Annum Sacrum
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Annum Sacrum
Over de toewijding van het Mensdom aan Allerheiligst Hart van Jezus -
Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900
Tevens afkondiging Heilig Jaar 1900
Paus Leo XIII
25 mei 1899
Pauselijke geschriften - Encyclieken
Ecclesia Docens (0137)
Vert. uit het Latijn
(Tussen)titels, alienaverdeling en -nummering: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
(Tussen)titels, alienaverdeling en -nummering: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1941
F.A.J. van Nimwegen, CssR
27 mei 2024
1025
nl
Referenties naar dit document: 11
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
Aan onze Eerbiedwaardige Broeders, de patriarchen, primaten, aartsbisschoppen, bisschoppen en andere plaatselijke ordinarissen, die in Vrede en gemeenschap leven met de H. Stoel. Eerbiedwaardige Broeders, Heil en Apostolische Zegen!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Inleiding
1
„Het Heilig Jaar" zal, naar oude gewoonte en instelling, binnenkort in deze H. Stad gevierd worden, zoals Wij onlangs, naar gij weet, door Onze apostolische brieven hebben verordend. Vandaag komen Wij echter, in de hoop en met de bedoeling deze godsdienstige plechtigheid met meer godsvrucht te verrichten, u een voortreffelijke daad voorstellen en aanbevelen. Wanneer allen Ons van harte, eenstemmig en eensgezind gehoorzamen, zal de christelijke godsdienst en zelfs geheel het menselijk geslacht uit deze daad, naar Wij verhopen, kostbare en duurzame vruchten trekken.
Referenties naar alinea 1: 1
Boodschap bij gelegenheid van het eeuwfeest van de toewijding van het mensdom aan het Allerheiligst Hart van Jezus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Reeds meermalen deden wij moeite, om in navolging van onze voorgangers, Innocentius XII, Benedictus XIII, Clemens XIII, Pius VI, Pius VII en Pius IX de zeer lofwaardige devotie, die tot voorwerp heeft de verering van het H. Hart van Jezus, goed te keuren en in een helderder licht te stellen. Dit was nl. het doel van Ons decreet van 28 Juni 1889, waarbij Wij het feest van het H. Hart tot de rang van eerste klas hebben verheven. Thans echter beogen Wij een nog grootser huldebetoon, waarin alle eerbetuigingen, die reeds aan het H. Hart bewezen worden, als 't ware hun voltooiing en bekroning vinden. Wij vertrouwen, dat dit aan onze Verlosser Jezus Christus ten zeerste aangenaam zal zijn.
Het is trouwens niet de eerste maal, dat dit plan ter sprake wordt gebracht. Ongeveer vijf en twintig jaar geleden immers, bij het naderen van de plechtigheden, van het tweede eeuwfeest, dat de opdracht herdacht, die de gelukzalige Margareta Maria Alacoque van de hemel ontving, om de devotie tot het goddelijk Hart te verspreiden, werden van overal talrijke verzoekschriften, niet alleen van particulieren, maar ook van bisschoppen tot Pius IX gericht, die Hem verzochten het gehele menselijk geslacht aan het H. Hart van Jezus te willen toewijden.
Men was toen van gevoelen dit te moeten uitstellen, om na rijp beraad er over te kunnen beslissen. Intussen ontvingen landen en steden verlof om zich, desgewenst, afzonderlijk aan het H. Hart toe te wijden en werd een formule van Toewijding voorgeschreven. Thans echter zijn Wij van oordeel, nu er nieuwe redenen bijgekomen zijn, dat de tijd rijp is om dit plan ten uitvoer te brengen.
Het is trouwens niet de eerste maal, dat dit plan ter sprake wordt gebracht. Ongeveer vijf en twintig jaar geleden immers, bij het naderen van de plechtigheden, van het tweede eeuwfeest, dat de opdracht herdacht, die de gelukzalige Margareta Maria Alacoque van de hemel ontving, om de devotie tot het goddelijk Hart te verspreiden, werden van overal talrijke verzoekschriften, niet alleen van particulieren, maar ook van bisschoppen tot Pius IX gericht, die Hem verzochten het gehele menselijk geslacht aan het H. Hart van Jezus te willen toewijden.
Men was toen van gevoelen dit te moeten uitstellen, om na rijp beraad er over te kunnen beslissen. Intussen ontvingen landen en steden verlof om zich, desgewenst, afzonderlijk aan het H. Hart toe te wijden en werd een formule van Toewijding voorgeschreven. Thans echter zijn Wij van oordeel, nu er nieuwe redenen bijgekomen zijn, dat de tijd rijp is om dit plan ten uitvoer te brengen.
