Familiaris Consortio
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Familiaris Consortio
Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd
Paus Johannes Paulus II
22 november 1981
Pauselijke geschriften - Postsynodale Apostolische Exhortaties
1982, Stg. Verkondiging, Roermond
1982
Stg. Verkondiging, Roermond
http://www.lulu.com/content/1088511
15 april 2023
267
nl
Referenties naar dit document: 107
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inleiding
1
De Kerk in dienst van het gezin
De gemeenschap van het gezin is in de huidige tijd, misschien meer dan enige andere instelling, blootgesteld aan de omvangrijke, diepgaande en snelle veranderingen van de maatschappij en van de cultuur. Veel gezinnen leven in deze situatie in trouw aan de waarden die de grondslag van het gezin vormen. Andere gezinnen zijn onzeker en in verwarring over hun taken of zijn zelfs vol twijfel en bijna onwetend over de uiteindelijke zin en waarheid van het huwelijks- en gezinsleven. Weer andere gezinnen tenslotte worden door allerlei onrechtvaardige situaties verhinderd hun fundamentele rechten te verdedigen. De Kerk, die zich ervan bewust is dat het huwelijk en het gezin een van de kostbaarste waarden van de mensheid vormen, wil haar boodschap uitdragen en haar hulp aanbieden aan degenen die de waarde van huwelijk en gezin reeds kennen en trouw proberen te beleven, maar ook aan hen die met onzekerheid en angst naar de waarheid zoeken, en aan degenen die op onrechtvaardige wijze verhinderd worden hun eigen gezin vrij gestalte te geven. Door de eerste groep te bevestigen, de tweede voor te lichten en de derde te helpen, biedt de Kerk aan iedereen die bezorgd is om het lot van het huwelijk en het gezin, haar diensten aan. Gaudium et Spes [[575|52]] In het bijzonder richt zij zich tot de jongeren die aan het begin staan van hun weg naar huwelijk en gezin, teneinde hun nieuwe horizons te openen en hen te helpen de schoonheid en de grootheid te ontdekken van de roeping tot de liefde en tot de dienst aan het leven.
De gemeenschap van het gezin is in de huidige tijd, misschien meer dan enige andere instelling, blootgesteld aan de omvangrijke, diepgaande en snelle veranderingen van de maatschappij en van de cultuur. Veel gezinnen leven in deze situatie in trouw aan de waarden die de grondslag van het gezin vormen. Andere gezinnen zijn onzeker en in verwarring over hun taken of zijn zelfs vol twijfel en bijna onwetend over de uiteindelijke zin en waarheid van het huwelijks- en gezinsleven. Weer andere gezinnen tenslotte worden door allerlei onrechtvaardige situaties verhinderd hun fundamentele rechten te verdedigen. De Kerk, die zich ervan bewust is dat het huwelijk en het gezin een van de kostbaarste waarden van de mensheid vormen, wil haar boodschap uitdragen en haar hulp aanbieden aan degenen die de waarde van huwelijk en gezin reeds kennen en trouw proberen te beleven, maar ook aan hen die met onzekerheid en angst naar de waarheid zoeken, en aan degenen die op onrechtvaardige wijze verhinderd worden hun eigen gezin vrij gestalte te geven. Door de eerste groep te bevestigen, de tweede voor te lichten en de derde te helpen, biedt de Kerk aan iedereen die bezorgd is om het lot van het huwelijk en het gezin, haar diensten aan. Gaudium et Spes [[575|52]] In het bijzonder richt zij zich tot de jongeren die aan het begin staan van hun weg naar huwelijk en gezin, teneinde hun nieuwe horizons te openen en hen te helpen de schoonheid en de grootheid te ontdekken van de roeping tot de liefde en tot de dienst aan het leven.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
De synode van 1980 in het verlengde van de voorafgaande synodes
De laatste bisschoppensynode, gehouden van 26 september tot 25 oktober 1980, is een teken geweest van deze diepe zorg van de Kerk voor het gezin. Zij was de natuurlijke voortzetting van de twee voorafgaande synoden vgl: Bij de opening van de zevende Synode van Bisschoppen over het Gezin [[[1297|2]]]: het christelijke gezin is immers de eerste gemeenschap die geroepen is het Evangelie te verkondigen aan de opgroeiende menselijke persoon en deze tot volle menselijke en christelijke volwassenheid te brengen door middel van geleidelijke opvoeding en catechese. Bovendien sluit de laatste synode in zekere zin naar ideeën en naar de geest aan op de synode over het gewijde priesterschap en over de rechtvaardigheid in de huidige wereld. Als gemeenschap van opvoeding moet het gezin immers de mens helpen zijn eigen roeping te onderscheiden en zijn onmisbare inzet te leveren voor grotere rechtvaardigheid, door hem vanaf het begin te vormen tot intermenselijke verhoudingen die aantrekkelijk moeten worden gemaakt door rechtvaardigheid en liefde. De synodevaders hebben mij aan het slot van hun bijeenkomst een uitgebreide lijst van voorstellen aangeboden, waarin zij de vruchten hadden verzameld van de overwegingen die zij ontwikkeld hadden in de loop van hun intensieve werkdagen, en zij hebben mij unaniem gevraagd tegenover de mensheid de levendige bezorgdheid van de Kerk voor het gezin te vertolken en richtsnoeren te geven voor een hernieuwde pastorale inspanning in deze fundamentele sector van het menselijke en kerkelijke leven.
Nu ik met deze exhortatie die taak vervul, waarin ik op bijzondere wijze het aan mij toevertrouwde apostolische ambt uitoefen, wil ik mijn dankbaarheid uitdrukken jegens alle deelnemers aan de synode voor de kostbare leer- en ervaringsbijdrage die zij aangeboden hebben, vooral door middel van de "aanbevelingen" [1296]. De tekst hiervan vertrouw ik toe aan de Pauselijke Raad voor het Gezin [d:93], met de opdracht hem ijverig en diepgaand te bestuderen, teneinde de waarde van ieder aspect van de rijkdommen die bij bevat, duidelijk naar voren te brengen.
De laatste bisschoppensynode, gehouden van 26 september tot 25 oktober 1980, is een teken geweest van deze diepe zorg van de Kerk voor het gezin. Zij was de natuurlijke voortzetting van de twee voorafgaande synoden vgl: Bij de opening van de zevende Synode van Bisschoppen over het Gezin [[[1297|2]]]: het christelijke gezin is immers de eerste gemeenschap die geroepen is het Evangelie te verkondigen aan de opgroeiende menselijke persoon en deze tot volle menselijke en christelijke volwassenheid te brengen door middel van geleidelijke opvoeding en catechese. Bovendien sluit de laatste synode in zekere zin naar ideeën en naar de geest aan op de synode over het gewijde priesterschap en over de rechtvaardigheid in de huidige wereld. Als gemeenschap van opvoeding moet het gezin immers de mens helpen zijn eigen roeping te onderscheiden en zijn onmisbare inzet te leveren voor grotere rechtvaardigheid, door hem vanaf het begin te vormen tot intermenselijke verhoudingen die aantrekkelijk moeten worden gemaakt door rechtvaardigheid en liefde. De synodevaders hebben mij aan het slot van hun bijeenkomst een uitgebreide lijst van voorstellen aangeboden, waarin zij de vruchten hadden verzameld van de overwegingen die zij ontwikkeld hadden in de loop van hun intensieve werkdagen, en zij hebben mij unaniem gevraagd tegenover de mensheid de levendige bezorgdheid van de Kerk voor het gezin te vertolken en richtsnoeren te geven voor een hernieuwde pastorale inspanning in deze fundamentele sector van het menselijke en kerkelijke leven.
Nu ik met deze exhortatie die taak vervul, waarin ik op bijzondere wijze het aan mij toevertrouwde apostolische ambt uitoefen, wil ik mijn dankbaarheid uitdrukken jegens alle deelnemers aan de synode voor de kostbare leer- en ervaringsbijdrage die zij aangeboden hebben, vooral door middel van de "aanbevelingen" [1296]. De tekst hiervan vertrouw ik toe aan de Pauselijke Raad voor het Gezin [d:93], met de opdracht hem ijverig en diepgaand te bestuderen, teneinde de waarde van ieder aspect van de rijkdommen die bij bevat, duidelijk naar voren te brengen.
Referenties naar alinea 2: 2
Een school in menselijk geloof - Over het gezinsapostolaat en zijn beginselen ->=geentekst=Het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=
Het kostbare goed van het huwelijk en van het gezin
Verlicht door het geloof, dat de volledige waarheid doet kennen over het kostbare goed van huwelijk en gezin en over hun diepste betekenis, voelt de Kerk nogmaals de dringende noodzaak het Evangelie, dat is de "blijde boodschap", te verkondigen aan allen zonder onderscheid, vooral aan al degenen die geroepen zijn tot het huwelijk en zich daarop voorbereiden, aan alle echtgenoten en ouders van de wereld. Zij is er ten diepste van overtuigd dat alleen door de aanvaarding van het Evangelie de hoop die de mens terecht stelt in het huwelijk en in het gezin, zijn volle vervulling vindt.
Door God gewild in de schepping zelf (Gen. 1-2) [[b:Gen. 1-2]], zijn huwelijk en gezin van binnenuit gericht op de vervulling in Christus (Ef. 5) [[b:Ef. 5]] en hebben zij Zijn genade nodig om genezen te worden van de wonden die de zonde heeft toegebracht vgl: Gaudium et Spes [[[575|47]]] vgl: Appropinquat iam [[[1298|1]]], en om teruggevoerd te worden naar hun "begin" (Mt. 19, 4) [[b:Mt. 19, 4]], d.w.z. naar de volle kennis en naar de algehele verwerkelijking van Gods plan. Op dit historisch ogenblik, waarin het gezin onderhevig is aan talrijke krachten die het proberen te vernietigen of althans te misvormen, voelt de Kerk, die zich ervan bewust is dat het welzijn van de maatschappij en van haarzelf nauw verbonden is met het welzijn van het gezin vgl: Gaudium et Spes [[[575|47]]], nog levendiger en dringender haar zending aan allen Gods plan met het huwelijk en met het gezin te verkondigen, de volle levenskracht en de menselijke en christelijke ontplooiing ervan te verzekeren en zo bij te dragen tot de vernieuwing van de maatschappij en van het volk Gods zelf.
Verlicht door het geloof, dat de volledige waarheid doet kennen over het kostbare goed van huwelijk en gezin en over hun diepste betekenis, voelt de Kerk nogmaals de dringende noodzaak het Evangelie, dat is de "blijde boodschap", te verkondigen aan allen zonder onderscheid, vooral aan al degenen die geroepen zijn tot het huwelijk en zich daarop voorbereiden, aan alle echtgenoten en ouders van de wereld. Zij is er ten diepste van overtuigd dat alleen door de aanvaarding van het Evangelie de hoop die de mens terecht stelt in het huwelijk en in het gezin, zijn volle vervulling vindt.
Door God gewild in de schepping zelf (Gen. 1-2) [[b:Gen. 1-2]], zijn huwelijk en gezin van binnenuit gericht op de vervulling in Christus (Ef. 5) [[b:Ef. 5]] en hebben zij Zijn genade nodig om genezen te worden van de wonden die de zonde heeft toegebracht vgl: Gaudium et Spes [[[575|47]]] vgl: Appropinquat iam [[[1298|1]]], en om teruggevoerd te worden naar hun "begin" (Mt. 19, 4) [[b:Mt. 19, 4]], d.w.z. naar de volle kennis en naar de algehele verwerkelijking van Gods plan. Op dit historisch ogenblik, waarin het gezin onderhevig is aan talrijke krachten die het proberen te vernietigen of althans te misvormen, voelt de Kerk, die zich ervan bewust is dat het welzijn van de maatschappij en van haarzelf nauw verbonden is met het welzijn van het gezin vgl: Gaudium et Spes [[[575|47]]], nog levendiger en dringender haar zending aan allen Gods plan met het huwelijk en met het gezin te verkondigen, de volle levenskracht en de menselijke en christelijke ontplooiing ervan te verzekeren en zo bij te dragen tot de vernieuwing van de maatschappij en van het volk Gods zelf.
Referenties naar alinea 3: 2
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Aan de Katholieke Kerk in de Volksrepubliek China ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 1 Licht en schaduw van het gezin in deze tijd
4
Summa Familiae Cura ->=geentekst=
Noodzaak van kennis van de situatie
Aangezien Gods plan met het huwelijk en het gezin betrekking heeft op de man en de vrouw in hun concrete dagelijkse bestaan in bepaalde maatschappelijke en culturele situaties, moet de Kerk, om haar dienst te vervullen, er zich op toeleggen de situaties te kennen waarin het huwelijk en het gezin zich heden ten dage verwezenlijken vgl: Tot de Raad van het Algemeen Secretariaat van de Synode van Bisschoppen [[[1299]]]. Deze kennis is dus een noodzakelijke eis van het werk van de evangelisatie. De Kerk moet immers het onveranderlijke en altijd nieuwe Evangelie brengen aan de gezinnen van onze tijd, geroepen als ze zijn om in de actuele omstandigheden van de wereld Gods plan met hen te aanvaarden en te beleven. Bovendien weerklinken de uitnodiging met het appèl van de Geest ook in de historische gebeurtenissen en daarom kan de Kerk ook geleid worden tot een dieper begrip van het onuitputtelijk mysterie van huwelijk en gezin door de situaties, de vragen, de zorgen en de hoop van de jongeren, de echtgenoten en de ouders van deze tijd. Daar komt nog een andere overweging bij, die van bijzondere betekenis is in de huidige tijd vgl: Gaudium et Spes [[[575|4]]].
Niet zelden worden aan de hedendaagse man en vrouw die ernstig en ijverig op zoek zijn naar een antwoord op de dagelijkse, zware problemen van hun huwelijks- en gezinsleven, visies en suggesties aangeboden die verleidelijk zijn, maar in verschillende mate het ware wezen en de waardigheid van de menselijke persoon op het spel zetten. Vaak worden ze aangeboden door het machtige en ver reikende apparaat van de massamedia die op listige wijze de vrijheid en het vermogen objectief te oordelen, in gevaar brengen.
Velen zijn zich reeds bewust van dit gevaar waarin de menselijke persoon verkeert, en zetten zich in voor de waarheid. De Kerk met haar evangelisch onderscheidingsvermogen verenigt zich met hen en biedt haar diensten aan voor de waarheid, voor de vrijheid en voor de waardigheid van iedere man en van iedere vrouw.
Aangezien Gods plan met het huwelijk en het gezin betrekking heeft op de man en de vrouw in hun concrete dagelijkse bestaan in bepaalde maatschappelijke en culturele situaties, moet de Kerk, om haar dienst te vervullen, er zich op toeleggen de situaties te kennen waarin het huwelijk en het gezin zich heden ten dage verwezenlijken vgl: Tot de Raad van het Algemeen Secretariaat van de Synode van Bisschoppen [[[1299]]]. Deze kennis is dus een noodzakelijke eis van het werk van de evangelisatie. De Kerk moet immers het onveranderlijke en altijd nieuwe Evangelie brengen aan de gezinnen van onze tijd, geroepen als ze zijn om in de actuele omstandigheden van de wereld Gods plan met hen te aanvaarden en te beleven. Bovendien weerklinken de uitnodiging met het appèl van de Geest ook in de historische gebeurtenissen en daarom kan de Kerk ook geleid worden tot een dieper begrip van het onuitputtelijk mysterie van huwelijk en gezin door de situaties, de vragen, de zorgen en de hoop van de jongeren, de echtgenoten en de ouders van deze tijd. Daar komt nog een andere overweging bij, die van bijzondere betekenis is in de huidige tijd vgl: Gaudium et Spes [[[575|4]]].
Niet zelden worden aan de hedendaagse man en vrouw die ernstig en ijverig op zoek zijn naar een antwoord op de dagelijkse, zware problemen van hun huwelijks- en gezinsleven, visies en suggesties aangeboden die verleidelijk zijn, maar in verschillende mate het ware wezen en de waardigheid van de menselijke persoon op het spel zetten. Vaak worden ze aangeboden door het machtige en ver reikende apparaat van de massamedia die op listige wijze de vrijheid en het vermogen objectief te oordelen, in gevaar brengen.
Velen zijn zich reeds bewust van dit gevaar waarin de menselijke persoon verkeert, en zetten zich in voor de waarheid. De Kerk met haar evangelisch onderscheidingsvermogen verenigt zich met hen en biedt haar diensten aan voor de waarheid, voor de vrijheid en voor de waardigheid van iedere man en van iedere vrouw.
Referenties naar alinea 4: 2
Amoris Laetitia ->=geentekst=Summa Familiae Cura ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Donum Veritatis ->=geentekst=
Geen Paus is bevoegd de echt te verbreken ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Het evangelisch onderscheidingsvermogen
Deze juiste beoordeling door de Kerk wordt een richtingwijzer die aangeboden wordt om het wezen en de waardigheid van huwelijk en gezin volledig veilig te stellen en te verwezenlijken. Deze beoordeling komt tot stand via de geloofszin vgl: Lumen Gentium [[[617|12]]], die een gave is van de Geest aan alle gelovigen (1 Joh. 2, 20) [[b:1 Joh. 2, 20]]. Daarom is zij het werk van heel de Kerk, volgens de verscheidenheid van de menigvuldige gaven en charisma's welke samen en ieder volgens de eigen verantwoordelijkheid meewerken aan een dieper begrip en een grondiger verwezenlijking van het Woord Gods. De Kerk oefent haar evangelisch onderscheidingsvermogen dus niet alleen uit door middel van de herders die onderrichten in naam en krachtens volmacht van Christus, maar ook door middel van de leken: "Christus stelt hen aan tot getuigen en rust hen uit met geloofszin en met de gave van het Woord (Hand. 2, 17-18; Openb. 19, 10) [[b:Hand. 2, 17-18; Openb. 19, 10]], om de kracht van het Evangelie in het dagelijkse leven, het gezin en de maatschappij te doen uitstralen" Lumen Gentium [[617|35]]. Wegens hun bijzondere roeping hebben de leken zelfs de specifieke taak de geschiedenis van de wereld te interpreteren in het licht van Christus, voor zover zij geroepen zijn om de aardse werkelijkheid te belichten en te ordenen volgens het plan van God de Schepper en Verlosser.
De "bovennatuurlijke geloofszin" vgl: Lumen Gentium [[[617|12]]] vgl: Mysterium Ecclesiae [[[437|2]]] bestaat echter niet alleen of noodzakelijkerwijze in de eensgezindheid van de gelovigen. Door Christus te volgen, zoekt de Kerk de waarheid en die valt niet altijd samen met de mening van de meerderheid. Zij luistert naar het geweten en niet naar macht en zo verdedigt zij de armen en verachten. De Kerk weet ook het sociologisch en statistisch onderzoek te waarderen, wanneer dit nuttig blijkt om de historische context te begrijpen waarin de pastorale activiteit zich moet ontplooien, en om beter de waarheid te kennen, maar een dergelijk onderzoek alleen kan niet zonder meer beschouwd worden als uitdrukking van de geloofszin.
Omdat het de taak is van het apostolische ambt te garanderen dat de Kerk volhardt in de waarheid van Christus en dat zij daar steeds dieper in doordringt, moeten de herders de geloofszin bevorderen in alle gelovigen, de echtheid van zijn expressies gezagvol onderzoeken en beoordelen en de gelovigen opvoeden tot een steeds rijper begrip van de evangelische waarheid vgl: Lumen Gentium [[[617|12]]] vgl: Dei Verbum [[[576|10]]].
Ten behoeve van een dergelijke echt evangelische beoordeling in de verschillende situaties en cultuurvormen waarin man en vrouw hun huwelijk en hun gezinsleven beleven, kunnen en moeten de echtgenoten en de ouders zelf evenwel een eigen, onvervangbare bijdrage leveren. Hun charisma of eigen gave, de gave van het Sacrament van het Huwelijk, maakt hen bekwaam voor deze taak vgl: Bij de opening van de zevende Synode van Bisschoppen over het Gezin [[[1297|3]]].
Deze juiste beoordeling door de Kerk wordt een richtingwijzer die aangeboden wordt om het wezen en de waardigheid van huwelijk en gezin volledig veilig te stellen en te verwezenlijken. Deze beoordeling komt tot stand via de geloofszin vgl: Lumen Gentium [[[617|12]]], die een gave is van de Geest aan alle gelovigen (1 Joh. 2, 20) [[b:1 Joh. 2, 20]]. Daarom is zij het werk van heel de Kerk, volgens de verscheidenheid van de menigvuldige gaven en charisma's welke samen en ieder volgens de eigen verantwoordelijkheid meewerken aan een dieper begrip en een grondiger verwezenlijking van het Woord Gods. De Kerk oefent haar evangelisch onderscheidingsvermogen dus niet alleen uit door middel van de herders die onderrichten in naam en krachtens volmacht van Christus, maar ook door middel van de leken: "Christus stelt hen aan tot getuigen en rust hen uit met geloofszin en met de gave van het Woord (Hand. 2, 17-18; Openb. 19, 10) [[b:Hand. 2, 17-18; Openb. 19, 10]], om de kracht van het Evangelie in het dagelijkse leven, het gezin en de maatschappij te doen uitstralen" Lumen Gentium [[617|35]]. Wegens hun bijzondere roeping hebben de leken zelfs de specifieke taak de geschiedenis van de wereld te interpreteren in het licht van Christus, voor zover zij geroepen zijn om de aardse werkelijkheid te belichten en te ordenen volgens het plan van God de Schepper en Verlosser.
De "bovennatuurlijke geloofszin" vgl: Lumen Gentium [[[617|12]]] vgl: Mysterium Ecclesiae [[[437|2]]] bestaat echter niet alleen of noodzakelijkerwijze in de eensgezindheid van de gelovigen. Door Christus te volgen, zoekt de Kerk de waarheid en die valt niet altijd samen met de mening van de meerderheid. Zij luistert naar het geweten en niet naar macht en zo verdedigt zij de armen en verachten. De Kerk weet ook het sociologisch en statistisch onderzoek te waarderen, wanneer dit nuttig blijkt om de historische context te begrijpen waarin de pastorale activiteit zich moet ontplooien, en om beter de waarheid te kennen, maar een dergelijk onderzoek alleen kan niet zonder meer beschouwd worden als uitdrukking van de geloofszin.
Omdat het de taak is van het apostolische ambt te garanderen dat de Kerk volhardt in de waarheid van Christus en dat zij daar steeds dieper in doordringt, moeten de herders de geloofszin bevorderen in alle gelovigen, de echtheid van zijn expressies gezagvol onderzoeken en beoordelen en de gelovigen opvoeden tot een steeds rijper begrip van de evangelische waarheid vgl: Lumen Gentium [[[617|12]]] vgl: Dei Verbum [[[576|10]]].
Ten behoeve van een dergelijke echt evangelische beoordeling in de verschillende situaties en cultuurvormen waarin man en vrouw hun huwelijk en hun gezinsleven beleven, kunnen en moeten de echtgenoten en de ouders zelf evenwel een eigen, onvervangbare bijdrage leveren. Hun charisma of eigen gave, de gave van het Sacrament van het Huwelijk, maakt hen bekwaam voor deze taak vgl: Bij de opening van de zevende Synode van Bisschoppen over het Gezin [[[1297|3]]].
Referenties naar alinea 5: 4
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=Donum Veritatis ->=geentekst=
Geen Paus is bevoegd de echt te verbreken ->=geentekst=
"Sensus Fidei" in the life of the Church ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Keert terug tot de Vader! ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
De liefde in het gezin is een waarborg voor de toekomst van de mensheid ->=geentekst=
De situatie van het gezin in de hedendaagse wereld
De situatie waarin het gezin verkeert, heeft positieve en negatieve aspecten: de eerste zijn teken van het heil van Christus die werkzaam is in de wereld, de laatste van de weigering van de mens die zich tegen Gods liefde verzet. Enerzijds zijn er inderdaad een levendiger bewustzijn
Wij moeten ook aandacht hebben voor het feit dat in de landen van de Derde Wereld de gezinnen vaak gebrek hebben aan de elementaire middelen tot overleven, zoals voedsel, werk, huisvesting, geneeskundige verzorging, en de meest fundamentele vrijheden missen. In de rijke landen daarentegen beroven de overdreven welvaart en de consumptiementaliteit, die op paradoxale wijze gepaard gaat met een bepaalde angst en onzekerheid voor de toekomst, de echtgenoten van de edelmoedigheid en de moed nieuw menselijk leven te verwekken: zo wordt het leven dikwijls niet als een zegen maar als een gevaar gezien, dat men moet afwenden.
De historische situatie waarin het gezin leeft, tekent zich dus af als een complex van licht en duisternis. Dit toont aan dat de geschiedenis niet zonder meer een automatische opmars naar het betere is, maar een product van vrijheid, liever gezegd: een strijd tussen tegengestelde vrijheden, of volgens de bekende uitdrukking van Sint Augustinus, een conflict tussen twee liefdes: de Godsliefde die haar toppunt vindt in zelfverachting, en de eigenliefde die haar toppunt vindt in verachting van God vgl: XIV, 28; CSEL 40, II, 56-57 [[[857]]].
Hieruit volgt dat alleen de opvoeding tot liefde die in het geloof geworteld is, kan leiden tot de verwerving van het vermogen de "tekenen des tijds" te verstaan, die de historische uitdrukking zijn van de ene en van de andere liefde.
De situatie waarin het gezin verkeert, heeft positieve en negatieve aspecten: de eerste zijn teken van het heil van Christus die werkzaam is in de wereld, de laatste van de weigering van de mens die zich tegen Gods liefde verzet. Enerzijds zijn er inderdaad een levendiger bewustzijn
- van de menselijke vrijheid en
- een grotere aandacht voor de kwaliteit van de intermenselijke relaties in het huwelijk,
- voor de bevordering van de waardigheid van de vrouw,
- voor een verantwoorde voortplanting,
- voor de opvoeding van de kinderen;
- bovendien is er het bewustzijn van de noodzaak dat zich relaties ontwikkelen tussen de gezinnen, met het oog op wederzijdse geestelijke en stoffelijke hulp,
- en is er een herontdekking van de eigen kerkelijke zending van het gezin en van zijn verantwoordelijkheid voor de opbouw van een meer rechtvaardige maatschappij.
- een verkeerde theoretische en praktische opvatting van de onafhankelijkheid van de echtgenoten ten opzichte van elkaar;
- de ernstige onzekerheid omtrent de gezagsverhouding tussen ouders en kinderen;
- de concrete moeilijkheden die het gezin dikwijls ondervindt bij het overdragen van geestelijke waarden;
- het groeiend aantal echtscheidingen;
- de plaag van de abortus;
- de toenemende praktijk van de sterilisatie;
- het groeien van een ware contraceptieve mentaliteit.
Wij moeten ook aandacht hebben voor het feit dat in de landen van de Derde Wereld de gezinnen vaak gebrek hebben aan de elementaire middelen tot overleven, zoals voedsel, werk, huisvesting, geneeskundige verzorging, en de meest fundamentele vrijheden missen. In de rijke landen daarentegen beroven de overdreven welvaart en de consumptiementaliteit, die op paradoxale wijze gepaard gaat met een bepaalde angst en onzekerheid voor de toekomst, de echtgenoten van de edelmoedigheid en de moed nieuw menselijk leven te verwekken: zo wordt het leven dikwijls niet als een zegen maar als een gevaar gezien, dat men moet afwenden.
De historische situatie waarin het gezin leeft, tekent zich dus af als een complex van licht en duisternis. Dit toont aan dat de geschiedenis niet zonder meer een automatische opmars naar het betere is, maar een product van vrijheid, liever gezegd: een strijd tussen tegengestelde vrijheden, of volgens de bekende uitdrukking van Sint Augustinus, een conflict tussen twee liefdes: de Godsliefde die haar toppunt vindt in zelfverachting, en de eigenliefde die haar toppunt vindt in verachting van God vgl: XIV, 28; CSEL 40, II, 56-57 [[[857]]].
Hieruit volgt dat alleen de opvoeding tot liefde die in het geloof geworteld is, kan leiden tot de verwerving van het vermogen de "tekenen des tijds" te verstaan, die de historische uitdrukking zijn van de ene en van de andere liefde.
Referenties naar alinea 6: 5
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Keert terug tot de Vader! ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
De liefde in het gezin is een waarborg voor de toekomst van de mensheid ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De invloed van de situatie op het geweten van de gelovigen
Levend in zo'n wereld, blootgesteld aan de verleidingen die vooral van de massamedia uitgaan, zijn de gelovigen niet altijd onberoerd gebleven - in verleden en heden - t.o.v. de verduistering van fundamentele waarden en zij zijn er toen en nu niet in geslaagd de gezinscultuur met een kritisch geweten af te wegen en zichzelf als het ware tot subjecten te maken die de echte maatstaf van de menselijkheid van het gezin bepalen. Onder de meest zorgwekkende tekenen van dit verschijnsel hebben de synodevaders naar voren gebracht:
Levend in zo'n wereld, blootgesteld aan de verleidingen die vooral van de massamedia uitgaan, zijn de gelovigen niet altijd onberoerd gebleven - in verleden en heden - t.o.v. de verduistering van fundamentele waarden en zij zijn er toen en nu niet in geslaagd de gezinscultuur met een kritisch geweten af te wegen en zichzelf als het ware tot subjecten te maken die de echte maatstaf van de menselijkheid van het gezin bepalen. Onder de meest zorgwekkende tekenen van dit verschijnsel hebben de synodevaders naar voren gebracht:
- vooral de uitbreiding van de echtscheiding en het aangaan van nieuwe verbintenissen onder de gelovigen zelf,
- de aanvaarding van het louter burgerlijk huwelijk, in strijd met de roeping van de gedoopten ten overstaan van de Heer te trouwen;
- de sluiting van het sacramentele huwelijk zonder een levend geloof, om andere motieven;
- de afwijzing van de morele normen die het menselijk en christelijk gebruik van de seksualiteit in het huwelijk regelen.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Jubileumdag van de Gezinnen - 3e Werelddag voor de Gezinnen, Rome ->=geentekst=
3e Wereldontmoeting van Gezinnen - Kinderen, een lente voor het gezin en de maatschappij ->=geentekst=
Ons tijdperk heeft wijsheid nodig
Zo wordt aan heel de Kerk de taak opgelegd van een zeer grondige bezinning en inspanning, opdat de nieuwe cultuur die in opkomst is, in haar kem zelf wordt gekerstend, de echte waarden worden erkend, de rechten van man en vrouw worden verdedigd en de rechtvaardigheid in de structuren van de maatschappij wordt bevorderd. Op deze wijze zal de "nieuwe maatstaf van menselijkheid" de mensen niet beroven van hun relatie met God maar hen juist tot een meer volmaakle betrekking met God brengen. De wetenschap en haar technische toepassingen bieden nieuwe, onmetelijke mogelijkheden voor de opbouw van zo'n menselijkheid. Maar als gevoig van politieke keuzen die de richting van het wetenschappelijk onderzoek en van zijn toepassingen leerstellig bepalen, wordt de wetenschap dikwijls aangewend tegen haar oorspronkelijke zin in, tegen de ontwikkeling van de menselijke persoon.
Daarom is het nodig dat allen zich weer bewust worden van het primaat van de morele waarden, die de waarden zijn van de menselijke persoon als zodanig. De grote taak van onze tijd de maatschappij te vernieuwen, bestaat in het weer gaan begrijpen van de uiteindelijke zin van het leven en van de fundamentele waarden van dit leven. Alleen het besef van het primaat van deze waarden maakt het mogelijk de onmetelijke kansen die de mens door de wetenschap in handen zijn gelegd, zo te gebruiken dat zij werkelijk gericht worden op de ontwikkeling van de menselijke persoon in zijn volle werkelijkheid, vrijheid en waardigheid. De wetenschap is geroepen samen te gaan met de wijsheid.
Het is daarom mogelijk op de problemen van het gezin de woorden toe te passen van het Tweede Vaticaans Concilie: "Meer dan in de voorbije eeuwen is in onze dagen zo'n wijsheid nodig, opdat al datgene dat door de mens nieuw ontdekt wordt, tot grotere menswaardigheid zou strekken. De toekomst van de wereld komt namelijk in gevaar, als de mensen zelf niet wijzer worden". Gaudium et Spes [[575|15]]
De opvoeding van het zedelijk bewustzijn, dat iedereen in staat stelt te onderscheiden wat de juiste manier is om zichzelf volgens zijn oorspronkelijke werkelijkheid te verwezenlijken, wordt zodoende een primaire en onontkoombare eis.
Wat in onze hedendaagse cultuur grondig hersteld moet worden, is de verbondenheid met de goddelijke wijsheid. Iedere mens heeft deel aan die wijsheid door Gods scheppingshandelen. En alleen door trouw aan deze verbondenheid zullen de gezinnen van onze tijd in staat zijn een positieve invloed uit te oefenen op de opbouw van een meer rechtvaardige en broederlijke wereld.
Zo wordt aan heel de Kerk de taak opgelegd van een zeer grondige bezinning en inspanning, opdat de nieuwe cultuur die in opkomst is, in haar kem zelf wordt gekerstend, de echte waarden worden erkend, de rechten van man en vrouw worden verdedigd en de rechtvaardigheid in de structuren van de maatschappij wordt bevorderd. Op deze wijze zal de "nieuwe maatstaf van menselijkheid" de mensen niet beroven van hun relatie met God maar hen juist tot een meer volmaakle betrekking met God brengen. De wetenschap en haar technische toepassingen bieden nieuwe, onmetelijke mogelijkheden voor de opbouw van zo'n menselijkheid. Maar als gevoig van politieke keuzen die de richting van het wetenschappelijk onderzoek en van zijn toepassingen leerstellig bepalen, wordt de wetenschap dikwijls aangewend tegen haar oorspronkelijke zin in, tegen de ontwikkeling van de menselijke persoon.
Daarom is het nodig dat allen zich weer bewust worden van het primaat van de morele waarden, die de waarden zijn van de menselijke persoon als zodanig. De grote taak van onze tijd de maatschappij te vernieuwen, bestaat in het weer gaan begrijpen van de uiteindelijke zin van het leven en van de fundamentele waarden van dit leven. Alleen het besef van het primaat van deze waarden maakt het mogelijk de onmetelijke kansen die de mens door de wetenschap in handen zijn gelegd, zo te gebruiken dat zij werkelijk gericht worden op de ontwikkeling van de menselijke persoon in zijn volle werkelijkheid, vrijheid en waardigheid. De wetenschap is geroepen samen te gaan met de wijsheid.
Het is daarom mogelijk op de problemen van het gezin de woorden toe te passen van het Tweede Vaticaans Concilie: "Meer dan in de voorbije eeuwen is in onze dagen zo'n wijsheid nodig, opdat al datgene dat door de mens nieuw ontdekt wordt, tot grotere menswaardigheid zou strekken. De toekomst van de wereld komt namelijk in gevaar, als de mensen zelf niet wijzer worden". Gaudium et Spes [[575|15]]
De opvoeding van het zedelijk bewustzijn, dat iedereen in staat stelt te onderscheiden wat de juiste manier is om zichzelf volgens zijn oorspronkelijke werkelijkheid te verwezenlijken, wordt zodoende een primaire en onontkoombare eis.
Wat in onze hedendaagse cultuur grondig hersteld moet worden, is de verbondenheid met de goddelijke wijsheid. Iedere mens heeft deel aan die wijsheid door Gods scheppingshandelen. En alleen door trouw aan deze verbondenheid zullen de gezinnen van onze tijd in staat zijn een positieve invloed uit te oefenen op de opbouw van een meer rechtvaardige en broederlijke wereld.
Referenties naar alinea 8: 3
Donum Vitae ->=geentekst=Jubileumdag van de Gezinnen - 3e Werelddag voor de Gezinnen, Rome ->=geentekst=
3e Wereldontmoeting van Gezinnen - Kinderen, een lente voor het gezin en de maatschappij ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Geleidelijkheid en bekering
Allen moeten wij ons door een bekering van geest en ziel en door loochening van ons egoïsme in navolging van de gekruisigde Christus verweren tegen de ongerechtigheid, die haar oorsprong heeft in de zonde. Deze is ook in de structuren van de huidige maatschappij diep doorgedrongen. Dikwijls verhindert de zonde het gezin zichzelf en zijn fundamentele rechten te verwezenlijken. Een dergelijke bekering zal dan ook ongetwijfeld een weldadige en vernieuwende invloed hebben op de structuren van onze samenleving. Er is een voortdurende, blijvende bekering vereist die, ook al vraagt zij innerlijke afrekening met alle kwaad en instemming met het goede in heel zijn volheid, zich toch in feite trapsgewijs verwerkelijkt, met stappen die steeds verder voeren. Zo ontwikkelt zich een dynamisch proces dat geleidelijk voortschrijdt, onder voortgaande integratie van de gaven van God en van de eisen van diens uiterste en absolute liefde, in heel het persoonlijk en maatschappelijk leven. Er is daarom een pedagogische weg van groei nodig, opdat de afzonderlijke gelovigen, de gezinnen en de volken, ja, de hele beschaving, vanuit hetgeen zij reeds ontvangen hebben van het mysterie van Christus, met geduld verder geleid worden en tot een rijkere kennis komen alsook tot een meer volmaakte integratie van dit mysterie in het leven.
Allen moeten wij ons door een bekering van geest en ziel en door loochening van ons egoïsme in navolging van de gekruisigde Christus verweren tegen de ongerechtigheid, die haar oorsprong heeft in de zonde. Deze is ook in de structuren van de huidige maatschappij diep doorgedrongen. Dikwijls verhindert de zonde het gezin zichzelf en zijn fundamentele rechten te verwezenlijken. Een dergelijke bekering zal dan ook ongetwijfeld een weldadige en vernieuwende invloed hebben op de structuren van onze samenleving. Er is een voortdurende, blijvende bekering vereist die, ook al vraagt zij innerlijke afrekening met alle kwaad en instemming met het goede in heel zijn volheid, zich toch in feite trapsgewijs verwerkelijkt, met stappen die steeds verder voeren. Zo ontwikkelt zich een dynamisch proces dat geleidelijk voortschrijdt, onder voortgaande integratie van de gaven van God en van de eisen van diens uiterste en absolute liefde, in heel het persoonlijk en maatschappelijk leven. Er is daarom een pedagogische weg van groei nodig, opdat de afzonderlijke gelovigen, de gezinnen en de volken, ja, de hele beschaving, vanuit hetgeen zij reeds ontvangen hebben van het mysterie van Christus, met geduld verder geleid worden en tot een rijkere kennis komen alsook tot een meer volmaakte integratie van dit mysterie in het leven.
Referenties naar alinea 9: 8
Evangelie van het gezin ->=geentekst=Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Inculturatie
Het is in overeenstemming met de constante traditie van de Kerk uit de culturen van de volken alles te verzamelen wat in staat is de onuitputtelijke rijkdommen van Christus beter uit te drukken. (Ef. 3, 8) [[b:Ef. 3, 8]] vgl: Gaudium et Spes [[[575|44]]] vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|15.22]]] Alleen met de medewerking van alle culturen kunnen die rijkdommen steeds duidelijker worden en zal de Kerk iedere dag verder kunnen gaan op de weg van een meer volledige en diepere kennis van de waarheid die haar reeds geheel en al door de Heer is geschonken. Vasthoudend aan het tweevoudig beginsel van de verenigbaarheid van de verschillende culturen die de Kerk moet verbinden met het Evangelie, en van de gemeenschap met de universele Kerk, zal men voort moeten gaan met de studie, vooral van de zijde van de bisschoppenconferenties en van de bevoegde departementen van de Romeinse Curie, en met de pastorale inspanning, opdat deze "inculturatie" van het christelijke geloof zich steeds meer uitbreidt, ook in het kader van het huwelijk en het gezin.
Door middel van deze "inculturatie" komt men tot het volledig herstel van de band met Gods wijsheid, die Christus zelf is. De hele Kerk zal immers eveneens verrijkt worden door die culturen die, ook al bezitten zij geen technologie, toch vervuld zijn van menselijke wijsheid en doortrokken van diepe morele waarden.
Opdat het doet van deze tocht duidelijk mag zijn en bijgevolg de weg met zekerheid aangegeven mag worden, heeft de synode terecht op de eerste plaats grondig het oorspronkelijke plan van God met het huwelijk en het gezin overwogen: men moet namelijk "terugkeren naar het begin", in gehoorzaamheid aan het onderricht van Christus. (Mt. 19, 4-6) [[b:Mt. 19, 4-6]]
Het is in overeenstemming met de constante traditie van de Kerk uit de culturen van de volken alles te verzamelen wat in staat is de onuitputtelijke rijkdommen van Christus beter uit te drukken. (Ef. 3, 8) [[b:Ef. 3, 8]] vgl: Gaudium et Spes [[[575|44]]] vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|15.22]]] Alleen met de medewerking van alle culturen kunnen die rijkdommen steeds duidelijker worden en zal de Kerk iedere dag verder kunnen gaan op de weg van een meer volledige en diepere kennis van de waarheid die haar reeds geheel en al door de Heer is geschonken. Vasthoudend aan het tweevoudig beginsel van de verenigbaarheid van de verschillende culturen die de Kerk moet verbinden met het Evangelie, en van de gemeenschap met de universele Kerk, zal men voort moeten gaan met de studie, vooral van de zijde van de bisschoppenconferenties en van de bevoegde departementen van de Romeinse Curie, en met de pastorale inspanning, opdat deze "inculturatie" van het christelijke geloof zich steeds meer uitbreidt, ook in het kader van het huwelijk en het gezin.
Door middel van deze "inculturatie" komt men tot het volledig herstel van de band met Gods wijsheid, die Christus zelf is. De hele Kerk zal immers eveneens verrijkt worden door die culturen die, ook al bezitten zij geen technologie, toch vervuld zijn van menselijke wijsheid en doortrokken van diepe morele waarden.
Opdat het doet van deze tocht duidelijk mag zijn en bijgevolg de weg met zekerheid aangegeven mag worden, heeft de synode terecht op de eerste plaats grondig het oorspronkelijke plan van God met het huwelijk en het gezin overwogen: men moet namelijk "terugkeren naar het begin", in gehoorzaamheid aan het onderricht van Christus. (Mt. 19, 4-6) [[b:Mt. 19, 4-6]]
Referenties naar alinea 10: 1
Redemptoris Missio ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 2 Gods bedoeling met het huwelijk en met het gezin
11
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Donum Vitae ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Aan Mgr. Gijsen - Bij de inauguratie van het MEDO ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
De pastorale uitdagingen met betrekking tot het gezin in het kader van de evangelisatie ->=geentekst=
De pastorale uitdagingen met betrekking tot het gezin in het kader van de evangelisatie ->=geentekst=
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Fondamenti teologici per la valutazione delle questioni bioetiche ->=geentekst=
De gendertheorie: een bedreiging voor het gezin en de verkondiging van het christelijk geloof ->=geentekst=
De mens, beeld van God die liefde is
God heeft de mens geschapen naar zijn beeld en gelijkenis (Gen. 1, 26-27) [[b:Gen. 1, 26-27]]. Hij heeft hem tot het bestaan geroepen uit liefde en hem tegelijkertijd bestemd voor de liefde. God is liefde (1 Joh. 4, 8) [b:1 Joh. 4, 8] en Hij beleeft in zichzelf een mysterie van persoonlijke liefdesgemeenschap. God legt in het mens-zijn van man en vrouw, dat Hij naar zijn beeld schept en voortdurend in stand houdt, de roeping en daarmee het vermogen en de verantwoordelijkheid tot liefde en gemeenschap. vgl: Gaudium et Spes [[[575|12]]] De liefde is daarom de fundamentele en natuurlijke roeping van ieder menselijk wezen.
Omdat de mens geïncarneerde geest is, d.w.z. een ziel die zich uitdrukt in het lichaam en een lichaam dat bezield wordt door een onsterfelijke geest, is hij geroepen tot de liefde in deze tot een eenheid gevormde totaliteit. De liefde omvat ook het menselijk lichaam en het lichaam heeft deel aan de geestelijke liefde.
De christelijke Openbaring kent twee specifieke wijzen waarop de menselijke persoon, in zijn geheel, zijn roeping tot de liefde verwezenlijkt: het huwelijk en de maagdelijkheid. Beide zijn, ieder in zijn eigen vorm, een concrete realisering van de diepste werkelijkheid van de mens, van het feit dat hij "beeld van God" is.
De seksualiteit waardoor de man en de vrouw zich aan elkaar wegschenken in de eigen en exclusieve huwelijksdaad, is bijgevolg volstrekt geen zuiver biologisch gegeven, maar raakt het innerlijk wezen van de menselijke persoon als zodanig. Zij is alleen echt menselijk, als zij een geïntegreerd onderdeel is van de liefde waardoor de man en de vrouw zich tot aan de dood geheel aan elkaar verbinden. De volledige fysieke overgave zou een leugen zijn, als zij niet teken en vrucht was van de volledige persoonlijke overgave waarin de gehele persoon, ook in zijn tijdelijke dimensie, tegenwoordig is. Als de mens een voorbehoud maakte of zich voor de toekomst de mogelijkheid anders te beslissen voorbehield, zou hij zich reeds hierdoor niet volledig geven.
Deze door de echtelijke liefde vereiste totaliteit beantwoordt ook aan de eisen van een verantwoorde vruchtbaarheid, die door haar aard de zuiver biologische orde te boven gaat, omdat zij er op gericht is een menselijk wezen voort te brengen; zij omvat een geheel van persoonlijke waarden, die voor hun harmonieuze groei de voortdurende en eendrachtige bijdrage van beide echtgenoten vereisen.
