(The Catholic Thing - pater Thomas G. Weinandy OFM Cap.) - Gisteren N.v.d.r.: 18-12-2023 N.v.d.r.: 18-12-2023 publiceerde Víctor Manuel kard. Fernández, prefect van het Dicasterium voor de Geloofsleer [d:486], een Verklaring [9111], met ondertekening ter goedkeuring door paus Franciscus, getiteld Fiducia Supplicans [9111], "Over de pastorale betekenis van zegeningen". Deze Verklaring [9111] verwoordde het belang van zegeningen in Bijbels, historisch en kerkelijk perspectief.
De Verklaring [9111|(+4)] stelt dat ze "vasthoudt aan de traditionele leer van de Kerk over het huwelijk en geen enkele soort liturgische rite of zegening toestaat die lijkt op een liturgische rite die verwarring kan scheppen. De waarde van dit document is echter dat het een specifieke en vernieuwende bijdrage levert aan de pastorale betekenis van zegeningen, waardoor een verbreding en verrijking mogelijk wordt van het klassieke begrip van zegeningen, dat nauw verbonden is met een liturgisch perspectief."
De Verklaring [9111] wil dus de leerstellige integriteit van de zegen die gegeven wordt binnen het sacrament van het huwelijk in stand houden, en tegelijkertijd een zegen toestaan die "verbonden" is met, maar niet gelijk aan, een liturgische zegen die gegeven wordt over het huwelijk, zodat er geen verwarring ontstaat tussen de twee. De Verklaring [9111] gaat er prat op dat deze bepaling "een echte ontwikkeling inhoudt" die in overeenstemming is met de "pastorale visie" van paus Franciscus.
Het gaat verder: "Het is precies in deze context dat men de mogelijkheid kan begrijpen om koppels in onregelmatige situaties en koppels van hetzelfde geslacht te zegenen zonder hun status officieel te valideren of op welke manier dan ook de eeuwige leer van de Kerk over het huwelijk te veranderen." Fiducia Supplicans [[9111|(+5)]] Hier ziet men de werkelijke reden waarom deze Verklaring [9111] werd geschreven - om "paren in onregelmatige" huwelijken en "paren van hetzelfde geslacht" te zegenen.
De Verklaring [9111|(+44)] gaat dieper in op deze twee situaties. Binnen deze pastorale visie "verschijnt de mogelijkheid van zegeningen voor paren in onregelmatige situaties en voor paren van hetzelfde geslacht, waarvan de vorm niet ritueel moet worden vastgelegd door kerkelijke autoriteiten om verwarring te voorkomen met de zegen die eigen is aan het Sacrament van het Huwelijk."
Hoewel deze zegeningen "geen aanspraak maken op een legitimatie van hun status," smeken zij "dat alles wat waar, goed en menselijk geldig is in hun leven en hun relaties verrijkt, geheeld en verheven wordt door de aanwezigheid van de Heilige Geest." De Verklaring [9111|(+44)] ziet zulke zegeningen in overeenstemming met wat traditioneel "eigenlijke genade" wordt genoemd. "Het doel van deze genade is "dat menselijke relaties kunnen rijpen en groeien in trouw aan het evangelie, dat ze bevrijd worden van hun onvolmaaktheden en zwakheden en dat ze zich kunnen uitdrukken in de steeds toenemende dimensie van goddelijke liefde."
In al het bovenstaande is er de schijn van redelijkheid, maar ook een grote hoeveelheid jargon, drogredenen en bedrog.
Ten eerste beweert de Verklaring [9111] dat wat wordt aangeboden een ontwikkeling van de doctrine is in overeenstemming met de "pastorale visie" van paus Franciscus. In Essay on the Development of Christian Doctrine [4994] geeft St. John Henry Newman criteria om te beoordelen wat waar is en wat een foutieve leerstellige ontwikkeling (een "corruptie"). Uiteindelijk, concludeert hij, is het de onfeilbaarheid van de Kerk die authentieke ontwikkeling valideert.