Referenties naar alinea 2: 1
Boodschap bij gelegenheid van het eeuwfeest van de toewijding van het mensdom aan het Allerheiligst Hart van Jezus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 - Beweegredenen tot de Akte van Toewijding
- Artikel 1 - Het recht van Christus' Koningschap krachtens Zijn Geboorte
3
Deze algemene en plechtige betuiging van onderdanigheid en liefde komt ten volle toe aan Jezus Christus, want Hij is Koning en opperste Heer. Zijn gezag strekt zich immers niet alleen tot de volken uit, die het katholiek geloof belijden of enkel tot hen, die geldig gedoopt zijn en rechtens tot de Kerk behoren, ofschoon leerstellige dwalingen hen van haar verwijderd houden of verdeeldheid de band der liefde heeft verbroken, Zijn heerschappij omvat ook allen, die van het christelijk geloof verstoken zijn, zodat in volle waarheid het gehele menselijke geslacht afhankelijk is van de macht van Jezus Christus. Als eniggeboren Zoon immers van God den Vader, bezit Hij met Hem dezelfde goddelijke natuur, is Hij „de afstraling van Zijn Glorie en het evenbeeld van Zijn Wezen" (Hebr. 1, 3) [b:Hebr. 1, 3], en bezit Hij dan ook noodzakelijkerwijze alles met den Vader gemeen, dus ook de opperheerschappij over alle dingen. Daarom zegt de Zoon Gods van zichzelf bij monde van den Profeet: „Ik ben tot koning aangesteld op Sion, zijn heilige berg! De Heer heeft Mij gezegd: „Gij zijt Mijn Zoon; in het heden bracht Ik U voort. Vraag wat Gij wilt; Ik zal U de volken tot erfdeel geven, de grenzen der aarde tot Uw bezit" (Ps. 2) [b:Ps. 2]. Door die woorden verklaart Hij van God macht te hebben ontvangen zowel over de gehele Kerk, die door de berg Sion wordt verzinnebeeld, alsook over de gehele aarde in haar volle uitgestrektheid. De grondslag, waarop deze heerschappij berust, wordt duidelijk aangegeven door de woorden: „Gij zijt Mijn Zoon". Door het feit immers, dat Hij de Zoon van den Koning der wereld is, is Hij de erfgenaam van Diens universele macht. Vandaar de woorden: „Ik zal U de volken tot erfdeel geven". Daarmede stemmen overeen die van den Apostel Paulus: „Hij heeft Hem gesteld tot erfgenaam van al Zijn bezit" (Hebr. 1, 2) [b:Hebr. 1, 2].
Referenties naar alinea 3: 1
Quas Primas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Vooral dient men ook te denken aan hetgeen Jezus Christus omtrent Zijn heerschappij verklaard heeft, niet door de apostelen of de profeten, maar met eigen woorden. Toen de Romeinse landvoogd Hem vroeg: „Gij zijt dan toch koning?" antwoordde Hij zonder enige aarzeling: „Gij zegt het: Ik ben koning" (Joh. 18, 37) [b:Joh. 18, 37]. De grootheid van deze macht en de eindeloze uitgestrektheid van die heerschappij worden nog duidelijker bevestigd door de woorden tot Zijn apostelen gericht: „Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde" (Mt. 28, 18) [b:Mt. 28, 18]. Is alle macht aan Christus gegeven, dan volgt daar noodzakelijk uit, dat Zijn heerschappij een soevereine, volstrekte en onbeperkte is, zodat niets haar evenaart of gelijkt; en daar zij Hem gegeven is in de hemel en op aarde, moeten hemel en aarde Hem ook gehoorzamen. En inderdaad, dat recht, enig in zijn soort en Hem alleen eigen, heeft Hij wel degelijk ook uitgeoefend, toen Hij zijn apostelen beval Zijn leer te verkondigen, de mensen in het éne lichaam van de Kerk in te lijven door het Doopsel des heils en wetten uit te vaardigen, die niemand kan verwerpen zonder zijn eeuwige zaligheid in gevaar te brengen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Het recht verworven door de Verlossing
5
Dit is evenwel nog niet alles. Jezus Christus heerst en gebiedt niet alleen krachtens natuurlijk recht, daar Hij de eniggeboren Zoon van God is, maar ook krachtens een verworven recht. Immers: „Hij heeft ons uit de macht van de duisternis bevrijd" (Kol. 1, 13) [b:Kol. 1, 13]; Hijzelf ook „gaf zich als losprijs voor allen" (1 Tim. 2, 6) [b:1 Tim. 2, 6].