De enige "plaats" die deze overgave in haar hele waarheid mogelijk maakt, is het huwelijk ofwel het verbond van echtelijke liefde of van bewuste en vrije keuze waarmee man en vrouw de intieme gemeenschap van leven en liefde aanvaarden die door God zelf gewild is vgl: Gaudium et Spes [[[575|48]]] en die alleen in dit licht haar ware zin openbaart. Het huwelijk betekent geen onrechtmatige inmenging van de maatschappij of van de overheid en evenmin het opleggen van een vorm van buitenaf, maar is een innerlijk vereiste van het verbond van de echtelijke liefde, dat zichzelf openlijk bevestigt als uniek en exclusief, opdat aldus de volledige trouw aan de bedoeling van God de Schepper wordt beleefd. Deze trouw tast de vrijheid van de persoon geenszins aan, maar beschermt deze juist tegen alle subjectivisme en relativisme en doet ze delen in de wijsheid van de Schepper.
God heeft de mens geschapen naar zijn beeld en gelijkenis (Gen. 1, 26-27) [[b:Gen. 1, 26-27]]. Hij heeft hem tot het bestaan geroepen uit liefde en hem tegelijkertijd bestemd voor de liefde. God is liefde (1 Joh. 4, 8) [b:1 Joh. 4, 8] en Hij beleeft in zichzelf een mysterie van persoonlijke liefdesgemeenschap. God legt in het mens-zijn van man en vrouw, dat Hij naar zijn beeld schept en voortdurend in stand houdt, de roeping en daarmee het vermogen en de verantwoordelijkheid tot liefde en gemeenschap. vgl: Gaudium et Spes [[[575|12]]] De liefde is daarom de fundamentele en natuurlijke roeping van ieder menselijk wezen.
Omdat de mens geïncarneerde geest is, d.w.z. een ziel die zich uitdrukt in het lichaam en een lichaam dat bezield wordt door een onsterfelijke geest, is hij geroepen tot de liefde in deze tot een eenheid gevormde totaliteit. De liefde omvat ook het menselijk lichaam en het lichaam heeft deel aan de geestelijke liefde.
De christelijke Openbaring kent twee specifieke wijzen waarop de menselijke persoon, in zijn geheel, zijn roeping tot de liefde verwezenlijkt: het huwelijk en de maagdelijkheid. Beide zijn, ieder in zijn eigen vorm, een concrete realisering van de diepste werkelijkheid van de mens, van het feit dat hij "beeld van God" is.
De seksualiteit waardoor de man en de vrouw zich aan elkaar wegschenken in de eigen en exclusieve huwelijksdaad, is bijgevolg volstrekt geen zuiver biologisch gegeven, maar raakt het innerlijk wezen van de menselijke persoon als zodanig. Zij is alleen echt menselijk, als zij een geïntegreerd onderdeel is van de liefde waardoor de man en de vrouw zich tot aan de dood geheel aan elkaar verbinden. De volledige fysieke overgave zou een leugen zijn, als zij niet teken en vrucht was van de volledige persoonlijke overgave waarin de gehele persoon, ook in zijn tijdelijke dimensie, tegenwoordig is. Als de mens een voorbehoud maakte of zich voor de toekomst de mogelijkheid anders te beslissen voorbehield, zou hij zich reeds hierdoor niet volledig geven.
Deze door de echtelijke liefde vereiste totaliteit beantwoordt ook aan de eisen van een verantwoorde vruchtbaarheid, die door haar aard de zuiver biologische orde te boven gaat, omdat zij er op gericht is een menselijk wezen voort te brengen; zij omvat een geheel van persoonlijke waarden, die voor hun harmonieuze groei de voortdurende en eendrachtige bijdrage van beide echtgenoten vereisen.
De enige "plaats" die deze overgave in haar hele waarheid mogelijk maakt, is het huwelijk ofwel het verbond van echtelijke liefde of van bewuste en vrije keuze waarmee man en vrouw de intieme gemeenschap van leven en liefde aanvaarden die door God zelf gewild is vgl: Gaudium et Spes [[[575|48]]] en die alleen in dit licht haar ware zin openbaart. Het huwelijk betekent geen onrechtmatige inmenging van de maatschappij of van de overheid en evenmin het opleggen van een vorm van buitenaf, maar is een innerlijk vereiste van het verbond van de echtelijke liefde, dat zichzelf openlijk bevestigt als uniek en exclusief, opdat aldus de volledige trouw aan de bedoeling van God de Schepper wordt beleefd. Deze trouw tast de vrijheid van de persoon geenszins aan, maar beschermt deze juist tegen alle subjectivisme en relativisme en doet ze delen in de wijsheid van de Schepper.
Referenties naar alinea 11: 16
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Donum Vitae ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Aan Mgr. Gijsen - Bij de inauguratie van het MEDO ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
De pastorale uitdagingen met betrekking tot het gezin in het kader van de evangelisatie ->=geentekst=
De pastorale uitdagingen met betrekking tot het gezin in het kader van de evangelisatie ->=geentekst=
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Fondamenti teologici per la valutazione delle questioni bioetiche ->=geentekst=
De gendertheorie: een bedreiging voor het gezin en de verkondiging van het christelijk geloof ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het huwelijk en de gemeenschap tussen God en de mensen
De liefdesgemeenschap tussen God en de mensen, die de fundamentele inhoud is van de Openbaring en van de ervaring van het trouwe Israël, vindt een betekenisvolle uitdrukking in het huwelijksverbond tussen man en vrouw. Daarom wordt het centrale thema van de Openbaring, God heeft zijn volk lief, ook tot uitdrukking gebracht door middel van de concrete levenswoorden waarmee man en vrouw elkaar hun huwelijksliefde betuigen. Hun liefdesband wordt het beeld en het symbool van het verbond dat God en zijn volk verenigt. (Hos. 2, 21; Jer. 3, 6-13; Jes. 54) [[b:Hos. 2, 21; Jer. 3, 6-13; Jes. 54]]
De zonde, daarentegen, die het huwelijksverbond kan verwonden, wordt beeld van de ontrouw van het volk aan zijn God: de afgodendienst is prostitutie (Ez. 16, 25) [[b:Ez. 16, 25]], zoals de ontrouw overspel is, de ongehoorzaamheid aan de wet is prijsgave van de huwelijksliefde van de Heer. Maar de ontrouw van Israël vernietigt de trouw van de Heer niet en daarom wordt de altijd trouwe liefde van God voorbeeld van de trouwe liefdesverhouding die tussen echtgenoten moet bestaan. (Hos. 3) [[b:Hos. 3]]
De liefdesgemeenschap tussen God en de mensen, die de fundamentele inhoud is van de Openbaring en van de ervaring van het trouwe Israël, vindt een betekenisvolle uitdrukking in het huwelijksverbond tussen man en vrouw. Daarom wordt het centrale thema van de Openbaring, God heeft zijn volk lief, ook tot uitdrukking gebracht door middel van de concrete levenswoorden waarmee man en vrouw elkaar hun huwelijksliefde betuigen. Hun liefdesband wordt het beeld en het symbool van het verbond dat God en zijn volk verenigt. (Hos. 2, 21; Jer. 3, 6-13; Jes. 54) [[b:Hos. 2, 21; Jer. 3, 6-13; Jes. 54]]
De zonde, daarentegen, die het huwelijksverbond kan verwonden, wordt beeld van de ontrouw van het volk aan zijn God: de afgodendienst is prostitutie (Ez. 16, 25) [[b:Ez. 16, 25]], zoals de ontrouw overspel is, de ongehoorzaamheid aan de wet is prijsgave van de huwelijksliefde van de Heer. Maar de ontrouw van Israël vernietigt de trouw van de Heer niet en daarom wordt de altijd trouwe liefde van God voorbeeld van de trouwe liefdesverhouding die tussen echtgenoten moet bestaan. (Hos. 3) [[b:Hos. 3]]
Referenties naar alinea 12: 4
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Aan Mgr. Gijsen - Bij de inauguratie van het MEDO ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Jezus Christus, bruidegom van de Kerk, en het sacrament van het huwelijk
De gemeenschap tussen God en de mensen vindt haar definitieve voltooiing in Jezus Christus, de bruidegom die bemint en zich als verlosser van het menselijk geslacht wegschenkt als Hij dit met zijn lichaam verbindt. Hij openbaart het oorspronkelijke wezen van het huwelijk, de waarheid "van het begin" (Gen. 2, 24; Mt. 19,5) [[b:Gen. 2, 24; Mt. 19,5]], en Hij stelt de mens in staat deze waarheid volledig te realiseren, door hem te bevrijden van de hardheid van zijn gemoed.
Deze openbaring bereikt haar definitieve volheid in de liefdesgave die het Woord Gods aan de mensen schenkt door de menselijke natuur aan te nemen, en in het offer van zichzelf dat Jezus Christus brengt op het kruis voor zijn bruid, de Kerk. In dit offer openbaart zich duidelijk de bedoeling die God gelegd heeft in de menselijke natuur van de man en de vrouw, reeds vanaf hun schepping (Ef. 5, 32-33) [[b:Ef. 5, 32-33]]; het huwelijk van de gedoopten wordt zo een echt teken van het nieuwe en eeuwige verbond, dat bekrachtigd is in het bloed van Christus. De Geest die de Heer uitstort, schenkt een nieuw hart en stelt de man en de vrouw in staat elkaar te beminnen, zoals Christus ons bemind heeft. De huwelijksliefde bereikt die volheid waarop zij van binnenuit gericht is, de ware echtelijke liefde die de eigen en specifieke wijze is waarop de gehuwden deelnemen aan de liefde van Christus die zich wegschenkt op het kruis, en geroepen worden om hieruit te leven.
Met terecht beroemde woorden heeft Tertullianus op prachtige wijze getuigd van de verhevenheid van dit huwelijksleven in Christus en van de bekoorlijkheid ervan: "Hoe zou ik in staat zijn het geluk uit te drukken van dit huwelijk dat de Kerk sluit, het eucharistisch offer bevestigt, de zegening bezegelt, de engelen aankondigen en de Vader bekrachtigt? ... Welk een twee-eenheid van twee gelovigen, die verenigd zijn in één en dezelfde hoop, achting en dienstbaarheid. Zij zijn beiden broeders en beiden dienen zij tezamen; noch naar de geest noch naar het vlees is er ook maar de minste verdeeldheid. Ja, zij zijn waarachtig twee in één enkel vlees en daar waar het vlees één is, is ook de geest één." II, VIII, 6-7: CCL I, 393; SC 273, p. 49 [[1937]]
In trouwe aanvaarding en overweging van het woord van God heeft de Kerk op plechtige wijze onderwezen en onderwijst zij dat het huwelijk van gedoopten één van de zeven sacramenten van het Nieuwe Verbond is. vgl: Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii [[[734|4]]]
Door het doopsel zijn de man en de vrouw immers definitief ingelijfd in het nieuwe en eeuwige verbond, in het verbond van de bruiloft van Christus met de Kerk. En het is wegens deze onverwoestbare inlijving dat de intieme gemeenschap van leven en huwelijksliefde, die ingesteld is door de Schepper vgl: Gaudium et Spes [[[575|48]]], wordt verheven en opgenomen in de huwelijksliefde van Christus die bevestigd en verrijkt wordt door zijn verlossende kracht.
Krachtens het sacramentele karakter van hun huwelijk zijn de echtgenoten met elkaar verbonden op volledig onontbindbare wijze. Omdat zij elkaar toebehoren, door middel van het sacramentele teken, tonen zij samen de betrekking zelf van Christus met de Kerk aan.
Daarom roepen de echtgenoten voor de Kerk voortdurend op wat op het kruis is gebeurd; zij zijn voor elkaar en voor de kinderen getuigen van het heil waaraan het sacrament hen deelachtig maakt. Van dit heilsgebeuren is het huwelijk, zoals ieder sacrament, gedachtenis, tegenwoordigstelling en profetie: "
De gemeenschap tussen God en de mensen vindt haar definitieve voltooiing in Jezus Christus, de bruidegom die bemint en zich als verlosser van het menselijk geslacht wegschenkt als Hij dit met zijn lichaam verbindt. Hij openbaart het oorspronkelijke wezen van het huwelijk, de waarheid "van het begin" (Gen. 2, 24; Mt. 19,5) [[b:Gen. 2, 24; Mt. 19,5]], en Hij stelt de mens in staat deze waarheid volledig te realiseren, door hem te bevrijden van de hardheid van zijn gemoed.
Deze openbaring bereikt haar definitieve volheid in de liefdesgave die het Woord Gods aan de mensen schenkt door de menselijke natuur aan te nemen, en in het offer van zichzelf dat Jezus Christus brengt op het kruis voor zijn bruid, de Kerk. In dit offer openbaart zich duidelijk de bedoeling die God gelegd heeft in de menselijke natuur van de man en de vrouw, reeds vanaf hun schepping (Ef. 5, 32-33) [[b:Ef. 5, 32-33]]; het huwelijk van de gedoopten wordt zo een echt teken van het nieuwe en eeuwige verbond, dat bekrachtigd is in het bloed van Christus. De Geest die de Heer uitstort, schenkt een nieuw hart en stelt de man en de vrouw in staat elkaar te beminnen, zoals Christus ons bemind heeft. De huwelijksliefde bereikt die volheid waarop zij van binnenuit gericht is, de ware echtelijke liefde die de eigen en specifieke wijze is waarop de gehuwden deelnemen aan de liefde van Christus die zich wegschenkt op het kruis, en geroepen worden om hieruit te leven.
Met terecht beroemde woorden heeft Tertullianus op prachtige wijze getuigd van de verhevenheid van dit huwelijksleven in Christus en van de bekoorlijkheid ervan: "Hoe zou ik in staat zijn het geluk uit te drukken van dit huwelijk dat de Kerk sluit, het eucharistisch offer bevestigt, de zegening bezegelt, de engelen aankondigen en de Vader bekrachtigt? ... Welk een twee-eenheid van twee gelovigen, die verenigd zijn in één en dezelfde hoop, achting en dienstbaarheid. Zij zijn beiden broeders en beiden dienen zij tezamen; noch naar de geest noch naar het vlees is er ook maar de minste verdeeldheid. Ja, zij zijn waarachtig twee in één enkel vlees en daar waar het vlees één is, is ook de geest één." II, VIII, 6-7: CCL I, 393; SC 273, p. 49 [[1937]]
In trouwe aanvaarding en overweging van het woord van God heeft de Kerk op plechtige wijze onderwezen en onderwijst zij dat het huwelijk van gedoopten één van de zeven sacramenten van het Nieuwe Verbond is. vgl: Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii [[[734|4]]]
Door het doopsel zijn de man en de vrouw immers definitief ingelijfd in het nieuwe en eeuwige verbond, in het verbond van de bruiloft van Christus met de Kerk. En het is wegens deze onverwoestbare inlijving dat de intieme gemeenschap van leven en huwelijksliefde, die ingesteld is door de Schepper vgl: Gaudium et Spes [[[575|48]]], wordt verheven en opgenomen in de huwelijksliefde van Christus die bevestigd en verrijkt wordt door zijn verlossende kracht.
Krachtens het sacramentele karakter van hun huwelijk zijn de echtgenoten met elkaar verbonden op volledig onontbindbare wijze. Omdat zij elkaar toebehoren, door middel van het sacramentele teken, tonen zij samen de betrekking zelf van Christus met de Kerk aan.
Daarom roepen de echtgenoten voor de Kerk voortdurend op wat op het kruis is gebeurd; zij zijn voor elkaar en voor de kinderen getuigen van het heil waaraan het sacrament hen deelachtig maakt. Van dit heilsgebeuren is het huwelijk, zoals ieder sacrament, gedachtenis, tegenwoordigstelling en profetie: "
- Als gedachtenis geeft het sacrament hun de genade en de plicht de grote werken van God te gedenken en er getuigenis van af te leggen tegenover de kinderen;
- als tegenwoordigstelling geeft het hun de genade en de plicht hier en nu voor elkaar en voor de kinderen de eisen te vervullen van een vergevende en verlossende liefde;
- als profetie geeft het hun de genade en de plicht de hoop op de komende ontmoeting met Christus te beleven en ervan te getuigen". Tot vertegenwoordigers van Centre de Liaison des Equipes de Recherche [[1938|(3)]]
Referenties naar alinea 13: 15
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Aan Mgr. Gijsen - Bij de inauguratie van het MEDO ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
Donum Vitae ->=geentekst=
Donum Vitae ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De kinderen, aller-kostbaarste gave van het huwelijk
Volgens Gods plan is het huwelijk de grondslag voor de ruimere gemeenschap van het gezin, aangezien het huwelijk zelf en de echtelijke liefde zijn gericht op de voortplanting en op de opvoeding van de kinderen in wie zij hun bekroning vinden. vgl: Gaudium et Spes [[[575|50]]] In haar diepste werkelijkheid is de liefde wezenlijk gave en terwijl de echtelijke liefde de echtgenoten brengt tot de "kennis" die hen tot "één enkel vlees" (Gen. 2, 24) [[b:Gen. 2, 24]] maakt, put zij zich niet uit tussen de echtgenoten, want zij maakt hen geschikt voor de grootst mogelijke wegschenking, waardoor zij medewerkers van God worden om het geschenk van het leven aan een nieuwe mens te geven. Terwijl de echtgenoten zich aan elkaar geven, schenken zij zo, boven zichzelf uit, het kind, levende weerkaatsing van hun eigen liefde, blijvend teken van de huwelijkseenheid en levende en onscheidbare synthese van hun vader- en moeder-zijn.
Wanneer zij ouders worden, ontvangen de echtgenoten van God de gave van een nieuwe verantwoordelijkheid. Hun ouderliefde is geroepen voor hun kinderen het zichtbare teken te worden van de liefde van God, "aan wie alle vaderschap in de hemel en op aarde zijn naam ontleent". (Ef. 3, 15) [b:Ef. 3, 15]
Men moet echter niet vergeten dat, ook al is de voortplanting niet mogelijk, het huwelijksleven daarmee niet zijn waarde verliest. De fysieke onvruchtbaarheid kan namelijk voor de echtgenoten aanleiding zijn tot andere belangrijke diensten aan de menselijke persoon, zoals bijvoorbeeld adoptie, verschillende opvoedende taken, hulp aan andere gezinnen, aan arme of gehandicapte kinderen.
Volgens Gods plan is het huwelijk de grondslag voor de ruimere gemeenschap van het gezin, aangezien het huwelijk zelf en de echtelijke liefde zijn gericht op de voortplanting en op de opvoeding van de kinderen in wie zij hun bekroning vinden. vgl: Gaudium et Spes [[[575|50]]] In haar diepste werkelijkheid is de liefde wezenlijk gave en terwijl de echtelijke liefde de echtgenoten brengt tot de "kennis" die hen tot "één enkel vlees" (Gen. 2, 24) [[b:Gen. 2, 24]] maakt, put zij zich niet uit tussen de echtgenoten, want zij maakt hen geschikt voor de grootst mogelijke wegschenking, waardoor zij medewerkers van God worden om het geschenk van het leven aan een nieuwe mens te geven. Terwijl de echtgenoten zich aan elkaar geven, schenken zij zo, boven zichzelf uit, het kind, levende weerkaatsing van hun eigen liefde, blijvend teken van de huwelijkseenheid en levende en onscheidbare synthese van hun vader- en moeder-zijn.
Wanneer zij ouders worden, ontvangen de echtgenoten van God de gave van een nieuwe verantwoordelijkheid. Hun ouderliefde is geroepen voor hun kinderen het zichtbare teken te worden van de liefde van God, "aan wie alle vaderschap in de hemel en op aarde zijn naam ontleent". (Ef. 3, 15) [b:Ef. 3, 15]
Men moet echter niet vergeten dat, ook al is de voortplanting niet mogelijk, het huwelijksleven daarmee niet zijn waarde verliest. De fysieke onvruchtbaarheid kan namelijk voor de echtgenoten aanleiding zijn tot andere belangrijke diensten aan de menselijke persoon, zoals bijvoorbeeld adoptie, verschillende opvoedende taken, hulp aan andere gezinnen, aan arme of gehandicapte kinderen.
Referenties naar alinea 14: 8
Donum Vitae ->=geentekst=Donum Vitae ->=geentekst=
Donum Vitae ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Het gezin, gemeenschap van personen
In het huwelijk en in het gezin vormt zich een complex van intermenselijke relaties - huwelijksverkeer, vaderschap, moederschap, kindschap, broederlijkheid -, waardoor iedere mens wordt binnengeleid in de "mensenfamilie" en in de "familie van God" die de Kerk is. Het christelijk huwelijk en gezin bouwen de Kerk op: in het gezin immers wordt de menselijke persoon niet alleen voortgebracht en door middel van de opvoeding geleidelijk binnengeleid in de mensengemeenschap, door middel van de wedergeboorte in het doopsel en de opvoeding tot geloof wordt hij ook binnengeleid in de familie van God die de Kerk is.
De mensenfamilie, uiteengevallen door de zonde, wordt in haar eenheid hersteld door de verlossende kracht van de dood en de verrijzenis van Christus. vgl: Gaudium et Spes [[[575|78]]] Het christelijk huwelijk, dat deelt in de heilschenkende werkzaamheid van dit gebeuren, is de natuurlijke plaats waar zich de inlijving voltrekt van de menselijke persoon in de grote familie van de Kerk.
Het gebod te groeien en zich te vermenigvuldigen, dat in het begin aan de man en de vrouw is gericht, bereikt op deze wijze zijn volledige werkelijkheid en zijn volle verwerkelijking.
De Kerk vindt zo in het gezin, voortgekomen uit het sacrament, haar wieg en de plaats waar zij haar eigen inlijving in de mensengeneraties kan verwezenlijken en waar deze zich op hun beurt in de Kerk kunnen voegen.
In het huwelijk en in het gezin vormt zich een complex van intermenselijke relaties - huwelijksverkeer, vaderschap, moederschap, kindschap, broederlijkheid -, waardoor iedere mens wordt binnengeleid in de "mensenfamilie" en in de "familie van God" die de Kerk is. Het christelijk huwelijk en gezin bouwen de Kerk op: in het gezin immers wordt de menselijke persoon niet alleen voortgebracht en door middel van de opvoeding geleidelijk binnengeleid in de mensengemeenschap, door middel van de wedergeboorte in het doopsel en de opvoeding tot geloof wordt hij ook binnengeleid in de familie van God die de Kerk is.
De mensenfamilie, uiteengevallen door de zonde, wordt in haar eenheid hersteld door de verlossende kracht van de dood en de verrijzenis van Christus. vgl: Gaudium et Spes [[[575|78]]] Het christelijk huwelijk, dat deelt in de heilschenkende werkzaamheid van dit gebeuren, is de natuurlijke plaats waar zich de inlijving voltrekt van de menselijke persoon in de grote familie van de Kerk.
Het gebod te groeien en zich te vermenigvuldigen, dat in het begin aan de man en de vrouw is gericht, bereikt op deze wijze zijn volledige werkelijkheid en zijn volle verwerkelijking.
De Kerk vindt zo in het gezin, voortgekomen uit het sacrament, haar wieg en de plaats waar zij haar eigen inlijving in de mensengeneraties kan verwezenlijken en waar deze zich op hun beurt in de Kerk kunnen voegen.
Referenties naar alinea 15: 4
Aan Mgr. Gijsen - Bij de inauguratie van het MEDO ->=geentekst=Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Redemptoris Custos ->=geentekst=
3e Wereldontmoeting van Gezinnen - Kinderen, een lente voor het gezin en de maatschappij ->=geentekst=
Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de samenwerking van man en vrouw in de Kerk en in de wereld ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Huwelijk en maagdelijkheid
De maagdelijkheid en het celibaat omwille van het Rijk Gods zijn niet alleen niet in tegenspraak met de waardigheid van het huwelijk, maar veronderstellen en bevestigen deze. Het huwelijk en de maagdelijkheid zijn de twee manieren waarop het ene mysterie van het verbond van God met zijn volk wordt uitgedrukt en beleefd.
Wanneer men het huwelijk niet hoogacht, kan de aan God gewijde maagdelijkheid ook niet bestaan; wanneer de menselijke seksualiteit niet wordt gezien als een grote waarde, geschonken door de Schepper, verliest het zijn zin er afstand van te doen omwille van het Rijk Gods.
De heilige Johannes Chrysostomus zegt zeer terecht: "Wie het huwelijk veroordeelt, berooft ook de maagdelijkheid van haar glorie; wie daarentegen het huwelijk prijst, maakt de maagdelijkheid bewonderenswaardiger en verhevener. Want wat alleen goed blijkt in vergelijking met een kwaad, is per slot van rekening nog geen goed; maar wat beter is dan datgene wat allen voor een goed houden, is zeker goed in overtreffende mate". X, 1: PG 48, 540; SC 125, p. 123 [[1155]]
In de maagdelijkheid is de mens in afwachting, ook lichamelijk, van de eschatologische bruiloft van Christus met de Kerk en schenkt hij zich geheel en al aan de Kerk, in de hoop dat Christus zich aan haar zal schenken in de volle werkelijkheid van het eeuwig leven. Zodoende anticipeert de maagdelijke persoon in zijn vlees de nieuwe wereld van de toekomstige verrijzen." (Mt. 22, 30) [b:Mt. 22, 30]
Krachtens dit huwelijksgetuigenis houdt de maagdelijkheid in de Kerk het bewustzijn levendig van het mysterie van het huwelijk en bewaart zij het voor ieder verval en voor iedere verarming.
De maagdelijkheid maakt het hart van de mens op speciale wijze vrij, (1 Kor. 7, 32-35) [[b:1 Kor. 7, 32-35]] "met het oog op een grotere vurigheid in de liefde jegens God en alle mensen" Perfectae Caritatis [[677|12]] en zo getuigt zij dat het Rijk Gods en zijn gerechtigheid die kostbare parel is die verkozen dient te worden boven alle andere waarden, hoe groot ook, en die juist gezocht moet worden, omdat hij de enige zekere en blijvende waarde is. Daarom heeft de Kerk gedurende heel haar geschiedenis steeds de voortreffelijkheid van deze gave verdedigd boven de genade van het huwelijk, wegens de volstrekt uitzonderlijke band die zij heeft met het Rijk Gods. vgl: II: AAS 46 (1954), pp. 174 et suivantes [[[1939|10-15]]]
De maagdelijke persoon mag dan wel afstand hebben gedaan van de fysieke vruchtbaarheid, hij wordt geestelijk vruchtbaar, vader en moeder van velen, en werkt zo mee aan de vervolmaking van het gezin volgens Gods bedoeling.
De christelijke gehuwden hebben daarom het recht het goede voorbeeld te verwachten van de maagdelijke personen en het getuigenis van de trouw aan hun roeping tot aan de dood toe. Evenals voor de gehuwden de trouw soms moeilijk wordt en opoffering, versterving en zelfverloochening eist, zo kan dit ook het geval worden voor de maagdelijke personen. Want hun trouw, ook in eventuele beproeving, moet de trouw van de gehuwden stichten. vgl: Novo incipiente [[[1210|9]]]
Deze overwegingen over de maagdelijkheid kunnen diegenen verlichten en helpen die om redenen, onafhankelijk van hun wil, niet hebben kunnen trouwen en hun situatie hebben aanvaard in een geest van dienstbaarheid.
De maagdelijkheid en het celibaat omwille van het Rijk Gods zijn niet alleen niet in tegenspraak met de waardigheid van het huwelijk, maar veronderstellen en bevestigen deze. Het huwelijk en de maagdelijkheid zijn de twee manieren waarop het ene mysterie van het verbond van God met zijn volk wordt uitgedrukt en beleefd.
Wanneer men het huwelijk niet hoogacht, kan de aan God gewijde maagdelijkheid ook niet bestaan; wanneer de menselijke seksualiteit niet wordt gezien als een grote waarde, geschonken door de Schepper, verliest het zijn zin er afstand van te doen omwille van het Rijk Gods.
De heilige Johannes Chrysostomus zegt zeer terecht: "Wie het huwelijk veroordeelt, berooft ook de maagdelijkheid van haar glorie; wie daarentegen het huwelijk prijst, maakt de maagdelijkheid bewonderenswaardiger en verhevener. Want wat alleen goed blijkt in vergelijking met een kwaad, is per slot van rekening nog geen goed; maar wat beter is dan datgene wat allen voor een goed houden, is zeker goed in overtreffende mate". X, 1: PG 48, 540; SC 125, p. 123 [[1155]]
In de maagdelijkheid is de mens in afwachting, ook lichamelijk, van de eschatologische bruiloft van Christus met de Kerk en schenkt hij zich geheel en al aan de Kerk, in de hoop dat Christus zich aan haar zal schenken in de volle werkelijkheid van het eeuwig leven. Zodoende anticipeert de maagdelijke persoon in zijn vlees de nieuwe wereld van de toekomstige verrijzen." (Mt. 22, 30) [b:Mt. 22, 30]
Krachtens dit huwelijksgetuigenis houdt de maagdelijkheid in de Kerk het bewustzijn levendig van het mysterie van het huwelijk en bewaart zij het voor ieder verval en voor iedere verarming.
De maagdelijkheid maakt het hart van de mens op speciale wijze vrij, (1 Kor. 7, 32-35) [[b:1 Kor. 7, 32-35]] "met het oog op een grotere vurigheid in de liefde jegens God en alle mensen" Perfectae Caritatis [[677|12]] en zo getuigt zij dat het Rijk Gods en zijn gerechtigheid die kostbare parel is die verkozen dient te worden boven alle andere waarden, hoe groot ook, en die juist gezocht moet worden, omdat hij de enige zekere en blijvende waarde is. Daarom heeft de Kerk gedurende heel haar geschiedenis steeds de voortreffelijkheid van deze gave verdedigd boven de genade van het huwelijk, wegens de volstrekt uitzonderlijke band die zij heeft met het Rijk Gods. vgl: II: AAS 46 (1954), pp. 174 et suivantes [[[1939|10-15]]]
De maagdelijke persoon mag dan wel afstand hebben gedaan van de fysieke vruchtbaarheid, hij wordt geestelijk vruchtbaar, vader en moeder van velen, en werkt zo mee aan de vervolmaking van het gezin volgens Gods bedoeling.
De christelijke gehuwden hebben daarom het recht het goede voorbeeld te verwachten van de maagdelijke personen en het getuigenis van de trouw aan hun roeping tot aan de dood toe. Evenals voor de gehuwden de trouw soms moeilijk wordt en opoffering, versterving en zelfverloochening eist, zo kan dit ook het geval worden voor de maagdelijke personen. Want hun trouw, ook in eventuele beproeving, moet de trouw van de gehuwden stichten. vgl: Novo incipiente [[[1210|9]]]
Deze overwegingen over de maagdelijkheid kunnen diegenen verlichten en helpen die om redenen, onafhankelijk van hun wil, niet hebben kunnen trouwen en hun situatie hebben aanvaard in een geest van dienstbaarheid.
Referenties naar alinea 16: 12
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Redemptoris Custos ->=geentekst=
3e Wereldontmoeting van Gezinnen - Kinderen, een lente voor het gezin en de maatschappij ->=geentekst=
Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de samenwerking van man en vrouw in de Kerk en in de wereld ->=geentekst=
Antropologische grondslag van het gezin ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 3 De taken van het Christelijk gezin
17
Redemptoris Custos ->=geentekst=
Gezin, leef vanuit het geloof en geef het door ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Gezin is een personengemeenschap ->=geentekst=
De gevorderde leeftijd verplicht als natuurlijke levensfase voor de samenleving ->=geentekst=
De bescherming van het gezin dat op het huwelijk berust ->=geentekst=
Gezin, word wat je bent!
In het plan van God de Schepper en Verlosser ontdekt het gezin niet alleen zijn "identiteit", dat wat het "is", maar ook zijn "zending", dat wat het kan en moet "doen". De taken die naar Gods wil in de loop van de geschiedenis door het gezin vervuld moeten worden, komen voort uit zijn wezen zelf en betekenen zijn dynamische en existentiële ontwikkeling. Elk gezin ontdekt en vindt in zichzelf de onontkoombare roeping die tegelijk zijn waardigheid en zijn verantwoordelijkheid bepaalt: "word" wat je "bent"! Terugkeer naar het "begin" van Gods scheppingshandelen is dan ook een noodzaak voor het gezin, als het zichzelf wil kennen en verwezenlijken volgens de innerlijke waarheid, niet alleen van zijn wezen maar ook van zijn historisch handelen. En aangezien het gezin volgens de goddelijke bedoeling is gesticht als "intieme gemeenschap van leven en van liefde" Gaudium et Spes [[575|48]] heeft het de zending steeds meer te worden wat het is, gemeenschap van leven en liefde dus, in een streven dat die, zoals voor iedere geschapen en verloste realiteit, zijn vervulling zal vinden in het Rijk Gods. In een perspectief dat doordringt tot de wortels van de werkelijkheid, moet men dan ook zeggen dat het wezen en de taken van het gezin uiteindelijk bepaald worden door de liefde. Daarom ontvangt het gezin de zending de liefde te bewaren, te openbaren en mede te delen, bij wijze van levende weerkaatsing van en waarachtige deelname aan de liefde van God voor de mensheid en de liefde van Christus de Heer voor zijn bruid de Kerk.
Iedere afzonderlijke taak van het gezin is de uitdrukking en de zekere en concrete verwerkelijking van deze fundamentele zending. Het is daarom nodig dieper door te dringen in de bijzondere rijkdom van de zending van het gezin en de buitengewone inhoud ervan in zijn eenheid en veelvuldigheid te peilen.
In deze zin heeft de recente synode, uitgaande van de liefde en er voortdurend naar verwijzend, vier algemene taken van het gezin onder de aandacht gebracht:
In het plan van God de Schepper en Verlosser ontdekt het gezin niet alleen zijn "identiteit", dat wat het "is", maar ook zijn "zending", dat wat het kan en moet "doen". De taken die naar Gods wil in de loop van de geschiedenis door het gezin vervuld moeten worden, komen voort uit zijn wezen zelf en betekenen zijn dynamische en existentiële ontwikkeling. Elk gezin ontdekt en vindt in zichzelf de onontkoombare roeping die tegelijk zijn waardigheid en zijn verantwoordelijkheid bepaalt: "word" wat je "bent"! Terugkeer naar het "begin" van Gods scheppingshandelen is dan ook een noodzaak voor het gezin, als het zichzelf wil kennen en verwezenlijken volgens de innerlijke waarheid, niet alleen van zijn wezen maar ook van zijn historisch handelen. En aangezien het gezin volgens de goddelijke bedoeling is gesticht als "intieme gemeenschap van leven en van liefde" Gaudium et Spes [[575|48]] heeft het de zending steeds meer te worden wat het is, gemeenschap van leven en liefde dus, in een streven dat die, zoals voor iedere geschapen en verloste realiteit, zijn vervulling zal vinden in het Rijk Gods. In een perspectief dat doordringt tot de wortels van de werkelijkheid, moet men dan ook zeggen dat het wezen en de taken van het gezin uiteindelijk bepaald worden door de liefde. Daarom ontvangt het gezin de zending de liefde te bewaren, te openbaren en mede te delen, bij wijze van levende weerkaatsing van en waarachtige deelname aan de liefde van God voor de mensheid en de liefde van Christus de Heer voor zijn bruid de Kerk.
Iedere afzonderlijke taak van het gezin is de uitdrukking en de zekere en concrete verwerkelijking van deze fundamentele zending. Het is daarom nodig dieper door te dringen in de bijzondere rijkdom van de zending van het gezin en de buitengewone inhoud ervan in zijn eenheid en veelvuldigheid te peilen.
In deze zin heeft de recente synode, uitgaande van de liefde en er voortdurend naar verwijzend, vier algemene taken van het gezin onder de aandacht gebracht:
- de vorming van een personengemeenschap (De vorming van een personengemeenschap) [267 |+ 22 ];
- de dienst aan het leven (De dienst aan het leven) [267 |+ 33 ];
- de deelneming aan de ontwikkeling van de maatschappij (De overdracht van het leven) [267 |+ 34 ];
- de deelneming aan het leven en aan de zending van de Kerk. (De opvoeding) [267 |+ 43 ]
Referenties naar alinea 17: 7
Evangelium Vitae ->=geentekst=Redemptoris Custos ->=geentekst=
Gezin, leef vanuit het geloof en geef het door ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Gezin is een personengemeenschap ->=geentekst=
De gevorderde leeftijd verplicht als natuurlijke levensfase voor de samenleving ->=geentekst=
De bescherming van het gezin dat op het huwelijk berust ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 De vorming van een personengemeenschap
18
Een school in menselijk geloof - Over het gezinsapostolaat en zijn beginselen ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Gezin is een personengemeenschap ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De Eucharistie en het christelijk gezin ->=geentekst=
De liefde, beginsel en kracht van de onderlinge communicatie
Het gezin, gesticht en bezield door de liefde, is een gemeenschap van personen: van de gehuwde man en vrouw, van de ouders en kinderen, van de verwanten. Zijn eerste taak is trouw de werkelijkheid van de onderlinge communicatie te beleven en zich voortdurend te beijveren voor de ontwikkeling van een waarachtige personengemeenschap. Het innerlijk beginsel, de blijvende kracht en het uiteindelijke doel van die taak is de liefde: zoals het gezin zonder de liefde geen personengemeenschap is, zo kan het zonder de liefde niet leven, groeien en zich vervolmaken als gemeenschap van personen. Wat ik geschreven heb in de encycliek Redemptor Hominis [237] , vindt zijn oorspronkelijke en speciale toepassing juist in het gezin als zodanig: "De mens kan niet leven zonder liefde. Hij blijft voor zichzelf onbegrijpelijk, zijn leven is zinloos, als hem de liefde niet geopenbaard wordt, als hij de liefde niet ontmoet, als hij haar niet ervaart en zich eigen maakt, als hij er niet intens deel aan heeft". Redemptor Hominis [[237|10]]
De liefde van man en vrouw in het huwelijk en, in afgeleide en ruimere zin, de liefde tussen de leden van eenzelfde gezin - tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen, tussen bloedverwanten en familieleden - wordt bezield en gedreven door een innerlijk en onophoudelijk dynamisme, dat het gezin tot een steeds diepere en meer intense communicatie voert, die grondslag en ziel is van de huwelijks- en gezinsgemeenschap.
Het gezin, gesticht en bezield door de liefde, is een gemeenschap van personen: van de gehuwde man en vrouw, van de ouders en kinderen, van de verwanten. Zijn eerste taak is trouw de werkelijkheid van de onderlinge communicatie te beleven en zich voortdurend te beijveren voor de ontwikkeling van een waarachtige personengemeenschap. Het innerlijk beginsel, de blijvende kracht en het uiteindelijke doel van die taak is de liefde: zoals het gezin zonder de liefde geen personengemeenschap is, zo kan het zonder de liefde niet leven, groeien en zich vervolmaken als gemeenschap van personen. Wat ik geschreven heb in de encycliek Redemptor Hominis [237] , vindt zijn oorspronkelijke en speciale toepassing juist in het gezin als zodanig: "De mens kan niet leven zonder liefde. Hij blijft voor zichzelf onbegrijpelijk, zijn leven is zinloos, als hem de liefde niet geopenbaard wordt, als hij de liefde niet ontmoet, als hij haar niet ervaart en zich eigen maakt, als hij er niet intens deel aan heeft". Redemptor Hominis [[237|10]]
De liefde van man en vrouw in het huwelijk en, in afgeleide en ruimere zin, de liefde tussen de leden van eenzelfde gezin - tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen, tussen bloedverwanten en familieleden - wordt bezield en gedreven door een innerlijk en onophoudelijk dynamisme, dat het gezin tot een steeds diepere en meer intense communicatie voert, die grondslag en ziel is van de huwelijks- en gezinsgemeenschap.
Referenties naar alinea 18: 7
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Een school in menselijk geloof - Over het gezinsapostolaat en zijn beginselen ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Gezin is een personengemeenschap ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De Eucharistie en het christelijk gezin ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Donum Vitae ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Dignitas Personae ->=geentekst=
De Eucharistie en het christelijk gezin ->=geentekst=
De ondeelbare eenheid van de echtelijke communicatie
De eerste communicatie is die welke zich vormt en ontwikkelt tussen de echtgenoten: krachtens het verbond van echtelijke liefde zijn de man en de vrouw "niet meer twee, maar één vlees" (Mt. 19, 6) [b:Mt. 19, 6] (Gen. 2, 24) [[b:Gen. 2, 24]] en zijn zij geroepen voortdurend te groeien in hun omgang door de dagelijkse trouw aan de huwelijksbelofte van wederzijdse totale overgave. Deze echtelijke communicatie heeft haar wortels in het feit dat man en vrouw van nature elkaar aanvullen en zij voedt zich door middel van de persoonlijke wil van de echtgenoten hun hele leven samen te delen, alles wat zij hebben en zijn: daarom is een dergelijke communicatie de vrucht en het teken van een diep menselijk vereiste. Maar in Christus de Heer neemt God dit menselijk vereiste op, bevestigt het, zuivert het en verheft het en brengt het tot volmaaktheid in het sacrament van het huwelijk: de heilige Geest, die is uitgestort in de sacramentele viering, biedt de gehuwden de gave aan van een nieuwe omgang, van een liefde, die een levend beeld is van de uitzonderlijke eenheid welke van de Kerk het ondeelbare mystieke Lichaam van de Heer maakt.
De gave van de Geest is levensopdracht voor de christelijke gehuwden en tegelijk een stimulans om iedere dag voortgang te maken op de weg van een steeds rijkere vereniging met elkaar op alle niveaus - van lichaam, van karakter, van hart, van verstand en wil, van ziel vgl: Mis voor de gezinnen [[[1940|(4)]]] -, om zo aan de Kerk en aan de wereld het nieuwe liefdesverkeer te openbaren dat geschonken is door de genade van Christus.
Een dergelijke communicatie wordt radicaal gedwarsboomd door de polygamie: deze ontkent immers op directe wijze de bedoeling van God, zoals die ons aan het begin geopenbaard wordt, omdat zij tegengesteld is aan de gelijke waardigheid van man en vrouw als personen die zich in het huwelijk aan elkaar wegschenken met een liefde welke totaal is en daarom uniek en exclusief. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie schrijft: "De door de Heer bevestigde eenheid van het huwelijk blijkt op overduidelijke wijze ook uit de gelijke waardigheid als persoon van man en vrouw, die tot uitdrukking behoort te komen in wederkerige en totale liefde". Gaudium et Spes [[575|49]] vgl: Mis voor de gezinnen [[[1940|(4)]]]
De eerste communicatie is die welke zich vormt en ontwikkelt tussen de echtgenoten: krachtens het verbond van echtelijke liefde zijn de man en de vrouw "niet meer twee, maar één vlees" (Mt. 19, 6) [b:Mt. 19, 6] (Gen. 2, 24) [[b:Gen. 2, 24]] en zijn zij geroepen voortdurend te groeien in hun omgang door de dagelijkse trouw aan de huwelijksbelofte van wederzijdse totale overgave. Deze echtelijke communicatie heeft haar wortels in het feit dat man en vrouw van nature elkaar aanvullen en zij voedt zich door middel van de persoonlijke wil van de echtgenoten hun hele leven samen te delen, alles wat zij hebben en zijn: daarom is een dergelijke communicatie de vrucht en het teken van een diep menselijk vereiste. Maar in Christus de Heer neemt God dit menselijk vereiste op, bevestigt het, zuivert het en verheft het en brengt het tot volmaaktheid in het sacrament van het huwelijk: de heilige Geest, die is uitgestort in de sacramentele viering, biedt de gehuwden de gave aan van een nieuwe omgang, van een liefde, die een levend beeld is van de uitzonderlijke eenheid welke van de Kerk het ondeelbare mystieke Lichaam van de Heer maakt.
De gave van de Geest is levensopdracht voor de christelijke gehuwden en tegelijk een stimulans om iedere dag voortgang te maken op de weg van een steeds rijkere vereniging met elkaar op alle niveaus - van lichaam, van karakter, van hart, van verstand en wil, van ziel vgl: Mis voor de gezinnen [[[1940|(4)]]] -, om zo aan de Kerk en aan de wereld het nieuwe liefdesverkeer te openbaren dat geschonken is door de genade van Christus.
Een dergelijke communicatie wordt radicaal gedwarsboomd door de polygamie: deze ontkent immers op directe wijze de bedoeling van God, zoals die ons aan het begin geopenbaard wordt, omdat zij tegengesteld is aan de gelijke waardigheid van man en vrouw als personen die zich in het huwelijk aan elkaar wegschenken met een liefde welke totaal is en daarom uniek en exclusief. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie schrijft: "De door de Heer bevestigde eenheid van het huwelijk blijkt op overduidelijke wijze ook uit de gelijke waardigheid als persoon van man en vrouw, die tot uitdrukking behoort te komen in wederkerige en totale liefde". Gaudium et Spes [[575|49]] vgl: Mis voor de gezinnen [[[1940|(4)]]]
Referenties naar alinea 19: 9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Donum Vitae ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Dignitas Personae ->=geentekst=
De Eucharistie en het christelijk gezin ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
Geen Paus is bevoegd de echt te verbreken ->=geentekst=
Een onverbrekelijke communicatie
De echtelijke communicatie wordt niet alleen gekenmerkt door haar eenheid maar ook door haar onverbreekbaarheid: "Juist als wederzijdse zelfschenking van twee personen verlangt deze intieme vereniging, alsook het welzijn van de kinderen, de volkomen trouw van de echtgenoten en vereist zij hun onverbrekelijke eenheid". Gaudium et Spes [[575|48]] Het is de plicht van de Kerk opnieuw de leer over de onontbindbaarheid van het huwelijk ernstig te bevestigen - zoals de synodevaders gedaan hebben - voor degenen die het heden ten dage voor moeilijk of zelfs voor onmogelijk houden zich voor heel het leven aan een en dezelfde persoon te binden, en voor degenen die meegesleurd worden door een vorm van cultuur welke de onontbindbaarheid van het huwelijk afwijst en openlijk de spot drijft met de plicht van de gehuwden om trouw te zijn, is het nodig de blijde, beslist aan de natuur beantwoordende boodschap te laten horen van die echtelijke liefde die op Christus de Heer als haar fundament steunt en door Hem bekrachtigd wordt. (Ef. 5, 25) [[b:Ef. 5, 25]]
De onontbindbaarheid van het huwelijk, die geworteld is in de persoonlijke en totale wegschenking van de echtgenoten en vereist wordt voor het welzijn van de kinderen, vindt haar uiteindelijke waarheid in het plan dat God in zijn Openbaring bekend heeft gemaakt: Hij wil en geeft de onontbindbaarheid van het huwelijk als vrucht, teken en eis van de absoluut trouwe liefde waarmee God de mens bejegent en waarmee Christus de Heer zich als levenskracht aan zijn Kerk aanbiedt.