Newman stelt echter een hypothetische, maar beangstigende hypothese voor. Wat als een concilie of een paus een doctrine zou onderwijzen die in tegenspraak is met een eerder concilie of paus? Newman verklaart dat dit het idee van leerstellige ontwikkeling zou vernietigen, want wie zou dan kunnen beoordelen wat authentiek geopenbaard is en wat niet?
Newman's alarmerende hypothese is vandaag de dag niet meer zo hypothetisch. Ondanks haar beweringen van het tegendeel is de Verklaring [9111] flagrant in tegenspraak met de eeuwige leer van de Kerk over onregelmatige huwelijken en de seksuele activiteit van paren van hetzelfde geslacht. Moet men, met Newman, concluderen dat een dergelijk onderwijs het begrip van leerstellige ontwikkeling en uiteindelijk het begrip van leerstellige waarheid zelf uitroeit?
Ik wil hier een stelling naar voren brengen die Newman niet overwoog - een stelling die volgens mij belangrijk is binnen onze huidige kerkelijke context. Newman veronderstelde dat alle pontificale leer of leer van bisschoppen over doctrine en moraal tot het 'Magisterium' behoort. Ik stel voor dat elke pontificale leer of leer van bisschoppen die openlijk en opzettelijk de eeuwige leer van voorgaande concilies en pausen tegenspreekt, geen niet van het 'MAgisterium' is, juist omdat het niet in overeenstemming is met vroegere leer van het magisterium.
De paus of een bisschop kan uit hoofde van zijn ambt onderdeel zijn van het leergezag, maar zijn leer is niet magisterieel als deze in tegenspraak is met de ontvangen eerdere leer van het leergezag. Zo'n valse leer voldoet eenvoudigweg niet aan de noodzakelijke criteria. Het bezit geen kerkelijke gezaghebbende geloofsbrieven. In plaats daarvan is het gewoon een dubbelzinnige of onjuiste uitspraak die probeert of pretendeert magisteriaal te zijn, terwijl dat niet zo is.
Ten tweede is het een schertsvertoning om koppels in onregelmatige huwelijken of koppels van hetzelfde geslacht te zegenen zonder de indruk te wekken dat de Kerk hun seksuele activiteit niet valideert. Alle aanwezigen bij zulke zegeningen weten zonder twijfel dat zulke relaties seksueel van aard zijn. Niemand wordt voor de gek gehouden. Eigenlijk verheugen ze zich erop dat zulke seksuele relaties gezegend worden. Dat is het doel van deze zegeningen. Niet hun seksuele onthouding wordt gezegend, maar hun seksuele uitspattingen.
Ten derde, terwijl paren in onregelmatige huwelijken en paren van hetzelfde geslacht gezegend kunnen worden, is wat niet gezegend kan worden, en dus gevalideerd, de zonde waarin zij verwikkeld zijn. Het is onmogelijk om een immorele daad te zegenen en een poging daartoe is godslastering, want men vraagt de al-heilige God om iets te doen dat tegen zijn natuur ingaat - het goedkeuren van zonde.
Bovendien is het zegenen van irreguliere huwelijken en koppels van hetzelfde geslacht om hun seksuele activiteit te bekrachtigen een belediging en een vernedering van het sacrament van het huwelijk zelf. Zulke zegeningen ondermijnen de waardigheid van het huwelijk - een sacramenteel teken van de onverbrekelijke eenheid tussen Christus en zijn Kerk.
Hoewel " Over de pastorale betekenis van zegeningen [9111]" misschien goed bedoeld is, tast het de aard van zegeningen aan. Zegeningen zijn de Geestvervulde genaden die de Vader schenkt aan zijn aangenomen kinderen die in zijn Zoon, Jezus Christus, blijven, en ook aan hen die Hij zo wil. Pogingen om Gods zegeningen op een immorele manier uit te buiten maken een aanfluiting van zijn goddelijke goedheid en liefde.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.