Hem zijn derhalve tot „een uitverkoren geslacht" geworden (1 Pt. 2, 9) [b:1 Pt. 2, 9] niet alleen de katholieken en allen, die het christelijk doopsel geldig ontvingen, maar ook alle mensen en ieder van hen in het bijzonder. Terecht zegt dan ook St. Augustinus: „Gij vraagt, wat Hij gekocht heeft? Ziet wat Hij gegeven heeft en gij zult weten wat Hij gekocht heeft. Christus' Bloed is de betaalde prijs. Wat kan dan wel zulk een waarde hebben, tenzij de gehele wereld? Wat, tenzij alle volken? Voor het geheel heeft Hij gegeven wat Hij gaf" 95, n. 5 [[838]].
Hem zijn derhalve tot „een uitverkoren geslacht" geworden (1 Pt. 2, 9) [b:1 Pt. 2, 9] niet alleen de katholieken en allen, die het christelijk doopsel geldig ontvingen, maar ook alle mensen en ieder van hen in het bijzonder. Terecht zegt dan ook St. Augustinus: „Gij vraagt, wat Hij gekocht heeft? Ziet wat Hij gegeven heeft en gij zult weten wat Hij gekocht heeft. Christus' Bloed is de betaalde prijs. Wat kan dan wel zulk een waarde hebben, tenzij de gehele wereld? Wat, tenzij alle volken? Voor het geheel heeft Hij gegeven wat Hij gaf" 95, n. 5 [[838]].
Referenties naar alinea 5: 1
Quas Primas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De reden waarom ook de ongelovigen aan de macht en de heerschappij van Jezus Christus onderworpen zijn, alsook de wijze waarop, wordt door St. Thomas uitvoerig besproken en uitgelegd. Over Zijn rechterlijke macht sprekend, vraagt hij of deze zich tot alle mensen uitstrekt, en na bevestigd te hebben, dat de rechterlijke macht voortvloeit uit de koninklijke, concludeert hij: „Alles is aan Christus onderworpen, wat Zijn macht betreft, hoewel alles Hem nog niet onderworpen is, wat de uitoefening van die macht aangaat." iiia q. 59 a. 4 [[t:iiia q. 59 a. 4]]
Die macht en heerschappij van Christus over de mensen wordt uitgeoefend door de waarheid, door de rechtvaardigheid en vooral door de liefde.
Die macht en heerschappij van Christus over de mensen wordt uitgeoefend door de waarheid, door de rechtvaardigheid en vooral door de liefde.
Referenties naar alinea 6: 1
Quas Primas ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 - Onze vrijwillige Toewijding
7
Bij deze tweevoudige grondslag van Zijn macht en heerschappij staat Hij nu goedgunstig toe, dat van onze kant, zo wij willen, de vrijwillige Toewijding komt. Jezus Christus is echter gelijktijdig God en Verlosser, oneindig rijk door het volmaakte bezit van al het bestaande; wij daarentegen zijn zó arm en behoeftig, dat wij uit ons zelf niets hebben om Hem te geven. In Zijn grote goedheid en liefde verbiedt Hij echter niet, dat wij Hem iets geven en toewijden, wat het Zijne reeds is, alsof het ons rechtens toebehoorde. Niet alleen verbiedt Hij dit niet, maar Hij verlangt en vraagt het zelfs: „Zoon, geef Mij uw hart". Wij kunnen Hem derhalve een aangename gave schenken door de wil en geneigdheid van onze ziel. Door onszelf aan Hem toe te wijden, erkennen en aanvaarden wij niet alleen openlijk en met vreugde, dat, wij Hem van ganser harte zouden geven als hetgeen wij Hem schenken inderdaad het onze zou zijn. Hem nu smekend, zich te gewaardigen het van ons aan te nemen, hoewel het reeds geheel het Zijne is. Dit is de draagwijdte van de daad, waarover Wij handelen; dit is de betekenis van Onze woorden.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 - Waarom haar doen aan het H. Hart?
8
Daar nu het H. Hart het symbool en het aanschouwelijk beeld is der mateloze liefde van Jezus Christus, welke ons tot wederliefde beweegt, is het passend zich aan Zijn goddelijk Hart toe te wijden; hetgeen echter niets anders is, dan zich aan Jezus Christus over te geven en op te offeren, omdat alle eer, toewijding en godsvrucht, die bewezen worden aan het goddelijk Hart, wezenlijk en eigenlijk bewezen worden aan Christus zelf.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 - Waarom, op dezelfde dag, en van geheel het mensdom?