Christus hernieuwt het oorspronkelijk plan dat de Schepper in het hart van man en vrouw heeft geschreven, en Hij geeft in de viering van het sacrament van het huwelijk een "nieuw hart" (Mt. 19,8) [b:Mt. 19,8]: zo kunnen de echtgenoten niet alleen de "hardheid van het hart" overwinnen, maar ook en wel bij voorkeur delen in de volkomen en volledige liefde van Christus, het nieuwe en eeuwige verbond dat vlees is geworden. Zoals de Heer Jezus de "trouwe getuige" (Openb. 3, 14) [b:Openb. 3, 14] is, het "ja" van de beloften van God (2 Kor. 1, 20) [[b:2 Kor. 1, 20]] en bijgevolg de hoogste verwezenlijking van de volslagen trouw waarmee God zijn volk bemint, zo zijn de christelijke gehuwden geroepen waarachtig deel te nemen aan de onherroepelijke onontbindbaarheid waarin Christus verbonden is met de Kerk, zijn bruid welke Hij lief heeft tot het einde toe. (1 Joh. 3, 1) [[b:1 Joh. 3, 1]]
De gave van het sacrament is tegelijk roeping en opdracht voor de christelijke gehuwden, opdat zij voor altijd trouw blijven aan elkaar, door de beproevingen en moeilijkheden heen, in edelmoedige gehoorzaamheid aan de heilige wil van de Heer: "Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden". (Mt. 19, 6) [b:Mt. 19, 6]
Getuigen van de onschatbare waarde van de onontbindbaarheid van het huwelijk en van de huwelijkstrouw is een van de meest waardevolle en dringende plichten van het christelijke echtpaar van onze tijd. Met alle medebroeders die deelgenomen hebben aan de bisschoppensynode, prijs en bemoedig ik daarom de talrijke echtparen die, ook al ontmoeten zij zware moeilijkheden, het goed van de onontbindbaarheid bewaren en cultiveren: zij vervullen zo op nederige en moedige wijze de hun toevertrouwde taak in de wereld een "teken" te zijn - een klein maar kostbaar teken, soms onderworpen aan beproevingen maar altijd hernieuwd - van de onwankelbare trouw waarmee God en Jezus Christus alle mensen tezamen en ieder mens afzonderlijk beminnen. Het is echter ook nodig de waarde te erkennen van het getuigenis van die echtgenoten die, ook al zijn zij door hun partner in de steek gelaten, uit kracht van het christelijk geloof en de christelijke hoop niet een nieuwe verhouding zijn aangegaan: ook deze gehuwden geven een echt getuigenis van trouw, waaraan de hedendaagse wereld grote behoefte heeft. Om deze reden moeten zij aangemoedigd en geholpen worden door de herders en door de gelovigen van de Kerk.
De echtelijke communicatie wordt niet alleen gekenmerkt door haar eenheid maar ook door haar onverbreekbaarheid: "Juist als wederzijdse zelfschenking van twee personen verlangt deze intieme vereniging, alsook het welzijn van de kinderen, de volkomen trouw van de echtgenoten en vereist zij hun onverbrekelijke eenheid". Gaudium et Spes [[575|48]] Het is de plicht van de Kerk opnieuw de leer over de onontbindbaarheid van het huwelijk ernstig te bevestigen - zoals de synodevaders gedaan hebben - voor degenen die het heden ten dage voor moeilijk of zelfs voor onmogelijk houden zich voor heel het leven aan een en dezelfde persoon te binden, en voor degenen die meegesleurd worden door een vorm van cultuur welke de onontbindbaarheid van het huwelijk afwijst en openlijk de spot drijft met de plicht van de gehuwden om trouw te zijn, is het nodig de blijde, beslist aan de natuur beantwoordende boodschap te laten horen van die echtelijke liefde die op Christus de Heer als haar fundament steunt en door Hem bekrachtigd wordt. (Ef. 5, 25) [[b:Ef. 5, 25]]
De onontbindbaarheid van het huwelijk, die geworteld is in de persoonlijke en totale wegschenking van de echtgenoten en vereist wordt voor het welzijn van de kinderen, vindt haar uiteindelijke waarheid in het plan dat God in zijn Openbaring bekend heeft gemaakt: Hij wil en geeft de onontbindbaarheid van het huwelijk als vrucht, teken en eis van de absoluut trouwe liefde waarmee God de mens bejegent en waarmee Christus de Heer zich als levenskracht aan zijn Kerk aanbiedt.
Christus hernieuwt het oorspronkelijk plan dat de Schepper in het hart van man en vrouw heeft geschreven, en Hij geeft in de viering van het sacrament van het huwelijk een "nieuw hart" (Mt. 19,8) [b:Mt. 19,8]: zo kunnen de echtgenoten niet alleen de "hardheid van het hart" overwinnen, maar ook en wel bij voorkeur delen in de volkomen en volledige liefde van Christus, het nieuwe en eeuwige verbond dat vlees is geworden. Zoals de Heer Jezus de "trouwe getuige" (Openb. 3, 14) [b:Openb. 3, 14] is, het "ja" van de beloften van God (2 Kor. 1, 20) [[b:2 Kor. 1, 20]] en bijgevolg de hoogste verwezenlijking van de volslagen trouw waarmee God zijn volk bemint, zo zijn de christelijke gehuwden geroepen waarachtig deel te nemen aan de onherroepelijke onontbindbaarheid waarin Christus verbonden is met de Kerk, zijn bruid welke Hij lief heeft tot het einde toe. (1 Joh. 3, 1) [[b:1 Joh. 3, 1]]
De gave van het sacrament is tegelijk roeping en opdracht voor de christelijke gehuwden, opdat zij voor altijd trouw blijven aan elkaar, door de beproevingen en moeilijkheden heen, in edelmoedige gehoorzaamheid aan de heilige wil van de Heer: "Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden". (Mt. 19, 6) [b:Mt. 19, 6]
Getuigen van de onschatbare waarde van de onontbindbaarheid van het huwelijk en van de huwelijkstrouw is een van de meest waardevolle en dringende plichten van het christelijke echtpaar van onze tijd. Met alle medebroeders die deelgenomen hebben aan de bisschoppensynode, prijs en bemoedig ik daarom de talrijke echtparen die, ook al ontmoeten zij zware moeilijkheden, het goed van de onontbindbaarheid bewaren en cultiveren: zij vervullen zo op nederige en moedige wijze de hun toevertrouwde taak in de wereld een "teken" te zijn - een klein maar kostbaar teken, soms onderworpen aan beproevingen maar altijd hernieuwd - van de onwankelbare trouw waarmee God en Jezus Christus alle mensen tezamen en ieder mens afzonderlijk beminnen. Het is echter ook nodig de waarde te erkennen van het getuigenis van die echtgenoten die, ook al zijn zij door hun partner in de steek gelaten, uit kracht van het christelijk geloof en de christelijke hoop niet een nieuwe verhouding zijn aangegaan: ook deze gehuwden geven een echt getuigenis van trouw, waaraan de hedendaagse wereld grote behoefte heeft. Om deze reden moeten zij aangemoedigd en geholpen worden door de herders en door de gelovigen van de Kerk.
Referenties naar alinea 20: 8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
Opnieuw bevestigen dat het gesloten en voltrokken huwelijk nooit kan worden ontbonden, zelfs niet door de macht van de Paus ->=geentekst=
Geen Paus is bevoegd de echt te verbreken ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De gevorderde leeftijd verplicht als natuurlijke levensfase voor de samenleving ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De wijdere communicatie van het gezin
De echtelijke omgang vormt de grondslag waarop de wijdere communicatie van het gezin wordt gebouwd: die tussen ouders en kinderen, van broers en zussen onder elkaar, met bloedverwanten en andere familieleden.
Deze gemeenschap wortelt in de natuurlijke banden van vlees en bloed. Zij ontwikkelt zich en vindt haar eigenlijk menselijke vervolmaking door de vorming en rijping van de nog diepere en rijkere banden van de geest: de liefde die de intermenselijke betrekkingen van de verschillende leden van het gezin bezielt, vormt de innerlijke kracht die de communicatie en de gemeenschap in het gezin vorm en leven geeft.
Het christelijk gezin is verder geroepen in een nieuwe en oorspronkelijke communicatie te leven die de natuurlijke omgang bevestigt en vervolmaakt. De genade van Jezus Christus, "de eerstgeborene onder vele broeders" (Rom. 8, 29) [b:Rom. 8, 29] is werkelijk, krachtens haar natuur en haar innerlijk dynamisme, een "genade van broederlijkheid", zoals Sint Thomas van Aquino haar noemt. iia-iiae q. 14 a. 2 ad 4 [[t:iia-iiae q. 14 a. 2 ad 4]] De heilige Geest, die uitgestort wordt in de viering van de sacramenten, is de levende bron en het blijvende voedsel voor de verheven gemeenschap die de gelovigen verzamelt en met Christus en met elkaar verbindt in de eenheid van de Kerk Gods. Het christelijk gezin vormt een openbaring en verwerkelijking van de kerkelijke gemeenschap en ook daarom kan en moet men het "huiskerk" noemen." Lumen Gentium [[617|11]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]]
Alle leden van het gezin, ieder volgens eigen taak, krijgen de genade en de verantwoordelijkheid om dag na dag de omgang van de personen met elkaar op te bouwen, zodat het gezin een "school van meer volmaakte en rijkere menselijkheid wordt" Gaudium et Spes [[575|52]]: dit gebeurt door de zorg en de liefde voor de kinderen, de zieken en de bejaarden; door de wederzijdse dagelijkse dienstbaarheid; door de goederen, de vreugde en het verdriet samen te delen.
Een fundamentele gelegenheid om een dergelijke communicatie op te bouwen, wordt gevormd door de uitwisseling tussen ouders en kinderen in de opvoeding (Ef. 6, 1-4; Kol. 3, 20-21) [[b:Ef. 6, 1-4; Kol. 3, 20-21]], waarin eenieder geeft en ontvangt. Door hun liefde, respect en gehoorzaamheid jegens de ouders dragen de kinderen hun specifieke en onvervangbare bijdrage aan voor de opbouw van een echt menselijk en christelijk gezin. vgl: Gaudium et Spes [[[575|48]]] Dat zal hun gemakkelijker vallen, als de ouders hun gezag, waarvan zij geen afstand mogen doen, uitoefenen als een echte en eigenlijke "bediening", als een dienst dus aan het menselijk en christelijk welzijn van de kinderen, een dienst die er vooral op gericht is hen een werkelijk verantwoordelijke vrijheid te laten verwerven, en als de ouders zich tegelijk levendig bewust blijven van de "gave" die zij onophoudelijk in hun kinderen ontvangen.
De gemeenschap in het gezin kan slechts bewaard en vervolmaakt worden in een geest van grote zelfverloochening en offerbereidheid. Zij eist immers een bereidwillige en edelmoedige beschikbaarheid van allen en van ieder voor tederheid, verdraagzaamheid, vergeving, eendracht en verzoening. Elk gezin weet hoe egoïsme, onenigheid, spanningen en conflicten de eigen gemeenschap hevig aantasten en soms dodelijk treffen: daaruit ontstaan allerlei en veelvuldige oorzaken van onenigheid in de samenleving van het gezin. Maar ieder gezin is tegelijkertijd door God, de bewerker van de vrede, geroepen om met vreugdevolle en nieuwmakende ervaring de "verzoening" tot stand te brengen en de herstelde communicatie en hernieuwde eenheid in stand te houden. Vooral de deelname aan het Sacrament van de Verzoening en aan de Maaltijd van het ene Lichaam van Christus biedt aan het gezin de genade en legt het de plicht op om elke verdeeldheid te overwinnen en om voort te gaan naar de volle door God gewilde werkelijkheid van de gemeenschap, zodat het beantwoordt aan de vurige wens van de Heer: "dat allen één mogen zijn." (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]
De echtelijke omgang vormt de grondslag waarop de wijdere communicatie van het gezin wordt gebouwd: die tussen ouders en kinderen, van broers en zussen onder elkaar, met bloedverwanten en andere familieleden.
Deze gemeenschap wortelt in de natuurlijke banden van vlees en bloed. Zij ontwikkelt zich en vindt haar eigenlijk menselijke vervolmaking door de vorming en rijping van de nog diepere en rijkere banden van de geest: de liefde die de intermenselijke betrekkingen van de verschillende leden van het gezin bezielt, vormt de innerlijke kracht die de communicatie en de gemeenschap in het gezin vorm en leven geeft.
Het christelijk gezin is verder geroepen in een nieuwe en oorspronkelijke communicatie te leven die de natuurlijke omgang bevestigt en vervolmaakt. De genade van Jezus Christus, "de eerstgeborene onder vele broeders" (Rom. 8, 29) [b:Rom. 8, 29] is werkelijk, krachtens haar natuur en haar innerlijk dynamisme, een "genade van broederlijkheid", zoals Sint Thomas van Aquino haar noemt. iia-iiae q. 14 a. 2 ad 4 [[t:iia-iiae q. 14 a. 2 ad 4]] De heilige Geest, die uitgestort wordt in de viering van de sacramenten, is de levende bron en het blijvende voedsel voor de verheven gemeenschap die de gelovigen verzamelt en met Christus en met elkaar verbindt in de eenheid van de Kerk Gods. Het christelijk gezin vormt een openbaring en verwerkelijking van de kerkelijke gemeenschap en ook daarom kan en moet men het "huiskerk" noemen." Lumen Gentium [[617|11]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]]
Alle leden van het gezin, ieder volgens eigen taak, krijgen de genade en de verantwoordelijkheid om dag na dag de omgang van de personen met elkaar op te bouwen, zodat het gezin een "school van meer volmaakte en rijkere menselijkheid wordt" Gaudium et Spes [[575|52]]: dit gebeurt door de zorg en de liefde voor de kinderen, de zieken en de bejaarden; door de wederzijdse dagelijkse dienstbaarheid; door de goederen, de vreugde en het verdriet samen te delen.
Een fundamentele gelegenheid om een dergelijke communicatie op te bouwen, wordt gevormd door de uitwisseling tussen ouders en kinderen in de opvoeding (Ef. 6, 1-4; Kol. 3, 20-21) [[b:Ef. 6, 1-4; Kol. 3, 20-21]], waarin eenieder geeft en ontvangt. Door hun liefde, respect en gehoorzaamheid jegens de ouders dragen de kinderen hun specifieke en onvervangbare bijdrage aan voor de opbouw van een echt menselijk en christelijk gezin. vgl: Gaudium et Spes [[[575|48]]] Dat zal hun gemakkelijker vallen, als de ouders hun gezag, waarvan zij geen afstand mogen doen, uitoefenen als een echte en eigenlijke "bediening", als een dienst dus aan het menselijk en christelijk welzijn van de kinderen, een dienst die er vooral op gericht is hen een werkelijk verantwoordelijke vrijheid te laten verwerven, en als de ouders zich tegelijk levendig bewust blijven van de "gave" die zij onophoudelijk in hun kinderen ontvangen.
De gemeenschap in het gezin kan slechts bewaard en vervolmaakt worden in een geest van grote zelfverloochening en offerbereidheid. Zij eist immers een bereidwillige en edelmoedige beschikbaarheid van allen en van ieder voor tederheid, verdraagzaamheid, vergeving, eendracht en verzoening. Elk gezin weet hoe egoïsme, onenigheid, spanningen en conflicten de eigen gemeenschap hevig aantasten en soms dodelijk treffen: daaruit ontstaan allerlei en veelvuldige oorzaken van onenigheid in de samenleving van het gezin. Maar ieder gezin is tegelijkertijd door God, de bewerker van de vrede, geroepen om met vreugdevolle en nieuwmakende ervaring de "verzoening" tot stand te brengen en de herstelde communicatie en hernieuwde eenheid in stand te houden. Vooral de deelname aan het Sacrament van de Verzoening en aan de Maaltijd van het ene Lichaam van Christus biedt aan het gezin de genade en legt het de plicht op om elke verdeeldheid te overwinnen en om voort te gaan naar de volle door God gewilde werkelijkheid van de gemeenschap, zodat het beantwoordt aan de vurige wens van de Heer: "dat allen één mogen zijn." (Joh. 17, 21) [b:Joh. 17, 21]
Referenties naar alinea 21: 8
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De gevorderde leeftijd verplicht als natuurlijke levensfase voor de samenleving ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Rechten en taken van de vrouw
Voor zover het gezin communicatie en gemeenschap van mensen is en steeds meer moet worden, vindt het in de liefde de bron en de voortdurende aansporing om elk van zijn leden op te nemen, te respecteren en vooruit te helpen, daar ze immers getekend zijn met de verheven waardigheid van personen, d.w.z. als levende beelden van God. Zoals de synodevaders terecht hebben opgemerkt, bestaat de morele maatstaf voor de echtheid van de betrekkingen in huwelijk en gezin in de bevordering van de waardigheid en de roeping van de afzonderlijke personen, die pas volledig gevonden kunnen worden in de oprechte gave van zichzelf. vgl: Gaudium et Spes [[[575|24]]] In dit perspectief heeft de synode geoordeeld dat het van bijzonder belang is dat een aparte studie besteed wordt aan de vrouw, aan haar rechten en taken in het gezin en in de maatschappij. In hetzelfde perspectief moeten ook de man als echtgenoot en vader, de kleine en grotere kinderen en de bejaarden gezien worden.
Wat de vrouw betreft, moet men bovenal benadrukken dat haar waardigheid en verantwoordelijkheid gelijk zijn aan die van de man; deze gelijkheid vindt een bijzondere vorm van verwerkelijking in de wederzijdse schenking van de een aan de ander en in hun beider zelfgave aan de kinderen, twee dingen die eigen zijn aan het huwelijk en aan het gezin. Wat reeds het menselijk verstand aanvoelt en erkent wordt in zijn volheid geopenbaard door het Woord van God; de heilsgeschiedenis is immers een voortdurend en lichtend getuigenis van de waardigheid van de vrouw.
Door de mens als "man en vrouw" te scheppen (Gen. 1, 27) [b:Gen. 1, 27], geeft God de waardigheid van persoon in gelijke mate aan de man en aan de vrouw, terwijl Hij beiden verrijkt met de onvervreemdbare rechten en verantwoordelijkheden die eigen zijn aan de menselijke persoon. God laat de waardigheid van de vrouw het aller-duidelijkst zien, door zelf het menselijk vlees aan te nemen uit de maagd Maria, die de Kerk eert als moeder van God, en onder de naam van de nieuwe Eva voorhoudt als het model van de verloste vrouw. Het fijngevoelige respect van Jezus voor de vrouwen die Hij geroepen heeft Hem in vriendschap te volgen, zijn verschijning op de ochtend van die dag van de verrijzenis aan een vrouw, alvorens uit de doden opgewekt aan de andere leerlingen te verschijnen, de opdracht aan de vrouwen het blijde nieuws van zijn verrijzenis aan de apostelen te brengen - het zijn allemaal tekenen die de speciale achting van de Heer Jezus voor de vrouw bevestigen. De apostel Paulus zegt: "Gij allen zijt kinderen van God door het geloof in Christus Jezus ... Er is geen jood meer of Griek; er is geen slaaf meer of vrije; er is geen man meer of vrouw, want allen zijt ge één in Christus Jezus". (Gal. 3, 26. 28) [b:Gal. 3, 26. 28]
Voor zover het gezin communicatie en gemeenschap van mensen is en steeds meer moet worden, vindt het in de liefde de bron en de voortdurende aansporing om elk van zijn leden op te nemen, te respecteren en vooruit te helpen, daar ze immers getekend zijn met de verheven waardigheid van personen, d.w.z. als levende beelden van God. Zoals de synodevaders terecht hebben opgemerkt, bestaat de morele maatstaf voor de echtheid van de betrekkingen in huwelijk en gezin in de bevordering van de waardigheid en de roeping van de afzonderlijke personen, die pas volledig gevonden kunnen worden in de oprechte gave van zichzelf. vgl: Gaudium et Spes [[[575|24]]] In dit perspectief heeft de synode geoordeeld dat het van bijzonder belang is dat een aparte studie besteed wordt aan de vrouw, aan haar rechten en taken in het gezin en in de maatschappij. In hetzelfde perspectief moeten ook de man als echtgenoot en vader, de kleine en grotere kinderen en de bejaarden gezien worden.
Wat de vrouw betreft, moet men bovenal benadrukken dat haar waardigheid en verantwoordelijkheid gelijk zijn aan die van de man; deze gelijkheid vindt een bijzondere vorm van verwerkelijking in de wederzijdse schenking van de een aan de ander en in hun beider zelfgave aan de kinderen, twee dingen die eigen zijn aan het huwelijk en aan het gezin. Wat reeds het menselijk verstand aanvoelt en erkent wordt in zijn volheid geopenbaard door het Woord van God; de heilsgeschiedenis is immers een voortdurend en lichtend getuigenis van de waardigheid van de vrouw.
Door de mens als "man en vrouw" te scheppen (Gen. 1, 27) [b:Gen. 1, 27], geeft God de waardigheid van persoon in gelijke mate aan de man en aan de vrouw, terwijl Hij beiden verrijkt met de onvervreemdbare rechten en verantwoordelijkheden die eigen zijn aan de menselijke persoon. God laat de waardigheid van de vrouw het aller-duidelijkst zien, door zelf het menselijk vlees aan te nemen uit de maagd Maria, die de Kerk eert als moeder van God, en onder de naam van de nieuwe Eva voorhoudt als het model van de verloste vrouw. Het fijngevoelige respect van Jezus voor de vrouwen die Hij geroepen heeft Hem in vriendschap te volgen, zijn verschijning op de ochtend van die dag van de verrijzenis aan een vrouw, alvorens uit de doden opgewekt aan de andere leerlingen te verschijnen, de opdracht aan de vrouwen het blijde nieuws van zijn verrijzenis aan de apostelen te brengen - het zijn allemaal tekenen die de speciale achting van de Heer Jezus voor de vrouw bevestigen. De apostel Paulus zegt: "Gij allen zijt kinderen van God door het geloof in Christus Jezus ... Er is geen jood meer of Griek; er is geen slaaf meer of vrije; er is geen man meer of vrouw, want allen zijt ge één in Christus Jezus". (Gal. 3, 26. 28) [b:Gal. 3, 26. 28]
Referenties naar alinea 22: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Vrouw en maatschappij
Het is niet de bedoeling hier het veelzijdige en ingewikkelde onderwerp van de betrekkingen tussen de vrouw en de maatschappij in zijn veelvoudige aspecten te behandelen. Deze verhandeling beperkt zich tot enige essentiële opmerkingen. Toch moet geconstateerd worden dat op het specifieke vlak van het gezin een wijdverspreide maatschappelijke en culturele traditie bewerkt heeft dat de vrouw alleen voor de taak van echtgenote en moeder bestemd werd en dat zij niet op voet van gelijkheid toegelaten werd tot de openbare taken, die in het algemeen voorbehouden waren aan de man. Er kan niet aan getwijfeld worden dat de gelijke waardigheid en verantwoordelijkheid van man en vrouw de toegang van de vrouw tot de openbare functies ten volle rechtvaardigen. Van de andere kant eist de echte promotie van de vrouw ook dat de waarde van haar taak in het gezin en van haar rol als moeder duidelijk erkend wordt ten opzichte van de overige openbare functies en de overige beroepen. Die taken en beroepen moeten overigens op elkaar afgestemd worden, als men wil dat de maatschappelijke en culturele ontwikkeling werkelijk en volledig menselijk is.
Dat zal gemakkelijker gaan, als, volgens de wens van de synode, een vernieuwde "theologie van de arbeid" de zin van de arbeid in het christelijk leven belicht en verdiept en de fundamentele band tussen de arbeid en het gezin bepaalt en daarmee de oorspronkelijke en onvervangbare betekenis van het huishoudelijke werk en de opvoeding van de kinderen. Daarom kan en moet de Kerk onze huidige maatschappij helpen en moet zij onvermoeibaar vragen dat allen het werk van de vrouw thuis erkennen en eren in zijn eigen onvervangbare waarde. vgl: Laborem Exercens [[[712|19]]]
Dat is van het hoogste en uitzonderlijk belang voor het werk van de opvoeding, want de wortel en de oorsprong van iedere discriminatie tussen de verschillende werkzaamheden en beroepen wordt uitgeroeid, als eenmaal duidelijk blijkt hoe allen zich inspannen op ieder gebied met hetzelfde recht en dezelfde verantwoordelijkheid. Zo zal het beeld en de gelijkenis van God in man en vrouw met meer glans verschijnen.
Ook al moet aan de vrouwen, evenals aan de mannen, het recht worden toegekend van toegang tot de verschillende publieke taken, toch moet de maatschappij zo gestructureerd worden dat de huisvrouwen en moeders niet feitelijk gedwongen worden buitenshuis te werken en dat hun gezinnen waardig kunnen leven en floreren, ook als zij zich geheel aan hun eigen gezin wijden.
Bovendien moet men de mentaliteit overwinnen volgens welke de eer van de vrouw eerder wordt gebaseerd op het werk buitenshuis dan op het werk in het gezin. Maar dit vereist dat de mannen de vrouw werkelijk achten en liefhebben, met alle persoonlijk respect voor haar waardigheid als persoon, en dat de maatschappij passende voorwaarden schept en ontwikkelt voor het huishoudelijk werk.
Met het vereiste respect voor de verschillende roeping van man en vrouw moet de Kerk in het leven zelf in zo groot mogelijke mate hun gelijkheid van rechten en waardigheid bevorderen, voor het welzijn van allen, van het gezin, van de maatschappij en van de Kerk. Het is duidelijk dat dit alles voor de vrouw niet de afstand van haar vrouwelijkheid betekent noch de imitatie van het mannelijk karakter, maar dat de volheid van het ware vrouwelijk mens-zijn wordt beklemtoond, zoals dit zich moet uitdrukken in haar handelen, zowel in het gezin als daarbuiten. Zonder overigens de verscheidenheid van gewoonten en culturen op dit gebied te verwaarlozen.
Het is niet de bedoeling hier het veelzijdige en ingewikkelde onderwerp van de betrekkingen tussen de vrouw en de maatschappij in zijn veelvoudige aspecten te behandelen. Deze verhandeling beperkt zich tot enige essentiële opmerkingen. Toch moet geconstateerd worden dat op het specifieke vlak van het gezin een wijdverspreide maatschappelijke en culturele traditie bewerkt heeft dat de vrouw alleen voor de taak van echtgenote en moeder bestemd werd en dat zij niet op voet van gelijkheid toegelaten werd tot de openbare taken, die in het algemeen voorbehouden waren aan de man. Er kan niet aan getwijfeld worden dat de gelijke waardigheid en verantwoordelijkheid van man en vrouw de toegang van de vrouw tot de openbare functies ten volle rechtvaardigen. Van de andere kant eist de echte promotie van de vrouw ook dat de waarde van haar taak in het gezin en van haar rol als moeder duidelijk erkend wordt ten opzichte van de overige openbare functies en de overige beroepen. Die taken en beroepen moeten overigens op elkaar afgestemd worden, als men wil dat de maatschappelijke en culturele ontwikkeling werkelijk en volledig menselijk is.
Dat zal gemakkelijker gaan, als, volgens de wens van de synode, een vernieuwde "theologie van de arbeid" de zin van de arbeid in het christelijk leven belicht en verdiept en de fundamentele band tussen de arbeid en het gezin bepaalt en daarmee de oorspronkelijke en onvervangbare betekenis van het huishoudelijke werk en de opvoeding van de kinderen. Daarom kan en moet de Kerk onze huidige maatschappij helpen en moet zij onvermoeibaar vragen dat allen het werk van de vrouw thuis erkennen en eren in zijn eigen onvervangbare waarde. vgl: Laborem Exercens [[[712|19]]]
Dat is van het hoogste en uitzonderlijk belang voor het werk van de opvoeding, want de wortel en de oorsprong van iedere discriminatie tussen de verschillende werkzaamheden en beroepen wordt uitgeroeid, als eenmaal duidelijk blijkt hoe allen zich inspannen op ieder gebied met hetzelfde recht en dezelfde verantwoordelijkheid. Zo zal het beeld en de gelijkenis van God in man en vrouw met meer glans verschijnen.
Ook al moet aan de vrouwen, evenals aan de mannen, het recht worden toegekend van toegang tot de verschillende publieke taken, toch moet de maatschappij zo gestructureerd worden dat de huisvrouwen en moeders niet feitelijk gedwongen worden buitenshuis te werken en dat hun gezinnen waardig kunnen leven en floreren, ook als zij zich geheel aan hun eigen gezin wijden.
Bovendien moet men de mentaliteit overwinnen volgens welke de eer van de vrouw eerder wordt gebaseerd op het werk buitenshuis dan op het werk in het gezin. Maar dit vereist dat de mannen de vrouw werkelijk achten en liefhebben, met alle persoonlijk respect voor haar waardigheid als persoon, en dat de maatschappij passende voorwaarden schept en ontwikkelt voor het huishoudelijk werk.
Met het vereiste respect voor de verschillende roeping van man en vrouw moet de Kerk in het leven zelf in zo groot mogelijke mate hun gelijkheid van rechten en waardigheid bevorderen, voor het welzijn van allen, van het gezin, van de maatschappij en van de Kerk. Het is duidelijk dat dit alles voor de vrouw niet de afstand van haar vrouwelijkheid betekent noch de imitatie van het mannelijk karakter, maar dat de volheid van het ware vrouwelijk mens-zijn wordt beklemtoond, zoals dit zich moet uitdrukken in haar handelen, zowel in het gezin als daarbuiten. Zonder overigens de verscheidenheid van gewoonten en culturen op dit gebied te verwaarlozen.
Referenties naar alinea 23: 4
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Beledigingen van de waardigheid van de vrouw
De christelijke boodschap over de waardigheid van de vrouw wordt helaas tegengesproken door die hardnekkige mentaliteit die de mens niet als een persoon maar als een ding beschouwt, als een handelsobject, ten dienste van het eigenbelang en van het genot; en het eerste slachtoffer van zo'n mentaliteit is de vrouw. Deze mentaliteit brengt zeer bittere vruchten voort, zoals minachting voor man en vrouw, slavernij, onderdrukking van de zwakken, pornografie in woord en beeld, prostitutie - des te meer als deze georganiseerd is - en al die verschillende discriminaties op het gebied van de opvoeding, van het beroep, van de beloning van de arbeid enz. Bovendien bestaan ook heden nog in een groot deel van onze maatschappij veel vormen van vernederende discriminatie die ernstig enige speciale categorieën van vrouwen treffen en beledigen, zoals de gehuwde vrouwen die geen kinderen hebben, de weduwen, de vrouwen die niet samenleven met hun man, de gescheiden vrouwen, de ongehuwde moeders. Deze en andere discriminaties zijn door de synodevaders ten zeerste betreurd: daarom vraag ik dat van de kant van allen een specifieke pastorale activiteit ontwikkeld wordt, krachtig en efficiënt, opdat die discriminaties totaal uit de weg geruimd worden en men komt tot de volledige waardering van het beeld Gods dat straalt in alle menselijke wezens, niemand uitgezonderd.
De christelijke boodschap over de waardigheid van de vrouw wordt helaas tegengesproken door die hardnekkige mentaliteit die de mens niet als een persoon maar als een ding beschouwt, als een handelsobject, ten dienste van het eigenbelang en van het genot; en het eerste slachtoffer van zo'n mentaliteit is de vrouw. Deze mentaliteit brengt zeer bittere vruchten voort, zoals minachting voor man en vrouw, slavernij, onderdrukking van de zwakken, pornografie in woord en beeld, prostitutie - des te meer als deze georganiseerd is - en al die verschillende discriminaties op het gebied van de opvoeding, van het beroep, van de beloning van de arbeid enz. Bovendien bestaan ook heden nog in een groot deel van onze maatschappij veel vormen van vernederende discriminatie die ernstig enige speciale categorieën van vrouwen treffen en beledigen, zoals de gehuwde vrouwen die geen kinderen hebben, de weduwen, de vrouwen die niet samenleven met hun man, de gescheiden vrouwen, de ongehuwde moeders. Deze en andere discriminaties zijn door de synodevaders ten zeerste betreurd: daarom vraag ik dat van de kant van allen een specifieke pastorale activiteit ontwikkeld wordt, krachtig en efficiënt, opdat die discriminaties totaal uit de weg geruimd worden en men komt tot de volledige waardering van het beeld Gods dat straalt in alle menselijke wezens, niemand uitgezonderd.
Referenties naar alinea 24: 4
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De man, echtgenoot en vader
Binnen de communicatiegemeenschap van huwelijk en gezin is de man geroepen te leven volgens zijn gave en taak van echtgenoot en vader. In zijn echtgenote ziet hij de vervulling van Gods plan: Het is niet goed dat de mens alleen blijft. "Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past" (Gen. 2, 18) [b:Gen. 2, 18]; en hij maakt tot de zijne de uitroep van Adam: "Eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn Vlees!". (Gen. 2, 23) [b:Gen. 2, 23]
De ware echtelijke liefde veronderstelt en vereist dat de man diep respect toont voor de gelijke waardigheid van de vrouw: "Je bent niet haar meester - schrijft Sint Ambrosius - maar haar echtgenoot; zij is je niet als slaaf gegeven maar als echtgenote ... Schenk haar de attenties terug die zij aan jou schenkt, en wees haar dankbaar voor haar liefde." V, 7, 19: CSEL 32, I, 154 [[851]] Met zijn echtgenote moet de man "in een heel bijzondere vorm van persoonlijke vriendschap leven" Humanae Vitae [[34|9]] . De christelijke man is verder geroepen een houding van nieuwe liefde te ontplooien en zo jegens zijn echtgenote de fijnzinnige en sterke liefde te betuigen die Christus heeft voor de Kerk.
De liefde voor de echtgenote die moeder is geworden, en de liefde voor de kinderen zijn voor de man de natuurlijke weg om zijn vaderschap te begrijpen en te verwerkelijken. Vooral daar waar de maatschappelijke en culturele omstandigheden de vader gemakkelijk brengen tot een zeker gebrek aan inzet voor het gezin of minstens tot een geringere deelname aan het werk van de opvoeding, is het nodig dat men zich inspant, opdat de maatschappij er weer van overtuigd raakt dat de plaats en de taak van de vader in en voor het gezin van uniek en onvervangbaar belang zijn. vgl: H. Mis voor de gezinnen [[[1941|(3-5)]]] Naar de ervaring leert, roept de afwezigheid van de vader psychologische en morele onevenwichtigheden op en aanzienlijke moeilijkheden voor de relaties in het gezin; zoals trouwens ook, in het tegenovergestelde geval, de verdrukkende aanwezigheid van de vader, vooral daar waar zich nog een te grote mannelijke overheersing voordoet (die in het Spaans 'machismo' genoemd wordt) ofwel van de misplaatste superioriteit van de mannelijke eigenschappen die de vrouw vernederen en de ontwikkeling van gezonde relaties in het gezin belemmeren.
De man, die op aarde het vaderschap van God zelf openbaart en vertegenwoordigt (Ef. 3, 15) [[b:Ef. 3, 15]], is geroepen de eensgezinde ontwikkeling van alle leden van het gezin te garanderen; hij zal die taak vervullen door edelmoedige verantwoordelijkheid voor het leven dat ontvangen is onder het hart van de moeder, door ijverige inzet voor de opvoeding in samenwerking met zijn echtgenote vgl: Gaudium et Spes [[[575|52]]], door arbeid die het gezinsverband nooit losser maakt, maar de samenhang en de stabiliteit van het gezin juist bevordert, door een getuigenis van volwassen christelijk leven dat de kinderen op werkdadige wijze binnenleidt in de levendige ervaring van Christus en van de Kerk.
Binnen de communicatiegemeenschap van huwelijk en gezin is de man geroepen te leven volgens zijn gave en taak van echtgenoot en vader. In zijn echtgenote ziet hij de vervulling van Gods plan: Het is niet goed dat de mens alleen blijft. "Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past" (Gen. 2, 18) [b:Gen. 2, 18]; en hij maakt tot de zijne de uitroep van Adam: "Eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn Vlees!". (Gen. 2, 23) [b:Gen. 2, 23]
De ware echtelijke liefde veronderstelt en vereist dat de man diep respect toont voor de gelijke waardigheid van de vrouw: "Je bent niet haar meester - schrijft Sint Ambrosius - maar haar echtgenoot; zij is je niet als slaaf gegeven maar als echtgenote ... Schenk haar de attenties terug die zij aan jou schenkt, en wees haar dankbaar voor haar liefde." V, 7, 19: CSEL 32, I, 154 [[851]] Met zijn echtgenote moet de man "in een heel bijzondere vorm van persoonlijke vriendschap leven" Humanae Vitae [[34|9]] . De christelijke man is verder geroepen een houding van nieuwe liefde te ontplooien en zo jegens zijn echtgenote de fijnzinnige en sterke liefde te betuigen die Christus heeft voor de Kerk.
De liefde voor de echtgenote die moeder is geworden, en de liefde voor de kinderen zijn voor de man de natuurlijke weg om zijn vaderschap te begrijpen en te verwerkelijken. Vooral daar waar de maatschappelijke en culturele omstandigheden de vader gemakkelijk brengen tot een zeker gebrek aan inzet voor het gezin of minstens tot een geringere deelname aan het werk van de opvoeding, is het nodig dat men zich inspant, opdat de maatschappij er weer van overtuigd raakt dat de plaats en de taak van de vader in en voor het gezin van uniek en onvervangbaar belang zijn. vgl: H. Mis voor de gezinnen [[[1941|(3-5)]]] Naar de ervaring leert, roept de afwezigheid van de vader psychologische en morele onevenwichtigheden op en aanzienlijke moeilijkheden voor de relaties in het gezin; zoals trouwens ook, in het tegenovergestelde geval, de verdrukkende aanwezigheid van de vader, vooral daar waar zich nog een te grote mannelijke overheersing voordoet (die in het Spaans 'machismo' genoemd wordt) ofwel van de misplaatste superioriteit van de mannelijke eigenschappen die de vrouw vernederen en de ontwikkeling van gezonde relaties in het gezin belemmeren.
De man, die op aarde het vaderschap van God zelf openbaart en vertegenwoordigt (Ef. 3, 15) [[b:Ef. 3, 15]], is geroepen de eensgezinde ontwikkeling van alle leden van het gezin te garanderen; hij zal die taak vervullen door edelmoedige verantwoordelijkheid voor het leven dat ontvangen is onder het hart van de moeder, door ijverige inzet voor de opvoeding in samenwerking met zijn echtgenote vgl: Gaudium et Spes [[[575|52]]], door arbeid die het gezinsverband nooit losser maakt, maar de samenhang en de stabiliteit van het gezin juist bevordert, door een getuigenis van volwassen christelijk leven dat de kinderen op werkdadige wijze binnenleidt in de levendige ervaring van Christus en van de Kerk.
Referenties naar alinea 25: 2
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De rechten van het kind
In het gezin, gemeenschap van personen, moet heel in het bijzonder aandacht geschonken worden aan de kinderen; men moet een diep respect ontplooien voor hun persoonlijke waardigheid alsmede een grote achting voor en een edelmoedige dienst aan hun rechten. Dit geldt voor ieder kind, maar meer naarmate het kind kleiner is en in alles hulp nodig heeft, of als het ziek is, ongelukkig of gehandicapt.
De Kerk, die een tedere en sterke zorg vraagt en heeft voor ieder kind dat ter wereld komt, vervult zo een van haar fundamentele plichten: zij is namelijk geroepen in de geschiedenis het voorbeeld en het gebod te openbaren en voor te houden van Christus de Heer, die het kind midden in het Rijk Gods heeft geplaatst: "Laat die kinderen toch bij Mij komen ... want aan hen die zijn zoals zij, behoort het Koninkrijk Gods". (Lc. 18, 16) [b:Lc. 18, 16] (Mt. 19, 14; Mc. 10, 14) [[b:Mt. 19, 14; Mc. 10, 14]]
Ik herhaal opnieuw wat ik gezegd heb op de algemene vergadering van de Verenigde Naties op 2 oktober 1979:
In het gezin, gemeenschap van personen, moet heel in het bijzonder aandacht geschonken worden aan de kinderen; men moet een diep respect ontplooien voor hun persoonlijke waardigheid alsmede een grote achting voor en een edelmoedige dienst aan hun rechten. Dit geldt voor ieder kind, maar meer naarmate het kind kleiner is en in alles hulp nodig heeft, of als het ziek is, ongelukkig of gehandicapt.
De Kerk, die een tedere en sterke zorg vraagt en heeft voor ieder kind dat ter wereld komt, vervult zo een van haar fundamentele plichten: zij is namelijk geroepen in de geschiedenis het voorbeeld en het gebod te openbaren en voor te houden van Christus de Heer, die het kind midden in het Rijk Gods heeft geplaatst: "Laat die kinderen toch bij Mij komen ... want aan hen die zijn zoals zij, behoort het Koninkrijk Gods". (Lc. 18, 16) [b:Lc. 18, 16] (Mt. 19, 14; Mc. 10, 14) [[b:Mt. 19, 14; Mc. 10, 14]]
Ik herhaal opnieuw wat ik gezegd heb op de algemene vergadering van de Verenigde Naties op 2 oktober 1979:
"Ik wens ... de vreugde uit te drukken die wij allen vinden in kinderen, de lente van het leven, de voorboden van de toekomstige geschiedenis van elk van onze huidige aardse geboortelanden. Geen enkel land op aarde, geen enkel politiek systeem kan aan zijn eigen toekomst denken anders dan door het beeld van deze nieuwe generaties, die van hun ouders het veelvoudige erfdeel zullen overnemen van waarden, plichten en aspiraties van de natie waartoe zij behoren, en van geheel de mensenfamilie. De zorg voor het kind, reeds vóór zijn geboorte, vanaf het eerste ogenblik van zijn ontvangenis, en vervolgens in de jaren van kindsheid en jeugd, is de voornaamste en fundamentele toetssteen voor de verhouding van mens tot mens. Wat kan ik dus beter toewensen aan iedere natie, aan heel de mensheid en aan alle kinderen van de wereld dan een betere toekomst, waarin respect voor de mensenrechten ten volle werkelijkheid wordt, heel het naderende derde millennium door". De waardigheid van de menselijke persoon als grondslag voor rechtvaardigheid en vrede [[1942|21]]De aanvaardende hartelijkheid, de liefde, de achting, de ene en veelvoudige zorg - stoffelijk, affectief, educatief, geestelijk - voor ieder kind dat ter wereld komt, moeten een eigen kenteken zijn van de christenen, in het bijzonder van de christelijke gezinnen: zij kunnen en mogen er geen afstand van doen; zo zullen de kinderen, terwijl ze zullen kunnen "toenemen in wijsheid, jaren en welgevallen bij God en bij de mensen" (Lc. 2, 52) [b:Lc. 2, 52], hun kostbare bijdrage leveren aan de opbouw van de gemeenschap en aan de heiliging van de ouders. vgl: Gaudium et Spes [[[575|48]]]
Referenties naar alinea 26: 3
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Alleen een echte culturele keuze kan zich doeltreffend verzetten tegen de euthanasie ->=geentekst=
De rol van de bejaarde in gezin en samenleving bevorderen ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De bejaarden in het gezin
Er zijn culturen die een speciale verering en een grote liefde tonen voor de bejaarden: verre van uitgesloten te worden uit het gezin of van getolereerd te worden als een nutteloze last, blijft de bejaarde opgenomen in het gezinsleven, gaat hij door met er op actieve en bewuste wijze aan deel te nemen - zij het met respect voor de zelfstandigheid van het nieuwe gezin - en vervult hij bovenal de kostbare zending te getuigen van het verleden en de jeugd voor de toekomst met wijsheid te inspireren. Andere culturen daarentegen hebben geleid en leiden nog tot onaanvaardbare vormen van uitstoting van de bejaarden, vooral als gevolg van een ongeordende ontwikkeling van de industrie en van de bevolkingsdichtheid van de steden; die vormen van uitstoting zijn een bron zowel van bitter lijden voor de bejaarden zelf als van geestelijke verarming voor de gezinnen. Het is nodig dat de pastorale activiteit van de Kerk allen stimuleert om de taken van de bejaarden in de burgerlijke en kerkelijke gemeenschap en vooral in het gezin te ontdekken en te waarderen. Werkelijk, het leven van de bejaarden helpt ons de schaal van menselijke waarden te verhelderen; het laat de continuïteit van de generaties zien en toont op bewonderenswaardige wijze de onderlinge afhankelijkheid in het volk Gods. De bejaarden hebben bovendien het charisma om de generatiekloven te overbruggen nog voor ze ontstaan. Hoeveel kinderen hebben begrip en liefde gevonden in de ogen, de woorden en de liefkozingen van bejaarden. En hoeveel bejaarde personen hebben graag de geïnspireerde woorden van de bijbel onderschreven dat de kindskinderen "de kroon zijn van de bejaarden" (Spr. 17, 6) [b:Spr. 17, 6]. Tot de deelnemers aan het "International Forum on Active Aging" [[1945|5]]
Er zijn culturen die een speciale verering en een grote liefde tonen voor de bejaarden: verre van uitgesloten te worden uit het gezin of van getolereerd te worden als een nutteloze last, blijft de bejaarde opgenomen in het gezinsleven, gaat hij door met er op actieve en bewuste wijze aan deel te nemen - zij het met respect voor de zelfstandigheid van het nieuwe gezin - en vervult hij bovenal de kostbare zending te getuigen van het verleden en de jeugd voor de toekomst met wijsheid te inspireren. Andere culturen daarentegen hebben geleid en leiden nog tot onaanvaardbare vormen van uitstoting van de bejaarden, vooral als gevolg van een ongeordende ontwikkeling van de industrie en van de bevolkingsdichtheid van de steden; die vormen van uitstoting zijn een bron zowel van bitter lijden voor de bejaarden zelf als van geestelijke verarming voor de gezinnen. Het is nodig dat de pastorale activiteit van de Kerk allen stimuleert om de taken van de bejaarden in de burgerlijke en kerkelijke gemeenschap en vooral in het gezin te ontdekken en te waarderen. Werkelijk, het leven van de bejaarden helpt ons de schaal van menselijke waarden te verhelderen; het laat de continuïteit van de generaties zien en toont op bewonderenswaardige wijze de onderlinge afhankelijkheid in het volk Gods. De bejaarden hebben bovendien het charisma om de generatiekloven te overbruggen nog voor ze ontstaan. Hoeveel kinderen hebben begrip en liefde gevonden in de ogen, de woorden en de liefkozingen van bejaarden. En hoeveel bejaarde personen hebben graag de geïnspireerde woorden van de bijbel onderschreven dat de kindskinderen "de kroon zijn van de bejaarden" (Spr. 17, 6) [b:Spr. 17, 6]. Tot de deelnemers aan het "International Forum on Active Aging" [[1945|5]]
Referenties naar alinea 27: 4
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=Alleen een echte culturele keuze kan zich doeltreffend verzetten tegen de euthanasie ->=geentekst=
De rol van de bejaarde in gezin en samenleving bevorderen ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De dienst aan het leven
- Artikel 1 De overdracht van het leven
28
Evangelium Vitae ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De Eucharistie en het christelijk gezin ->=geentekst=
Medewerkers aan de liefde van God de Schepper
Met de schepping van de man en de vrouw naar zijn beeld en gelijkenis besluit God het werk van zijn handen en brengt Hij het tot volmaaktheid: Hij roept hen tot een speciale deelneming aan zijn liefde en tegelijk aan zijn macht als Schepper en Vader, door middel van hun vrije en bewuste medewerking aan de overdracht van de gave van het menselijke leven: God zegende hen, en God sprak tot hen: "Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en onderwerp haar". (Gen. 1, 28) [b:Gen. 1, 28] Zo is de fundamentele taak van het gezin de dienst aan het leven, de verwerkelijking, door de geschiedenis heen, van de zegen van de Schepper aan het begin, door in de voortplanting het goddelijk beeld over te dragen van mens aan mens. (Gen. 5, 1-3) [[b:Gen. 5, 1-3]]
De vruchtbaarheid is de vrucht en het teken van de huwelijksliefde, het levend getuigenis van de volledige wederzijdse wegschenking van de echtgenoten: De ware echtelijke liefdescultus en heel het daarop berustende gezin, zonder achterstelling van de andere huwelijksdoelen, zijn erop gericht dat de echtgenoten van harte bereid zijn mee te werken met de liefde van de Schepper en Verlosser die door hen van dag tot dag zijn gezin uitbreidt en verrijkt. Gaudium et Spes [[575|50]]
De vruchtbaarheid van de echtelijke liefde beperkt zich echter niet tot het verwekken van kinderen, ook al neemt men dit in zijn specifiek menselijke dimensie: zij breidt zich uit en verrijkt zich met al die vruchten van zedelijk, geestelijk en bovennatuurlijk leven, die de vader en de moeder geroepen zijn aan hun kinderen te schenken en via hun kinderen aan de Kerk en aan de wereld.
