwezig is. Laten wij dan Woensdag en Vrijdag vasten en Zaterdag de nachtwake vieren bij den zaligen Apostel Petrus, door wiens gebeden wij vertrouwen zowel van onze geestelijke belagers als van onze lichamelijke vijanden verlost te worden. Door onzen Heer Jesus Christus, Die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://beta.rkdocumenten.nl/toondocument/8926-1e-preek-over-de-pinkster-vasten-nl