9
Wij sporen en moedigen daarom alle gelovigen, die het goddelijk Hart kennen en beminnen, aan, deze oefening van godsvrucht met vurigheid te verrichten. Ook wensen Wij ten zeerste, dat zij op dezelfde dag dit doen, opdat de gevoelens en wensen van zovele duizenden, die hetzelfde beloven, gelijktijdig tot het hemelse Hof mogen opstijgen. Doch hoe kunnen Wij die andere talloze scharen vergeten, voor wie het licht van de christelijke waarheid nog niet is opgegaan? Wij bekleden immers de plaats van Hem, die gekomen is om te redden wat verloren was en die Zijn Bloed heeft vergoten voor het heil van heel het menselijk geslacht. Daarom geldt onze voortdurende bezorgdheid ook degenen, die in de schaduw van de dood gezeten zijn. Om hen tot het ware leven te brengen, zenden Wij allerwegen Christus' gezanten, die hen onderrichten; evenzo, begaan met hun lot, bevelen Wij hen thans uitdrukkelijk het H. Hart van Jezus aan, en, voor zover het in Onze macht ligt, wijden Wij ook hen aan Hem toe.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 - Vruchten van deze Toewijding
- Artikel 1 - Voor alle mensen afzonderlijk
10
Op deze wijze zal de oefening van godsvrucht, die Wij allen aan¬bevelen, allen tot voordeel strekken. Na deze daad zullen het geloof en de liefde van hen, die Jezus Christus kennen en beminnen, ongetwijfeld sterk toenemen. Zij, die Christus kennen, doch Zijn wet en Zijn geboden veronachtzamen, zullen uit Zijn H. Hart de vlam van Zijn liefde in zich kunnen opnemen. Voor degenen ten slotte, de ongelukkigen, die door blind bijgeloof bevangen zijn, zullen wij allen, één van hart en één van geest, 's hemels hulp afsmeken, opdat Jezus Christus, aan Wien zij, wat Zijn macht betreft, reeds onderworpen zijn, hen ook aan zich onderwerpe wat de uitoefening van die macht aangaat, en dit niet alleen in het andere leven, als Hij Zijn wil zal voltrekken over allen, door den een te redden en den ander te straffen" iiia q. 39 a. 4 ad 2 [[t:iiia q. 39 a. 4 ad 2]], maar ook reeds tijdens dit sterfelijk leven, door hun het geloof en de liefde te verlenen. Mochten zij door de beoefening van deze deugden, God op waardige wijze eren en aldus streven naar de eeuwige hemelse gelukzaligheid!
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 - Voor de vrede van Kerk en Staat
11
De aldus verrichte Toewijding laat ook de Staat een betere toestand verhopen, daar zij de banden vernieuwt of verstevigt, die de Staat van nature reeds met God verbinden. In de laatste tijd is men rees zover gekomen, dat Kerk en Staat als door een scheidsmuur van elkaar gescheiden zijn. Bij de inrichting van het Staatsbestuur wordt het gezag van het heilig en goddelijk recht niet geëerbiedigd, met de kennelijke bedoeling het openbaar leven geheel aan de invloed van de godsdienst te onttrekken. Dit komt ongeveer hierop neer, dat men het geloof in Christus en, zo dit mogelijk was, God zelf uit deze wereld zou willen verdrijven. Wanneer de geesten door deze verwaande hoogmoed bevangen zijn, is het dan te verwonderen, dat het grootste deel van het menselijk geslacht tot zo'n verwarring vervallen is en zó hevig door de golven heen en weer geslingerd wordt, dat niemand meer vrij is van vrees voor gevaren? De meest hechte grondslagen van het algemeen welzijn worden noodzakelijk ontwricht, wanneer men de godsdienst veronachtzaamt. Tot rechtvaardige straf levert God de opstandigen aan hun driften over, zodat zij de speelbal van hun hartstochten worden en ten onder gaan in hun losbandigheid.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 - De redding door het H. Hart van Jezus
12
Ziedaar de bron van die talloze onheilen, die sedert lang de wereld teisteren en Ons met aandrang de hulp doen inroepen van Hem, die alleen in staat is ze af te wenden. Wie is dit, zo niet Jezus Christus, de enige Zoon van God! „Want onder de hemel is geen andere Naam aan de mensen gegeven, waardoor zij zalig moeten worden" (Hand. 4, 12) [b:Hand. 4, 12]. Tot Hem dus moeten wij onze toevlucht nemen, tot Hem, die is „de Weg, de Waarheid en het Leven". Men is verdwaald, men kere dus op de goede weg terug. Duisternis heeft de geesten omhuld; men spanne zich in om het leven te veroveren. Eerst dan zullen vele wonden kunnen genezen, eerst dan zal het recht zijn vroegere kracht herkrijgen, zal de heerlijkheid van de vrede hersteld en zal het wapen ontvallen aan de hand, die het opnam, als alle mensen de heerschappij van Christus zullen erkennen, zich blijde hieraan onderwerpen „en iedere tong zal belijden tot glorie van God den Vader, dat Jezus Christus de Heer is". (Fil. 2, 11) [b:Fil. 2, 11].