Met de schepping van de man en de vrouw naar zijn beeld en gelijkenis besluit God het werk van zijn handen en brengt Hij het tot volmaaktheid: Hij roept hen tot een speciale deelneming aan zijn liefde en tegelijk aan zijn macht als Schepper en Vader, door middel van hun vrije en bewuste medewerking aan de overdracht van de gave van het menselijke leven: God zegende hen, en God sprak tot hen: "Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en onderwerp haar". (Gen. 1, 28) [b:Gen. 1, 28] Zo is de fundamentele taak van het gezin de dienst aan het leven, de verwerkelijking, door de geschiedenis heen, van de zegen van de Schepper aan het begin, door in de voortplanting het goddelijk beeld over te dragen van mens aan mens. (Gen. 5, 1-3) [[b:Gen. 5, 1-3]]
De vruchtbaarheid is de vrucht en het teken van de huwelijksliefde, het levend getuigenis van de volledige wederzijdse wegschenking van de echtgenoten: De ware echtelijke liefdescultus en heel het daarop berustende gezin, zonder achterstelling van de andere huwelijksdoelen, zijn erop gericht dat de echtgenoten van harte bereid zijn mee te werken met de liefde van de Schepper en Verlosser die door hen van dag tot dag zijn gezin uitbreidt en verrijkt. Gaudium et Spes [[575|50]]
De vruchtbaarheid van de echtelijke liefde beperkt zich echter niet tot het verwekken van kinderen, ook al neemt men dit in zijn specifiek menselijke dimensie: zij breidt zich uit en verrijkt zich met al die vruchten van zedelijk, geestelijk en bovennatuurlijk leven, die de vader en de moeder geroepen zijn aan hun kinderen te schenken en via hun kinderen aan de Kerk en aan de wereld.
Referenties naar alinea 28: 9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Evangelium Vitae ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De Eucharistie en het christelijk gezin ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De altijd oude en altijd nieuwe leer en norm van de Kerk
Juist omdat de liefde van de echtgenoten een bijzondere deelname is aan het mysterie van het leven en de liefde van God zelf, weet de Kerk dat zij niet alleen de speciale zending ontvangen heeft de allerhoogste waardigheid van het huwelijk te bewaren en te beschermen, maar ook de zeer zware verantwoordelijkheid voor de overdracht van het menselijke leven. In het verlengde van de levende traditie van de kerkelijke gemeenschap door de geschiedenis heen hebben zo het recente Tweede Vaticaans Concilie en het leergezag van mijn voorganger Paulus VI, vooral in de encycliek Humanae Vitae [34], aan onze tijd een werkelijk profetische boodschap overgedragen, die opnieuw met duidelijkheid de altijd oude en altijd nieuwe leer en norm van de Kerk over het huwelijk en de overdracht van het menselijke leven bevestigt en voorhoudt.
Daarom hebben de synodevaders in hun laatste bijeenkomst woordelijk verklaard: "Deze heilige synode, in eenheid van geloof verenigd met de opvolger van Petrus, verdedigt krachtig wat door het Tweede Vaticaans Concilie vgl: Gaudium et Spes [[[575|50]]] en Humanae Vitae [34] wordt voorgehouden, in het bijzonder dat de echtelijke liefde geheel en al menselijk en exclusief moet zijn en open moet staan voor het nieuwe leven. Humanae Vitae [[34|11]] vgl: Humanae Vitae [[[34|9.11]]] Voorstel 22. Het einde van.. Voorstel 22. Het einde van nr. van die Encycliek bevestigt: "de Kerk spoort de mensen aan de voorschriften van de natuurwet in acht te nemen, die zij door haar onafgebroken onderricht uitlegt, dan leert zij, dat welke huwelijksdaad per se open moet blijven voor de overdracht van het menselijk leven. (ut quilibet matrimonii usus ad vitam humanam procreandam per se destmatus permaneat)"
Juist omdat de liefde van de echtgenoten een bijzondere deelname is aan het mysterie van het leven en de liefde van God zelf, weet de Kerk dat zij niet alleen de speciale zending ontvangen heeft de allerhoogste waardigheid van het huwelijk te bewaren en te beschermen, maar ook de zeer zware verantwoordelijkheid voor de overdracht van het menselijke leven. In het verlengde van de levende traditie van de kerkelijke gemeenschap door de geschiedenis heen hebben zo het recente Tweede Vaticaans Concilie en het leergezag van mijn voorganger Paulus VI, vooral in de encycliek Humanae Vitae [34], aan onze tijd een werkelijk profetische boodschap overgedragen, die opnieuw met duidelijkheid de altijd oude en altijd nieuwe leer en norm van de Kerk over het huwelijk en de overdracht van het menselijke leven bevestigt en voorhoudt.
Daarom hebben de synodevaders in hun laatste bijeenkomst woordelijk verklaard: "Deze heilige synode, in eenheid van geloof verenigd met de opvolger van Petrus, verdedigt krachtig wat door het Tweede Vaticaans Concilie vgl: Gaudium et Spes [[[575|50]]] en Humanae Vitae [34] wordt voorgehouden, in het bijzonder dat de echtelijke liefde geheel en al menselijk en exclusief moet zijn en open moet staan voor het nieuwe leven. Humanae Vitae [[34|11]] vgl: Humanae Vitae [[[34|9.11]]] Voorstel 22. Het einde van.. Voorstel 22. Het einde van nr. van die Encycliek bevestigt: "de Kerk spoort de mensen aan de voorschriften van de natuurwet in acht te nemen, die zij door haar onafgebroken onderricht uitlegt, dan leert zij, dat welke huwelijksdaad per se open moet blijven voor de overdracht van het menselijk leven. (ut quilibet matrimonii usus ad vitam humanam procreandam per se destmatus permaneat)"
Referenties naar alinea 29: 4
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De Kerk kiest partij voor het leven
De leer van de Kerk wordt heden ten dage geplaatst voor een maatschappelijke en culturele situatie die haar moeilijker te begrijpen maakt en tegelijkertijd des te dringender en noodzakelijk voor de bevordering van het ware welzijn van man en vrouw. De wetenschappelijk-technische vooruitgang, die de hedendaagse mens door zijn beheersing van de natuur voortdurend doet groeien, voedt immers niet alleen de hoop op het scheppen van een betere mensheid maar schept ook een steeds diepere angst voor de toekomst. Sommigen vragen zich af of het wel goed is te leven en of het niet beter zou wezen zelfs niet geboren te zijn; daarom twijfelen zij of het geoorloofd is anderen in het leven te roepen die wellicht hun eigen bestaan zullen vervloeken in een wrede wereld waarvan de verschrikkingen zelfs niet te voorzien zijn. Anderen denken dat zij de enigen zijn voor wie de voordelen van de techniek bestemd zijn, en sluiten anderen uit, aan wie voorbehoedmiddelen worden opgelegd of nog ergere methoden. Weer anderen, in de ban van de consumptiementaliteit en alleen bezorgd om een voortdurende vermeerdering van de materiële goederen, begrijpen tenslotte niet meer de geestelijke rijkdom van het nieuwe mensenleven en weigeren het daarom. De uiteindelijke reden van deze geesteshouding is de afwezigheid van God in het hart van de mensen; alleen zijn liefde is sterker dan alle mogelijke angsten van de wereld en kan deze overwinnen.
Zo is er een mentaliteit tegen het leven ontstaan (anti-life mentality in het Engels), zoals uit veel actuele problemen blijkt: men kan bijvoorbeeld denken aan een zekere paniek, voortgekomen uit de studies van ecologen en futurologen over de demografie, die soms het gevaar van de bevolkingstoename voor de kwaliteit van het leven overdrijven.
De Kerk gelooft echter vast dat het menselijk leven, ook al is het zwak en ziek, altijd een schitterende gave is van Gods goedheid. Tegenover het pessimisme ten aanzien van de toekomst en het blinde egoïsme die de wereld verduisteren, kiest de Kerk partij voor het leven; zij weet in ieder menselijk leven de glans te ontdekken van dat "ja", van dat "Amen" dat Christus zelf is (2 Kor. 1,19; Openb. 3, 14) [[b:2 Kor. 1,19; Openb. 3, 14]]. Tegenover het "nee" dat de wereld binnendringt en neerdrukt, stelt zij dit levende "ja" en verdedigt zij op deze manier de mensen en de wereld tegen degenen die het leven belagen en aantasten.
De Kerk is geroepen opnieuw met duidelijker en krachtiger overtuiging aan allen haar wil te manifesteren met alle middelen het leven te bevorderen en te verdedigen tegen elke hinderlaag, in welke situatie en in welk stadium van ontwikkeling het zich ook mag bevinden.
Daarom veroordeelt de Kerk als een ernstige aantasting van de menselijke waardigheid en van de rechtvaardigheid alle activiteiten van overheden of van andere publieke autoriteiten waarmee deze proberen, op welke wijze dan ook, de vrijheid van beslissing van de ouders over kinderen te beperken. Bijgevolg dient beslist iedere vorm van dwang veroordeeld te worden die autoriteiten gebruiken ten gunste van anticonceptie of zelfs van sterilisatie en abortus; men moet dit met kracht afwijzen. Eveneens moet men als een ernstige onrechtvaardigheid het feit verafschuwen dat in de internnationale betrekkingen ontwikkelingshulp afhankelijk wordt gesteld van programma's voor anticonceptie, sterilisatie en abortus. vgl: Boodschap bij de sluiting van de Bisschoppensynode over het christelijk gezin in de wereld van deze tijd [[[1954|5]]]
De leer van de Kerk wordt heden ten dage geplaatst voor een maatschappelijke en culturele situatie die haar moeilijker te begrijpen maakt en tegelijkertijd des te dringender en noodzakelijk voor de bevordering van het ware welzijn van man en vrouw. De wetenschappelijk-technische vooruitgang, die de hedendaagse mens door zijn beheersing van de natuur voortdurend doet groeien, voedt immers niet alleen de hoop op het scheppen van een betere mensheid maar schept ook een steeds diepere angst voor de toekomst. Sommigen vragen zich af of het wel goed is te leven en of het niet beter zou wezen zelfs niet geboren te zijn; daarom twijfelen zij of het geoorloofd is anderen in het leven te roepen die wellicht hun eigen bestaan zullen vervloeken in een wrede wereld waarvan de verschrikkingen zelfs niet te voorzien zijn. Anderen denken dat zij de enigen zijn voor wie de voordelen van de techniek bestemd zijn, en sluiten anderen uit, aan wie voorbehoedmiddelen worden opgelegd of nog ergere methoden. Weer anderen, in de ban van de consumptiementaliteit en alleen bezorgd om een voortdurende vermeerdering van de materiële goederen, begrijpen tenslotte niet meer de geestelijke rijkdom van het nieuwe mensenleven en weigeren het daarom. De uiteindelijke reden van deze geesteshouding is de afwezigheid van God in het hart van de mensen; alleen zijn liefde is sterker dan alle mogelijke angsten van de wereld en kan deze overwinnen.
Zo is er een mentaliteit tegen het leven ontstaan (anti-life mentality in het Engels), zoals uit veel actuele problemen blijkt: men kan bijvoorbeeld denken aan een zekere paniek, voortgekomen uit de studies van ecologen en futurologen over de demografie, die soms het gevaar van de bevolkingstoename voor de kwaliteit van het leven overdrijven.
De Kerk gelooft echter vast dat het menselijk leven, ook al is het zwak en ziek, altijd een schitterende gave is van Gods goedheid. Tegenover het pessimisme ten aanzien van de toekomst en het blinde egoïsme die de wereld verduisteren, kiest de Kerk partij voor het leven; zij weet in ieder menselijk leven de glans te ontdekken van dat "ja", van dat "Amen" dat Christus zelf is (2 Kor. 1,19; Openb. 3, 14) [[b:2 Kor. 1,19; Openb. 3, 14]]. Tegenover het "nee" dat de wereld binnendringt en neerdrukt, stelt zij dit levende "ja" en verdedigt zij op deze manier de mensen en de wereld tegen degenen die het leven belagen en aantasten.
De Kerk is geroepen opnieuw met duidelijker en krachtiger overtuiging aan allen haar wil te manifesteren met alle middelen het leven te bevorderen en te verdedigen tegen elke hinderlaag, in welke situatie en in welk stadium van ontwikkeling het zich ook mag bevinden.
Daarom veroordeelt de Kerk als een ernstige aantasting van de menselijke waardigheid en van de rechtvaardigheid alle activiteiten van overheden of van andere publieke autoriteiten waarmee deze proberen, op welke wijze dan ook, de vrijheid van beslissing van de ouders over kinderen te beperken. Bijgevolg dient beslist iedere vorm van dwang veroordeeld te worden die autoriteiten gebruiken ten gunste van anticonceptie of zelfs van sterilisatie en abortus; men moet dit met kracht afwijzen. Eveneens moet men als een ernstige onrechtvaardigheid het feit verafschuwen dat in de internnationale betrekkingen ontwikkelingshulp afhankelijk wordt gesteld van programma's voor anticonceptie, sterilisatie en abortus. vgl: Boodschap bij de sluiting van de Bisschoppensynode over het christelijk gezin in de wereld van deze tijd [[[1954|5]]]
Referenties naar alinea 30: 10
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Sollicitudo Rei Socialis ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Opdat Gods plan steeds vollediger verwerkelijkt wordt
De Kerk is zich zeker ook bewust van de veelvoudige ingewikkelde problemen waarvoor de gehuwden heden ten dage in veel landen gesteld worden in hun taak op verantwoorde wijze het leven over te dragen. Zij erkent eveneens het ernstige probleem van de bevolkingstoename, zoals dit zich in allerlei delen van de wereld voordoet met de morele problemen die daaruit voortvloeien. Zij oordeelt echter dat, na een diepere bestudering van alle facetten van dit probleem, het belang van de ware leer van de Kerk, op het Tweede Vaticaans Concilie en wederom in de encycliek Humanae Vitae [34] voorgehouden, opnieuw en krachtiger bevestigd wordt. Daarom voel ik mij, samen met de synodevaders, verplicht tot de theologen de dringende uitnodiging te richten dat zij hun krachten verenigen om met het hiërarchisch leergezag samen te werken en dat zij zich inspannen om steeds beter duidelijk te maken welke de Bijbelse fundamenten, de ethische motieven en de personalistische argumenten van deze leer zijn. Zo zal het mogelijk zijn, in de context van een ordelijke en harmonische uiteenzetting, de leer van de Kerk over deze belangrijke kwestie werkelijk toegankelijk te maken voor alle mensen van goede wil en het begrip ervoor te bevorderen, iedere dag duidelijker en dieper, op deze wijze zal het Gods plan steeds vollediger verwezenlijkt worden tot heil van de mens en tot eer van de Schepper.
In dit opzicht is de eendrachtige inspanning van de theologen, bezield door een overtuigde instemming met het leergezag. dat de enige echte gids is voor het volk Gods, ook dringend nodig wegens de innige band tussen de katholieke leer op dit punt en de mensvisie die de Kerk voorhoudt: twijfel of dwaling op het gebied van het huwelijk of van het gezin brengt een ernstige verduistering mee van de volledige waarheid over de mens in een culturele situatie die reeds zozeer verward en tegenstrijdig is. De bijdrage tot verheldering en verdieping die de theologen geroepen zijn te bieden als vervulling van hun specifieke taak, heeft een onvergelijkelijke waarde en betekent een bijzondere en hoogst gewichtige dienst aan het gezin en aan de mensheid.
De Kerk is zich zeker ook bewust van de veelvoudige ingewikkelde problemen waarvoor de gehuwden heden ten dage in veel landen gesteld worden in hun taak op verantwoorde wijze het leven over te dragen. Zij erkent eveneens het ernstige probleem van de bevolkingstoename, zoals dit zich in allerlei delen van de wereld voordoet met de morele problemen die daaruit voortvloeien. Zij oordeelt echter dat, na een diepere bestudering van alle facetten van dit probleem, het belang van de ware leer van de Kerk, op het Tweede Vaticaans Concilie en wederom in de encycliek Humanae Vitae [34] voorgehouden, opnieuw en krachtiger bevestigd wordt. Daarom voel ik mij, samen met de synodevaders, verplicht tot de theologen de dringende uitnodiging te richten dat zij hun krachten verenigen om met het hiërarchisch leergezag samen te werken en dat zij zich inspannen om steeds beter duidelijk te maken welke de Bijbelse fundamenten, de ethische motieven en de personalistische argumenten van deze leer zijn. Zo zal het mogelijk zijn, in de context van een ordelijke en harmonische uiteenzetting, de leer van de Kerk over deze belangrijke kwestie werkelijk toegankelijk te maken voor alle mensen van goede wil en het begrip ervoor te bevorderen, iedere dag duidelijker en dieper, op deze wijze zal het Gods plan steeds vollediger verwezenlijkt worden tot heil van de mens en tot eer van de Schepper.
In dit opzicht is de eendrachtige inspanning van de theologen, bezield door een overtuigde instemming met het leergezag. dat de enige echte gids is voor het volk Gods, ook dringend nodig wegens de innige band tussen de katholieke leer op dit punt en de mensvisie die de Kerk voorhoudt: twijfel of dwaling op het gebied van het huwelijk of van het gezin brengt een ernstige verduistering mee van de volledige waarheid over de mens in een culturele situatie die reeds zozeer verward en tegenstrijdig is. De bijdrage tot verheldering en verdieping die de theologen geroepen zijn te bieden als vervulling van hun specifieke taak, heeft een onvergelijkelijke waarde en betekent een bijzondere en hoogst gewichtige dienst aan het gezin en aan de mensheid.
Referenties naar alinea 31: 4
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De morele normen van Humanae Vitae en de pastorale plichten ->=geentekst=
In een integrale visie op de mens en op zijn roeping
In de context van een cultuur die de ware betekenis van de menselijke seksualiteit ernstig misvormt of zelfs verliest, omdat zij haar losmaakt van haar wezenlijke betrekking tot de persoon, voelt de Kerk nog dringender haar onvervangbare zending de seksualiteit te presenteren als waarde en taak van heel de persoon, geschapen, als man en vrouw, naar het beeld van God. Hierover heeft het Tweede Vaticaans Concilie duidelijk uitgesproken dat "wanneer het harmoniëren van de huwelijksliefde met het verantwoord doorgeven van het leven in het geding is, het zedelijk karakter van een handelwijze niet alleen afhangt van de goede bedoeling en van de subjectieve motivering, maar moet worden bepaald vanuit objectieve maatstaven die hun grondslag vinden in de eigen aard van de menselijke persoon en zijn daden; maatstaven derhalve die de volle betekenis van wederzijdse zelfgave en van menswaardige voortplanting waarborgen in een context van waarachtige liefde; een opgave die niet kan worden volbracht, als niet de deugd van echtelijke kuisheid oprecht wordt beoefend". Gaudium et Spes [[575|51]]
Het is juist vanuit "een integrale visie op de mens en op zijn roeping, niet alleen de natuurlijke en aardse, maar ook de bovennatuurlijke en eeuwige" Humanae Vitae [[34|7]] dat Paulus VI heeft bevestigd dat de leer van de Kerk is gebaseerd op de niet te scheiden verbinding die God heeft gewild en die de mens niet uit eigen initiatief kan verbreken, tussen de twee betekenissen van de huwelijksdaad: de verenigende en de voortplantende" Humanae Vitae [[34|12]]. En hij heeft tenslotte besloten en bekrachtigd dat als van nature oneerbaar uitgestoten moet worden, ieder handelen dat met het oog op de huwelijksdaad of tijdens de voltrekking ervan of in het verloop van zijn natuurlijke gevolgen beoogt, als doel of als middel, de voortplanting onmogelijk te maken". Humanae Vitae [[34|14]]
Wanneer de echtgenoten, door middel van anticonceptie, de twee betekenissen scheiden die God de Schepper geschreven heeft in het wezen zelf van de man en de vrouw en in de dynamiek van hun seksuele vereniging, dan gedragen zij zich als "scheidsrechters" van Gods bedoeling: dan "manipuleren" en verlagen zij de menselijke seksualiteit en daarmee de eigen persoon en die van de partner en vervalsen zij de waarde van zijn "totale" wegschenking. Zo geeft de anticonceptie aan het expressiemiddel waarmee op oorspronkelijke wijze de wederzijdse totale zelfgave van de echtgenoten tot uiting wordt gebracht, een objectief tegenstrijdig effect, namelijk dat men zich niet volledig aan de ander schenkt; daaruit vloeit niet alleen de positieve weigering van openheid voor het nieuwe leven voort maar ook een vervalsing van de innerlijke werkelijkheid van de echtelijke liefde waarin de echtgenoten geroepen zijn zich met heel hun persoon weg te schenken.
Als de echtgenoten daarentegen door gebruik te maken van de periodieke onthouding, de ondeelbare band tussen de verenigende en voortplantende betekenis van de menselijke seksualiteit in acht nemen, gedragen zij zich als "bedienaars" van Gods plan en "gebruiken" zij de seksualiteit volgens het oorspronkelijk dynamisme van de "totale" wegschenking, zonder manipulaties of vervalsingen. Humanae Vitae [[34|13]]
In het licht van de ervaring van zoveel echtparen en van de gegevens van de verschillende menswetenschappen kan en moet de theologische studie het antropologische en tegelijk morele onderscheid begrijpen en uitdiepen dat bestaat tussen de anticonceptie en het benutten van de natuurlijke ritmen; het gaat daarbij immers om een verschil dat veel wijder en dieper is dan men gewoonlijk denkt en dat in laatste analyse twee opvattingen omtrent de persoon en de seksualiteit omvat, die niet tot elkaar herleidbaar zijn. De keuze van het natuurlijke ritme impliceert de aanvaarding van de tijd van de persoon, namelijk van de vrouw, en daarmee de aanvaarding van de dialoog, van het wederzijds respect, van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, van de zelfbeheersing. De aanvaarding van de tijd en van de dialoog betekent dat men het tegelijk geestelijk en lichamelijk karakter van het echtelijk verkeer erkent, alsook dat men in zijn leven de persoonlijke liefde in stand houdt die trouw vereist. Zo ervaart het echtpaar dat de echtelijke communicatie verrijkt wordt met die waarden van tederheid en affectiviteit die het innerlijke wezen vormen van de menselijke seksualiteit, ook in zijn lichamelijke dimensie. Op deze wijze wordt de seksualiteit gerespecteerd en gestimuleerd in zijn werkelijk en volledig menselijke dimensie, daarentegen nooit "gebruikt" als een "voorwerp", wat de eenheid van ziel en lichaam verbreekt en Gods schepping zelf treft, daar waar natuur en persoon op de meest innige wijze met elkaar verweven zijn.
In de context van een cultuur die de ware betekenis van de menselijke seksualiteit ernstig misvormt of zelfs verliest, omdat zij haar losmaakt van haar wezenlijke betrekking tot de persoon, voelt de Kerk nog dringender haar onvervangbare zending de seksualiteit te presenteren als waarde en taak van heel de persoon, geschapen, als man en vrouw, naar het beeld van God. Hierover heeft het Tweede Vaticaans Concilie duidelijk uitgesproken dat "wanneer het harmoniëren van de huwelijksliefde met het verantwoord doorgeven van het leven in het geding is, het zedelijk karakter van een handelwijze niet alleen afhangt van de goede bedoeling en van de subjectieve motivering, maar moet worden bepaald vanuit objectieve maatstaven die hun grondslag vinden in de eigen aard van de menselijke persoon en zijn daden; maatstaven derhalve die de volle betekenis van wederzijdse zelfgave en van menswaardige voortplanting waarborgen in een context van waarachtige liefde; een opgave die niet kan worden volbracht, als niet de deugd van echtelijke kuisheid oprecht wordt beoefend". Gaudium et Spes [[575|51]]
Het is juist vanuit "een integrale visie op de mens en op zijn roeping, niet alleen de natuurlijke en aardse, maar ook de bovennatuurlijke en eeuwige" Humanae Vitae [[34|7]] dat Paulus VI heeft bevestigd dat de leer van de Kerk is gebaseerd op de niet te scheiden verbinding die God heeft gewild en die de mens niet uit eigen initiatief kan verbreken, tussen de twee betekenissen van de huwelijksdaad: de verenigende en de voortplantende" Humanae Vitae [[34|12]]. En hij heeft tenslotte besloten en bekrachtigd dat als van nature oneerbaar uitgestoten moet worden, ieder handelen dat met het oog op de huwelijksdaad of tijdens de voltrekking ervan of in het verloop van zijn natuurlijke gevolgen beoogt, als doel of als middel, de voortplanting onmogelijk te maken". Humanae Vitae [[34|14]]
Wanneer de echtgenoten, door middel van anticonceptie, de twee betekenissen scheiden die God de Schepper geschreven heeft in het wezen zelf van de man en de vrouw en in de dynamiek van hun seksuele vereniging, dan gedragen zij zich als "scheidsrechters" van Gods bedoeling: dan "manipuleren" en verlagen zij de menselijke seksualiteit en daarmee de eigen persoon en die van de partner en vervalsen zij de waarde van zijn "totale" wegschenking. Zo geeft de anticonceptie aan het expressiemiddel waarmee op oorspronkelijke wijze de wederzijdse totale zelfgave van de echtgenoten tot uiting wordt gebracht, een objectief tegenstrijdig effect, namelijk dat men zich niet volledig aan de ander schenkt; daaruit vloeit niet alleen de positieve weigering van openheid voor het nieuwe leven voort maar ook een vervalsing van de innerlijke werkelijkheid van de echtelijke liefde waarin de echtgenoten geroepen zijn zich met heel hun persoon weg te schenken.
Als de echtgenoten daarentegen door gebruik te maken van de periodieke onthouding, de ondeelbare band tussen de verenigende en voortplantende betekenis van de menselijke seksualiteit in acht nemen, gedragen zij zich als "bedienaars" van Gods plan en "gebruiken" zij de seksualiteit volgens het oorspronkelijk dynamisme van de "totale" wegschenking, zonder manipulaties of vervalsingen. Humanae Vitae [[34|13]]
In het licht van de ervaring van zoveel echtparen en van de gegevens van de verschillende menswetenschappen kan en moet de theologische studie het antropologische en tegelijk morele onderscheid begrijpen en uitdiepen dat bestaat tussen de anticonceptie en het benutten van de natuurlijke ritmen; het gaat daarbij immers om een verschil dat veel wijder en dieper is dan men gewoonlijk denkt en dat in laatste analyse twee opvattingen omtrent de persoon en de seksualiteit omvat, die niet tot elkaar herleidbaar zijn. De keuze van het natuurlijke ritme impliceert de aanvaarding van de tijd van de persoon, namelijk van de vrouw, en daarmee de aanvaarding van de dialoog, van het wederzijds respect, van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, van de zelfbeheersing. De aanvaarding van de tijd en van de dialoog betekent dat men het tegelijk geestelijk en lichamelijk karakter van het echtelijk verkeer erkent, alsook dat men in zijn leven de persoonlijke liefde in stand houdt die trouw vereist. Zo ervaart het echtpaar dat de echtelijke communicatie verrijkt wordt met die waarden van tederheid en affectiviteit die het innerlijke wezen vormen van de menselijke seksualiteit, ook in zijn lichamelijke dimensie. Op deze wijze wordt de seksualiteit gerespecteerd en gestimuleerd in zijn werkelijk en volledig menselijke dimensie, daarentegen nooit "gebruikt" als een "voorwerp", wat de eenheid van ziel en lichaam verbreekt en Gods schepping zelf treft, daar waar natuur en persoon op de meest innige wijze met elkaar verweven zijn.
Referenties naar alinea 32: 13
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De morele normen van Humanae Vitae en de pastorale plichten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De Kerk, lerares en moeder voor de echtgenoten die zich in moeilijkheden bevinden
Ook op het gebied van de huwelijksmoraal is de Kerk lerares en moeder en handelt zij als zodanig. Als lerares verkondigt zij onvermoeibaar de zedelijke norm die het verantwoord overdragen van het leven moet leiden. Van deze norm is de Kerk beslist niet de maker of de rechter. In gehoorzaamheid aan de waarheid die Christus is, wiens beeld weerkaatst wordt in de natuur en in de waardigheid van de menselijke persoon, legt de Kerk de zedelijke norm uit en houdt zij hem voor aan alle mensen van goede wil, zonder zijn eisen van radicaliteit en volmaaktheid te verbergen.
Als moeder staat de Kerk dicht bij de vele echtparen die zich in moeilijkheden bevinden op dit belangrijke punt van het morele leven; zij is goed bekend met hun situatie, die vaak zeer hard is en soms werkelijk gekweld wordt door allerlei soorten moeilijkheden, niet alleen individuele maar ook maatschappelijke; de Kerk weet dat veel gehuwden moeilijkheden ontmoeten, niet alleen voor de concrete verwerkelijking maar ook voor het begrijpen zelf van de waarden die in de zedelijke norm liggen.
Maar het is een en dezelfde Kerk die tegelijk lerares en moeder is. Daarom houdt de Kerk nooit op uit te nodigen en aan te sporen, opdat de eventuele huwelijksmoeilijkheden opgelost worden, zonder dat ooit de waarheid wordt vervalst of aangetast; zij is namelijk overtuigd dat er geen echte tegenstrijdigheid kan bestaan tussen de goddelijke wet van de overdracht van het leven en die van de bevordering van de waarachtige echtelijke liefde. vgl: Gaudium et Spes [[[575|51]]] Daarom moet de concrete pedagogie van de Kerk altijd samengaan met haar leer en nooit daarvan gescheiden worden. Ik herhaal derhalve met dezelfde overtuiging als mijn voorganger: "De heilzame leer van Christus intact laten is een uitmuntende vorm van liefde voor de mensen". Humanae Vitae [[34|29]]
Van de andere kant toont de echt kerkelijke pedagogie haar realisme en wijsheid alleen door een standvastige en moedige inspanning te ontplooien bij het scheppen en in stand houden van al die menselijke, - psychologische, morele en geestelijke - voorwaarden die onmisbaar zijn om de zedelijke waarden en normen te begrijpen en er ook naar te leven.
Zonder enige twijfel moet men onder deze condities de standvastigheid en het geduld tellen, de nederigheid ook en de sterkte van geest, het kinderlijk vertrouwen op God en op zijn genade, het veelvuldig gebruik van het gebed en van de sacramenten van de Eucharistie en de verzoening. Humanae Vitae [[34|25]] Zo gesterkt, zullen de christelijke echtgenoten het bewustzijn levendig kunnen houden van de bijzondere invloed die de genade van het sacrament van het huwelijk uitoefent op heel de werkelijkheid van het huwelijksleven en dus ook op hun seksualiteit: de gave van de Geest, door de echtgenoten ontvangen en beantwoord, helpt hen om de menselijke seksualiteit te beleven volgens het plan van God en als teken van de eenmakende en vruchtbare liefde van Christus voor zijn Kerk.
Onder de vereiste voorwaarden valt ook de kennis van de lichamelijke werkelijkheid en van haar vruchtbaarheidscyclus. Op dit gebied moet alles gedaan worden, opdat een dergelijke kennis toegankelijk is voor alle echtgenoten en eerder nog voor de jongeren, door middel van een duidelijke, tijdige en serieuze voorlichting en opvoeding, door echtparen, artsen en deskundigen. De kennis moet dan uitmonden in opvoeding tot zelfbeheersing; vandaar de absolute noodzaak van de deugd van kuisheid en van de blijvende opvoeding daartoe. Volgens de christelijke visie betekent de kuisheid geenszins afwijzing van of minachting voor de menselijke seksualiteit: zij betekent veeleer geestelijke energie, die de liefde weet te verdedigen tegen de gevaren van egoïsme en van agressiviteit en haar weet te doen groeien naar haar volledige verwerkelijking.
Met diepe intuïtie van wijsheid en liefde heeft Paulus VI niets anders gedaan dan de ervaring van veel echtparen vertolken, toen hij geschreven heeft in zijn encycliek:
Ook op het gebied van de huwelijksmoraal is de Kerk lerares en moeder en handelt zij als zodanig. Als lerares verkondigt zij onvermoeibaar de zedelijke norm die het verantwoord overdragen van het leven moet leiden. Van deze norm is de Kerk beslist niet de maker of de rechter. In gehoorzaamheid aan de waarheid die Christus is, wiens beeld weerkaatst wordt in de natuur en in de waardigheid van de menselijke persoon, legt de Kerk de zedelijke norm uit en houdt zij hem voor aan alle mensen van goede wil, zonder zijn eisen van radicaliteit en volmaaktheid te verbergen.
Als moeder staat de Kerk dicht bij de vele echtparen die zich in moeilijkheden bevinden op dit belangrijke punt van het morele leven; zij is goed bekend met hun situatie, die vaak zeer hard is en soms werkelijk gekweld wordt door allerlei soorten moeilijkheden, niet alleen individuele maar ook maatschappelijke; de Kerk weet dat veel gehuwden moeilijkheden ontmoeten, niet alleen voor de concrete verwerkelijking maar ook voor het begrijpen zelf van de waarden die in de zedelijke norm liggen.
Maar het is een en dezelfde Kerk die tegelijk lerares en moeder is. Daarom houdt de Kerk nooit op uit te nodigen en aan te sporen, opdat de eventuele huwelijksmoeilijkheden opgelost worden, zonder dat ooit de waarheid wordt vervalst of aangetast; zij is namelijk overtuigd dat er geen echte tegenstrijdigheid kan bestaan tussen de goddelijke wet van de overdracht van het leven en die van de bevordering van de waarachtige echtelijke liefde. vgl: Gaudium et Spes [[[575|51]]] Daarom moet de concrete pedagogie van de Kerk altijd samengaan met haar leer en nooit daarvan gescheiden worden. Ik herhaal derhalve met dezelfde overtuiging als mijn voorganger: "De heilzame leer van Christus intact laten is een uitmuntende vorm van liefde voor de mensen". Humanae Vitae [[34|29]]
Van de andere kant toont de echt kerkelijke pedagogie haar realisme en wijsheid alleen door een standvastige en moedige inspanning te ontplooien bij het scheppen en in stand houden van al die menselijke, - psychologische, morele en geestelijke - voorwaarden die onmisbaar zijn om de zedelijke waarden en normen te begrijpen en er ook naar te leven.
Zonder enige twijfel moet men onder deze condities de standvastigheid en het geduld tellen, de nederigheid ook en de sterkte van geest, het kinderlijk vertrouwen op God en op zijn genade, het veelvuldig gebruik van het gebed en van de sacramenten van de Eucharistie en de verzoening. Humanae Vitae [[34|25]] Zo gesterkt, zullen de christelijke echtgenoten het bewustzijn levendig kunnen houden van de bijzondere invloed die de genade van het sacrament van het huwelijk uitoefent op heel de werkelijkheid van het huwelijksleven en dus ook op hun seksualiteit: de gave van de Geest, door de echtgenoten ontvangen en beantwoord, helpt hen om de menselijke seksualiteit te beleven volgens het plan van God en als teken van de eenmakende en vruchtbare liefde van Christus voor zijn Kerk.
Onder de vereiste voorwaarden valt ook de kennis van de lichamelijke werkelijkheid en van haar vruchtbaarheidscyclus. Op dit gebied moet alles gedaan worden, opdat een dergelijke kennis toegankelijk is voor alle echtgenoten en eerder nog voor de jongeren, door middel van een duidelijke, tijdige en serieuze voorlichting en opvoeding, door echtparen, artsen en deskundigen. De kennis moet dan uitmonden in opvoeding tot zelfbeheersing; vandaar de absolute noodzaak van de deugd van kuisheid en van de blijvende opvoeding daartoe. Volgens de christelijke visie betekent de kuisheid geenszins afwijzing van of minachting voor de menselijke seksualiteit: zij betekent veeleer geestelijke energie, die de liefde weet te verdedigen tegen de gevaren van egoïsme en van agressiviteit en haar weet te doen groeien naar haar volledige verwerkelijking.
Met diepe intuïtie van wijsheid en liefde heeft Paulus VI niets anders gedaan dan de ervaring van veel echtparen vertolken, toen hij geschreven heeft in zijn encycliek:
"De beheersing van de geslachtsdrift door verstand en vrije wil vraagt ongetwijfeld om zelftucht opdat de gevoelsuitingen in het huwelijksleven goed geordend zijn, wat vooral nodig is voor de inachtneming van de periodieke onthouding. Maar deze zelftucht, die eigen is aan de echtelijke kuisheid, verre van de echtelijke liefde te schaden, verleent haar integendeel een hogere menselijke waarde. Zij vereist een voortdurende inspanning, maar dank zij haar weldadige invloed ontwikkelen de echtgenoten volledig hun persoonlijkheid en verrijken zij zich met geestelijke waarden; zij schenkt aan het gezinsleven vruchten van rust en vrede en vergemakkelijkt de oplossing van andere problemen; zij begunstigt de attentie voor de andere partner, helpt de echtparen het egoïsme, de vijand van de ware liefde, uit te bannen en verdiept hun verantwoordelijkheidszin bij de vervulling van hun plichten. De ouders verwerven door haar het vermogen van een diepere en meer werkdadige invloed bij de opvoeding van de kinderen". Humanae Vitae [[34|21]]
Referenties naar alinea 33: 11
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
34
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Instrumentum Laboris voor de 14e Gewone Bisschoppensynode (2015) ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De morele normen van Humanae Vitae en de pastorale plichten ->=geentekst=
Notitie over de Verklaring 'Fiducia Supplicans' ->=geentekst=
Notitie over de Verklaring 'Fiducia Supplicans' ->=geentekst=
De zedelijke vooruitgang van de echtgenoten
Het is altijd van groot belang een juist begrip te hebben van de zedelijke orde, van haar waarden en normen; dat belang groeit, wanneer de moeilijkheden ze te eerbiedigen, talrijker en zwaarder worden. Juist omdat de zedelijke orde de bedoeling van God de Schepper openbaart en voorhoudt, kan zij niet iets zijn dat de mens benadeelt en zijn persoonlijkheid kleineert; integendeel, omdat zij beantwoordt aan de diepste behoeften van de door God geschapen mens, stelt zij zich in dienst van diens volledige mens-zijn, met de fijnzinnige en verplichtende liefde waarmee God zelf ieder schepsel bezielt, ondersteunt en naar zijn geluk voert.
De mens, die geroepen is te leven in verantwoordelijkheid volgens het wijze en liefdevolle plan van God, is echter een historisch wezen dat zichzelf van dag tot dag vormt door zijn talrijke vrije keuzen; daarom kent, bemint en volbrengt hij het zedelijke goed in groeifasen.
Ook de echtgenoten zijn in hun zedelijk leven geroepen tot een onophoudelijke vooruitgang, waarin zij worden gesteund door het oprechte en werkdadige verlangen steeds beter de waarden te leren kennen die door de goddelijke wet beschermd en bevorderd worden, en door de loyale en edelmoedige wil die waarden gestalte te geven in hun concrete keuzen. Zij mogen echter de wet niet alleen maar zien als een ideaal dat zij in de toekomst moeten bereiken; zij moeten haar beschouwen als een bevel van Christus de Heer, ervoor zorgend dat zij de moeilijkheden vol ijver overwinnen.
Deze gezamenlijke voortgang vraagt om studie, voorlichting en een passende opleiding van priesters, religieuzen en leken die een taak hebben in de gezinspastoraal; zij allen zullen de echtgenoten kunnen helpen op hun menselijke en geestelijke tocht die het bewustzijn van de zonde meebrengt en de oprechte ijver voor de naleving van de zedenwet, alsmede de dienst van de verzoening. Men moet er zich ook van bewust zijn dat het in de intieme huwelijksomgang gaat om de wil van twee personen, die echter geroepen zijn tot harmonie van geest en gedrag; dit vraagt veel geduld, toegeeflijkheid en tijd. Van bijzonder belang is op dit gebied de overeenstemming van het morele en pastorale oordeel van de priesters; die overeenstemming moet nauwgezet gezocht en bewaard worden, opdat de gelovigen geen gewetensangst behoeven te hebben. vgl: Humanae Vitae [[[34|28]]]
De vooruitgang van de echtgenoten zal dus vergemakkelijkt worden, als zij, de leer van de Kerk eerbiedigend en in hoge mate vertrouwend op de genade van Christus, geholpen en begeleid door de zielenherders en door de hele kerkelijke gemeenschap, weten te ontdekken en te ervaren welke de kracht is die het Evangelie aanbiedt en die het gebod van de Heer aanreikt, voor de bevrijding en de ontwikkeling van de ware liefde.
Het is altijd van groot belang een juist begrip te hebben van de zedelijke orde, van haar waarden en normen; dat belang groeit, wanneer de moeilijkheden ze te eerbiedigen, talrijker en zwaarder worden. Juist omdat de zedelijke orde de bedoeling van God de Schepper openbaart en voorhoudt, kan zij niet iets zijn dat de mens benadeelt en zijn persoonlijkheid kleineert; integendeel, omdat zij beantwoordt aan de diepste behoeften van de door God geschapen mens, stelt zij zich in dienst van diens volledige mens-zijn, met de fijnzinnige en verplichtende liefde waarmee God zelf ieder schepsel bezielt, ondersteunt en naar zijn geluk voert.
De mens, die geroepen is te leven in verantwoordelijkheid volgens het wijze en liefdevolle plan van God, is echter een historisch wezen dat zichzelf van dag tot dag vormt door zijn talrijke vrije keuzen; daarom kent, bemint en volbrengt hij het zedelijke goed in groeifasen.
Ook de echtgenoten zijn in hun zedelijk leven geroepen tot een onophoudelijke vooruitgang, waarin zij worden gesteund door het oprechte en werkdadige verlangen steeds beter de waarden te leren kennen die door de goddelijke wet beschermd en bevorderd worden, en door de loyale en edelmoedige wil die waarden gestalte te geven in hun concrete keuzen. Zij mogen echter de wet niet alleen maar zien als een ideaal dat zij in de toekomst moeten bereiken; zij moeten haar beschouwen als een bevel van Christus de Heer, ervoor zorgend dat zij de moeilijkheden vol ijver overwinnen.
"Daarom mag de zogenaamde "wet van de geleidelijkheid" of de geleidelijke vooruitgang niet vereenzelvigd worden met de "geleidelijkheid van de wet", alsof er verschillende graden en verschillende vormen van voorschriften zouden zijn in de wet voor onderscheiden mensen en situaties. Volgens Gods bedoeling worden alle echtgenoten in het huwelijk geroepen tot heiligheid en deze hoge roeping wordt verwerkelijkt in zoverre de menselijke persoon in staat is te beantwoorden aan het goddelijk gebod met een gerust gemoed en in vertrouwen op Gods genade en de eigen wil". Bij de sluiting van de 7e Bisschoppensynode (over het Gezin) [[1788|8]]In dezelfde lijn is het van belang voor de pedagogie van de Kerk dat de echtgenoten vooral duidelijk de leer van de encycliek Humanae Vitae [34] erkennen als norm voor het gebruik van hun seksualiteit en zich oprecht inspannen de voorwaarden te scheppen die nodig zijn om deze norm te vervullen. Deze pedagogie omvat, zoals de synode naar voren heeft gebracht, heel het huwelijksleven. Daarom moet de taak het leven door te geven, geïntegreerd worden in de universele zending van heel het christelijke leven, dat zonder het kruis niet tot de verrijzenis kan komen. In deze context kan men begrijpen dat het niet mogelijk is de bereidheid tot zelfverloochening en opoffering uit het gezinsleven weg te denken; deze moet men integendeel van harte aanvaarden, teneinde de echtelijke liefde te verdiepen en haar bron van innige vreugde te laten worden.
Deze gezamenlijke voortgang vraagt om studie, voorlichting en een passende opleiding van priesters, religieuzen en leken die een taak hebben in de gezinspastoraal; zij allen zullen de echtgenoten kunnen helpen op hun menselijke en geestelijke tocht die het bewustzijn van de zonde meebrengt en de oprechte ijver voor de naleving van de zedenwet, alsmede de dienst van de verzoening. Men moet er zich ook van bewust zijn dat het in de intieme huwelijksomgang gaat om de wil van twee personen, die echter geroepen zijn tot harmonie van geest en gedrag; dit vraagt veel geduld, toegeeflijkheid en tijd. Van bijzonder belang is op dit gebied de overeenstemming van het morele en pastorale oordeel van de priesters; die overeenstemming moet nauwgezet gezocht en bewaard worden, opdat de gelovigen geen gewetensangst behoeven te hebben. vgl: Humanae Vitae [[[34|28]]]
De vooruitgang van de echtgenoten zal dus vergemakkelijkt worden, als zij, de leer van de Kerk eerbiedigend en in hoge mate vertrouwend op de genade van Christus, geholpen en begeleid door de zielenherders en door de hele kerkelijke gemeenschap, weten te ontdekken en te ervaren welke de kracht is die het Evangelie aanbiedt en die het gebod van de Heer aanreikt, voor de bevrijding en de ontwikkeling van de ware liefde.
Referenties naar alinea 34: 16
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Veritatis Splendor ->=geentekst=
Evangelii Gaudium ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Instrumentum Laboris voor de 14e Gewone Bisschoppensynode (2015) ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De morele normen van Humanae Vitae en de pastorale plichten ->=geentekst=
Notitie over de Verklaring 'Fiducia Supplicans' ->=geentekst=
Notitie over de Verklaring 'Fiducia Supplicans' ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Overtuiging wekken en concrete hulp bieden.
Wat het probleem van een zedelijk geoorloofde geboorteregeling betreft, moet de kerkelijke gemeenschap in deze tijd de taak op zich nemen een vaste overtuiging te wekken en concrete hulp te bieden aan degenen die het vaderschap en het moederschap op werkelijk verantwoorde wijze willen verwezenlijken. Terwijl de Kerk zich verheugt over de resultaten die reeds bereikt zijn door het wetenschappelijk onderzoek voor een meer nauwkeurige kennis van het ritme van de vruchtbaarheid van de vrouw, en terwijl zij aanspoort tot een meer geregelde en ruimere uitbreiding van dit onderzoek, moet zij op dit gebied met hernieuwde kracht een beroep doen op de verantwoordelijkheid van allen - artsen, deskundigen, huwelijksconsulenten, opvoeders, echtparen - die de gehuwden doeltreffend kunnen helpen om lief te hebben in respect voor de structuur en de doeleinden van de huwelijksdaad, die uitdrukking is van hun liefde. Dit betekent een grotere, meer beslissende en meer systematische inspanning om de natuurlijke methoden van geboortebeperking te doen kennen, waarderen en toepassen. vgl: Tot vertegenwoordigers van Centre de Liaison des Equipes de Recherche [[[1938|(9)]]] vgl: Tot de deelnemers aan het eerste congres voor de gezinnen in Afrika en Europa [[[1955]]]
Een kostbaar getuigenis kan en moet gegeven worden door die echtparen die door hun gezamenlijke inspanning in de periodieke onthouding gekomen zijn tot een rijper persoonlijk eigen oordeel over de liefde en het leven. Zoals Paulus VI schreef:
Wat het probleem van een zedelijk geoorloofde geboorteregeling betreft, moet de kerkelijke gemeenschap in deze tijd de taak op zich nemen een vaste overtuiging te wekken en concrete hulp te bieden aan degenen die het vaderschap en het moederschap op werkelijk verantwoorde wijze willen verwezenlijken. Terwijl de Kerk zich verheugt over de resultaten die reeds bereikt zijn door het wetenschappelijk onderzoek voor een meer nauwkeurige kennis van het ritme van de vruchtbaarheid van de vrouw, en terwijl zij aanspoort tot een meer geregelde en ruimere uitbreiding van dit onderzoek, moet zij op dit gebied met hernieuwde kracht een beroep doen op de verantwoordelijkheid van allen - artsen, deskundigen, huwelijksconsulenten, opvoeders, echtparen - die de gehuwden doeltreffend kunnen helpen om lief te hebben in respect voor de structuur en de doeleinden van de huwelijksdaad, die uitdrukking is van hun liefde. Dit betekent een grotere, meer beslissende en meer systematische inspanning om de natuurlijke methoden van geboortebeperking te doen kennen, waarderen en toepassen. vgl: Tot vertegenwoordigers van Centre de Liaison des Equipes de Recherche [[[1938|(9)]]] vgl: Tot de deelnemers aan het eerste congres voor de gezinnen in Afrika en Europa [[[1955]]]
Een kostbaar getuigenis kan en moet gegeven worden door die echtparen die door hun gezamenlijke inspanning in de periodieke onthouding gekomen zijn tot een rijper persoonlijk eigen oordeel over de liefde en het leven. Zoals Paulus VI schreef:
"Aan hen vertrouwt de Heer de taak toe aan de mensen de heiligheid en de liefelijkheid zichtbaar te maken van de wet die de wederzijdse liefde van de echtgenoten verenigt met hun medewerking aan de liefde van God, de Schepper van het menselijk leven". Humanae Vitae [[34|25]]
Referenties naar alinea 35: 7
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
Tot de Bisschoppen van de Verenigde Staten van Amerika ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De opvoeding
36
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Het recht en de plicht van de ouders hun kinderen op te voeden.
De taak van de opvoeding heeft haar wortels in de oorspronkelijke roeping van de echtgenoten mee te werken aan het scheppingswerk van God: wanneer de ouders in liefde en uit liefde een nieuwe mens verwekken, die in zich de roeping draagt te groeien en zich te ontwikkelen, nemen zij daarmee de taak op zich hem werkdadig te helpen volkomen menselijk te leven. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie in herinnering gebracht heeft:
De taak van de opvoeding heeft haar wortels in de oorspronkelijke roeping van de echtgenoten mee te werken aan het scheppingswerk van God: wanneer de ouders in liefde en uit liefde een nieuwe mens verwekken, die in zich de roeping draagt te groeien en zich te ontwikkelen, nemen zij daarmee de taak op zich hem werkdadig te helpen volkomen menselijk te leven. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie in herinnering gebracht heeft:
"Aangezien de ouders het leven aan de kinderen hebben doorgegeven, hebben zij de ernstige plicht hen op te voeden; zij moeten daarom gezien worden als hun eerste en voornaamste opvoeders. Hun taak van opvoeding is zo belangrijk dat zij nauwelijks vervangen kan worden, als zij komt te ontbreken. Het valt inderdaad aan de ouders te beurt in de schoot van het gezin een atmosfeer te scheppen die bezield wordt door liefde en eerbied jegens God en de mensen en die gunstig is voor de algehele opvoeding van de kinderen in persoonlijke en maatschappelijke zin. Het gezin is dus de eerste school voor maatschappelijke deugden, die juist voor iedere samenleving nodig zijn". Gravissimum Educationis [[647|3]]Het recht en de plicht van de ouders tot onderricht wordt
- als wezenlijk gekenschetst omdat het verbonden is aan de overdracht van het menselijke leven;
- als oorspronkelijk en primair voor zover het de taak van het opvoeden van anderen betreft en de unieke liefdesbetrekking tussen ouders en kinderen is;
- als onvervangbaar en onvervreemdbaar, dat daarom niet volledig overgedragen mag worden aan anderen en niet door anderen wederrechtelijk overgenomen mag worden.
Referenties naar alinea 36: 9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
37
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
De liefde in het gezin is een waarborg voor de toekomst van de mensheid ->=geentekst=
Opvoeden tot de wezenlijke waarden van het menselijke leven
Ondanks de moeilijkheden bij het onderricht, die tegenwoordig vaak zwaar zijn, moeten de ouders hun kinderen met vertrouwen en moed onderwijzen in de wezenlijke waarden van het menselijke leven. De kinderen moeten opgroeien in een juiste vrijheid tegenover het gebruik van de stoffelijke goederen en zich een eenvoudige en sobere levensstijl eigen maken, in de vaste overtuiging dat "de mens meer waard is door wat hij is dan door wat hij heeft". Gaudium et Spes [[575|35]] In een maatschappij die geschokt en uiteengevallen is door de spanningen en conflicten wegens de hevige botsingen tussen de verschillende vormen van individualisme en egoïsme, moeten de kinderen zich verrijken niet alleen met de zin voor ware gerechtigheid die als enige de mensen leidt tot respect voor ieders persoonlijke waardigheid, maar ook en vooral met de zin voor de echte liefde die oprechte zorg betekent en belangeloze dienst jegens de anderen, in het bijzonder de armsten en meest behoeftigen. Het gezin is de eerste en fundamentele school voor sociale deugden: als liefdesgemeenschap vindt het in de zelfgave de wet die het leidt en doet groeien. De zelfgave die de onderlinge liefde van de echtgenoten bezielt, vormt het model en de norm voor de zelfgave die er moet zijn in de relaties tussen broers en zusters en tussen de verschillende generaties die in het gezin samenleven. De omgang en gemeenschap waarin men dagelijks thuis leeft, in de ogenblikken van vreugde en van moeilijkheden, zijn de meest waarachtige en werkdadige pedagogie om de kinderen actief, bewust en vruchtbaar in te voegen in de wijdere wereld van de maatschappij.
De opvoeding tot liefde als zelfgave vormt ook de onmisbare vooronderstelling voor de ouders, die geroepen zijn aan de kinderen een duidelijke en verstandige seksuele opvoeding te geven. Tegenover een cultuur die de menselijke seksualiteit grotendeels "banaliseert", omdat zij haar interpreteert en beleeft op gereduceerde en verarmde wijze, door haar alleen te verbinden met het lichaam en met het egoïstisch genot, moet de opvoedende dienst van de ouders zich standvastig richten op een seksuele cultuur die werkelijk en volledig persoonlijk is: de seksualiteit is immers een rijkdom van heel de persoon - lichaam, gevoel en ziel - en openbaart haar innerlijke betekenis, als zij de persoon brengt tot zelfgave in de liefde.
Het seksuele onderricht, fundamenteel recht en plicht van de ouders, moet steeds plaatsvinden onder hun zorgzame leiding, hetzij thuis, hetzij in de opvoedingscentra die door hen gekozen zijn en gecontroleerd worden. In deze zin bevestigt de Kerk de wet van de subsidiariteit, waaraan de school zich moet houden, wanneer zij meewerkt aan de seksuele opvoeding: zij moet zich opstellen in de geest die de ouders bezielt.
Hierbij is de opvoeding tot kuisheid onmisbaar, als deugd die de waarachtige rijpheid van de persoon ontwikkelt en hem bekwaam maakt om de betekenis van het lichaam voor het huwelijk te respecteren en te bevorderen. De tekenen van de roeping door God onderkennend, moeten de christelijke ouders zelfs speciale aandacht en zorg besteden aan de opvoeding tot maagdelijkheid, als hoogste vorm van de zelfgave die de eigen zin vormt van de menselijke seksualitieit.
Wegens de nauwe banden tussen de seksuele dimensie van de persoon en zijn ethische waarden moet de opvoeding de kinderen ertoe brengen de zedelijke normen te erkennen en te waarderen als noodzakelijke en kostbare garantie voor een verantwoorde persoonlijke groei in de menselijke seksualiteit.
Daarom verzet de Kerk zich voortdurend tegen een bepaalde, vaak gepropageerde vorm van seksuele voorlichting die is losgemaakt van de zedelijke beginselen en niets anders is dan een inleiding op de ervaring van het genot en een prikkel die voert tot het verlies van de gemoedsrust - reeds in de jaren van onschuld - en de weg naar de ondeugd opent.
Ondanks de moeilijkheden bij het onderricht, die tegenwoordig vaak zwaar zijn, moeten de ouders hun kinderen met vertrouwen en moed onderwijzen in de wezenlijke waarden van het menselijke leven. De kinderen moeten opgroeien in een juiste vrijheid tegenover het gebruik van de stoffelijke goederen en zich een eenvoudige en sobere levensstijl eigen maken, in de vaste overtuiging dat "de mens meer waard is door wat hij is dan door wat hij heeft". Gaudium et Spes [[575|35]] In een maatschappij die geschokt en uiteengevallen is door de spanningen en conflicten wegens de hevige botsingen tussen de verschillende vormen van individualisme en egoïsme, moeten de kinderen zich verrijken niet alleen met de zin voor ware gerechtigheid die als enige de mensen leidt tot respect voor ieders persoonlijke waardigheid, maar ook en vooral met de zin voor de echte liefde die oprechte zorg betekent en belangeloze dienst jegens de anderen, in het bijzonder de armsten en meest behoeftigen. Het gezin is de eerste en fundamentele school voor sociale deugden: als liefdesgemeenschap vindt het in de zelfgave de wet die het leidt en doet groeien. De zelfgave die de onderlinge liefde van de echtgenoten bezielt, vormt het model en de norm voor de zelfgave die er moet zijn in de relaties tussen broers en zusters en tussen de verschillende generaties die in het gezin samenleven. De omgang en gemeenschap waarin men dagelijks thuis leeft, in de ogenblikken van vreugde en van moeilijkheden, zijn de meest waarachtige en werkdadige pedagogie om de kinderen actief, bewust en vruchtbaar in te voegen in de wijdere wereld van de maatschappij.
De opvoeding tot liefde als zelfgave vormt ook de onmisbare vooronderstelling voor de ouders, die geroepen zijn aan de kinderen een duidelijke en verstandige seksuele opvoeding te geven. Tegenover een cultuur die de menselijke seksualiteit grotendeels "banaliseert", omdat zij haar interpreteert en beleeft op gereduceerde en verarmde wijze, door haar alleen te verbinden met het lichaam en met het egoïstisch genot, moet de opvoedende dienst van de ouders zich standvastig richten op een seksuele cultuur die werkelijk en volledig persoonlijk is: de seksualiteit is immers een rijkdom van heel de persoon - lichaam, gevoel en ziel - en openbaart haar innerlijke betekenis, als zij de persoon brengt tot zelfgave in de liefde.
Het seksuele onderricht, fundamenteel recht en plicht van de ouders, moet steeds plaatsvinden onder hun zorgzame leiding, hetzij thuis, hetzij in de opvoedingscentra die door hen gekozen zijn en gecontroleerd worden. In deze zin bevestigt de Kerk de wet van de subsidiariteit, waaraan de school zich moet houden, wanneer zij meewerkt aan de seksuele opvoeding: zij moet zich opstellen in de geest die de ouders bezielt.
Hierbij is de opvoeding tot kuisheid onmisbaar, als deugd die de waarachtige rijpheid van de persoon ontwikkelt en hem bekwaam maakt om de betekenis van het lichaam voor het huwelijk te respecteren en te bevorderen. De tekenen van de roeping door God onderkennend, moeten de christelijke ouders zelfs speciale aandacht en zorg besteden aan de opvoeding tot maagdelijkheid, als hoogste vorm van de zelfgave die de eigen zin vormt van de menselijke seksualitieit.
Wegens de nauwe banden tussen de seksuele dimensie van de persoon en zijn ethische waarden moet de opvoeding de kinderen ertoe brengen de zedelijke normen te erkennen en te waarderen als noodzakelijke en kostbare garantie voor een verantwoorde persoonlijke groei in de menselijke seksualiteit.
Daarom verzet de Kerk zich voortdurend tegen een bepaalde, vaak gepropageerde vorm van seksuele voorlichting die is losgemaakt van de zedelijke beginselen en niets anders is dan een inleiding op de ervaring van het genot en een prikkel die voert tot het verlies van de gemoedsrust - reeds in de jaren van onschuld - en de weg naar de ondeugd opent.
Referenties naar alinea 37: 28
Evangelium Vitae ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Pastores Dabo Vobis ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
De liefde in het gezin is een waarborg voor de toekomst van de mensheid ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
De opvoedende taak en het sacrament van het huwelijk
Voor de christelijke ouders heeft de opvoedende taak die, zoals gezegd, geworteld is in hun deelname aan het scheppingswerk van God, een nieuwe en speciale bron in het sacrament van het huwelijk, dat hen aan de specifiek christelijke opvoeding van de kinderen toewijdt, d.w.z. hen oproept deel te nemen aan het gezag en aan de liefde van God de Vader en van Christus de Herder alsook aan de moederlijke liefde van de Kerk, en hen verrijkt met wijsheid, raad, sterkte en alle andere gaven van de heilige Geest, om de kinderen te helpen in hun menselijke en christelijke groei. Vanuit het sacrament van het huwelijk ontvangt de taak van de opvoeding de waardigheid en de roeping een echte en eigen "bediening" van de Kerk te zijn ten dienste van de vervolmaking van haar leden. De grootheid en de schittering van deze opvoedende bediening van de christelijke ouders zijn zodanig dat Sint Thomas niet aarzelt haar te vergelijken met de priesterlijke bediening:
Voor de christelijke ouders heeft de opvoedende taak die, zoals gezegd, geworteld is in hun deelname aan het scheppingswerk van God, een nieuwe en speciale bron in het sacrament van het huwelijk, dat hen aan de specifiek christelijke opvoeding van de kinderen toewijdt, d.w.z. hen oproept deel te nemen aan het gezag en aan de liefde van God de Vader en van Christus de Herder alsook aan de moederlijke liefde van de Kerk, en hen verrijkt met wijsheid, raad, sterkte en alle andere gaven van de heilige Geest, om de kinderen te helpen in hun menselijke en christelijke groei. Vanuit het sacrament van het huwelijk ontvangt de taak van de opvoeding de waardigheid en de roeping een echte en eigen "bediening" van de Kerk te zijn ten dienste van de vervolmaking van haar leden. De grootheid en de schittering van deze opvoedende bediening van de christelijke ouders zijn zodanig dat Sint Thomas niet aarzelt haar te vergelijken met de priesterlijke bediening:
"Sommigen verbreiden en bewaren het geestelijke leven door een uitsluitend geestelijke bediening en dit behoort tot het sacrament van het priesterschap; anderen doen het met betrekking tot zowel het lichamelijke als het geestelijke leven en dit geschiedt door het sacrament van het huwelijk, waarin man en vrouw zich verenigen om kinderen voort te brengen en hen op te voeden voor de godsdienst". IV, 58 [[837]]Het levendige en waakzame bewustzijn van de zending die de ouders ontvangen door het sacrament van het huwelijk, zal hen helpen zich met grote sereniteit en met groot vertrouwen in te zetten voor de opvoeding van de kinderen en tevens met gevoel van verantwoordelijkheid jegens God die hen roept en zendt om in de kinderen de Kerk op te bouwen. Zo wordt het gezin van de gedoopten, door woord en sacrament bijeengeroepen als huiskerk, tegelijk lerares en moeder, zoals de grote Kerk.
Referenties naar alinea 38: 4
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
De eerste ervaring van Kerk-zijn
De zending tot opvoeding eist dat de christelijke ouders aan de kinderen alles rijkelijk schenken wat nodig is voor de geleidelijke rijping van hun persoonlijkheid vanuit christelijk en kerkelijk gezichtspunt. Laten zij zich daarom de bovengenoemde lijnen van de opvoeding herinneren en ervoor zorgen aan de kinderen te tonen tot welke diepe zingeving het geloof en de liefde van Jezus Christus hen kunnen voeren. Bovendien zal de wetenschap dat de Heer hun de groei heeft toevertrouwd van een kind van God, van een broeder van Christus, van een tempel van de heilige Geest, van een lid van de Kerk, de christelijke ouders steunen in hun taak in de ziel van de kinderen de gave van de goddelijke genade te versterken. Het Tweede Vaticaans Concilie preciseert de inhoud van de christelijke opvoeding als volgt:
Krachtens deze bediening van de opvoeding zijn de ouders door het getuigenis van hun leven de eerste herauten van het Evangelie voor de kinderen. Bovendien, door met de kinderen te bidden, zich met hen te wijden aan de lezing van het Woord Gods en hen op te nemen in het innerlijke eucharistisch en kerkelijk Lichaam van Christus door middel van de christelijke inwijding, worden zij volledig ouders, d.w.z. verwekkers niet alleen van het lichamelijk leven maar ook van het leven dat door middel van de vernieuwing van de Geest ontspringt aan het kruis en de verrijzenis van Christus.
Opdat de christelijke ouders hun taak van de opvoeding waardig kunnen vervullen, hebben de synodevaders de wens uitgesproken dat een geschikte catechismustekst voor het gezin wordt samengesteld, duidelijk, kort en zodanig dat allen hem zich gemakkelijk eigen kunnen maken. De bisschoppenconferenties worden met aandrang uitgenodigd zich ijverig in te spannen voor het samenstellen van zo'n catechismus.
De zending tot opvoeding eist dat de christelijke ouders aan de kinderen alles rijkelijk schenken wat nodig is voor de geleidelijke rijping van hun persoonlijkheid vanuit christelijk en kerkelijk gezichtspunt. Laten zij zich daarom de bovengenoemde lijnen van de opvoeding herinneren en ervoor zorgen aan de kinderen te tonen tot welke diepe zingeving het geloof en de liefde van Jezus Christus hen kunnen voeren. Bovendien zal de wetenschap dat de Heer hun de groei heeft toevertrouwd van een kind van God, van een broeder van Christus, van een tempel van de heilige Geest, van een lid van de Kerk, de christelijke ouders steunen in hun taak in de ziel van de kinderen de gave van de goddelijke genade te versterken. Het Tweede Vaticaans Concilie preciseert de inhoud van de christelijke opvoeding als volgt:
"Zij streeft niet alleen de ... volwassenheid van de menselijke persoon na, maar is er vooral op gericht dat de gedoopten, die geleidelijk in de kennis van het heilsgeheim worden ingeleid, zich steeds meer bewust worden van de gave van het geloof; dat zij, vooral in de liturgische beleving, God de Vader in geest en waarheid (Joh. 4, 23) [[b:Joh. 4, 23]] leren aanbidden en gevormd worden om hun eigen leven te leiden volgens de nieuwe mens in ware gerechtigheid en heiligheid (Ef. 4, 22-24) [b:Ef. 4, 22-24] en bijdragen tot de groei van het mystiek lichaam. Ook moeten zij, zich bewust van hun roeping, gewoon worden getuigenis af te leggen van de hoop die in hen is (1 Pt. 3, 15) [[b:1 Pt. 3, 15]] en mee te werken aan de christelijke omvorming van de wereld". Gravissimum Educationis [[647|2]]Ook de synode, die de lijnen van de leer van het Concilie heeft hernomen en ontwikkeld, heeft de opvoedende zending van het christelijk gezin voorgehouden als een echte bediening waardoor het Evangelie overgedragen en verbreid wordt, zodanig dat het gezinsleven zelf een gelovige tocht wordt en in zekere zin christelijke inwijding en school voor de navolging van Christus. In het gezin dat zich bewust is van deze gave, "evangeliseren alle leden en worden alle leden geëvangeliseerd", zoals Paulus VI heeft geschreven. Evangelii Nuntiandi [[519|71]]
Krachtens deze bediening van de opvoeding zijn de ouders door het getuigenis van hun leven de eerste herauten van het Evangelie voor de kinderen. Bovendien, door met de kinderen te bidden, zich met hen te wijden aan de lezing van het Woord Gods en hen op te nemen in het innerlijke eucharistisch en kerkelijk Lichaam van Christus door middel van de christelijke inwijding, worden zij volledig ouders, d.w.z. verwekkers niet alleen van het lichamelijk leven maar ook van het leven dat door middel van de vernieuwing van de Geest ontspringt aan het kruis en de verrijzenis van Christus.
Opdat de christelijke ouders hun taak van de opvoeding waardig kunnen vervullen, hebben de synodevaders de wens uitgesproken dat een geschikte catechismustekst voor het gezin wordt samengesteld, duidelijk, kort en zodanig dat allen hem zich gemakkelijk eigen kunnen maken. De bisschoppenconferenties worden met aandrang uitgenodigd zich ijverig in te spannen voor het samenstellen van zo'n catechismus.
Referenties naar alinea 39: 3
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Betrekking met andere opvoedkundige krachten
Het gezin is wel de eerste maar niet de enige en exclusieve opvoedende gemeenschap: de sociale dimensie van de mens - burgerlijk en kerkelijk - vereist en leidt tot een meer omvangrijke en meer geregelde activiteit, die de vrucht moet zijn van de geordende actieve hulp van de verschillende opvoedkundige krachten. Deze zijn alle nodig, ook al kan en moet elkeen deelnemen met zijn eigen bevoegdheid en zijn eigen bijdrage. vgl: Gravissimum Educationis [[[647|3]]] De opvoedende taak van het christelijk gezin heeft daarom een zeer belangrijke plaats in de organische pastorale activiteit; dit houdt een nieuwe vorm van samenwerking in tussen de ouders en de christelijke gemeenschap, tussen de verschillende opvoedingsorganen en de herders. In deze zin moet de vernieuwing van de Katholieke school een bijzondere plaats toekennen aan de ouders van de leerlingen en aan de vorming van een uitstekende opvoedende gemeenschap.
Het recht van ouders op de keuze van een opvoeding die in overeenstemming is met hun godsdienstig geloof, moet absoluut verzekerd worden.
Staat en de Kerk hebben de verplichting aan de gezinnen alle mogelijke hulp te bieden, opdat zij hun taken van opvoeding passend kunnen vervullen. Kerk en de Staat moeten derhalve die instellingen en activiteiten scheppen en bevorderen waarom de gezinnen terecht vragen en deze hulp moet in verhouding staan tot de noden van de gezinnen. Al degenen die in de maatschappij aan het hoofd van scholen staan, moeten dus nooit vergeten dat de ouders door God zijn aangesteld als eerste en voornaamste opvoeders van de kinderen en dat hun recht volstrekt onvervreemdbaar is.
Naast dit recht staat de ernstige plicht van de ouders zich te allen tijde grondig in te spannen voor een hartelijke en doeltreffende relatie met het onderwijzend personeel en met de besturen van de scholen.
Als in de scholen ideologieën onderwezen worden die in strijd zijn met het christelijke geloof, moet het gezin, samen met andere gezinnen, waar mogelijk door middel van ouderverenigingen en dergelijke, de jongeren met alle kracht en met wijsheid helpen niet van het geloof af te dwalen. In dit geval heeft het gezin bijzondere hulp nodig van de kant van de zielenherders, die niet moeten vergeten dat de ouders het onschendbaar recht hebben hun eigen kinderen toe te vertrouwen aan de kerkelijke gemeenschap.
Het gezin is wel de eerste maar niet de enige en exclusieve opvoedende gemeenschap: de sociale dimensie van de mens - burgerlijk en kerkelijk - vereist en leidt tot een meer omvangrijke en meer geregelde activiteit, die de vrucht moet zijn van de geordende actieve hulp van de verschillende opvoedkundige krachten. Deze zijn alle nodig, ook al kan en moet elkeen deelnemen met zijn eigen bevoegdheid en zijn eigen bijdrage. vgl: Gravissimum Educationis [[[647|3]]] De opvoedende taak van het christelijk gezin heeft daarom een zeer belangrijke plaats in de organische pastorale activiteit; dit houdt een nieuwe vorm van samenwerking in tussen de ouders en de christelijke gemeenschap, tussen de verschillende opvoedingsorganen en de herders. In deze zin moet de vernieuwing van de Katholieke school een bijzondere plaats toekennen aan de ouders van de leerlingen en aan de vorming van een uitstekende opvoedende gemeenschap.
Het recht van ouders op de keuze van een opvoeding die in overeenstemming is met hun godsdienstig geloof, moet absoluut verzekerd worden.
Staat en de Kerk hebben de verplichting aan de gezinnen alle mogelijke hulp te bieden, opdat zij hun taken van opvoeding passend kunnen vervullen. Kerk en de Staat moeten derhalve die instellingen en activiteiten scheppen en bevorderen waarom de gezinnen terecht vragen en deze hulp moet in verhouding staan tot de noden van de gezinnen. Al degenen die in de maatschappij aan het hoofd van scholen staan, moeten dus nooit vergeten dat de ouders door God zijn aangesteld als eerste en voornaamste opvoeders van de kinderen en dat hun recht volstrekt onvervreemdbaar is.
Naast dit recht staat de ernstige plicht van de ouders zich te allen tijde grondig in te spannen voor een hartelijke en doeltreffende relatie met het onderwijzend personeel en met de besturen van de scholen.
Als in de scholen ideologieën onderwezen worden die in strijd zijn met het christelijke geloof, moet het gezin, samen met andere gezinnen, waar mogelijk door middel van ouderverenigingen en dergelijke, de jongeren met alle kracht en met wijsheid helpen niet van het geloof af te dwalen. In dit geval heeft het gezin bijzondere hulp nodig van de kant van de zielenherders, die niet moeten vergeten dat de ouders het onschendbaar recht hebben hun eigen kinderen toe te vertrouwen aan de kerkelijke gemeenschap.
Referenties naar alinea 40: 5
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de samenwerking van man en vrouw in de Kerk en in de wereld ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Een veelzijdige dienst aan het leven
De vruchtbare huwelijksliefde drukt zich uit in een dienst aan het leven in vele vormen, waarvan de voortbrenging en de opvoeding de meest directe, eigene en onvervangbare zijn. Werkelijk, iedere daad van echte liefde jegens de mens bewijst en vervolmaakt de geestelijke vruchtbaarheid van het gezin, want hij is gehoorzaamheid aan een diep, innerlijk dynamisme van de liefde als gave van zichzelf aan anderen. In dit perspectief, dat rijk is aan waarde en inzet voor allen, zullen vooral die gehuwden inspiratie kunnen vinden die moeten ervaren dat zij lichamelijk onvruchtbaar zijn. De christelijke gezinnen die in geloof alle mensen erkennen als kinderen van de ene Vader in de hemel, moeten edelmoedig kinderen van andere gezinnen te hulp komen, hen ondersteunen en liefhebben, niet als vreemdelingen maar als leden van het ene gezin van de kinderen Gods. Zo zullen de christelijke ouders hun liefde uitstrekken over de banden van vlees en bloed heen door de banden te voeden welke in de geest wortelen en zich ontplooien in de concrete dienst aan de kinderen van andere gezinnen die dikwijls zelfs aan de meest noodzakelijke dingen gebrek hebben. De christelijke gezinnen zullen meer beschikbaar weten te zijn voor de adoptie en de verzorging van kinderen die geen ouders meer hebben of door hun ouders aan hun lot zijn overgelaten: doordat deze kinderen de affectieve warmte van een gezin vinden, zodoende het liefdevolle en voorzienende vaderschap van God ervaren in het getuigenis van de christelijke ouders en opgroeien met sereniteit en vertrouwen in het leven, zal het gehele gezin worden verrijkt met de geestelijke waarden van een ruimere broederschap. De vruchtbaarheid van de gezinnen moet een blijvende "creativiteit" kennen, bewonderenswaardige vrucht van Gods Geest, die de ogen van het hart wijd openstelt om het lijden en de nieuwe noden van onze maatschappij te ontdekken en die de moed geeft ze te aanvaarden en er een antwoord op te geven. In dit kader biedt zich aan de gezinnen een zeer uitgestrekt terrein van actie aan: nog zorgwekkender dan het aan hun lot overlaten van kinderen is namelijk in deze tijd het verschijnsel van de sociale en culturele uitstoting dat de bejaarden hard treft evenals de zieken, de gehandicapten, de drugverslaafden, de ex-gevangenen enz. Op deze wijze verwijdt zich enorm de horizon van het vaderschap en het moederschap van de christelijke gezinnen: hun geestelijk vruchtbare liefde wordt uitgedaagd door deze en zovele andere noden van onze tijd. Met en door de gezinnen blijft de Heer Jezus medelijden met de menigten hebben.
De vruchtbare huwelijksliefde drukt zich uit in een dienst aan het leven in vele vormen, waarvan de voortbrenging en de opvoeding de meest directe, eigene en onvervangbare zijn. Werkelijk, iedere daad van echte liefde jegens de mens bewijst en vervolmaakt de geestelijke vruchtbaarheid van het gezin, want hij is gehoorzaamheid aan een diep, innerlijk dynamisme van de liefde als gave van zichzelf aan anderen. In dit perspectief, dat rijk is aan waarde en inzet voor allen, zullen vooral die gehuwden inspiratie kunnen vinden die moeten ervaren dat zij lichamelijk onvruchtbaar zijn. De christelijke gezinnen die in geloof alle mensen erkennen als kinderen van de ene Vader in de hemel, moeten edelmoedig kinderen van andere gezinnen te hulp komen, hen ondersteunen en liefhebben, niet als vreemdelingen maar als leden van het ene gezin van de kinderen Gods. Zo zullen de christelijke ouders hun liefde uitstrekken over de banden van vlees en bloed heen door de banden te voeden welke in de geest wortelen en zich ontplooien in de concrete dienst aan de kinderen van andere gezinnen die dikwijls zelfs aan de meest noodzakelijke dingen gebrek hebben. De christelijke gezinnen zullen meer beschikbaar weten te zijn voor de adoptie en de verzorging van kinderen die geen ouders meer hebben of door hun ouders aan hun lot zijn overgelaten: doordat deze kinderen de affectieve warmte van een gezin vinden, zodoende het liefdevolle en voorzienende vaderschap van God ervaren in het getuigenis van de christelijke ouders en opgroeien met sereniteit en vertrouwen in het leven, zal het gehele gezin worden verrijkt met de geestelijke waarden van een ruimere broederschap. De vruchtbaarheid van de gezinnen moet een blijvende "creativiteit" kennen, bewonderenswaardige vrucht van Gods Geest, die de ogen van het hart wijd openstelt om het lijden en de nieuwe noden van onze maatschappij te ontdekken en die de moed geeft ze te aanvaarden en er een antwoord op te geven. In dit kader biedt zich aan de gezinnen een zeer uitgestrekt terrein van actie aan: nog zorgwekkender dan het aan hun lot overlaten van kinderen is namelijk in deze tijd het verschijnsel van de sociale en culturele uitstoting dat de bejaarden hard treft evenals de zieken, de gehandicapten, de drugverslaafden, de ex-gevangenen enz. Op deze wijze verwijdt zich enorm de horizon van het vaderschap en het moederschap van de christelijke gezinnen: hun geestelijk vruchtbare liefde wordt uitgedaagd door deze en zovele andere noden van onze tijd. Met en door de gezinnen blijft de Heer Jezus medelijden met de menigten hebben.
Referenties naar alinea 41: 6
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over de samenwerking van man en vrouw in de Kerk en in de wereld ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De deelname aan de ontwikkeling van de maatschappij
42
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
'Op deze wijze is de liefde van God aan ons geopenbaard: God zond Zijn enige Zoon naar de wereld opdat we door Hem leven zouden hebben' (1 Joh. 4, 9) ->=geentekst=
Het gezin, eerste en vitale cel van de maatschappij
"Aangezien de Schepper van alle dingen het huwelijk ingesteld heeft als beginsel en fundament van heel de menselijke maatschappij", is het gezin de "eerste en vitale cel van de maatschappij" geworden. Apostolicam Actuositatem [[653|11]]
Het gezin heeft vitale en organische banden met de samenleving, omdat het er het fundament van is en haar voortdurend voedt door middel van zijn eigen dienst aan het leven. In het gezin worden immers de burgers geboren en in het gezin vinden zij de eerste school voor de maatschappelijke deugden die de ziel zijn van het leven en van de ontwikkeling van de maatschappij.
Verre van zich in zichzelf op te sluiten, stelt het gezin zich zo open, krachtens zijn aard en roeping, voor andere gezinnen en voor de maatschappij en neemt het zijn sociale taak op zich.
"Aangezien de Schepper van alle dingen het huwelijk ingesteld heeft als beginsel en fundament van heel de menselijke maatschappij", is het gezin de "eerste en vitale cel van de maatschappij" geworden. Apostolicam Actuositatem [[653|11]]
Het gezin heeft vitale en organische banden met de samenleving, omdat het er het fundament van is en haar voortdurend voedt door middel van zijn eigen dienst aan het leven. In het gezin worden immers de burgers geboren en in het gezin vinden zij de eerste school voor de maatschappelijke deugden die de ziel zijn van het leven en van de ontwikkeling van de maatschappij.
Verre van zich in zichzelf op te sluiten, stelt het gezin zich zo open, krachtens zijn aard en roeping, voor andere gezinnen en voor de maatschappij en neemt het zijn sociale taak op zich.
Referenties naar alinea 42: 6
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
'Op deze wijze is de liefde van God aan ons geopenbaard: God zond Zijn enige Zoon naar de wereld opdat we door Hem leven zouden hebben' (1 Joh. 4, 9) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
"Ik heb de geboden van mijn Vader onderhouden en ik blijf in zijn liefde" ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Tot Henriëtte barones van Lynden-Leijten, nieuwe ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Heilige Stoel, bij gelegenheid van de overhandiging van de geloofsbrieven ->=geentekst=
Het gezin versterken om drugs te bestrijden ->=geentekst=
Het gezinsleven als ervaring van communicatie en deelname
Juist deze ervaring van communicatie en deelname die het dagelijkse leven van het gezin moet kenmerken, vertegenwoordigt zijn eerste en fundamentele bijdrage aan de maatschappij. De betrekkingen tussen de leden van de gezinsgemeenschap worden bezield en geleid door de wet van het "om niet" die in allen samen en in ieder afzonderlijk de persoonlijke waardigheid respecteert en begunstigt als enige waardetitel en die milde gastvrijheid, ontmoeting en dialoog wordt alsook belangeloze genegenheid, edelmoedige dienstbaarheid en diepe saamhorigheid. Zo wordt de bevordering van een ware en rijpe communicatie van personen in het gezin de eerste en onvervangbare school voor sociaal gemeenschapsleven, voorbeeld en stimulans voor de meer uitgebreide maatschappelijke relaties, gekenmerkt door respect, rechtvaardigheid, dialoog en liefde.
Op deze manier vormt het gezin, zoals de synodevaders hebben opgemerkt, de natuurlijke plaats en het meest geschikte middel voor vermenselijking en verpersoonlijking van de maatschappij; het werkt op unieke en diepe wijze mee aan de opbouw van de wereld, want het maakt echt menselijk leven mogelijk, in het bijzonder door de deugden en de "hoogste waarden" in stand te houden en door te geven. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie schrijft:
Juist deze ervaring van communicatie en deelname die het dagelijkse leven van het gezin moet kenmerken, vertegenwoordigt zijn eerste en fundamentele bijdrage aan de maatschappij. De betrekkingen tussen de leden van de gezinsgemeenschap worden bezield en geleid door de wet van het "om niet" die in allen samen en in ieder afzonderlijk de persoonlijke waardigheid respecteert en begunstigt als enige waardetitel en die milde gastvrijheid, ontmoeting en dialoog wordt alsook belangeloze genegenheid, edelmoedige dienstbaarheid en diepe saamhorigheid. Zo wordt de bevordering van een ware en rijpe communicatie van personen in het gezin de eerste en onvervangbare school voor sociaal gemeenschapsleven, voorbeeld en stimulans voor de meer uitgebreide maatschappelijke relaties, gekenmerkt door respect, rechtvaardigheid, dialoog en liefde.
Op deze manier vormt het gezin, zoals de synodevaders hebben opgemerkt, de natuurlijke plaats en het meest geschikte middel voor vermenselijking en verpersoonlijking van de maatschappij; het werkt op unieke en diepe wijze mee aan de opbouw van de wereld, want het maakt echt menselijk leven mogelijk, in het bijzonder door de deugden en de "hoogste waarden" in stand te houden en door te geven. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie schrijft:
"in de gezinnen ontmoeten de verschillende generaties elkaar en helpen zij elkaar tot een meer volledige menselijke wijsheid te komen en de rechten van de personen in harmonie te brengen met de andere eisen van het maatschappelijke leven". Gaudium et Spes [[575|52]]Tegenover een maatschappij die het risico loopt steeds meer onpersoonlijk en een massa te worden en dus onmenselijk en onmenselijk makend, vanwege de negatieve gevolgen van zoveel vormen van "ontvluchting" - zoals bijvoorbeeld het alcoholisme, de drugs en zelfs het terrorisme -, bezit en verspreidt het gezin nog heden ten dage een geweldige energie die in staat is de mens te ontrukken aan de anonimiteit, hem bewust te laten blijven van zijn persoonswaarde, hem te verrijken met diepe menselijkheid en hem actief met zijn unieke en onherhaalbare aard en karakter in te voegen in het weefsel van de maatschappij.
Referenties naar alinea 43: 10
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst="Ik heb de geboden van mijn Vader onderhouden en ik blijf in zijn liefde" ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Tot Henriëtte barones van Lynden-Leijten, nieuwe ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Heilige Stoel, bij gelegenheid van de overhandiging van de geloofsbrieven ->=geentekst=
Het gezin versterken om drugs te bestrijden ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Maatschappelijke en politieke taak
De maatschappelijke taak van het gezin mag zich zeker niet beperken tot voortplanting en opvoeding, ook al vertoont zij daar haar eerste en onvervangbare wijze van presentatie. De gezinnen kunnen en moeten zich zelfs daarom, zowel afzonderlijk als tezamen, wijden aan de vele initiatieven van maatschappelijk dienstbetoon, vooral ten behoeve van de armen en op alle mogelijke manieren ten behoeve van alle personen en situaties die de verzorgings- en bijstandsorganen van de burgerlijke overheid niet kunnen bereiken.
De sociale bijdrage van het gezin aan de maatschappij heeft een eigen specifieke kracht die vraagt om beter gekend en krachtiger bevorderd te worden, vooral naar gelang de kinderen groeien, daar zij metterdaad zoveel mogelijk alle leden van het gezin moet omvatten. vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]]
Met name dient gewezen te worden op het steeds groter belang van de gastvrijheid, in al haar vormen, in onze maatschappij, vanaf het openen van de deur van het eigen huis en nog meer van het eigen hart voor de broeders die erom vragen tot aan de concrete inzet om aan ieder gezin een eigen tehuis te verzekeren, als de natuurlijke omgeving voor zijn behoud en groei. Het christelijke gezin is vooral geroepen te luisteren naar de aanbeveling van de apostel: "Beoefent de gastvrijheid" (Rom. 12, 13) [b:Rom. 12, 13] en om dus, het voorbeeld van Christus volgend en delend in zijn liefde, de behoeftige broeder werkelijk op te nemen: "Wie een van deze kleinen al was het maar een beker koud water geeft, omdat hij mijn leerling is, voorwaar, Ik zeg u: Zijn loon zal hem zeker niet ontgaan". (Mt. 10,42) [b:Mt. 10,42]
De sociale taak van de gezinnen moet ook behartigd worden in de vorm van politieke activiteit: de gezinnen moeten zich er op de eerste plaats voor inspannen dat de wetten en instellingen van de Staat de rechten en plichten van het gezin niet alleen niet schenden, maar ze ook positief ondersteunen en verdedigen. In deze zin moeten de gezinnen groeien in het bewustzijn dat zij "de hoofdrol spelen" in de zogenaamde "gezinspolitiek" en moeten zij de verantwoordelijkheid op zich nemen voor een omvorming van de maatschappij; anders zullen de gezinnen de eerste slachtoffers zijn van het kwaad dat ze met onverschilligheid hebben willen aanzien. De oproep van het Tweede Vaticaans Concilie de individualistische ethiek van de mensen te overwinnen, slaat daarom ook op het gezin als zodanig. vgl: Gaudium et Spes [[[575|30]]]
De maatschappelijke taak van het gezin mag zich zeker niet beperken tot voortplanting en opvoeding, ook al vertoont zij daar haar eerste en onvervangbare wijze van presentatie. De gezinnen kunnen en moeten zich zelfs daarom, zowel afzonderlijk als tezamen, wijden aan de vele initiatieven van maatschappelijk dienstbetoon, vooral ten behoeve van de armen en op alle mogelijke manieren ten behoeve van alle personen en situaties die de verzorgings- en bijstandsorganen van de burgerlijke overheid niet kunnen bereiken.