Referenties naar alinea 12: 1
Boodschap bij gelegenheid van het eeuwfeest van de toewijding van het mensdom aan het Allerheiligst Hart van Jezus ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Toen de Kerk in de eerste tijden van haar bestaan onder het juk van de Caesars zuchtte, verscheen hoog aan de hemel het kruis aan een jeugdige keizer, voorteken zowel als oorzaak van de komende schitterende overwinning. En zie, ook nu vertoont zich aan ons oog een nieuw gelukvoorspellend en goddelijk teken: het Allerheiligst Hart van Jezus, waarboven een kruis in felle schittering van vlammen. Op dit Hart moet alle hoop gevestigd en hiervan het heil der mensen afgebeden en verwacht worden.
Referenties naar alinea 13: 1
Miserentissimus Redemptor ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 - Besluit
14
Persoonlijke dankbetuiging van den Paus zelf
Ten slotte, - en dit willen Wij niet stilzwijgend voorbijgaan -, is er nog een reden, weliswaar van geheel persoonlijke aard, maar toch gewettigd en ernstig genoeg, die Ons er toe beweegt ons plan ten uitvoer te brengen: nl. dat God, de Gever van alle Goed, Ons onlangs in leven heeft behouden door Ons van een gevaarlijke ziekte te genezen. Voor deze grote weldaad willen Wij, dat de uitbreiding van de door Ons voorgeschreven eerbewijzen aan het H. Hart openlijk Onze dank doet blijken.
Ten slotte, - en dit willen Wij niet stilzwijgend voorbijgaan -, is er nog een reden, weliswaar van geheel persoonlijke aard, maar toch gewettigd en ernstig genoeg, die Ons er toe beweegt ons plan ten uitvoer te brengen: nl. dat God, de Gever van alle Goed, Ons onlangs in leven heeft behouden door Ons van een gevaarlijke ziekte te genezen. Voor deze grote weldaad willen Wij, dat de uitbreiding van de door Ons voorgeschreven eerbewijzen aan het H. Hart openlijk Onze dank doet blijken.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
De Toewijding wordt voorgeschreven
Wij bevelen, dat op 9, 10 en 11 juni a.s. in de hoofdkerk van elke stad en gemeente bepaalde gebeden plechtig verricht worden. Op elk van deze dagen zal bij de andere aanroepingen nog gevoegd worden de door Ons goedgekeurde Litanie van het H. Hart. De laatste dag zal men de formule van Toewijding [2974] bidden, die Wij U, Eerbiedwaardige Broeders, tegelijk met deze Brief toezenden.
Wij bevelen, dat op 9, 10 en 11 juni a.s. in de hoofdkerk van elke stad en gemeente bepaalde gebeden plechtig verricht worden. Op elk van deze dagen zal bij de andere aanroepingen nog gevoegd worden de door Ons goedgekeurde Litanie van het H. Hart. De laatste dag zal men de formule van Toewijding [2974] bidden, die Wij U, Eerbiedwaardige Broeders, tegelijk met deze Brief toezenden.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Als onderpand van de goddelijke gaven en als blijk van Onze genegenheid, verlenen Wij U en de U toevertrouwde geestelijkheid en gelovigen van ganser harte Onze Apostolische zegen.
Gegeven te Rome, bij St. Pieter, 25 mei 1899, het 22ste jaar van Ons Pontificaat.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Akte van toewijding van het mensdom aan het Allerheiligst Hart van Jezus [2974]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 11
Open uitgebreid overzichthttps://beta.rkdocumenten.nl/toondocument/1025-annum-sacrum-nl