De sociale bijdrage van het gezin aan de maatschappij heeft een eigen specifieke kracht die vraagt om beter gekend en krachtiger bevorderd te worden, vooral naar gelang de kinderen groeien, daar zij metterdaad zoveel mogelijk alle leden van het gezin moet omvatten. vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]]
Met name dient gewezen te worden op het steeds groter belang van de gastvrijheid, in al haar vormen, in onze maatschappij, vanaf het openen van de deur van het eigen huis en nog meer van het eigen hart voor de broeders die erom vragen tot aan de concrete inzet om aan ieder gezin een eigen tehuis te verzekeren, als de natuurlijke omgeving voor zijn behoud en groei. Het christelijke gezin is vooral geroepen te luisteren naar de aanbeveling van de apostel: "Beoefent de gastvrijheid" (Rom. 12, 13) [b:Rom. 12, 13] en om dus, het voorbeeld van Christus volgend en delend in zijn liefde, de behoeftige broeder werkelijk op te nemen: "Wie een van deze kleinen al was het maar een beker koud water geeft, omdat hij mijn leerling is, voorwaar, Ik zeg u: Zijn loon zal hem zeker niet ontgaan". (Mt. 10,42) [b:Mt. 10,42]
De sociale taak van de gezinnen moet ook behartigd worden in de vorm van politieke activiteit: de gezinnen moeten zich er op de eerste plaats voor inspannen dat de wetten en instellingen van de Staat de rechten en plichten van het gezin niet alleen niet schenden, maar ze ook positief ondersteunen en verdedigen. In deze zin moeten de gezinnen groeien in het bewustzijn dat zij "de hoofdrol spelen" in de zogenaamde "gezinspolitiek" en moeten zij de verantwoordelijkheid op zich nemen voor een omvorming van de maatschappij; anders zullen de gezinnen de eerste slachtoffers zijn van het kwaad dat ze met onverschilligheid hebben willen aanzien. De oproep van het Tweede Vaticaans Concilie de individualistische ethiek van de mensen te overwinnen, slaat daarom ook op het gezin als zodanig. vgl: Gaudium et Spes [[[575|30]]]
Referenties naar alinea 44: 8
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De maatschappij ten dienste van het gezin
De innige band tussen het gezin en de maatschappij, die van de ene kant vraagt om de openheid van het gezin en om deelname aan de maatschappij en haar vooruitgang, eist van de andere kant dat de maatschappij niet tekort schiet in haar fundamentele opdracht het gezin zelf te eerbiedigen en te begunstigen. Het gezin en de maatschappij hebben zeker een elkaar aanvullende taak in de handhaving en de bevordering van het welzijn van alle mensen en van ieder mens. Maar de maatschappij en meer in het bijzonder de Staat moeten erkennen dat het gezin "een gemeenschap is die een eigen en oorspronkelijk recht geniet" Dignitatis Humanae [[702|5]]; daarom hebben zij de zware plicht zich in hun betrekkingen met het gezin te houden aan het beginsel van de subsidiariteit.
Krachtens dit beginsel kan en mag de Staat aan de gezinnen niet die taken onttrekken die zij even goed zelf of door vrije samenwerking kunnen vervullen en moet hij het verantwoorde initiatief van de gezinnen zoveel mogelijk begunstigen en er om vragen. In de overtuiging dat het welzijn van het gezin een onmisbare en onvervreemdbare waarde vormt voor de burgerlijke maatschappij, moet de overheid al het mogelijke doen om aan de gezinnen alle hulp te verzekeren - economische, maatschappelijke, educatieve, politieke, culturele - die zij nodig hebben om aan al hun verplichtingen te voldoen.
De innige band tussen het gezin en de maatschappij, die van de ene kant vraagt om de openheid van het gezin en om deelname aan de maatschappij en haar vooruitgang, eist van de andere kant dat de maatschappij niet tekort schiet in haar fundamentele opdracht het gezin zelf te eerbiedigen en te begunstigen. Het gezin en de maatschappij hebben zeker een elkaar aanvullende taak in de handhaving en de bevordering van het welzijn van alle mensen en van ieder mens. Maar de maatschappij en meer in het bijzonder de Staat moeten erkennen dat het gezin "een gemeenschap is die een eigen en oorspronkelijk recht geniet" Dignitatis Humanae [[702|5]]; daarom hebben zij de zware plicht zich in hun betrekkingen met het gezin te houden aan het beginsel van de subsidiariteit.
Krachtens dit beginsel kan en mag de Staat aan de gezinnen niet die taken onttrekken die zij even goed zelf of door vrije samenwerking kunnen vervullen en moet hij het verantwoorde initiatief van de gezinnen zoveel mogelijk begunstigen en er om vragen. In de overtuiging dat het welzijn van het gezin een onmisbare en onvervreemdbare waarde vormt voor de burgerlijke maatschappij, moet de overheid al het mogelijke doen om aan de gezinnen alle hulp te verzekeren - economische, maatschappelijke, educatieve, politieke, culturele - die zij nodig hebben om aan al hun verplichtingen te voldoen.
Referenties naar alinea 45: 9
Centesimus Annus ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Het handvest van de rechten van het gezin
Het ideaal van wederkerige steun en ontwikkeling tussen gezin en maatschappij komt vaak en op zeer ernstige wijze in botsing met de werkelijkheid van hun scheiding of zelfs van hun tegenstelling. Zoals de synode voortdurend heeft aangegeven, is de situatie die zeer veel gezinnen in zeer vele landen ontmoeten, inderdaad zeer problematisch, zo niet beslist afkeurenswaardig: instellingen en wetten miskennen ten onrechte de onschendbare rechten van het gezin en van de menselijke persoon, en de maatschappij, in plaats van zich in dienst te stellen van het gezin, valt het met geweld aan in zijn fundamentele waarden en aanspraken. Het gezin, dat volgens Gods bedoeling de cel is die de basis vormt van de maatschappij en onderwerp is van rechten en plichten, die in de eerste plaats eigen zijn aan de Staat zelf en aan iedere andere gemeenschap, wordt tenslotte tot slachtoffer gemaakt van de maatschappij, van de achterstand en de traagheid van haar medewerking en meer nog van haar openlijke onrechtvaardigheid.
Daarom verdedigt de Kerk openlijk en met kracht de rechten van het gezin tegen de onaanvaardbare aanmatiging van maatschappij en Staat. Onder de rechten van het gezin hebben de synodevaders in het bijzonder onder meer het volgende in herinnering gebracht: "het recht
Het ideaal van wederkerige steun en ontwikkeling tussen gezin en maatschappij komt vaak en op zeer ernstige wijze in botsing met de werkelijkheid van hun scheiding of zelfs van hun tegenstelling. Zoals de synode voortdurend heeft aangegeven, is de situatie die zeer veel gezinnen in zeer vele landen ontmoeten, inderdaad zeer problematisch, zo niet beslist afkeurenswaardig: instellingen en wetten miskennen ten onrechte de onschendbare rechten van het gezin en van de menselijke persoon, en de maatschappij, in plaats van zich in dienst te stellen van het gezin, valt het met geweld aan in zijn fundamentele waarden en aanspraken. Het gezin, dat volgens Gods bedoeling de cel is die de basis vormt van de maatschappij en onderwerp is van rechten en plichten, die in de eerste plaats eigen zijn aan de Staat zelf en aan iedere andere gemeenschap, wordt tenslotte tot slachtoffer gemaakt van de maatschappij, van de achterstand en de traagheid van haar medewerking en meer nog van haar openlijke onrechtvaardigheid.
Daarom verdedigt de Kerk openlijk en met kracht de rechten van het gezin tegen de onaanvaardbare aanmatiging van maatschappij en Staat. Onder de rechten van het gezin hebben de synodevaders in het bijzonder onder meer het volgende in herinnering gebracht: "het recht
- te bestaan en zich te ontplooien als gezin, d.w.z. het recht van iedere mens, speciaal ook van de arme mens, een gezin te stichten en de passende middelen te hebben om het te onderhouden;
- zijn taak uit te oefenen op het gebied van de overdracht van het leven en op het gebied van de opvoeding van de kinderen;
- op de privacy van het huwelijks- en gezinsleven;
- op de bestendigheid van de band van het huwelijk;
- het eigen geloof te hebben, te belijden en te verspreiden;
- de kinderen op te voeden volgens de eigen godsdienstige en culturele tradities en waarden, met de vereiste instrumenten, middelen en instellingen;
- fysieke, sociale, politieke en economische zekerheid te verwerven, speciaal voor armen en zwakken;
- op een geschikte woning en op een passend gezinsleven;
- van meningsuiting en vertegenwoordiging ten overstaan van publieke autoriteiten, zowel de economische als de maatschappelijke en culturele, en ook ten overstaan van de lagere openbare overheden, hetzij direct, hetzij via verenigingen;
- verenigingen te vormen, samen met andere gezinnen en instellingen, teneinde op geschikte en deskundige wijze de eigen taak te kunnen vervullen;
- de minderjarigen door middel van geëigende instellingen en wetten te beschermen tegen drugs, pornografie, alcoholisme enz.;
- op eerzame vrije tijd, die ook de waarden van het gezin bevordert;
- van de bejaarden op een waardig leven en op een waardige dood;
- in gezinsverband te emigreren, teneinde een beter leven te zoeken". vgl: Propositiones t.b.v. de 7e Bisschoppensynode over het Gezin [[[1296|(42)]]]
Referenties naar alinea 46: 14
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Libertatis conscientia ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
47
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Genade en verantwoordelijkheid van het christelijk gezin
De sociale taak die eigen is aan ieder gezin, komt op nieuwe en oorspronkelijke gronden toe aan het christelijk gezin dat rust op het sacrament van het huwelijk. Het sacrament, dat de menselijke realiteit van de echtelijke liefde in al zijn aspecten omvat, stelt de christelijke echtgenoten en ouders in staat en verplicht te leven volgens hun roeping als leken en dus "het Rijk Gods te zoeken in het omgaan met en het ordenen van de tijdelijke zaken volgens God". Lumen Gentium [[617|31]] De sociale en politieke taak valt onder de koninklijke zending ofwel de zending van dienstbaarheid waaraan de christelijke gehuwden deelnemen uit kracht van het sacrament van het huwelijk en waarvoor zij tegelijkertijd een bevel ontvangen waaraan zij zich niet mogen onttrekken, alsmede een genade die hen ondersteunt en stimuleert.
Op deze manier is het christelijk gezin geroepen aan allen getuigenis af te leggen van een edelmoedige en belangeloze toewijding aan de sociale problemen, door middel van de "voorkeurskeuze" voor de armen en voor al degenen die aan de rand van de maatschappij leven. Daarom moet het, met bijzondere liefde jegens alle armen in navolging van de Heer, vooral hart hebben voor de hongerigen, de behoeftigen, de bejaarden, de zieken, de druggebruikers, de alleenstaanden.
De sociale taak die eigen is aan ieder gezin, komt op nieuwe en oorspronkelijke gronden toe aan het christelijk gezin dat rust op het sacrament van het huwelijk. Het sacrament, dat de menselijke realiteit van de echtelijke liefde in al zijn aspecten omvat, stelt de christelijke echtgenoten en ouders in staat en verplicht te leven volgens hun roeping als leken en dus "het Rijk Gods te zoeken in het omgaan met en het ordenen van de tijdelijke zaken volgens God". Lumen Gentium [[617|31]] De sociale en politieke taak valt onder de koninklijke zending ofwel de zending van dienstbaarheid waaraan de christelijke gehuwden deelnemen uit kracht van het sacrament van het huwelijk en waarvoor zij tegelijkertijd een bevel ontvangen waaraan zij zich niet mogen onttrekken, alsmede een genade die hen ondersteunt en stimuleert.
Op deze manier is het christelijk gezin geroepen aan allen getuigenis af te leggen van een edelmoedige en belangeloze toewijding aan de sociale problemen, door middel van de "voorkeurskeuze" voor de armen en voor al degenen die aan de rand van de maatschappij leven. Daarom moet het, met bijzondere liefde jegens alle armen in navolging van de Heer, vooral hart hebben voor de hongerigen, de behoeftigen, de bejaarden, de zieken, de druggebruikers, de alleenstaanden.
Referenties naar alinea 47: 5
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voor een nieuwe internationale orde
In verband met de wereldwijde dimensie die de verschillende sociale problemen thans kenmerkt, ziet het gezin zijn taak voor de ontwikkeling van de maatschappij zich uitbreiden op geheel nieuwe wijze: het gaat erom ook mee te werken aan een nieuwe internationale orde, omdat alleen door een wereldwijde solidariteit de enorme en dramatische problemen van de rechtvaardigheid in de wereld, van de vrijheid van de volkeren, van de vrede voor de mensheid aangepakt en opgelost kunnen worden. De geestelijke communicatie in de christelijke gezinnen, die geworteld zijn in een gemeenschap van geloof en hoop en bezield worden door de liefde, vormt een innerlijke energie die gerechtigheid, verzoening, broederlijkheid en vrede onder de mensen voortbrengt, verspreidt en tot volmaaktheid brengt. Als "kleine Kerk" is het christelijk gezin geroepen, evenals de "grote Kerk", teken van eenheid te zijn voor de wereld en zo zijn profetische rol te vervullen, om te getuigen van het Rijk en de vrede van Christus waarnaar heel de wereld op weg is. De christelijke gezinnen zullen dat kunnen doen zowel door hun opvoedend werk waarin zij aan hun kinderen een levensmodel aanbieden dat gegrondvest is op de beginselen van waarheid, vrijheid, rechtvaardigheid en liefde, alsook door een actieve en bewuste inzet voor de echte menselijke groei van de maatschappij en van haar instellingen en tenslotte door op verschillende wijzen de verenigingen te steunen die zich speciaal wijden aan de problemen van de internationale orde.
In verband met de wereldwijde dimensie die de verschillende sociale problemen thans kenmerkt, ziet het gezin zijn taak voor de ontwikkeling van de maatschappij zich uitbreiden op geheel nieuwe wijze: het gaat erom ook mee te werken aan een nieuwe internationale orde, omdat alleen door een wereldwijde solidariteit de enorme en dramatische problemen van de rechtvaardigheid in de wereld, van de vrijheid van de volkeren, van de vrede voor de mensheid aangepakt en opgelost kunnen worden. De geestelijke communicatie in de christelijke gezinnen, die geworteld zijn in een gemeenschap van geloof en hoop en bezield worden door de liefde, vormt een innerlijke energie die gerechtigheid, verzoening, broederlijkheid en vrede onder de mensen voortbrengt, verspreidt en tot volmaaktheid brengt. Als "kleine Kerk" is het christelijk gezin geroepen, evenals de "grote Kerk", teken van eenheid te zijn voor de wereld en zo zijn profetische rol te vervullen, om te getuigen van het Rijk en de vrede van Christus waarnaar heel de wereld op weg is. De christelijke gezinnen zullen dat kunnen doen zowel door hun opvoedend werk waarin zij aan hun kinderen een levensmodel aanbieden dat gegrondvest is op de beginselen van waarheid, vrijheid, rechtvaardigheid en liefde, alsook door een actieve en bewuste inzet voor de echte menselijke groei van de maatschappij en van haar instellingen en tenslotte door op verschillende wijzen de verenigingen te steunen die zich speciaal wijden aan de problemen van de internationale orde.
Referenties naar alinea 48: 7
Centesimus Annus ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 De deelname aan het leven en aan de zending van de Kerk
49
Verbum Domini ->=geentekst=
Programma van de katholieke gezinnen van het derde millennium ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het gezin in het mysterie van de Kerk
Tot de voornaamste opdrachten van het christelijke gezin behoort de kerkelijke taak: het gezin is namelijk gesteld ten dienste van de opbouw van het Rijk van God in de loop van de eeuwen, door middel van de deelname aan het leven en aan de zending van de Kerk. Om beter de grondslagen, de inhoud en de kenmerken van deze deelname te kunnen begrijpen, is het nodig de veelvoudige en diepe banden te verhelderen die de Kerk en het christelijk gezin met elkaar verbinden en die het gezin tot "een Kerk in het klein" (Ecclesia domestica) vgl: Lumen Gentium [[[617|11]]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]] vgl: Bij de opening van de zevende Synode van Bisschoppen over het Gezin [[[1297|3]]] maken, zodat het gezin op zijn manier een levend beeld en een historische vertegenwoordiging is van het mysterie van de Kerk.
Het is bovenal de Moederkerk die het christelijk gezin voortbrengt, opvoedt en opbouwt, door de heilszending die zij ontvangen heeft van de Heer, uit te oefenen ten opzichte van het gezin. Door de verkondiging van Gods Woord openbaart de Kerk aan het christelijk gezin zijn ware identiteit, dat wat het is en moet zijn volgens Gods bedoeling; door de viering van de sacramenten verrijkt en versterkt de Kerk het christelijk gezin met de genade van Christus ten behoeve van zijn heiliging tot eer van de Vader; door de hernieuwde afkondiging van het nieuwe gebod van de liefde bezielt de Kerk het christelijke gezin en leidt zij het naar de dienst van de liefde, opdat het de zich wegschenkende en offerende liefde waarmee Jezus Christus de hele mensheid begeleidt, navolgt en opnieuw tot leven brengt.
Op zijn beurt is het christelijk gezin op zodanige wijze opgenomen in het mysterie van de Kerk dat het, op zijn manier, gaat delen in de heilszending van de Kerk: krachtens het sacrament hebben de christelijke echtgenoten en ouders "in hun levensstaat en in hun taak hun eigen gave binnen het volk Gods" Lumen Gentium [[617|11]]. Daarom "ontvangen" zij niet alleen de liefde van Christus waardoor zij "verloste" gemeenschap worden, maar zijn zij ook geroepen aan de broeders deze liefde van Christus "over te dragen", zodat zij "verlossende" gemeenschap worden. Terwijl het gezin vrucht en teken is van de bovennatuurlijke vruchtbaarheid van de Kerk, wordt het op deze wijze tot symbool en getuigenis van het moederschap van de Kerk en neemt het daaraan deel. vgl: Lumen Gentium [[[617|41]]]
Tot de voornaamste opdrachten van het christelijke gezin behoort de kerkelijke taak: het gezin is namelijk gesteld ten dienste van de opbouw van het Rijk van God in de loop van de eeuwen, door middel van de deelname aan het leven en aan de zending van de Kerk. Om beter de grondslagen, de inhoud en de kenmerken van deze deelname te kunnen begrijpen, is het nodig de veelvoudige en diepe banden te verhelderen die de Kerk en het christelijk gezin met elkaar verbinden en die het gezin tot "een Kerk in het klein" (Ecclesia domestica) vgl: Lumen Gentium [[[617|11]]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]] vgl: Bij de opening van de zevende Synode van Bisschoppen over het Gezin [[[1297|3]]] maken, zodat het gezin op zijn manier een levend beeld en een historische vertegenwoordiging is van het mysterie van de Kerk.
Het is bovenal de Moederkerk die het christelijk gezin voortbrengt, opvoedt en opbouwt, door de heilszending die zij ontvangen heeft van de Heer, uit te oefenen ten opzichte van het gezin. Door de verkondiging van Gods Woord openbaart de Kerk aan het christelijk gezin zijn ware identiteit, dat wat het is en moet zijn volgens Gods bedoeling; door de viering van de sacramenten verrijkt en versterkt de Kerk het christelijk gezin met de genade van Christus ten behoeve van zijn heiliging tot eer van de Vader; door de hernieuwde afkondiging van het nieuwe gebod van de liefde bezielt de Kerk het christelijke gezin en leidt zij het naar de dienst van de liefde, opdat het de zich wegschenkende en offerende liefde waarmee Jezus Christus de hele mensheid begeleidt, navolgt en opnieuw tot leven brengt.
Op zijn beurt is het christelijk gezin op zodanige wijze opgenomen in het mysterie van de Kerk dat het, op zijn manier, gaat delen in de heilszending van de Kerk: krachtens het sacrament hebben de christelijke echtgenoten en ouders "in hun levensstaat en in hun taak hun eigen gave binnen het volk Gods" Lumen Gentium [[617|11]]. Daarom "ontvangen" zij niet alleen de liefde van Christus waardoor zij "verloste" gemeenschap worden, maar zijn zij ook geroepen aan de broeders deze liefde van Christus "over te dragen", zodat zij "verlossende" gemeenschap worden. Terwijl het gezin vrucht en teken is van de bovennatuurlijke vruchtbaarheid van de Kerk, wordt het op deze wijze tot symbool en getuigenis van het moederschap van de Kerk en neemt het daaraan deel. vgl: Lumen Gentium [[[617|41]]]
Referenties naar alinea 49: 4
Redemptoris Custos ->=geentekst=Verbum Domini ->=geentekst=
Programma van de katholieke gezinnen van het derde millennium ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Bij gelegenheid van de Nationale Dag voor het Gezin in Kroatië ->=geentekst=
Een eigen en oorspronkelijke kerkelijke taak
Het christelijke gezin is geroepen op levende en bewuste wijze deel te nemen aan de zending van de Kerk, op een eigen en speciale manier, namelijk door zichzelf, in leven en handelen, als intieme gemeenschap van leven en liefde in dienst te stellen van de Kerk en van de maatschappij. Als het waar is dat het christelijke gezin een gemeenschap is waarvan de banden door Christus in het geloof en in de sacramenten worden vernieuwd, dan moet zijn deelneming aan de zending van de Kerk geschieden op de wijze van een gemeenschap: samen dus, de echtgenoten als echtpaar, de ouders en kinderen als gezin, moeten de leden hun dienst aan de Kerk en aan de wereld vervullen. In geloof moeten zij "één hart en één ziel" (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32] zijn, door middel van de gemeenschappelijke apostolische geest die hen bezielt, en van de gebundelde inzet die hen bindt tot de dienstwerken ten behoeve van de kerkelijke en burgerlijke gemeenschap.
Het christelijk gezin bouwt bovendien het Rijk van God in de geschiedenis op, door de dagelijkse realiteiten die zijn levenssituatie betreffen en kenmerken: het is derhalve in de huwelijks- en gezinsliefde - verwezenlijkt in haar uitzonderlijke rijkdom van waarden en eisen van totaliteit, exclusiviteit, trouw en vruchtbaarheid vgl: Humanae Vitae [[[34|9]]] - dat de deelneming van het christelijke gezin aan de priesterlijke, profetische en koninklijke zending van Jezus Christus en van zijn Kerk zich uitdrukt en verwerkelijkt; daarom vormen de liefde en het leven de kern van de heilszending van het christelijk gezin in de Kerk en voor de Kerk.
Het Tweede Vaticaans Concilie brengt dit in herinnering, waar het schrijft:
Het christelijke gezin is geroepen op levende en bewuste wijze deel te nemen aan de zending van de Kerk, op een eigen en speciale manier, namelijk door zichzelf, in leven en handelen, als intieme gemeenschap van leven en liefde in dienst te stellen van de Kerk en van de maatschappij. Als het waar is dat het christelijke gezin een gemeenschap is waarvan de banden door Christus in het geloof en in de sacramenten worden vernieuwd, dan moet zijn deelneming aan de zending van de Kerk geschieden op de wijze van een gemeenschap: samen dus, de echtgenoten als echtpaar, de ouders en kinderen als gezin, moeten de leden hun dienst aan de Kerk en aan de wereld vervullen. In geloof moeten zij "één hart en één ziel" (Hand. 4, 32) [b:Hand. 4, 32] zijn, door middel van de gemeenschappelijke apostolische geest die hen bezielt, en van de gebundelde inzet die hen bindt tot de dienstwerken ten behoeve van de kerkelijke en burgerlijke gemeenschap.
Het christelijk gezin bouwt bovendien het Rijk van God in de geschiedenis op, door de dagelijkse realiteiten die zijn levenssituatie betreffen en kenmerken: het is derhalve in de huwelijks- en gezinsliefde - verwezenlijkt in haar uitzonderlijke rijkdom van waarden en eisen van totaliteit, exclusiviteit, trouw en vruchtbaarheid vgl: Humanae Vitae [[[34|9]]] - dat de deelneming van het christelijke gezin aan de priesterlijke, profetische en koninklijke zending van Jezus Christus en van zijn Kerk zich uitdrukt en verwerkelijkt; daarom vormen de liefde en het leven de kern van de heilszending van het christelijk gezin in de Kerk en voor de Kerk.
Het Tweede Vaticaans Concilie brengt dit in herinnering, waar het schrijft:
"Het gezin zal edelmoedig de eigen geestelijke rijkdommen delen met andere gezinnen. Aldus zal het christelijk gezin, ontsproten aan het huwelijk, afbeelding van en deelneming aan het liefdeverbond van Christus en van de Kerk, de levende tegenwoordigheid van de Verlosser in de wereld en het ware gelaat van de Kerk voor alle mensen zichtbaar maken, zowel door de liefde van de echtgenoten, door hun edelmoedige vruchtbaarheid, eenheid en trouw, als door de hartelijke medewerking van alle gezinsleden". Gaudium et Spes [[575|48]] Nadat aldus het fundament is aangegeven van de deelneming van het christelijk gezin aan de kerkelijke zending, moet nu de inhoud ervan toegelicht worden door de ene en drievoudige betrekking tot Jezus Christus, profeet, priester en koning, door dus het christelijk gezin te tonen als:
Het christelijke gezin:
- gelovige en evangeliserende gemeenschap (Het Christelijk gezin, gelovige en evangeliserende gemeenschap) [267 |+ 61 ]:
- gemeenschap in gesprek met God (Het Christelijk gezin, gemeenschap in gesprek met God) [267 |+ 66 ]:
- gemeenschap in dienst van de mens. (Het Christelijk gezin, gemeenschap in dienst van de mens) [267 |+ 75 ]
Referenties naar alinea 50: 2
Christifideles laici ->=geentekst=Bij gelegenheid van de Nationale Dag voor het Gezin in Kroatië ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 1 Het Christelijk gezin, gelovige en evangeliserende gemeenschap
51
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Het geloof, ontdekking en bewondering van Gods plan met het gezin
Deelnemend aan het leven en de zending van de Kerk, die het Woord van God eerbiedig aanhoort en het met vast vertrouwen verkondigt vgl: Dei Verbum [[[576|1]]], vervult het christelijke gezin zijn profetische taak door zich geheel open te stellen voor het Woord Gods en het te verkondigen; zo wordt het iedere dag meer een gelovige en evangeliserende gemeenschap. Ook van de christelijke echtgenoten en ouders wordt de "geloofsgehoorzaamheid" gevraagd (Rom. 16, 26) [[b:Rom. 16, 26]]: zij zijn geroepen zich open te stellen voor het Woord van de Heer, dat hun dat wonderbaarlijk nieuwe - de Goede Boodschap - openbaart van hun huwelijks- en gezinsleven dat door Christus heilig en heiligend is gemaakt. Inderdaad, alleen in het geloof kunnen zij met vreugdevolle dankbaarheid ontdekken en bewonderen tot welk een waardigheid God het huwelijk en het gezin heeft willen verheffen, namelijk tot teken en tegenwoordigheid van het liefdeverbond tussen God en de mensen, tussen Jezus Christus en de Kerk, zijn bruid.
Reeds de voorbereiding op het christelijk huwelijk heeft het kenmerk van een geloofstocht: zij biedt zich immers aan als bevoorrechte gelegenheid voor de verloofden het geloof dat zij ontvangen hebben bij het doopsel en dat wordt gevoed door hun christelijke opvoeding, te herontdekken en te verdiepen. Op deze wijze erkennen zij hun roeping in de huwelijksstaat te leven in navolging van Christus en ten dienste van het Rijk van God, en zullen zij deze roeping in vrijheid aanvaarden. Het voornaamste ogenblik waarop bruid en bruidegom samen hun geloof tonen is de viering van het sacrament van het huwelijk, want zij is in haar diepste wezen de verkondiging, in de Kerk, van de Goede Boodschap over de echtelijke liefde; deze liefde is het Woord van God, dat het wijze en liefdevolle plan "openbaart" en "vervult" dat God heeft met de gehuwden die binnengeleid worden in de wonderlijke en werkelijke deelneming aan de liefde van God voor de mensen. Als de sacramentele viering van het huwelijk in zich de verkondiging is van het Woord Gods, dan moet in allen, die op onderscheiden gronden de hoofdrol vervullen en de celebranten zijn, duidelijk een "geloofsbelijdenis" naar voren komen, die in en met de Kerk, de gemeenschap van gelovigen, wordt uitgesproken.
Deze geloofsbelijdenis moet uitgebreid worden tot het huwelijks- en gezinsleven: God die bruid en bruidegom geroepen heeft "tot" het huwelijk, gaat immers door met hen te roepen "in" het huwelijk. vgl: Humanae Vitae [[[34|25]]] In en door de feiten, de problemen, de moeilijkheden, de gebeurtenissen van het alledaagse bestaan komt God tot hen om de concrete "eisen" duidelijk te maken en voor te leggen van hun deelneming aan de liefde van Christus voor de Kerk, volgens de bijzondere situatie waarin zij zich bevinden, in gezin, maatschappij en kerk.
"Samen" moet de huwelijks- en gezinsgemeenschap Gods plan ontdekken en eraan gehoorzamen, juist via de menselijke ervaring van de liefde, die in de Geest var Christus tussen echtgenoten en tussen ouders en kinderen beoefend wordt.
Hiervoor is het nodig dat ook de kleine huiskerk, juist zoals de grote Kerk, voortdurend en intens geëvangeliseerd wordt: vandaar haar taak van voortdurend onderricht in het geloof.
Deelnemend aan het leven en de zending van de Kerk, die het Woord van God eerbiedig aanhoort en het met vast vertrouwen verkondigt vgl: Dei Verbum [[[576|1]]], vervult het christelijke gezin zijn profetische taak door zich geheel open te stellen voor het Woord Gods en het te verkondigen; zo wordt het iedere dag meer een gelovige en evangeliserende gemeenschap. Ook van de christelijke echtgenoten en ouders wordt de "geloofsgehoorzaamheid" gevraagd (Rom. 16, 26) [[b:Rom. 16, 26]]: zij zijn geroepen zich open te stellen voor het Woord van de Heer, dat hun dat wonderbaarlijk nieuwe - de Goede Boodschap - openbaart van hun huwelijks- en gezinsleven dat door Christus heilig en heiligend is gemaakt. Inderdaad, alleen in het geloof kunnen zij met vreugdevolle dankbaarheid ontdekken en bewonderen tot welk een waardigheid God het huwelijk en het gezin heeft willen verheffen, namelijk tot teken en tegenwoordigheid van het liefdeverbond tussen God en de mensen, tussen Jezus Christus en de Kerk, zijn bruid.
Reeds de voorbereiding op het christelijk huwelijk heeft het kenmerk van een geloofstocht: zij biedt zich immers aan als bevoorrechte gelegenheid voor de verloofden het geloof dat zij ontvangen hebben bij het doopsel en dat wordt gevoed door hun christelijke opvoeding, te herontdekken en te verdiepen. Op deze wijze erkennen zij hun roeping in de huwelijksstaat te leven in navolging van Christus en ten dienste van het Rijk van God, en zullen zij deze roeping in vrijheid aanvaarden. Het voornaamste ogenblik waarop bruid en bruidegom samen hun geloof tonen is de viering van het sacrament van het huwelijk, want zij is in haar diepste wezen de verkondiging, in de Kerk, van de Goede Boodschap over de echtelijke liefde; deze liefde is het Woord van God, dat het wijze en liefdevolle plan "openbaart" en "vervult" dat God heeft met de gehuwden die binnengeleid worden in de wonderlijke en werkelijke deelneming aan de liefde van God voor de mensen. Als de sacramentele viering van het huwelijk in zich de verkondiging is van het Woord Gods, dan moet in allen, die op onderscheiden gronden de hoofdrol vervullen en de celebranten zijn, duidelijk een "geloofsbelijdenis" naar voren komen, die in en met de Kerk, de gemeenschap van gelovigen, wordt uitgesproken.
Deze geloofsbelijdenis moet uitgebreid worden tot het huwelijks- en gezinsleven: God die bruid en bruidegom geroepen heeft "tot" het huwelijk, gaat immers door met hen te roepen "in" het huwelijk. vgl: Humanae Vitae [[[34|25]]] In en door de feiten, de problemen, de moeilijkheden, de gebeurtenissen van het alledaagse bestaan komt God tot hen om de concrete "eisen" duidelijk te maken en voor te leggen van hun deelneming aan de liefde van Christus voor de Kerk, volgens de bijzondere situatie waarin zij zich bevinden, in gezin, maatschappij en kerk.
"Samen" moet de huwelijks- en gezinsgemeenschap Gods plan ontdekken en eraan gehoorzamen, juist via de menselijke ervaring van de liefde, die in de Geest var Christus tussen echtgenoten en tussen ouders en kinderen beoefend wordt.
Hiervoor is het nodig dat ook de kleine huiskerk, juist zoals de grote Kerk, voortdurend en intens geëvangeliseerd wordt: vandaar haar taak van voortdurend onderricht in het geloof.
Referenties naar alinea 51: 3
Geen alternatieven mogelijk voor huwelijk en gezin ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
De bediening van de evangelisatie in het christelijk gezin
In de mate waarin het christelijk gezin het Evangelie aanvaardt en groeit tot volwassenheid in het geloof, wordt het een evangeliserende gemeenschap. Luisteren we weer naar Paulus VI:
Vooral heden ten dage heeft het christelijk gezin een speciale plicht te getuigen van het paasverbond van Christus, door middel van de voortdurende uitstraling van de vreugde, van de liefde en van de zekerheid van de hoop waarvan het rekenschap moet afleggen: "Het christelijke gezin verkondigt met luide stem de actuele kracht van het Rijk van God en de hoop op het gelukzalige leven". Lumen Gentium [[617|35]]
De absolute noodzaak van catechese in het gezin blijkt bijzonder duidelijk in bepaalde situaties die de Kerk helaas overal waarneemt:
In de mate waarin het christelijk gezin het Evangelie aanvaardt en groeit tot volwassenheid in het geloof, wordt het een evangeliserende gemeenschap. Luisteren we weer naar Paulus VI:
"Evenals de Kerk moet ook het gezin een ruimte zijn waarin het Evangelie doorgegeven wordt en vanwaaruit het uitstraalt. In de schoot dus van een gezin dat zich bewust is van deze zending, evangeliseren alle leden en worden zij allen geëvangeliseerd. De ouders delen niet alleen het Evangelie mee aan de kinderen, maar zij kunnen ook van hen hetzelfde Evangelie ontvangen in een diep doorleefde vorm. Zo'n gezin wordt evangeliserend voor vele andere gezinnen en voor het milieu waarin het verkeert". Evangelii Nuntiandi [[519|71]]Zoals de synode, met een terugblik op de toespraak die ik in Puebla heb gehouden, opnieuw gezegd heeft, hangt de toekomstige evangelisatie grotendeels af van de huiskerk. vgl: Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) [[[1508|20]]] Deze apostolische zending van het gezin is geworteld in het doopsel en ontvangt door de sacramentele genade van het huwelijk nieuwe kracht om het geloof over te dragen, om de huidige maatschappij te heiligen en om te vormen volgens Gods bedoeling.
Vooral heden ten dage heeft het christelijk gezin een speciale plicht te getuigen van het paasverbond van Christus, door middel van de voortdurende uitstraling van de vreugde, van de liefde en van de zekerheid van de hoop waarvan het rekenschap moet afleggen: "Het christelijke gezin verkondigt met luide stem de actuele kracht van het Rijk van God en de hoop op het gelukzalige leven". Lumen Gentium [[617|35]]
De absolute noodzaak van catechese in het gezin blijkt bijzonder duidelijk in bepaalde situaties die de Kerk helaas overal waarneemt:
"Daar waar een antigodsdienstige wetgeving er zelfs naar streeft de opvoeding tot geloof te verhinderen, daar waar wijdverbreid ongeloof of opdringend secularisme een echte godsdienstige groei praktisch onmogelijk maakt, blijft dat wat men de "huiskerk" zou kunnen noemen de enige omgeving waarin de kinderen en jongeren een echt geloofsonderricht kunnen ontvangen". Catechesi Tradendae [[572|68]]
Referenties naar alinea 52: 2
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Roepingen, geschenk van Gods Liefde ->=geentekst=
'Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed' (Joh. 10,10) ->=geentekst=
Een kerkelijke dienst
De bediening van de evangelisatie is de eigen en onvervangbare taak van de ouders: zij neemt de typische kenmerken van het gezinsleven over, dat doortrokken is, zoals het behoort te zijn, van liefde en eenvoud, van doelgerichtheid en van dagelijks getuigenis. vgl: Catechesi Tradendae [[[572|36]]] Het gezin moet de kinderen zodanig opvoeden tot het leven dat ieder kind zijn taak ten volle vervult volgens de roeping die het van God ontvangen heeft. Want, een gezin dat openstaat voor de transcendente waarden, dat de broeders met vreugde dient, dat zijn taken met edelmoedige trouw vervult en dat zich bewust is van zijn dagelijkse deelneming aan het mysterie van het glorievolle kruis van Christus, wordt de eerste en beste kweekplaats voor de roeping tot het aan Gods Rijk toegewijde leven.
De bediening van de evangelisatie en de catechese door de ouders moet het leven van de kinderen ook begeleiden in de jaren van hun groei tot volwassenheid, waarin zij, zoals dikwijls gebeurt, het christelijk geloof dat zij in de eerste jaren van hun leven ontvangen hebben, betwisten of zelfs afwijzen. Zoals in de Kerk het werk van de evangelisatie altijd samengaat met het lijden van de geloofsverkondiger, zo moeten in het christelijke gezin de ouders met moed en grote gemoedsrust de moeilijkheden trotseren die hun bediening van de evangelisatie soms ontmoet in hun eigen kinderen.
Men moet nooit vergeten dat de dienst die de echtgenoten en de ouders bewijzen aan het Evangelie, wezenlijk een kerkelijke dienst is, die dus valt binnen de context van de hele Kerk als geëvangeliseerde en evangeliserende gemeenschap. Omdat de bediening van de evangelisatie en de catechese door de huiskerk geworteld is in en voortkomt uit de ene zending van de Kerk en gericht is op de opbouw van het ene Lichaam van Christus (1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 12-13) [[b:1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 12-13]], moet zij nauw verbonden blijven en op bewuste wijze geharmoniseerd worden met alle andere diensten van evangelisatie en catechese die werken in de kerkelijke gemeenschappen, zowel diocesane als parochiële.
De bediening van de evangelisatie is de eigen en onvervangbare taak van de ouders: zij neemt de typische kenmerken van het gezinsleven over, dat doortrokken is, zoals het behoort te zijn, van liefde en eenvoud, van doelgerichtheid en van dagelijks getuigenis. vgl: Catechesi Tradendae [[[572|36]]] Het gezin moet de kinderen zodanig opvoeden tot het leven dat ieder kind zijn taak ten volle vervult volgens de roeping die het van God ontvangen heeft. Want, een gezin dat openstaat voor de transcendente waarden, dat de broeders met vreugde dient, dat zijn taken met edelmoedige trouw vervult en dat zich bewust is van zijn dagelijkse deelneming aan het mysterie van het glorievolle kruis van Christus, wordt de eerste en beste kweekplaats voor de roeping tot het aan Gods Rijk toegewijde leven.
De bediening van de evangelisatie en de catechese door de ouders moet het leven van de kinderen ook begeleiden in de jaren van hun groei tot volwassenheid, waarin zij, zoals dikwijls gebeurt, het christelijk geloof dat zij in de eerste jaren van hun leven ontvangen hebben, betwisten of zelfs afwijzen. Zoals in de Kerk het werk van de evangelisatie altijd samengaat met het lijden van de geloofsverkondiger, zo moeten in het christelijke gezin de ouders met moed en grote gemoedsrust de moeilijkheden trotseren die hun bediening van de evangelisatie soms ontmoet in hun eigen kinderen.
Men moet nooit vergeten dat de dienst die de echtgenoten en de ouders bewijzen aan het Evangelie, wezenlijk een kerkelijke dienst is, die dus valt binnen de context van de hele Kerk als geëvangeliseerde en evangeliserende gemeenschap. Omdat de bediening van de evangelisatie en de catechese door de huiskerk geworteld is in en voortkomt uit de ene zending van de Kerk en gericht is op de opbouw van het ene Lichaam van Christus (1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 12-13) [[b:1 Kor. 12, 4-6; Ef. 4, 12-13]], moet zij nauw verbonden blijven en op bewuste wijze geharmoniseerd worden met alle andere diensten van evangelisatie en catechese die werken in de kerkelijke gemeenschappen, zowel diocesane als parochiële.
Referenties naar alinea 53: 4
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Roepingen, geschenk van Gods Liefde ->=geentekst=
'Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed' (Joh. 10,10) ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Angelus, 8 ottobre 2006 ->=geentekst=
Het Evangelie verkondigen aan ieder schepsel
De universaliteit zonder grenzen is het open veld dat toebehoort aan de evangelisatie die van binnenuit bezield wordt door het missionair elan: zij is immers het antwoord op het uitdrukkelijke en ondubbelzinnige bevel van Christus: "Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping". (Mc. 16, 15) [b:Mc. 16, 15] Ook het geloof van het christelijke gezin en zijn taak tot evangelisatie vertonen deze katholieke missionaire bezieling. Het sacrament van het Huwelijk, dat de in Doopsel en Vormsel gewortelde plicht het geloof te verdedigen en te verspreiden, hernieuwt en herhaalt vgl: Lumen Gentium [[[617|11]]], maakt de christelijke echtgenoten en ouders tot getuigen van Christus "tot het uiteinde der aarde" (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8], tot ware en echte "missionarissen" van de liefde en van het leven.
Reeds binnen het gezin zelf kan men een zekere vorm van missionaire activiteit beoefenen, namelijk wanneer een lid van het gezin niet het geloof heeft of het niet op passende wijze in praktijk brengt. In zo'n geval moeten de andere leden van het gezin hem een getuigenis van hun door het leven zelf als juist bewezen geloof voorhouden, dat hem stimuleert en steunt op de tocht naar de volledige instemming met Christus de Verlosser. (1 Pt. 3, 1-2) [[b:1 Pt. 3, 1-2]]
De huiskerk die reeds in eigen kring bezield wordt door een missionaire geest, wordt ertoe gedreven een schitterend teken te zijn van de tegenwoordigheid van Christus en van zijn liefde, ook voor degenen die "verre" zijn, voor de gezinnen die nog niet geloven, en voor de christelijke gezinnen die niet meer leven overeenkomstig het geloof dat zij ontvangen hebben: de huiskerk is geroepen "door haar voorbeeld en getuigenis" "hen die de waarheid zoeken" te verlichten. vgl: Lumen Gentium [[[617|35]]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]]
Zoals reeds bij het ontluiken van het Christendom Aquila en Priscilla zich als missionair echtpaar toonden (Hand. 18; Rom. 16, 3-4) [[b:Hand. 18; Rom. 16, 3-4]], zo getuigt de Kerk in deze tijd van haar ononderbroken frisheid en bloei door de aanwezigheid van christelijke echtgenoten en gezinnen die, minstens voor enige tijd, naar de missielanden gaan om er het Evangelie te verkondigen en met de liefde van Christus de mensen te dienen.
De christelijke gezinnen leveren een speciale bijdrage tot de missietaak van de Kerk, als zij de missionaire roeping koesteren onder hun zonen en dochters vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|39]]] en, meer in het algemeen, door een opvoeding die "hun kinderen reeds vanaf hun jeugd in staat stelt de liefde van God jegens alle mensen te herkennen". Apostolicam Actuositatem [[653|30]]
De universaliteit zonder grenzen is het open veld dat toebehoort aan de evangelisatie die van binnenuit bezield wordt door het missionair elan: zij is immers het antwoord op het uitdrukkelijke en ondubbelzinnige bevel van Christus: "Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping". (Mc. 16, 15) [b:Mc. 16, 15] Ook het geloof van het christelijke gezin en zijn taak tot evangelisatie vertonen deze katholieke missionaire bezieling. Het sacrament van het Huwelijk, dat de in Doopsel en Vormsel gewortelde plicht het geloof te verdedigen en te verspreiden, hernieuwt en herhaalt vgl: Lumen Gentium [[[617|11]]], maakt de christelijke echtgenoten en ouders tot getuigen van Christus "tot het uiteinde der aarde" (Hand. 1, 8) [b:Hand. 1, 8], tot ware en echte "missionarissen" van de liefde en van het leven.
Reeds binnen het gezin zelf kan men een zekere vorm van missionaire activiteit beoefenen, namelijk wanneer een lid van het gezin niet het geloof heeft of het niet op passende wijze in praktijk brengt. In zo'n geval moeten de andere leden van het gezin hem een getuigenis van hun door het leven zelf als juist bewezen geloof voorhouden, dat hem stimuleert en steunt op de tocht naar de volledige instemming met Christus de Verlosser. (1 Pt. 3, 1-2) [[b:1 Pt. 3, 1-2]]
De huiskerk die reeds in eigen kring bezield wordt door een missionaire geest, wordt ertoe gedreven een schitterend teken te zijn van de tegenwoordigheid van Christus en van zijn liefde, ook voor degenen die "verre" zijn, voor de gezinnen die nog niet geloven, en voor de christelijke gezinnen die niet meer leven overeenkomstig het geloof dat zij ontvangen hebben: de huiskerk is geroepen "door haar voorbeeld en getuigenis" "hen die de waarheid zoeken" te verlichten. vgl: Lumen Gentium [[[617|35]]] vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|11]]]
Zoals reeds bij het ontluiken van het Christendom Aquila en Priscilla zich als missionair echtpaar toonden (Hand. 18; Rom. 16, 3-4) [[b:Hand. 18; Rom. 16, 3-4]], zo getuigt de Kerk in deze tijd van haar ononderbroken frisheid en bloei door de aanwezigheid van christelijke echtgenoten en gezinnen die, minstens voor enige tijd, naar de missielanden gaan om er het Evangelie te verkondigen en met de liefde van Christus de mensen te dienen.
De christelijke gezinnen leveren een speciale bijdrage tot de missietaak van de Kerk, als zij de missionaire roeping koesteren onder hun zonen en dochters vgl: Ad Gentes Divinitus [[[703|39]]] en, meer in het algemeen, door een opvoeding die "hun kinderen reeds vanaf hun jeugd in staat stelt de liefde van God jegens alle mensen te herkennen". Apostolicam Actuositatem [[653|30]]
Referenties naar alinea 54: 3
Redemptoris Missio ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Angelus, 8 ottobre 2006 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Het Christelijk gezin, gemeenschap in gesprek met God
55
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Het huisheiligdom van de Kerk
De verkondiging van het Evangelie en de aanneming ervan in geloof bereiken hun volheid in de sacramentele viering. De Kerk, gelovige en evangeliserende gemeenschap, is ook priesterlijk volk, bekleed dus met de waardigheid van Christus, hogepriester van het nieuwe en eeuwige Verbond, en deelgenoot van diens macht. vgl: Lumen Gentium [[[617|10]]]
Ook het christelijk gezin is opgenomen in de Kerk, in het priesterlijk volk: door het sacrament van het huwelijk waarin het geworteld is en waaruit het zich voedt, wordt het zonder ophouden door de Heer Jezus tot leven gebracht en door Hem aangespoord en verplicht tot de dialoog met God door middel van het sacramentele leven, de offerande van het eigen leven en het gebed.
Dit is de priesterlijke taak die het christelijk gezin kan en moet uitoefenen in nauwe vereniging met heel de Kerk, in alle dagelijkse gebeurtenissen van het huwelijks- en gezinsleven: op deze manier wordt het christelijke gezin geroepen zichzelf, de kerkelijke gemeenschap en de wereld te heiligen.
De verkondiging van het Evangelie en de aanneming ervan in geloof bereiken hun volheid in de sacramentele viering. De Kerk, gelovige en evangeliserende gemeenschap, is ook priesterlijk volk, bekleed dus met de waardigheid van Christus, hogepriester van het nieuwe en eeuwige Verbond, en deelgenoot van diens macht. vgl: Lumen Gentium [[[617|10]]]
Ook het christelijk gezin is opgenomen in de Kerk, in het priesterlijk volk: door het sacrament van het huwelijk waarin het geworteld is en waaruit het zich voedt, wordt het zonder ophouden door de Heer Jezus tot leven gebracht en door Hem aangespoord en verplicht tot de dialoog met God door middel van het sacramentele leven, de offerande van het eigen leven en het gebed.
Dit is de priesterlijke taak die het christelijk gezin kan en moet uitoefenen in nauwe vereniging met heel de Kerk, in alle dagelijkse gebeurtenissen van het huwelijks- en gezinsleven: op deze manier wordt het christelijke gezin geroepen zichzelf, de kerkelijke gemeenschap en de wereld te heiligen.
Referenties naar alinea 55: 2
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
56
Heilige ouders en authetieke Christelijke gezinnen ->=geentekst=
Het wezen van het huwelijk ->=geentekst=
Het huwelijk, sacrament van wederzijdse heiliging en daad van eredienst
Eigen bron en bijzonder middel van heiliging is voor de christelijke echtgenoten en voor het christelijk gezin het sacrament van het huwelijk, dat de heiligmakende genade van het doopsel opneemt en tot voltooiing brengt. Uit kracht van het mysterie van de dood en verrijzenis van Christus, waarin het sacrament van het huwelijk de mensen ... opnieuw laat binnengaan, wordt de huwelijksliefde gezuiverd en geheiligd: "De Heer heeft zich verwaardigd deze liefde te genezen en te verheffen door een bijzondere gave van genade en liefde". Gaudium et Spes [[575|48]] De gave van Jezus Christus put zich echter allerminst uit in de viering van het sacrament van het huwelijk, maar steunt en sterkt de echtgenoten heel hun leven lang. Daaraan herinnert het Tweede Vaticaans Concilie uitdrukkelijk, waar het leert dat Jezus Christus
Zoals alle sacramenten die "gericht zijn op de heiliging van de mensen, op de opbouw van het Lichaam van Christus en, tenslotte, op de eredienst aan God" Sacrosanctum Concilium [[570|59]], is ook het christelijk huwelijk in zich een liturgische daad van verheerlijking van God in Jezus Christus en in de Kerk: in de viering van het huwelijk belijden de christelijke echtgenoten hun dankbaarheid aan God voor de sublieme gave die hun is geschonken om in hun huwelijks- en gezinsbestaan weer te mogen leven uit de liefde van God voor alle mensen en voor de Kerk van de Heer Jezus, zijn Bruid.
En zoals uit het sacrament voor de echtgenoten de genade en de plicht voortvloeien dagelijks de ontvangen heiliging te beleven, zo komen eveneens uit het sacrament de genade en de zedelijke verplichting voort heel hun leven om te vormen tot blijvende "geestelijke offers" (1 Pt. 2, 5) [[b:1 Pt. 2, 5]] vgl: Lumen Gentium [[[617|34]]]. Ook op de christelijke echtgenoten en ouders, in het bijzonder voor de aardse en tijdelijke werkelijkheid die hen karakteriseert, zijn de woorden van het Concilie van toepassing:
Eigen bron en bijzonder middel van heiliging is voor de christelijke echtgenoten en voor het christelijk gezin het sacrament van het huwelijk, dat de heiligmakende genade van het doopsel opneemt en tot voltooiing brengt. Uit kracht van het mysterie van de dood en verrijzenis van Christus, waarin het sacrament van het huwelijk de mensen ... opnieuw laat binnengaan, wordt de huwelijksliefde gezuiverd en geheiligd: "De Heer heeft zich verwaardigd deze liefde te genezen en te verheffen door een bijzondere gave van genade en liefde". Gaudium et Spes [[575|48]] De gave van Jezus Christus put zich echter allerminst uit in de viering van het sacrament van het huwelijk, maar steunt en sterkt de echtgenoten heel hun leven lang. Daaraan herinnert het Tweede Vaticaans Concilie uitdrukkelijk, waar het leert dat Jezus Christus
"met hen blijft, opdat, zoals Hij de Kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd, ook de echtgenoten in blijvende liefde en trouw zich aan elkaar zouden wegschenken ... Daarom worden de christelijke echtgenoten tot de plichten en de waardigheid van hun levensstaat door een speciaal sacrament gesterkt en er als het ware door geconsacreerd; krachtens dit sacrament komen zij, bezield met de Geest van Christus, op grond waarvan heel hun leven wordt gedragen door het geloof, de hoop en de liefde, door de vervulling van hun huwelijks- en gezinsplichten geleidelijk tot eigen zelfvoltooiing en wederzijdse heiliging en, juist daardoor, samen tot de verheerlijking van God". Gaudium et Spes [[575|48]]De algemene roeping tot heiligheid is ook gericht aan de christelijke echtgenoten en ouders: zij krijgt voor hen een speciaal karakter door het sacrament dat zij gevierd hebben, en wordt concreet vertaald in de eigen werkelijkheid van het huwelijks- en gezinsleven. vgl: Lumen Gentium [[[617|41]]] Hieruit vloeien de genade en de noodzaak voort van een echte, diepe huwelijks- en gezinsspiritualiteit die zich laat inspireren door de motieven van de schepping, het verbond, het kruis, de verrijzenis en het teken, motieven waarbij de synode verschillende keren stil is blijven staan.
Zoals alle sacramenten die "gericht zijn op de heiliging van de mensen, op de opbouw van het Lichaam van Christus en, tenslotte, op de eredienst aan God" Sacrosanctum Concilium [[570|59]], is ook het christelijk huwelijk in zich een liturgische daad van verheerlijking van God in Jezus Christus en in de Kerk: in de viering van het huwelijk belijden de christelijke echtgenoten hun dankbaarheid aan God voor de sublieme gave die hun is geschonken om in hun huwelijks- en gezinsbestaan weer te mogen leven uit de liefde van God voor alle mensen en voor de Kerk van de Heer Jezus, zijn Bruid.
En zoals uit het sacrament voor de echtgenoten de genade en de plicht voortvloeien dagelijks de ontvangen heiliging te beleven, zo komen eveneens uit het sacrament de genade en de zedelijke verplichting voort heel hun leven om te vormen tot blijvende "geestelijke offers" (1 Pt. 2, 5) [[b:1 Pt. 2, 5]] vgl: Lumen Gentium [[[617|34]]]. Ook op de christelijke echtgenoten en ouders, in het bijzonder voor de aardse en tijdelijke werkelijkheid die hen karakteriseert, zijn de woorden van het Concilie van toepassing:
"Zo wijden ook de leken, als zij bij hun aanbidding overal heilige levensdaden voegen, de wereld zelf aan God toe". Lumen Gentium [[617|34]]
Referenties naar alinea 56: 3
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Heilige ouders en authetieke Christelijke gezinnen ->=geentekst=
Het wezen van het huwelijk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Huwelijk en Eucharistie
De heiligende taak van het gezin heeft haar eerste aanzet in het doopsel en haar hoogste uitdrukking in de Eucharistie waarmee het christelijk huwelijk innig verbonden is. Het Tweede Vaticaans Concilie brengt de speciale relatie tussen de Eucharistie en het huwelijk naar voren, als het voorschrijft dat het huwelijk "in de regel onder de mis wordt gevierd" Sacrosanctum Concilium [[570|78]]; het is zeer noodzakelijk deze relatie te herontdekken en te verdiepen, als men de genaden en de verplichtingen van het christelijk huwelijk en gezin wil begrijpen en in de praktijk van het leven vertalen. De Eucharistie is de bron zelf van het christelijk huwelijk. Het eucharistisch offer geeft immers het liefdeverbond van Christus met de Kerk weer, bezegeld met het bloed van zijn kruis (Joh. 19, 34) [[b:Joh. 19, 34]]. Het is in dit offer van het nieuwe en eeuwige Verbond dat de christelijke echtgenoten de oorsprong vinden waaruit hun echtverbintenis voortkomt, innerlijk gevormd wordt en voortdurend verlevendigd. Als tegenwoordigstelling van het offer van de liefde van Christus voor de Kerk is de Eucharistie bron van liefde. En in de eucharistische gave van de liefde vindt het christelijk gezin het fundament en de ziel van zijn "gemeenschap" en van zijn "zending": het eucharistisch brood maakt de diverse leden van de gezinsgemeenschap tot één lichaam, dat openbaring is van de ruimere eenheid van de Kerk en deelneming daaraan; de deelname aan het Lichaam van Christus dat "gegeven" is, en aan zijn Bloed dat "vergoten" is, wordt de onuitputtelijke bron van de missionaire en apostolische ijver van het christelijk gezin.
De heiligende taak van het gezin heeft haar eerste aanzet in het doopsel en haar hoogste uitdrukking in de Eucharistie waarmee het christelijk huwelijk innig verbonden is. Het Tweede Vaticaans Concilie brengt de speciale relatie tussen de Eucharistie en het huwelijk naar voren, als het voorschrijft dat het huwelijk "in de regel onder de mis wordt gevierd" Sacrosanctum Concilium [[570|78]]; het is zeer noodzakelijk deze relatie te herontdekken en te verdiepen, als men de genaden en de verplichtingen van het christelijk huwelijk en gezin wil begrijpen en in de praktijk van het leven vertalen. De Eucharistie is de bron zelf van het christelijk huwelijk. Het eucharistisch offer geeft immers het liefdeverbond van Christus met de Kerk weer, bezegeld met het bloed van zijn kruis (Joh. 19, 34) [[b:Joh. 19, 34]]. Het is in dit offer van het nieuwe en eeuwige Verbond dat de christelijke echtgenoten de oorsprong vinden waaruit hun echtverbintenis voortkomt, innerlijk gevormd wordt en voortdurend verlevendigd. Als tegenwoordigstelling van het offer van de liefde van Christus voor de Kerk is de Eucharistie bron van liefde. En in de eucharistische gave van de liefde vindt het christelijk gezin het fundament en de ziel van zijn "gemeenschap" en van zijn "zending": het eucharistisch brood maakt de diverse leden van de gezinsgemeenschap tot één lichaam, dat openbaring is van de ruimere eenheid van de Kerk en deelneming daaraan; de deelname aan het Lichaam van Christus dat "gegeven" is, en aan zijn Bloed dat "vergoten" is, wordt de onuitputtelijke bron van de missionaire en apostolische ijver van het christelijk gezin.
Referenties naar alinea 57: 4
Dies Domini ->=geentekst=Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Het sacrament van bekering en verzoening
Een wezenlijk en blijvend onderdeel van de heiligende taak in het christelijke gezin is de aanvaarding van de oproep tot bekering, die uitgaat van het Evangelie en gericht is aan alle christenen die niet altijd trouw blijven aan de "nieuwheid" van het Doopsel, dat hen tot "heiligen" heeft gemaakt. Ook het christelijk gezin leeft niet altijd in overeenstemming met de wet van de genade en heiligheid van het doopsel, die opnieuw afgekondigd wordt door het sacrament van het huwelijk. Het berouw en de wederkerige vergiffenis in de schoot van het christelijk gezin, die zo vaak in het dagelijkse leven voorkomen, vinden hun specifieke sacramentele plaats in de christelijke boetedoening. In de encycliek Humanae Vitae [34] schreef Paulus VI met betrekking tot de echtgenoten:
Een wezenlijk en blijvend onderdeel van de heiligende taak in het christelijke gezin is de aanvaarding van de oproep tot bekering, die uitgaat van het Evangelie en gericht is aan alle christenen die niet altijd trouw blijven aan de "nieuwheid" van het Doopsel, dat hen tot "heiligen" heeft gemaakt. Ook het christelijk gezin leeft niet altijd in overeenstemming met de wet van de genade en heiligheid van het doopsel, die opnieuw afgekondigd wordt door het sacrament van het huwelijk. Het berouw en de wederkerige vergiffenis in de schoot van het christelijk gezin, die zo vaak in het dagelijkse leven voorkomen, vinden hun specifieke sacramentele plaats in de christelijke boetedoening. In de encycliek Humanae Vitae [34] schreef Paulus VI met betrekking tot de echtgenoten:
"Als de zonde nog vat op hen heeft, moeten zij niet ontmoedigd worden, maar met nederige volharding hun toevlucht nemen tot Gods barmhartigheid, die overvloedig geschonken wordt in het sacrament van de boete". Humanae Vitae [[34|25]]De viering van dit sacrament heeft een bijzondere betekenis voor het gezinsleven: terwijl de echtgenoten en alle andere leden van het gezin door het geloof inzien hoe de zonde niet alleen in strijd is met het verbond met God maar ook met het verbond van de echtgenoten en met de gezinsgemeenschap, worden zij geleid naar de ontmoeting met God, die "rijk is aan barmhartigheid" (Ef. 2, 4) [b:Ef. 2, 4] en, door het schenken van zijn liefde die machtiger is dan de zonde vgl: Dives in Misericordia [[[755|13]]], het huwelijksverbond en de gezinsgemeenschap herstelt en vervolmaakt.
Referenties naar alinea 58: 2
Vademecum voor biechtvaders over de huwelijksmoraal ->=geentekst=Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Het gebed van het gezin
De Kerk bidt voor het christelijk gezin en zij leert het om door een leven in edelmoedige eenstemmigheid het geschenk en de priesterlijke taak die het ontvangen heeft van Christus Hogepriester tot voltooiing te brengen. Het priesterschap dat de gelovigen in het doopsel ontvangen hebben en dat de echtgenoten door hun leven uitoefenen in het huwelijk als sacrament, vormt werkelijk voor de echtgenoten en voor het gezin het fundament voor een roeping en zending waardoor hun dagelijks bestaan wordt omgevormd in "geestelijke offers, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus" (1 Pt. 2, 5) [[b:1 Pt. 2, 5]]: dat gebeurt niet alleen door de viering van de Eucharistie en van de andere sacramenten of het aanbieden van zichzelf tot eer van God, maar ook door het gebedsleven, door de biddende dialoog met de Vader door Jezus Christus in de Heilige Geest. Het gezinsgebed heeft zijn eigen kenmerken. Het is een gemeenschappelijk gebed, van man en vrouw samen, van ouders en kinderen samen. De gemeenschap in gebed is tegelijk vrucht en eis van de gemeenschap die geschonken wordt door de sacramenten van doopsel en huwelijk. Op de leden van het gezin kunnen op bijzondere wijze de woorden toegepast worden waarmee de Heer Jezus zijn aanwezigheid belooft: "Eveneens zeg lk u: wanneer twee van u eensgezind op aarde iets vragen - het moge zijn wat het wil - zullen zij het verkrijgen van mijn Vader die in de hemel is. Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden". (Mt. 18, 19-20) [b:Mt. 18, 19-20]
Dit gebed heeft als bijzondere inhoud het gezinsleven zelf, dat in al zijn verschillende omstandigheden geïnterpreteerd wordt als roeping door God en dat verwerkelijkt wordt als een kinderlijk antwoord op zijn roeping; vreugde en verdriet, hoop en droefheid, geboortedagen en verjaardagen, verjaardagen van de bruiloft van de ouders, afscheid, afwezigheid en terugkeer, belangrijke en beslissende keuzen, de dood van dierbare personen enz. zijn tekenen van de tussenkomst van Gods liefde in het leven van het gezin, en dienen zo ook het gunstige ogenblik te betekenen voor de dankzegging, de smeking, de vertrouwvolle overgave van het gezin aan de gemeenschappelijke Vader die in de hemel is. De waardigheid en verantwoordelijkheid van het christelijke gezin als huiskerk kunnen slechts verwezenlijkt worden met de onophoudelijke hulp van God, die stellig gegeven zal worden, als het gezin met nederigheid en vertrouwen erom vraagt in het gebed.
De Kerk bidt voor het christelijk gezin en zij leert het om door een leven in edelmoedige eenstemmigheid het geschenk en de priesterlijke taak die het ontvangen heeft van Christus Hogepriester tot voltooiing te brengen. Het priesterschap dat de gelovigen in het doopsel ontvangen hebben en dat de echtgenoten door hun leven uitoefenen in het huwelijk als sacrament, vormt werkelijk voor de echtgenoten en voor het gezin het fundament voor een roeping en zending waardoor hun dagelijks bestaan wordt omgevormd in "geestelijke offers, die welgevallig zijn aan God door Jezus Christus" (1 Pt. 2, 5) [[b:1 Pt. 2, 5]]: dat gebeurt niet alleen door de viering van de Eucharistie en van de andere sacramenten of het aanbieden van zichzelf tot eer van God, maar ook door het gebedsleven, door de biddende dialoog met de Vader door Jezus Christus in de Heilige Geest. Het gezinsgebed heeft zijn eigen kenmerken. Het is een gemeenschappelijk gebed, van man en vrouw samen, van ouders en kinderen samen. De gemeenschap in gebed is tegelijk vrucht en eis van de gemeenschap die geschonken wordt door de sacramenten van doopsel en huwelijk. Op de leden van het gezin kunnen op bijzondere wijze de woorden toegepast worden waarmee de Heer Jezus zijn aanwezigheid belooft: "Eveneens zeg lk u: wanneer twee van u eensgezind op aarde iets vragen - het moge zijn wat het wil - zullen zij het verkrijgen van mijn Vader die in de hemel is. Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden". (Mt. 18, 19-20) [b:Mt. 18, 19-20]
Dit gebed heeft als bijzondere inhoud het gezinsleven zelf, dat in al zijn verschillende omstandigheden geïnterpreteerd wordt als roeping door God en dat verwerkelijkt wordt als een kinderlijk antwoord op zijn roeping; vreugde en verdriet, hoop en droefheid, geboortedagen en verjaardagen, verjaardagen van de bruiloft van de ouders, afscheid, afwezigheid en terugkeer, belangrijke en beslissende keuzen, de dood van dierbare personen enz. zijn tekenen van de tussenkomst van Gods liefde in het leven van het gezin, en dienen zo ook het gunstige ogenblik te betekenen voor de dankzegging, de smeking, de vertrouwvolle overgave van het gezin aan de gemeenschappelijke Vader die in de hemel is. De waardigheid en verantwoordelijkheid van het christelijke gezin als huiskerk kunnen slechts verwezenlijkt worden met de onophoudelijke hulp van God, die stellig gegeven zal worden, als het gezin met nederigheid en vertrouwen erom vraagt in het gebed.
Referenties naar alinea 59: 2
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
60
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Ouders zijn geroepen getuigen te zijn van hun geloof en hoop ->=geentekst=
Opvoeders tot gebed
De christelijke ouders hebben krachtens hun waardigheid en priesterlijke zending voor alle gedoopten de specifieke taak de kinderen te leren bidden, geleidelijk het mysterie van God te laten ontdekken en hen binnen te leiden in de persoonlijke samenspraak met Hem: "Vooral in het christelijk gezin dat verrijkt is met de genade en de zending van het huwelijkssacrament, moeten de kinderen van jongsaf aan leren kennis van God te krijgen, Hem te vereren en de naaste te beminnen volgens het geloof dat zij in het doopsel ontvangen hebben". Gravissimum Educationis [[647|3]] vgl: Catechesi Tradendae [[[572|36]]] Fundamenteel en onvervangbaar element van de opvoeding tot gebed is het concrete voorbeeld, het levende getuigenis van de ouders: alleen door samen met de kinderen te bidden, dringen de vader en de moeder, die zo hun eigen koninklijk priesterschap uitoefenen, door tot het diepst van het hart van de kinderen en laten daar sporen achter die de latere gebeurtenissen van het leven niet zullen kunnen uitwissen. Luisteren wij opnieuw naar de aansporing die Paulus VI gericht heeft tot de ouders:
De christelijke ouders hebben krachtens hun waardigheid en priesterlijke zending voor alle gedoopten de specifieke taak de kinderen te leren bidden, geleidelijk het mysterie van God te laten ontdekken en hen binnen te leiden in de persoonlijke samenspraak met Hem: "Vooral in het christelijk gezin dat verrijkt is met de genade en de zending van het huwelijkssacrament, moeten de kinderen van jongsaf aan leren kennis van God te krijgen, Hem te vereren en de naaste te beminnen volgens het geloof dat zij in het doopsel ontvangen hebben". Gravissimum Educationis [[647|3]] vgl: Catechesi Tradendae [[[572|36]]] Fundamenteel en onvervangbaar element van de opvoeding tot gebed is het concrete voorbeeld, het levende getuigenis van de ouders: alleen door samen met de kinderen te bidden, dringen de vader en de moeder, die zo hun eigen koninklijk priesterschap uitoefenen, door tot het diepst van het hart van de kinderen en laten daar sporen achter die de latere gebeurtenissen van het leven niet zullen kunnen uitwissen. Luisteren wij opnieuw naar de aansporing die Paulus VI gericht heeft tot de ouders:
"Moeders, leert u uw kinderen de gebeden van de christen? Bereidt u uw kinderen, samen met de priesters, voor op de sacramenten van de kinderjaren: biecht, communie, vormsel? Leert u hen aan de lijdende Christus te denken, als zij ziek zijn? De hulp van Maria en van de andere heiligen in te roepen? Bidt u de rozenkrans in het gezin? En gij, vaders, weet u, tenminste zo nu en dan, te bidden met uw kinderen, met heel het huisgezin? Uw voorbeeld van rechtschapenheid in denken en doen, geholpen door een gebed, heeft de waarde van een levensles, van een bijzonder verdienstelijke daad van godsdienst. Brengt zo vrede binnen de muren van het huis: 'Pax huic domui!' Denkt eraan: zo bouwt ge de Kerk op". Kerk opbouw [[1956]]
Referenties naar alinea 60: 4
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Ouders zijn geroepen getuigen te zijn van hun geloof en hoop ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
61
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Liturgisch en persoonlijk gebed
Tussen het gebed van de Kerk en dat van de afzonderlijke gelovigen bestaat een diepe en vitale band, zoals het Tweede Vaticaans Concilie duidelijk heeft bevestigd vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|12]]]. Welnu, een belangrijk doel van het gebed in de huiskerk is dat het voor de kinderen de natuurlijke inleiding moet vormen op het eigenlijk liturgisch gebed van de Kerk in haar geheel, zowel in de zin van een voorbereiding hierop als in deze zin dat dit liturgisch gebed de ruimte van het persoonlijk en het gezinsleven en van het maatschappelijk leven omvat. Vandaar de noodzaak van een geleidelijk groeiende deelneming van alle leden van het christelijk gezin aan de Eucharistie, vooral op zon- en feestdagen, en aan de andere sacramenten, in het bijzonder aan de sacramenten van de christelijke inwijding van de kinderen. De richtlijnen van het Concilie openen een nieuwe mogelijkheid voor het christelijk gezin, dat genoemd is onder de groepen waaraan de gemeenschappelijke viering van het liturgisch getijdengebed wordt aanbevolen vgl: Institutio Generalis de Liturgia Horarum [[[1865|(27)]]]. Zo zal het christelijke gezin er zorg voor dragen dat ook thuis in een aan de leden aangepaste vorm de tijden en feesten van het liturgische jaar worden gevierd. Om de eredienst die in de Kerk gevierd moet worden, thuis voor te bereiden en voort te zetten, maakt het christelijk gezin gebruik van het persoonlijk gebed. Dit kent een grote verscheidenheid van vormen; deze verscheidenheid, die getuigt van de uitzonderlijke rijkdom waarmee de Geest het christelijk gebed bezielt, komt tegemoet aan de verschillende levensbehoeften en -omstandigheden van degene die zijn geest tot de Heer richt. Naast het ochtend- en avondgebed worden, volgens de aanwijzingen van de synodevaders, uitdrukkelijk aanbevolen: het lezen en overwegen van het Woord van God, de voorbereiding op de sacramenten, de devotie tot en de toewijding aan het H. Hart van Jezus, de verschillende vormen van verering van de heilige Maagd Maria, het tafelgebed, de gebruiken van volksvroomheid.
Met volledig respect voor de vrijheid van de kinderen Gods heeft de Kerk aan de gelovigen bepaalde vrome gebruiken voorgehouden, die zij met bijzondere zorg en aandrang blijft aanbevelen. Daaronder met name de rozenkrans: In aansluiting met onze voorgangers bevelen wij levendig het bidden van de rozenkrans in het gezin aan ... Er bestaat geen twijfel aan dat deze krans van de heilige Maagd Maria beschouwd moet worden als een van de meest uitstekende en werkdadige gemeenschappelijke gebeden waartoe het christelijk gezin wordt uitgenodigd. Wij willen inderdaad graag denken en levendig wensen dat, wanneer het bijeenzijn in het gezin ogenblik van gebed wordt, de rozenkrans vaak de geliefde uitdrukking ervan is". Marialis Cultus [[598|52.54]]
Zo vormt de echte Maria-devotie, die zich uitdrukt in nauwe vereniging met en edelmoedig volgen van de geestelijke houdingen van de allerheiligste Maagd, het meest voortreffelijke instrument om de liefdesgemeenschap van het gezin te bevorderen en de huwelijks- en gezinsspiritualiteit te ontwikkelen. Want zij, de moeder van Christus en van de Kerk, is op bijzondere wijze ook de moeder van de christelijke gezinnen, van de huiskerken.
Tussen het gebed van de Kerk en dat van de afzonderlijke gelovigen bestaat een diepe en vitale band, zoals het Tweede Vaticaans Concilie duidelijk heeft bevestigd vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|12]]]. Welnu, een belangrijk doel van het gebed in de huiskerk is dat het voor de kinderen de natuurlijke inleiding moet vormen op het eigenlijk liturgisch gebed van de Kerk in haar geheel, zowel in de zin van een voorbereiding hierop als in deze zin dat dit liturgisch gebed de ruimte van het persoonlijk en het gezinsleven en van het maatschappelijk leven omvat. Vandaar de noodzaak van een geleidelijk groeiende deelneming van alle leden van het christelijk gezin aan de Eucharistie, vooral op zon- en feestdagen, en aan de andere sacramenten, in het bijzonder aan de sacramenten van de christelijke inwijding van de kinderen. De richtlijnen van het Concilie openen een nieuwe mogelijkheid voor het christelijk gezin, dat genoemd is onder de groepen waaraan de gemeenschappelijke viering van het liturgisch getijdengebed wordt aanbevolen vgl: Institutio Generalis de Liturgia Horarum [[[1865|(27)]]]. Zo zal het christelijke gezin er zorg voor dragen dat ook thuis in een aan de leden aangepaste vorm de tijden en feesten van het liturgische jaar worden gevierd. Om de eredienst die in de Kerk gevierd moet worden, thuis voor te bereiden en voort te zetten, maakt het christelijk gezin gebruik van het persoonlijk gebed. Dit kent een grote verscheidenheid van vormen; deze verscheidenheid, die getuigt van de uitzonderlijke rijkdom waarmee de Geest het christelijk gebed bezielt, komt tegemoet aan de verschillende levensbehoeften en -omstandigheden van degene die zijn geest tot de Heer richt. Naast het ochtend- en avondgebed worden, volgens de aanwijzingen van de synodevaders, uitdrukkelijk aanbevolen: het lezen en overwegen van het Woord van God, de voorbereiding op de sacramenten, de devotie tot en de toewijding aan het H. Hart van Jezus, de verschillende vormen van verering van de heilige Maagd Maria, het tafelgebed, de gebruiken van volksvroomheid.
Met volledig respect voor de vrijheid van de kinderen Gods heeft de Kerk aan de gelovigen bepaalde vrome gebruiken voorgehouden, die zij met bijzondere zorg en aandrang blijft aanbevelen. Daaronder met name de rozenkrans: In aansluiting met onze voorgangers bevelen wij levendig het bidden van de rozenkrans in het gezin aan ... Er bestaat geen twijfel aan dat deze krans van de heilige Maagd Maria beschouwd moet worden als een van de meest uitstekende en werkdadige gemeenschappelijke gebeden waartoe het christelijk gezin wordt uitgenodigd. Wij willen inderdaad graag denken en levendig wensen dat, wanneer het bijeenzijn in het gezin ogenblik van gebed wordt, de rozenkrans vaak de geliefde uitdrukking ervan is". Marialis Cultus [[598|52.54]]
Zo vormt de echte Maria-devotie, die zich uitdrukt in nauwe vereniging met en edelmoedig volgen van de geestelijke houdingen van de allerheiligste Maagd, het meest voortreffelijke instrument om de liefdesgemeenschap van het gezin te bevorderen en de huwelijks- en gezinsspiritualiteit te ontwikkelen. Want zij, de moeder van Christus en van de Kerk, is op bijzondere wijze ook de moeder van de christelijke gezinnen, van de huiskerken.
Referenties naar alinea 61: 4
Dies Domini ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
62
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Gebed en leven
Men mag nooit vergeten dat het gebed als zodanig en in diepste wezen een fundamenteel en noodzakelijk onderdeel is van het christelijke leven; het behoort zelfs tot ons hele "mens-zijn": het is "de eerste uitdrukking van het innerlijk wezen van de mens, de eerste voorwaarde voor de waarachtige vrijheid van geest". Over het Rozenkransgebed [[1437]] Daarom betekent het gebed absoluut niet een vlucht voor de dagelijkse verplichtingen, maar vormt het een sterkere aansporing voor het christelijk gezin om al zijn taken als eerste en fundamentele cel van de mensengemeenschap op zich te nemen en volledig te vervullen. Daarom staat de daadwerkelijke deelname aan het leven en de zending van de Kerk in de wereld in verhouding tot de trouw en de liefde voor het gebed, waardoor het christelijk gezin zich verenigt met de vruchtbare wijnstok die Christus de Heer is. vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|4]]]
Uit de vitale vereniging met Christus, gevoed door de heilige liturgie, de offerande van zichzelf en het gebed, vloeit ook de vruchtbaarheid van het christelijk gezin voort in zijn specifieke dienstbaarheid aan de menselijke ontwikkeling die uit zichzelf leidt tot de omvorming van de wereld. vgl: Het Christelijk gezin ondersteunen en beschermen [[[506]]]
Men mag nooit vergeten dat het gebed als zodanig en in diepste wezen een fundamenteel en noodzakelijk onderdeel is van het christelijke leven; het behoort zelfs tot ons hele "mens-zijn": het is "de eerste uitdrukking van het innerlijk wezen van de mens, de eerste voorwaarde voor de waarachtige vrijheid van geest". Over het Rozenkransgebed [[1437]] Daarom betekent het gebed absoluut niet een vlucht voor de dagelijkse verplichtingen, maar vormt het een sterkere aansporing voor het christelijk gezin om al zijn taken als eerste en fundamentele cel van de mensengemeenschap op zich te nemen en volledig te vervullen. Daarom staat de daadwerkelijke deelname aan het leven en de zending van de Kerk in de wereld in verhouding tot de trouw en de liefde voor het gebed, waardoor het christelijk gezin zich verenigt met de vruchtbare wijnstok die Christus de Heer is. vgl: Apostolicam Actuositatem [[[653|4]]]
Uit de vitale vereniging met Christus, gevoed door de heilige liturgie, de offerande van zichzelf en het gebed, vloeit ook de vruchtbaarheid van het christelijk gezin voort in zijn specifieke dienstbaarheid aan de menselijke ontwikkeling die uit zichzelf leidt tot de omvorming van de wereld. vgl: Het Christelijk gezin ondersteunen en beschermen [[[506]]]
Referenties naar alinea 62: 2
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen ->=geentekst=Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Het Christelijk gezin, gemeenschap in dienst van de mens
63
Het nieuwe gebod van de liefde
De Kerk, profetisch-priesterlijk-koninklijk volk, heeft de zending alle mensen ertoe te brengen in geloof het Woord van God te aanvaarden en het te vieren en ervan te getuigen in de sacramenten en het gebed en het tenslotte zichtbaar te maken in het concrete leven volgens de gave en het nieuwe gebod van de liefde. Het christelijke gezin vindt zijn wet niet in een geschreven wetboek maar in het persoonlijk handelen van de heilige Geest dat de christen bezielt en leidt, dus in de "wet van de Geest die leven geeft in Christus Jezus" (Rom. 8, 2) [b:Rom. 8, 2]: "Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken. (Rom. 5, 5) [b:Rom. 5, 5] Dit moet evenzeer gezegd worden van de gehuwden en het christelijke gezin: hun gids en norm is de Geest van Jezus die in hun harten is uitgestort in de viering van het sacrament van het huwelijk. Als vervolg op het doopsel in water en Geest houdt het huwelijk opnieuw de evangelische wet van de liefde voor en met de gave van de Geest grift het deze wet dieper in het hart van de christelijke echtgenoten; hun liefde, gezuiverd en verlost, is vrucht van de Geest die werkt in het hart van de gelovigen en zich tegelijkertijd opwerpt als het fundamentele gebod van een zedelijk leven dat ge"eist wordt van hun verantwoordelijke vrijheid.
Zo wordt het christelijke gezin, bezield en geleid door de nieuwe wet van de Geest en in nauwe vereniging met de Kerk, het koninklijke volk, ertoe gebracht zijn "dienst" van liefde voor God en voor de broeders in zijn leven uit te drukken.
Zoals Christus zijn koninklijke macht uitoefent door zich in dienst van de mensen te stellen (Mc. 10, 45) [[b:Mc. 10, 45]], zo vindt de christen de ware zin van zijn deelneming aan de koninklijke waardigheid van zijn Heer, door te delen in zijn geest en houding van dienstbaarheid ten opzichte van de mens.
De Kerk, profetisch-priesterlijk-koninklijk volk, heeft de zending alle mensen ertoe te brengen in geloof het Woord van God te aanvaarden en het te vieren en ervan te getuigen in de sacramenten en het gebed en het tenslotte zichtbaar te maken in het concrete leven volgens de gave en het nieuwe gebod van de liefde. Het christelijke gezin vindt zijn wet niet in een geschreven wetboek maar in het persoonlijk handelen van de heilige Geest dat de christen bezielt en leidt, dus in de "wet van de Geest die leven geeft in Christus Jezus" (Rom. 8, 2) [b:Rom. 8, 2]: "Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons werd geschonken. (Rom. 5, 5) [b:Rom. 5, 5] Dit moet evenzeer gezegd worden van de gehuwden en het christelijke gezin: hun gids en norm is de Geest van Jezus die in hun harten is uitgestort in de viering van het sacrament van het huwelijk. Als vervolg op het doopsel in water en Geest houdt het huwelijk opnieuw de evangelische wet van de liefde voor en met de gave van de Geest grift het deze wet dieper in het hart van de christelijke echtgenoten; hun liefde, gezuiverd en verlost, is vrucht van de Geest die werkt in het hart van de gelovigen en zich tegelijkertijd opwerpt als het fundamentele gebod van een zedelijk leven dat ge"eist wordt van hun verantwoordelijke vrijheid.
Zo wordt het christelijke gezin, bezield en geleid door de nieuwe wet van de Geest en in nauwe vereniging met de Kerk, het koninklijke volk, ertoe gebracht zijn "dienst" van liefde voor God en voor de broeders in zijn leven uit te drukken.
Zoals Christus zijn koninklijke macht uitoefent door zich in dienst van de mensen te stellen (Mc. 10, 45) [[b:Mc. 10, 45]], zo vindt de christen de ware zin van zijn deelneming aan de koninklijke waardigheid van zijn Heer, door te delen in zijn geest en houding van dienstbaarheid ten opzichte van de mens.
"Deze macht heeft Hij (Christus) aan zijn leerlingen meegedeeld, om ook de koninklijke vrijheid te verwerven en om door zelfonthechting en heilig leven het rijk van de zonde in eigen schoot te overwinnen (Rom. 6, 12) [[b:Rom. 6, 12]]; meer nog, om Christus ook in de anderen te dienen en aldus, door nederigheid en geduld, hun broeders terug te brengen naar de Koning. Hem dienen is pas waarlijk heersen. De Heer wil immers zijn Rijk ook door de lekengelovigen uitbreiden, zijn Rijk namelijk van waarheid en leven, heiligheid en genade, gerechtigheid, liefde en vrede; in dit Rijk zal het schepsel zelf bevrijd worden uit de slavernij van de vergankelijkheid en ingaan in de glorievolle vrijheid van de kinderen van God (Rom. 8, 21) [[b:Rom. 8, 21]]." Lumen Gentium [[617|36]]
Referenties naar alinea 63: 1
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
64
In iedere broeder het beeld van God ontdekken
Bezield en gesteund door het nieuwe gebod van de liefde, houdt het christelijke gezin in de praktijk van het leven de gastvrijheid, eerbied en dienstbaarheid in stand jegens iedere mens, die het steeds aanvaardt in zijn waardigheid van persoon en van kind van God. Dit moet vooral gebeuren binnen en ten gunste van het echtpaar en het gezin, door middel van de dagelijkse inzet voor de bevordering van een echte gemeenschap van personen, gegrondvest op en gevoed uit het innerlijk liefdesverkeer. Dit moet zich verder ontplooien binnen de wijdere kring van de kerkelijke gemeenschap waarin het christelijk gezin is opgenomen: dankzij de liefde van het gezin kan en moet de Kerk meer het karakter aannemen van een huisgezin, door zich een meer menselijke en broederlijke stijl in de onderlinge betrekkingen eigen te maken.
De liefde gaat echter verder dan de eigen geloofsbroeders, want "iedere mens is mijn broeder"; in iedereen, vooral in de arme, de zwakke, de lijdende, de onrechtvaardig behandelde, weet de liefde het gelaat van Christus te ontdekken en een broeder die bemind en gediend moet worden. Opdat de dienst aan de mens door het gezin in evangelische stijl kan worden vervuld, zal het nodig zijn met ijver te verwerkelijken wat het Tweede Vaticaans Concilie inprent:
Bezield en gesteund door het nieuwe gebod van de liefde, houdt het christelijke gezin in de praktijk van het leven de gastvrijheid, eerbied en dienstbaarheid in stand jegens iedere mens, die het steeds aanvaardt in zijn waardigheid van persoon en van kind van God. Dit moet vooral gebeuren binnen en ten gunste van het echtpaar en het gezin, door middel van de dagelijkse inzet voor de bevordering van een echte gemeenschap van personen, gegrondvest op en gevoed uit het innerlijk liefdesverkeer. Dit moet zich verder ontplooien binnen de wijdere kring van de kerkelijke gemeenschap waarin het christelijk gezin is opgenomen: dankzij de liefde van het gezin kan en moet de Kerk meer het karakter aannemen van een huisgezin, door zich een meer menselijke en broederlijke stijl in de onderlinge betrekkingen eigen te maken.
De liefde gaat echter verder dan de eigen geloofsbroeders, want "iedere mens is mijn broeder"; in iedereen, vooral in de arme, de zwakke, de lijdende, de onrechtvaardig behandelde, weet de liefde het gelaat van Christus te ontdekken en een broeder die bemind en gediend moet worden. Opdat de dienst aan de mens door het gezin in evangelische stijl kan worden vervuld, zal het nodig zijn met ijver te verwerkelijken wat het Tweede Vaticaans Concilie inprent:
"Deze beoefening van de naastenliefde mag geen enkele uitzondering kennen en mag ook niet de schijn daarvan wekken. Daartoe dient men in zijn naaste het beeld van God te zien, naar wie hij is geschapen, en Christus de Heer, aan wie wij in werkelijkheid aanbieden wat wij de hulpbehoevende geven." Apostolicam Actuositatem [[653|8]]Terwijl het christelijk gezin in de liefde de Kerk opbouwt, stelt het zich in dienst van de mens en van de wereld door waarlijk die "menselijke ontwikkeling" tot stand te brengen waarvan de inhoud is samengevat in de boodschap van de synode aan de gezinnen: "Een andere taak van het gezin is de taak de mensen te vormen tot de liefde en de liefde in praktijk te brengen in alle relaties met anderen, zodat het zich niet opsluit in zichzelf, maar openblijft naar de gemeenschap, bewogen door zin voor rechtvaardigheid en eerbied voor de anderen, alsook door de plicht van de eigen verantwoordelijkheid jegens de hele maatschappij". Boodschap bij de sluiting van de Bisschoppensynode over het christelijk gezin in de wereld van deze tijd [[1954|12]]
Referenties naar alinea 64: 1
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 4 De Gezinspastoraal: fasen, structuren, werkers en situaties
- HOOFDSTUK 1 De fasen van de gezinspastoraal
65
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
Alleen een echte culturele keuze kan zich doeltreffend verzetten tegen de euthanasie ->=geentekst=
De Kerk vergezelt het christelijk gezin op zijn tocht
Zoals ieder levend wezen moet ook het gezin zich ontwikkelen en groeien. Na de voorbereiding in de verlovingstijd en de sacramentele viering van het huwelijk begint het echtpaar zijn dagelijkse tocht naar de geleidelijke verwerkelijking van de waarden en plichten van het huwelijk. In het licht van het geloof en in de kracht van de hoop heeft ook het christelijk gezin, in gemeenschap met de Kerk, deel aan de ervaring van de menselijke pelgrimstocht naar de volle openbaring en verwezenlijking van het Rijk van God.
Daarom moet nogmaals de dringende noodzaak onderstreept worden van de pastorale activiteit van de Kerk ter ondersteuning van het gezin. Het is nodig zich met alle kracht in te spannen voor de versterking en de ontwikkeling van de gezinspastoraal, die zich wijdt aan een sector van werkelijk primair belang, met de zekerheid dat in de toekomst de evangelisatie zal afhangen van de "huiskerk". vgl: Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) [[[1508|20]]]
De pastorale zorg van de Kerk beperkt zich niet tot de christelijke gezinnen die haar het meest nabij zijn, maar zij zal haar horizon uitbreiden volgens de maat van het Hart van Christus en zich nog ijveriger tonen voor alle gezinnen in het algemeen en in het bijzonder voor de gezinnen die zich in een moeilijke en geschonden situatie bevinden. Tot alle gezinnen moet de Kerk woorden van waarheid richten, van menselijkheid, van goedheid, van hoop, van dringende betrokkenheid bij hun soms zeer ernstige moeilijkheden; aan alle gezinnen zal zij haar belangeloze hulp aanbieden, opdat zij dichter bij het gezinsmodel kunnen komen dat de Schepper, "vanaf het begin" heeft gewild en dat Christus vernieuwd heeft met zijn verlossende genade. De pastorale actie van de Kerk moet geleidelijk gebeuren, ook in deze zin dat zij het gezin moet begeleiden, waarbij zij het stap voor stap volgt, tijdens de diverse fasen van zijn vorming en ontwikkeling.
Zoals ieder levend wezen moet ook het gezin zich ontwikkelen en groeien. Na de voorbereiding in de verlovingstijd en de sacramentele viering van het huwelijk begint het echtpaar zijn dagelijkse tocht naar de geleidelijke verwerkelijking van de waarden en plichten van het huwelijk. In het licht van het geloof en in de kracht van de hoop heeft ook het christelijk gezin, in gemeenschap met de Kerk, deel aan de ervaring van de menselijke pelgrimstocht naar de volle openbaring en verwezenlijking van het Rijk van God.
Daarom moet nogmaals de dringende noodzaak onderstreept worden van de pastorale activiteit van de Kerk ter ondersteuning van het gezin. Het is nodig zich met alle kracht in te spannen voor de versterking en de ontwikkeling van de gezinspastoraal, die zich wijdt aan een sector van werkelijk primair belang, met de zekerheid dat in de toekomst de evangelisatie zal afhangen van de "huiskerk". vgl: Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) [[[1508|20]]]
De pastorale zorg van de Kerk beperkt zich niet tot de christelijke gezinnen die haar het meest nabij zijn, maar zij zal haar horizon uitbreiden volgens de maat van het Hart van Christus en zich nog ijveriger tonen voor alle gezinnen in het algemeen en in het bijzonder voor de gezinnen die zich in een moeilijke en geschonden situatie bevinden. Tot alle gezinnen moet de Kerk woorden van waarheid richten, van menselijkheid, van goedheid, van hoop, van dringende betrokkenheid bij hun soms zeer ernstige moeilijkheden; aan alle gezinnen zal zij haar belangeloze hulp aanbieden, opdat zij dichter bij het gezinsmodel kunnen komen dat de Schepper, "vanaf het begin" heeft gewild en dat Christus vernieuwd heeft met zijn verlossende genade. De pastorale actie van de Kerk moet geleidelijk gebeuren, ook in deze zin dat zij het gezin moet begeleiden, waarbij zij het stap voor stap volgt, tijdens de diverse fasen van zijn vorming en ontwikkeling.
Referenties naar alinea 65: 3
Aan Mgr. Gijsen - Bij de inauguratie van het MEDO ->=geentekst=Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=
Alleen een echte culturele keuze kan zich doeltreffend verzetten tegen de euthanasie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
De rechten van het kind ->=geentekst=
Over het nietigverklaren van huwelijken - de verhouding tussen het recht en de pastorale zorg ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
De voorbereiding
Voor onze tijd is het meer dan ooit nodig dat de jongeren voorbereid worden op het huwelijk en het gezin. In sommige landen dragen de gezinnen nog, volgens oud gebruik, aan de jongeren de waarden over die betrekking hebben op het huwelijks- en gezinsleven, door middel van geleidelijke opvoeding of inwijding. Maar de veranderingen in de schoot van bijna alle moderne maatschappijen eisen dat niet slechts het gezin doch ook de samenleving en de Kerk zich inspannen om de jongeren op passende wijze voor te bereiden op hun verantwoordelijkheid voor hun toekomst. Veel ongunstige verschijnselen in het huidige gezinsleven vloeien voort uit het feit dat de jongeren in de nieuwe situaties niet slechts de juiste rangorde van waarden uit het oog verliezen, maar ook niet weten hoe zij zich moeten opstellen tegenover de nieuwe moeilijkheden en hoe zij ze moeten oplossen, omdat zij geen zekere maatstaven meer hebben voor hun gedrag. De ervaring leert echter dat de jongeren die voldoende voorbereid zijn op het gezinsleven, in het algemeen beter slagen dan anderen. De voorbereiding op het huwelijk moet gezien en verwezenlijkt worden als een geleidelijk en voortdurend proces. Zij omvat namelijk drie hoofdelementen:
Op deze basis zal vervolgens, in een uitvoeriger behandeling, de meer nabije voorbereiding stoelen, die - vanaf de geëigende leeftijd en met een aangepaste catechese, als in een catechumenaat - een meer specifieke voorbereiding op de sacramenten vereist, als het ware hun herontdekking. Deze vernieuwde catechese voor jongeren en voor allen die zich op het christelijk huwelijk voorbereiden, is beslist noodzakelijk, opdat het sacrament gesloten en in het leven gepraktiseerd wordt met de vereiste morele en geestelijke gesteltenis. De godsdienstige vorming van de jongeren moet aangevuld worden, op het juiste ogenblik en volgens de verschillende concrete behoeften,
De onmiddellijke voorbereiding op de viering van het sacrament van het huwelijk moet plaatsvinden in de laatste maanden en weken die aan de bruiloft voorafgaan, om als het ware een nieuwe betekenis, inhoud en vorm te geven aan het zogenaamde huwelijksexamen dat door het kerkelijk recht vóór de viering van de bruiloft wordt vereist. Ook al is zo'n voorbereiding in alle gevallen noodzakelijk, zij is toch dringender nodig voor de verloofden die nog tekortkomingen vertonen en moeilijkheden hebben ten aanzien van de christelijke leer en de praktijk van het leven.
Onder de beginselen die tijdens deze geloofstocht (welke overeenkomst vertoont met het catechumenaat) meegedeeld dienen te worden,
Ofschoon de noodzaak en het verplichtend karakter van de onmiddellijke voorbereiding op het huwelijk niet onderschat moeten worden - wat zou gebeuren, als men er gemakkelijk in dispenseerde -, moet die voorbereiding toch altijd zo voorgesteld en uitgevoerd worden dat haar eventueel ontbreken geen belemmering vormt voor de sluiting van het huwelijk.
Voor onze tijd is het meer dan ooit nodig dat de jongeren voorbereid worden op het huwelijk en het gezin. In sommige landen dragen de gezinnen nog, volgens oud gebruik, aan de jongeren de waarden over die betrekking hebben op het huwelijks- en gezinsleven, door middel van geleidelijke opvoeding of inwijding. Maar de veranderingen in de schoot van bijna alle moderne maatschappijen eisen dat niet slechts het gezin doch ook de samenleving en de Kerk zich inspannen om de jongeren op passende wijze voor te bereiden op hun verantwoordelijkheid voor hun toekomst. Veel ongunstige verschijnselen in het huidige gezinsleven vloeien voort uit het feit dat de jongeren in de nieuwe situaties niet slechts de juiste rangorde van waarden uit het oog verliezen, maar ook niet weten hoe zij zich moeten opstellen tegenover de nieuwe moeilijkheden en hoe zij ze moeten oplossen, omdat zij geen zekere maatstaven meer hebben voor hun gedrag. De ervaring leert echter dat de jongeren die voldoende voorbereid zijn op het gezinsleven, in het algemeen beter slagen dan anderen. De voorbereiding op het huwelijk moet gezien en verwezenlijkt worden als een geleidelijk en voortdurend proces. Zij omvat namelijk drie hoofdelementen:
- een verwijderde,
- een meer nabije en
- een onmiddellijke voorbereiding.
Op deze basis zal vervolgens, in een uitvoeriger behandeling, de meer nabije voorbereiding stoelen, die - vanaf de geëigende leeftijd en met een aangepaste catechese, als in een catechumenaat - een meer specifieke voorbereiding op de sacramenten vereist, als het ware hun herontdekking. Deze vernieuwde catechese voor jongeren en voor allen die zich op het christelijk huwelijk voorbereiden, is beslist noodzakelijk, opdat het sacrament gesloten en in het leven gepraktiseerd wordt met de vereiste morele en geestelijke gesteltenis. De godsdienstige vorming van de jongeren moet aangevuld worden, op het juiste ogenblik en volgens de verschillende concrete behoeften,
- met een voorbereiding op het leven van twee mensen met elkaar;
- een voorbereiding die het huwelijk voorstelt als een interpersoonlijke relatie tussen man en vrouw welke voortdurend ontwikkeld moet worden;
- die de verdieping stimuleert van de problemen van de echtelijke seksualitelt en van het verantwoord ouderschap, met de essentiële medisch-biologische kennis welke daarmee verbonden is;
- en die de ouders vertrouwd maakt met de juiste methoden de kinderen op te voeden en hen helpt de basiselementen te verwerven die nodig zijn om een geregeld gezinsleven te kunnen leiden (vast werk, voldoende financiële middelen, verstandig beheer, begrip van huishouding enz.).
De onmiddellijke voorbereiding op de viering van het sacrament van het huwelijk moet plaatsvinden in de laatste maanden en weken die aan de bruiloft voorafgaan, om als het ware een nieuwe betekenis, inhoud en vorm te geven aan het zogenaamde huwelijksexamen dat door het kerkelijk recht vóór de viering van de bruiloft wordt vereist. Ook al is zo'n voorbereiding in alle gevallen noodzakelijk, zij is toch dringender nodig voor de verloofden die nog tekortkomingen vertonen en moeilijkheden hebben ten aanzien van de christelijke leer en de praktijk van het leven.
Onder de beginselen die tijdens deze geloofstocht (welke overeenkomst vertoont met het catechumenaat) meegedeeld dienen te worden,
- moet ook een diepe kennis zijn van het mysterie van Christus en van de Kerk,
- van wat het christelijk huwelijk betekent aan genade en verantwoordelijkheid
- alsmede een voorbereiding op de actieve en bewuste deelname aan de riten van de huwelijksliturgie.
Ofschoon de noodzaak en het verplichtend karakter van de onmiddellijke voorbereiding op het huwelijk niet onderschat moeten worden - wat zou gebeuren, als men er gemakkelijk in dispenseerde -, moet die voorbereiding toch altijd zo voorgesteld en uitgevoerd worden dat haar eventueel ontbreken geen belemmering vormt voor de sluiting van het huwelijk.
Referenties naar alinea 66: 16
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
De rechten van het kind ->=geentekst=
Over het nietigverklaren van huwelijken - de verhouding tussen het recht en de pastorale zorg ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
De viering
Het christelijk huwelijk vraagt normaal om een liturgische viering die sociale en gemeenschapsvorm de wezenlijk kerkelijke en sacramentele aard, huwelijksverbond tussen gedoopten uitdrukt.
Als sacramenteel heiligingshandelen moet de sluiting van het huwelijk - opgenomen in de liturgie, hoogtepunt van heel het handelen van de Kerk en bron van haar heilskracht vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|10]]] - per se geldig, waardig en vruchtbaar zijn. Hier opent zich een uitgestrekt terrein voor de pastorale zorg, opdat volledig voldaan wordt aan alle eisen die voortkomen uit de natuur van het tot sacrament verheven huwelijksverbond en opdat bovendien de kerkelijke discipline trouw in acht genomen wordt wat betreft de vrije toestemming, de beletselen, de kerkrechtelijke vorm en de ritus van de viering. Deze laatste moet eenvoudig en waardig zijn, volgens "de normen van de bevoegde kerkelijke overheden, aan wie het ook toekomt - volgens de concrete omstandigheden van tijd en plaats en in overeenstemming met de door de heilige Stoel gestelde normen" vgl: Ordo celebrandi Matrimonium [[[1825|(17)]]] - eventueel in de liturgische viering de elementen op te nemen die eigen zijn aan een bepaalde cultuur en de diepe menselijke en godsdienstige betekenis van het huwelijksverbond beter kunnen uitdrukken, mits zij niets bevatten dat minder past bij het geloof of de christelijke moraal.
Als teken moet de liturgische viering zo verlopen dat zij ook in haar uiterlijke realiteit een verkondiging van Gods Woord vormt en een geloofsbelijdenis van de gemeenschap van de gelovigen. De pastorale inzet zal hier tot uitdrukking komen in een wijze en toegewijde verzorging van de "Liturgie van het Woord" en in de opvoeding tot geloof van de deelnemers aan de viering, op de eerste plaats van degenen die trouwen.
Als sacramenteel handelen van de Kerk moet de liturgische viering van het huwelijk de christelijke gemeenschap in haar actie betrekken door de volledige, actieve en bewuste deelname van alle aanwezigen, volgens ieders plaats en taak: bruid en bruidegom, de priester, de getuigen, de verwanten, de vrienden, de andere gelovigen, allen leden van een groep die het mysterie van Christus en zijn Kerk tot uitdrukking brengt en beleeft.
Voor de sluiting van het christelijk huwelijk in het kader van stamculturen en -tradities volge men de hierboven aangegeven beginselen.
Het christelijk huwelijk vraagt normaal om een liturgische viering die sociale en gemeenschapsvorm de wezenlijk kerkelijke en sacramentele aard, huwelijksverbond tussen gedoopten uitdrukt.
Als sacramenteel heiligingshandelen moet de sluiting van het huwelijk - opgenomen in de liturgie, hoogtepunt van heel het handelen van de Kerk en bron van haar heilskracht vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|10]]] - per se geldig, waardig en vruchtbaar zijn. Hier opent zich een uitgestrekt terrein voor de pastorale zorg, opdat volledig voldaan wordt aan alle eisen die voortkomen uit de natuur van het tot sacrament verheven huwelijksverbond en opdat bovendien de kerkelijke discipline trouw in acht genomen wordt wat betreft de vrije toestemming, de beletselen, de kerkrechtelijke vorm en de ritus van de viering. Deze laatste moet eenvoudig en waardig zijn, volgens "de normen van de bevoegde kerkelijke overheden, aan wie het ook toekomt - volgens de concrete omstandigheden van tijd en plaats en in overeenstemming met de door de heilige Stoel gestelde normen" vgl: Ordo celebrandi Matrimonium [[[1825|(17)]]] - eventueel in de liturgische viering de elementen op te nemen die eigen zijn aan een bepaalde cultuur en de diepe menselijke en godsdienstige betekenis van het huwelijksverbond beter kunnen uitdrukken, mits zij niets bevatten dat minder past bij het geloof of de christelijke moraal.
Als teken moet de liturgische viering zo verlopen dat zij ook in haar uiterlijke realiteit een verkondiging van Gods Woord vormt en een geloofsbelijdenis van de gemeenschap van de gelovigen. De pastorale inzet zal hier tot uitdrukking komen in een wijze en toegewijde verzorging van de "Liturgie van het Woord" en in de opvoeding tot geloof van de deelnemers aan de viering, op de eerste plaats van degenen die trouwen.
Als sacramenteel handelen van de Kerk moet de liturgische viering van het huwelijk de christelijke gemeenschap in haar actie betrekken door de volledige, actieve en bewuste deelname van alle aanwezigen, volgens ieders plaats en taak: bruid en bruidegom, de priester, de getuigen, de verwanten, de vrienden, de andere gelovigen, allen leden van een groep die het mysterie van Christus en zijn Kerk tot uitdrukking brengt en beleeft.
Voor de sluiting van het christelijk huwelijk in het kader van stamculturen en -tradities volge men de hierboven aangegeven beginselen.
Referenties naar alinea 67: 2
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
68
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Viering van het huwelijk en evangelisatie van de niet-gelovige gedoopten
Vooral omdat bij de viering van het sacrament speciale zorg besteed wordt aan de morele en geestelijke gesteltenis van de huwenden, in het bijzonder aan hun geloof, moet hier een veel voorkomende moeilijkheid onder ogen gezien worden waarin de herders van de Kerk zich kunnen bevinden in onze geseculariseerde maatschappij. Degenen die vragen voor de Kerk te trouwen, kunnen immers in verschillende mate het geloof hebben en het is de voornaamste taak van de herders het geloof te doen herontdekken, te voeden en rijp te maken. Maar zij moeten ook de redenen begrijpen die de Kerk aanleiding geven ook hen die een minder volmaakte gesteltenis hebben, tot de sluiting van het huwelijk toe te laten.
Meer dan de andere sacramenten heeft het sacrament van het huwelijk de specifieke eigenschap dat het het sacrament is van een realiteit die reeds in het scheppingsplan bestaat, dat het hetzelfde echtelijke verbond is dat de Schepper "in het begin" heeft ingesteld. Het besluit van man en vrouw te trouwen volgens dit goddelijk plan, d.w.z. om volgens hun bedoeling hun leven, door hun onherroepelijke huwelijksinstemming, te binden aan een onverbreekbare liefde en een onvoorwaardelijke trouw, vereist dus in feite, zelfs al is het niet op volkomen bewuste wijze, een houding van voldoende gehoorzaamheid aan de wil van God, welke houding onmogelijk is zonder zijn genade. Daarom bevinden zij zich reeds in echte en eigenlijke zin op de weg van het heil, wat door de viering van het sacrament en de directe voorbereiding daarop vervolmaakt en voltooid kan worden, vooropgesteld de rechtschapenheid van hun intentie.
Van de andere kant is het waar dat in sommige streken motieven die meer van sociale dan van echt godsdienstige aard zijn, de verloofden ertoe brengen te vragen in de Kerk te trouwen. Dat wekt geen verwondering. Het huwelijk is namelijk niet een gebeurtenis die alleen de huwelijkskandidaten betreft. Door zijn natuur zelf is het ook een sociale aangelegenheid die de verloofden verplicht ten opzichte van de maatschappij. De viering is altijd een feest geweest dat familie en vrienden verenigt. Het is dus vanzelfsprekend dat sociale motieven, samen met de persoonlijke, meespelen bij het verzoek in de Kerk te mogen trouwen.
Men moet ook niet vergeten dat deze verloofden krachtens hun Doopsel reeds werkelijk ingelijfd zijn in het verbond van de bruiloft van Christus met de Kerk en dat ze door de rechtschapenheid van hun intentie het plan van God met het huwelijk hebben aanvaard en derhalve minstens stilzwijgend instemmen met wat de Kerk bedoelt te doen, wanneer zij de bruiloft viert. Het feit alleen dat bij dit verzoek ook motieven van sociale aard meespreken, rechtvaardigt dus niet een eventuele weigering van de kant van de herders. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie geleerd heeft, voeden en versterken de sacramenten per slot van rekening, door de woorden en de elementen van de ritus, het geloof vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|59]]]: dat geloof waarnaar de verloofden reeds op weg zijn uit kracht van de rechtschapenheid van hun intentie, die door de genade van Christus zeker bevorderd en ondersteund wordt.
Het brengt bovendien ernstige risico's mee andere criteria te willen vaststellen voor de toelating tot de kerkelijke viering van het huwelijk, criteria die de mate van geloof van de huwenden zouden betreffen. Vooral het risico van het vellen van ongegronde en discriminerende oordelen; verder het risico van twijfels te wekken over de geldigheid van reeds gesloten huwelijken, tot ernstige schade voor de christelijke gemeenschap en met nieuwe, ongerechtvaardigde ongerustheid voor het geweten van de gehuwden. Men zou het gevaar lopen het sacramenteel karakter te betwisten of in twijfel te trekken van het huwelijk van veel broeders die gescheiden zijn van de volledige gemeenschap met de katholieke Kerk, hetgeen in strijd is met de kerkelijke traditie.
Wanneer daarentegen de huwelijkskandidaten, niettegenstaande alle pogingen, openlijk en uitdrukkelijk te kennen geven af te wijzen wat de Kerk bedoelt te doen, als zij het huwelijk van gedoopten viert, kan de zielenherder hen niet toelaten tot de sluiting. Ook al zal het met tegenzin zijn, hij heeft de plicht akte te nemen van de situatie en aan de belanghebbenden duidelijk te maken dat, als de zaken zo staan, het niet de Kerk is maar zijzelf die de kerkelijke sluiting verhinderen waarom zij weliswaar vragen.
Nog dringender blijkt hier de noodzaak van evangelisatie en catechese, vóór en na de huwelijkssluiting, door heel de christelijke gemeenschap, opdat alle mannen en vrouwen die trouwen, het sacrament van het huwelijk niet alleen geldig maar ook met vrucht vieren.
Vooral omdat bij de viering van het sacrament speciale zorg besteed wordt aan de morele en geestelijke gesteltenis van de huwenden, in het bijzonder aan hun geloof, moet hier een veel voorkomende moeilijkheid onder ogen gezien worden waarin de herders van de Kerk zich kunnen bevinden in onze geseculariseerde maatschappij. Degenen die vragen voor de Kerk te trouwen, kunnen immers in verschillende mate het geloof hebben en het is de voornaamste taak van de herders het geloof te doen herontdekken, te voeden en rijp te maken. Maar zij moeten ook de redenen begrijpen die de Kerk aanleiding geven ook hen die een minder volmaakte gesteltenis hebben, tot de sluiting van het huwelijk toe te laten.
Meer dan de andere sacramenten heeft het sacrament van het huwelijk de specifieke eigenschap dat het het sacrament is van een realiteit die reeds in het scheppingsplan bestaat, dat het hetzelfde echtelijke verbond is dat de Schepper "in het begin" heeft ingesteld. Het besluit van man en vrouw te trouwen volgens dit goddelijk plan, d.w.z. om volgens hun bedoeling hun leven, door hun onherroepelijke huwelijksinstemming, te binden aan een onverbreekbare liefde en een onvoorwaardelijke trouw, vereist dus in feite, zelfs al is het niet op volkomen bewuste wijze, een houding van voldoende gehoorzaamheid aan de wil van God, welke houding onmogelijk is zonder zijn genade. Daarom bevinden zij zich reeds in echte en eigenlijke zin op de weg van het heil, wat door de viering van het sacrament en de directe voorbereiding daarop vervolmaakt en voltooid kan worden, vooropgesteld de rechtschapenheid van hun intentie.
Van de andere kant is het waar dat in sommige streken motieven die meer van sociale dan van echt godsdienstige aard zijn, de verloofden ertoe brengen te vragen in de Kerk te trouwen. Dat wekt geen verwondering. Het huwelijk is namelijk niet een gebeurtenis die alleen de huwelijkskandidaten betreft. Door zijn natuur zelf is het ook een sociale aangelegenheid die de verloofden verplicht ten opzichte van de maatschappij. De viering is altijd een feest geweest dat familie en vrienden verenigt. Het is dus vanzelfsprekend dat sociale motieven, samen met de persoonlijke, meespelen bij het verzoek in de Kerk te mogen trouwen.
Men moet ook niet vergeten dat deze verloofden krachtens hun Doopsel reeds werkelijk ingelijfd zijn in het verbond van de bruiloft van Christus met de Kerk en dat ze door de rechtschapenheid van hun intentie het plan van God met het huwelijk hebben aanvaard en derhalve minstens stilzwijgend instemmen met wat de Kerk bedoelt te doen, wanneer zij de bruiloft viert. Het feit alleen dat bij dit verzoek ook motieven van sociale aard meespreken, rechtvaardigt dus niet een eventuele weigering van de kant van de herders. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie geleerd heeft, voeden en versterken de sacramenten per slot van rekening, door de woorden en de elementen van de ritus, het geloof vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|59]]]: dat geloof waarnaar de verloofden reeds op weg zijn uit kracht van de rechtschapenheid van hun intentie, die door de genade van Christus zeker bevorderd en ondersteund wordt.
Het brengt bovendien ernstige risico's mee andere criteria te willen vaststellen voor de toelating tot de kerkelijke viering van het huwelijk, criteria die de mate van geloof van de huwenden zouden betreffen. Vooral het risico van het vellen van ongegronde en discriminerende oordelen; verder het risico van twijfels te wekken over de geldigheid van reeds gesloten huwelijken, tot ernstige schade voor de christelijke gemeenschap en met nieuwe, ongerechtvaardigde ongerustheid voor het geweten van de gehuwden. Men zou het gevaar lopen het sacramenteel karakter te betwisten of in twijfel te trekken van het huwelijk van veel broeders die gescheiden zijn van de volledige gemeenschap met de katholieke Kerk, hetgeen in strijd is met de kerkelijke traditie.
Wanneer daarentegen de huwelijkskandidaten, niettegenstaande alle pogingen, openlijk en uitdrukkelijk te kennen geven af te wijzen wat de Kerk bedoelt te doen, als zij het huwelijk van gedoopten viert, kan de zielenherder hen niet toelaten tot de sluiting. Ook al zal het met tegenzin zijn, hij heeft de plicht akte te nemen van de situatie en aan de belanghebbenden duidelijk te maken dat, als de zaken zo staan, het niet de Kerk is maar zijzelf die de kerkelijke sluiting verhinderen waarom zij weliswaar vragen.
Nog dringender blijkt hier de noodzaak van evangelisatie en catechese, vóór en na de huwelijkssluiting, door heel de christelijke gemeenschap, opdat alle mannen en vrouwen die trouwen, het sacrament van het huwelijk niet alleen geldig maar ook met vrucht vieren.
Referenties naar alinea 68: 4
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
69
Zielzorg na de huwelijkssluiting
De pastorale zorg voor het gezin dat wettig gesticht is heeft in feite evenveel betekenis als de plicht van alle leden van de plaatselijke kerkgemeenschap om het echtpaar te helpen zijn nieuwe roeping en zending te ontdekken en ernaar te leven. Opdat het gezin steeds meer een echte liefdesgemeenschap kan worden, is het nodig dat al zijn leden geholpen worden en gevormd worden voor hun verantwoordelijkheid tegenover eventuele nieuwe problemen, voor hun wederkerige dienstbaarheid, voor hun actieve deelname aan het gezinsleven. Dit geldt vooral voor de jonge gezinnen die zich in een wereld van nieuwe waarden en nieuwe verantwoordelijkheden bevinden en die daarom meer blootgesteld zijn, vooral in de eerste huwelijksjaren, aan eventuele problemen, zoals de moeilijkheden die voortkomen uit de aanpassing aan het samenleven en uit de geboorte van kinderen. De wijze, menslievende, weldadige hulp van andere echtparen die reeds lange tijd ervaring hebben opgedaan in het huwelijks- en gezinsleven, dient hartelijk aanvaard en verstandig gebruikt te worden door de jonge echtgenoten. Zo zal in de schoot van de kerkgemeenschap - de grote familie gevormd door de christelijke gezinnen - een wederkerige uitwisseling van elkaars nabijheid en hulp plaatsvinden tussen alle gezinnen, waarbij ieder gezin zijn eigen menselijke ervaring alsmede de gaven van geloof en genade ten dienste stelt van de andere. Bezield door een echt apostolische geest, zal deze hulp van gezin aan gezin een van de meest gemakkelijke en doeltreffende middelen vormen, binnen het bereik van iedereen, om de voortreffelijke christelijke waarden die het vertrekpunt en het doel zijn van alle pastorale zorg, naar alle kanten uit te dragen. Op deze manier zullen de jonge gezinnen niet alleen maar ontvangen; zo geholpen, zullen zij op hun beurt bron worden van verrijking voor andere, reeds lang bestaande gezinnen, door hun getuigenis van het leven en hun daadwerkelijke bijdrage.
In het pastorale handelen voor de jonge gezinnen moet de Kerk verder speciaal aandacht besteden aan hun opvoeding tot een verantwoorde beleving van de echtelijke liefde in verband met haar eisen van gemeenschap en haar dienst aan het leven, alsook tot een goed samengaan van de intimiteit van het huiselijk leven met de gemeenschappelijke en edelmoedige activiteit voor de opbouw van de Kerk en van de maatschappij. Als met de komst van kinderen het echtpaar in volledige en specifieke zin een gezin wordt, zal de Kerk opnieuw de ouders bijstaan de kinderen te aanvaarden en lief te hebben als gave van de Heer van het leven en met vreugde de verzorging van bun kinderen op zich te nemen ten dienste van hun menselijke en christelijke groei.
De pastorale zorg voor het gezin dat wettig gesticht is heeft in feite evenveel betekenis als de plicht van alle leden van de plaatselijke kerkgemeenschap om het echtpaar te helpen zijn nieuwe roeping en zending te ontdekken en ernaar te leven. Opdat het gezin steeds meer een echte liefdesgemeenschap kan worden, is het nodig dat al zijn leden geholpen worden en gevormd worden voor hun verantwoordelijkheid tegenover eventuele nieuwe problemen, voor hun wederkerige dienstbaarheid, voor hun actieve deelname aan het gezinsleven. Dit geldt vooral voor de jonge gezinnen die zich in een wereld van nieuwe waarden en nieuwe verantwoordelijkheden bevinden en die daarom meer blootgesteld zijn, vooral in de eerste huwelijksjaren, aan eventuele problemen, zoals de moeilijkheden die voortkomen uit de aanpassing aan het samenleven en uit de geboorte van kinderen. De wijze, menslievende, weldadige hulp van andere echtparen die reeds lange tijd ervaring hebben opgedaan in het huwelijks- en gezinsleven, dient hartelijk aanvaard en verstandig gebruikt te worden door de jonge echtgenoten. Zo zal in de schoot van de kerkgemeenschap - de grote familie gevormd door de christelijke gezinnen - een wederkerige uitwisseling van elkaars nabijheid en hulp plaatsvinden tussen alle gezinnen, waarbij ieder gezin zijn eigen menselijke ervaring alsmede de gaven van geloof en genade ten dienste stelt van de andere. Bezield door een echt apostolische geest, zal deze hulp van gezin aan gezin een van de meest gemakkelijke en doeltreffende middelen vormen, binnen het bereik van iedereen, om de voortreffelijke christelijke waarden die het vertrekpunt en het doel zijn van alle pastorale zorg, naar alle kanten uit te dragen. Op deze manier zullen de jonge gezinnen niet alleen maar ontvangen; zo geholpen, zullen zij op hun beurt bron worden van verrijking voor andere, reeds lang bestaande gezinnen, door hun getuigenis van het leven en hun daadwerkelijke bijdrage.
In het pastorale handelen voor de jonge gezinnen moet de Kerk verder speciaal aandacht besteden aan hun opvoeding tot een verantwoorde beleving van de echtelijke liefde in verband met haar eisen van gemeenschap en haar dienst aan het leven, alsook tot een goed samengaan van de intimiteit van het huiselijk leven met de gemeenschappelijke en edelmoedige activiteit voor de opbouw van de Kerk en van de maatschappij. Als met de komst van kinderen het echtpaar in volledige en specifieke zin een gezin wordt, zal de Kerk opnieuw de ouders bijstaan de kinderen te aanvaarden en lief te hebben als gave van de Heer van het leven en met vreugde de verzorging van bun kinderen op zich te nemen ten dienste van hun menselijke en christelijke groei.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Structuren van de gezinspastoraal
70
De kerkgemeenschap en in het bijzonder de parochie
In het licht van deze verantwoordelijkheid begrijpt men ook het belang van een passende voorbereiding van degenen die zich op meer specifieke wijze inzetten voor dit soort apostolaat. De priesters en religieuzen moeten vanaf hun vormingstijd op geleidelijke en passende wijze georiënteerd en gevormd worden voor hun onderscheiden taken. Naast andere initiatieven wil ik graag de recente oprichting onderstrepen van een hoger instituut dat bestemd is voor de bestudering van de problemen van het gezin en verbonden is aan de pauselijke universiteit van Lateranen te Rome. Ook in sommige bisdommen zijn soortgelijke instituten opgericht; de Bisschoppen moeten zich ervoor inspannen dat een zo groot mogelijk aantal priesters er de gespecialiseerde cursussen volgen, alvorens zij belast worden met opdrachten in de parochies. Elders worden periodiek cursussen gegeven aan hogere instituten voor theologische en pastorale studies. Zulke initiatieven moeten aangemoedigd, gesteund en vermenigvuldigd worden en uiteraard ook opengesteld worden voor de leken die hun beroepswerkzaamheden (medische, juridische, psychologische, sociale, pedagogische) uitoefenen ten bate van het gezin.
De pastorale activiteit is altijd een dynamische uitdrukking van de ware aard van de Kerk die zich moet inzetten voor haar heilszending. Ook de gezinspastoraal - een bijzondere en voorname vorm van pastoraal dienstbetoon heeft als beginsel van haar werkzaamheid en als drager de Kerk zelf, door middel van haar structuren en werkers.De Kerk, tegelijk verloste en verlossende gemeenschap, moet hier gezien worden in haar tweevoudige dimensie: de universele en de bijzondere. Deze laatste wordt uitgedrukt en verwerkelijkt in de diocesane gemeenschap die, met het oog op de pastorale zorg, verdeeld is in kleinere gemeenschappen, waaronder de parochie zich onderscheidt vanwege haar speciale betekenis. De gemeenschap met de universele Kerk tast de stabiliteit en het eigen karakter van de verschillende plaatselijke Kerken niet aan, maar garandeert en bevordert ze; de plaatselijke Kerken blijven de werkdadige, onmiddellijke en meest efficiënte uitvoerders van de gezinspastoraal. In deze zin moet iedere plaatselijke Kerk en, op bijzondere wijze, iedere parochiegemeenschap, zich levendiger bewust zijn van de genade en de verantwoordelijkheid die zij van de Heer ontvangt ter bevordering van de gezinspastoraal. Ieder project van organische pastorale zorg op ieder niveau mag nooit nalaten de gezinspastoraal zorgvuldig in aanmerking te nemen.
In het licht van deze verantwoordelijkheid begrijpt men ook het belang van een passende voorbereiding van degenen die zich op meer specifieke wijze inzetten voor dit soort apostolaat. De priesters en religieuzen moeten vanaf hun vormingstijd op geleidelijke en passende wijze georiënteerd en gevormd worden voor hun onderscheiden taken. Naast andere initiatieven wil ik graag de recente oprichting onderstrepen van een hoger instituut dat bestemd is voor de bestudering van de problemen van het gezin en verbonden is aan de pauselijke universiteit van Lateranen te Rome. Ook in sommige bisdommen zijn soortgelijke instituten opgericht; de Bisschoppen moeten zich ervoor inspannen dat een zo groot mogelijk aantal priesters er de gespecialiseerde cursussen volgen, alvorens zij belast worden met opdrachten in de parochies. Elders worden periodiek cursussen gegeven aan hogere instituten voor theologische en pastorale studies. Zulke initiatieven moeten aangemoedigd, gesteund en vermenigvuldigd worden en uiteraard ook opengesteld worden voor de leken die hun beroepswerkzaamheden (medische, juridische, psychologische, sociale, pedagogische) uitoefenen ten bate van het gezin.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
Het gezin
Bovenal moet echter de bijzondere plaats erkend worden die op dit gebied toekomt aan de zending van de christelijke echtgenoten en gezinnen, krachtens de genade die zij in het sacrament hebben ontvangen. Die zending moet in dienst gesteld worden van de opbouw van de Kerk en van het Rijk Gods in de geschiedenis. Dit is vereist als daad van volgzame gehoorzaamheid aan Christus de Heer. Hij geeft namelijk, krachtens het huwelijk dat voor gedoopten tot sacrament is verheven, aan de christelijke echtgenoten een bijzondere apostolische zending; Hij zendt hen als werkers in zijn wijngaard en op zeer speciale wijze naar dit veld van het gezin. In deze activiteit moeten zij werken in gemeenschap en in samenwerking met de andere leden van de Kerk, die zich ook inzetten ten bate van het gezin, zodat hun gaven en bedieningen vruchten afwerpen. Dit apostolaat zal vooral uitgeoefend worden in de schoot van het gezin zelf,
Bovenal moet echter de bijzondere plaats erkend worden die op dit gebied toekomt aan de zending van de christelijke echtgenoten en gezinnen, krachtens de genade die zij in het sacrament hebben ontvangen. Die zending moet in dienst gesteld worden van de opbouw van de Kerk en van het Rijk Gods in de geschiedenis. Dit is vereist als daad van volgzame gehoorzaamheid aan Christus de Heer. Hij geeft namelijk, krachtens het huwelijk dat voor gedoopten tot sacrament is verheven, aan de christelijke echtgenoten een bijzondere apostolische zending; Hij zendt hen als werkers in zijn wijngaard en op zeer speciale wijze naar dit veld van het gezin. In deze activiteit moeten zij werken in gemeenschap en in samenwerking met de andere leden van de Kerk, die zich ook inzetten ten bate van het gezin, zodat hun gaven en bedieningen vruchten afwerpen. Dit apostolaat zal vooral uitgeoefend worden in de schoot van het gezin zelf,
- door het getuigenis van een leven dat in overeenstemming is met de goddelijke wet in al haar aspecten;
- door de christelijke vorming van de kinderen;
- door de hulp die aan de kinderen geboden wordt om te groeien in het geloof;
- door de opvoeding tot kuisheid;
- door de voorbereiding op het leven;
- door de waakzaamheid, teneinde hen te bewaren voor de ideologische en zedelijke gevaren waaraan zij vaak zijn blootgesteld;
- door hun geleidelijke invoeging in de kerkelijke en burgerlijke gemeenschap;
- door bijstand en raad in de keuze van hun roeping;
- door de wederkerige hulp van de leden van het gezin voor de gezamenlijke menselijke en christelijke vooruitgang enz.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
De verenigingen van gezinnen voor de gezinnen
Steeds binnen het kader van de Kerk die verantwoordelijk is voor de gezinspastoraal, dienen de verschillende verenigingen van gelovigen vermeld te worden waarin in zekere mate het mysterie van de Kerk van Christus zich manifesteert en tot leven gebracht wordt. Daarom moeten, met een beroep op ieders activiteit, de diverse kerkelijke gemeenschappen, de verschillende groepen en de talrijke bewegingen erkend worden die zich op velerlei wijzen en op allerlei gronden en niveaus inzetten voor de gezinspastoraal, alle overeenkomstig hun eigen kenmerken, doelstellingen, bevoegdheden en methoden. Om deze reden heeft de synode uitdrukkelijk de vruchtbare bijdrage van dergelijke verenigingen voor de spiritualiteit, de vorming en het apostolaat erkend. Zij hebben tot taak
Steeds binnen het kader van de Kerk die verantwoordelijk is voor de gezinspastoraal, dienen de verschillende verenigingen van gelovigen vermeld te worden waarin in zekere mate het mysterie van de Kerk van Christus zich manifesteert en tot leven gebracht wordt. Daarom moeten, met een beroep op ieders activiteit, de diverse kerkelijke gemeenschappen, de verschillende groepen en de talrijke bewegingen erkend worden die zich op velerlei wijzen en op allerlei gronden en niveaus inzetten voor de gezinspastoraal, alle overeenkomstig hun eigen kenmerken, doelstellingen, bevoegdheden en methoden. Om deze reden heeft de synode uitdrukkelijk de vruchtbare bijdrage van dergelijke verenigingen voor de spiritualiteit, de vorming en het apostolaat erkend. Zij hebben tot taak
- echt een gevoel van saamhorigheid met anderen op te wekken;
- een levenshouding te bevorderen die geïnspireerd wordt door het Evangelie en het geloof van de Kerk;
- de gewetens te vormen, niet volgens de maatstaven van de publieke opinie, maar overeenkomstig de christelijke deugden;
- aan te sporen tot werken van naastenliefde onder elkaar en jegens anderen, met een open geest die van de christelijke gezinnen een echte bron van licht en een gezonde desem voor de andere gezinnen maakt.
- Sommige van die verenigingen stellen zich tot doel het behoud, de overdracht en de bescherming van de voorname ethische en culturele waarden van de onderscheiden volken;
- de ontwikkeling van de menselijke persoon;
- de medische, juridische en sociale bijstand aan moeders en pasgeboren kinderen;
- de ware vooruitgang van de vrouw en de strijd tegen alles wat haar waardigheid aantast;
- de groei van de wederzijdse solidariteit;
- de kennis van de problemen die verbonden zijn met een verantwoorde geboorteregeling volgens natuurlijke methoden die, in overeenstemming zijn met de waardigheid van de mens en de leer van de Kerk.
- Andere streven naar de opbouw van een meer rechtvaardige en menselijke wereld,
- naar de bevordering van rechtvaardige wetten die de juiste sociale orde begunstigen, met volledig respect voor de waardigheid en de rechtmatige vrijheid van het individu en van het gezin, zowel op nationaal als op internationaal niveau,
- naar samenwerking met de school en met andere instituten die de opvoeding van de kinderen aanvullen, enz.
Referenties naar alinea 72: 2
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=Iuvenescit Ecclesia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 Werkers in de gezinspastoraal
73
"De mensen van dit land zijn bekend om hun grote vitaliteit en creativiteit" ->=geentekst=
De Bisschoppen en de priesters
Hun verantwoordelijkheid strekt zich niet alleen uit tot de problemen van moraal en liturgie maar ook tot die van persoonlijke en maatschappelijke aard. Zij moeten het gezin ondersteunen in zijn problemen en moeilijkheden, de gezinsleden bijstaan en hen helpen hun eigen leven te zien in het licht van het Evangelie. Het is niet overbodig op te merken dat, als deze zending wordt uitgeoefend met het nodige onderscheidingsvermogen en met een echte apostolische geest, de bedienaar van de Kerk daaruit nieuwe stimulansen en geestelijke energie put, ook voor zijn eigen roeping en voor de uitoefening van zijn bediening.
Als de priester of diaken tijdig en door intensieve studie is voorbereid op dit apostolaat, moet hij zich voortdurend ten opzichte van de gezinnen gedragen als vader, broeder, herder en leraar en hen helpen met de genademiddelen en verlichten met het licht van de waarheid. Het onderricht en de raad van de priester of de diaken moeten steeds geheel in overeenstemming zijn met het ware leergezag van de Kerk, zodat het volk Gods geholpen wordt zich een juiste geloofszin te verwerven, die vervolgens toegepast kan worden op het concrete leven. Deze trouw aan het leergezag zal het de priesters ook mogelijk maken met alle ijver te zorgen voor eenheid in hun oordelen, teneinde aan de gelovigen gewetensangst te besparen.
Herders en leken hebben in de Kerk deel aan de profetische zending van Christus: de leken door van het geloof te getuigen met woorden en met hun christelijk leven; de herders door in dat getuigenis datgene wat uitdrukking van het echte geloof is, te onderscheiden van datgene wat minder beantwoordt aan het geloofslicht; het gezin, als christelijke gemeenschap, door zijn eigen speciale deelname aan het geloof en zijn geloofsgetuigenis. Zo ontstaat ook een dialoog tussen de herders en de gezinnen. De theologen en de deskundigen in gezinsproblemen kunnen van veel nut zijn voor zo'n dialoog, door nauwkeurig de inhoud van het leergezag van de Kerk uiteen te zetten alsmede de inhoud van de ervaring van het gezinsleven. Op deze manier wordt de leer van het leergezag beter begrepen en wordt de weg ontsloten voor de geleidelijke ontwikkeling ervan. Toch past het eraan te herinneren dat de naaste en verplichtende norm voor de geloofsleer - ook met betrekking tot de problemen van het gezin - behoort tot de competentie van het hiërarchisch leergezag. Duidelijke betrekkingen tussen de theologen, de deskundigen in gezinsproblemen en het leergezag dragen niet weinig bij tot het juiste begrip van het geloof en tot de bevordering - binnen de grenzen van het geloof - van een gewettigd pluralisme.
Naast het gezin - dat zelf niet alleen voorwerp maar voorat onderwerp is van de gezinspastoraal -, moeten ook anderen vermeld worden, en vooral diegenen die in deze speciale sector werkzaam zijn.De Bisschop is de eerst verantwoordelijke voor de gezinspastoraal in het bisdom. Als vader en herder moet hij bijzondere zorg hebben voor deze zonder meer primaire sector van het pastorale dienstwerk. Hij moet daaraan zonder ophouden aandacht, zorg, tijd, personeel en geldmiddelen besteden, maar vooral persoonlijke steun aan de gezinnen en aan allen die hem in de verschillende diocesane structuren helpen in de gezinspastoraal. Hij moet zich vooral van harte voornemen ervoor te werken dat het eigen bisdom steeds meer een echt "diocesaan gezin" wordt, model en bron van hoop voor alle gezinnen die tot het bisdom behoren. De oprichting van de Pauselijke Raad voor het Gezin moet men zien in deze context: een teken te zijn van het belang dat ik hecht aan de gezinspastoraal in de wereld, en tegelijk een krachtdadig middel om haar op alle niveaus hulp te bieden. De Bisschoppen moeten in het bijzonder gebruik maken van de diensten van de priesters, wier taak een wezenlijk onderdeel vormt van de bediening van de Kerk ten bate van huwelijk en gezin, zoals de synode uitdrukkelijk heeft onderstreept. Hetzelfde moet gezegd worden van de diakens aan wie eventueel de zorg voor deze pastorale sector wordt toevertrouwd.
Hun verantwoordelijkheid strekt zich niet alleen uit tot de problemen van moraal en liturgie maar ook tot die van persoonlijke en maatschappelijke aard. Zij moeten het gezin ondersteunen in zijn problemen en moeilijkheden, de gezinsleden bijstaan en hen helpen hun eigen leven te zien in het licht van het Evangelie. Het is niet overbodig op te merken dat, als deze zending wordt uitgeoefend met het nodige onderscheidingsvermogen en met een echte apostolische geest, de bedienaar van de Kerk daaruit nieuwe stimulansen en geestelijke energie put, ook voor zijn eigen roeping en voor de uitoefening van zijn bediening.
Als de priester of diaken tijdig en door intensieve studie is voorbereid op dit apostolaat, moet hij zich voortdurend ten opzichte van de gezinnen gedragen als vader, broeder, herder en leraar en hen helpen met de genademiddelen en verlichten met het licht van de waarheid. Het onderricht en de raad van de priester of de diaken moeten steeds geheel in overeenstemming zijn met het ware leergezag van de Kerk, zodat het volk Gods geholpen wordt zich een juiste geloofszin te verwerven, die vervolgens toegepast kan worden op het concrete leven. Deze trouw aan het leergezag zal het de priesters ook mogelijk maken met alle ijver te zorgen voor eenheid in hun oordelen, teneinde aan de gelovigen gewetensangst te besparen.
Herders en leken hebben in de Kerk deel aan de profetische zending van Christus: de leken door van het geloof te getuigen met woorden en met hun christelijk leven; de herders door in dat getuigenis datgene wat uitdrukking van het echte geloof is, te onderscheiden van datgene wat minder beantwoordt aan het geloofslicht; het gezin, als christelijke gemeenschap, door zijn eigen speciale deelname aan het geloof en zijn geloofsgetuigenis. Zo ontstaat ook een dialoog tussen de herders en de gezinnen. De theologen en de deskundigen in gezinsproblemen kunnen van veel nut zijn voor zo'n dialoog, door nauwkeurig de inhoud van het leergezag van de Kerk uiteen te zetten alsmede de inhoud van de ervaring van het gezinsleven. Op deze manier wordt de leer van het leergezag beter begrepen en wordt de weg ontsloten voor de geleidelijke ontwikkeling ervan. Toch past het eraan te herinneren dat de naaste en verplichtende norm voor de geloofsleer - ook met betrekking tot de problemen van het gezin - behoort tot de competentie van het hiërarchisch leergezag. Duidelijke betrekkingen tussen de theologen, de deskundigen in gezinsproblemen en het leergezag dragen niet weinig bij tot het juiste begrip van het geloof en tot de bevordering - binnen de grenzen van het geloof - van een gewettigd pluralisme.
Referenties naar alinea 73: 2
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst="De mensen van dit land zijn bekend om hun grote vitaliteit en creativiteit" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
74
Religieuzen
De bijdrage die mannelijke en vrouwelijke religieuzen, en godgewijde gelovigen in het algemeen, kunnen leveren aan het apostolaat van het gezin, vindt haar eerste, fundamentele en speciale uitdrukking juist in hun toewijding aan God, die hen "voor alle gelovigen" tot getuigen maakt van "dat wonderlijk ... huwelijk dat door God is gesticht en in de toekomstige wereld tot volledige openbaring moet komen, het huwelijk namelijk waardoor de Kerk Christus als haar enige bruidegom heeft" Perfectae Caritatis [[677|12]]. Zij getuigen van die universele liefde die, door middel van de kuisheid welke zij omhelsd hebben omwille van het Rijk der hemelen, hen steeds meer beschikbaar doet zijn voor de edelmoedige toewijding aan de dienst van God en aan de werken van apostolaat. Vandaar de mogelijkheid dat de religieuzen, de leden van seculiere instituten of van andere instituten van volmaaktheid, afzonderlijk of tezamen, vaak een eigen dienst aan de gezinnen ontplooien,
De bijdrage die mannelijke en vrouwelijke religieuzen, en godgewijde gelovigen in het algemeen, kunnen leveren aan het apostolaat van het gezin, vindt haar eerste, fundamentele en speciale uitdrukking juist in hun toewijding aan God, die hen "voor alle gelovigen" tot getuigen maakt van "dat wonderlijk ... huwelijk dat door God is gesticht en in de toekomstige wereld tot volledige openbaring moet komen, het huwelijk namelijk waardoor de Kerk Christus als haar enige bruidegom heeft" Perfectae Caritatis [[677|12]]. Zij getuigen van die universele liefde die, door middel van de kuisheid welke zij omhelsd hebben omwille van het Rijk der hemelen, hen steeds meer beschikbaar doet zijn voor de edelmoedige toewijding aan de dienst van God en aan de werken van apostolaat. Vandaar de mogelijkheid dat de religieuzen, de leden van seculiere instituten of van andere instituten van volmaaktheid, afzonderlijk of tezamen, vaak een eigen dienst aan de gezinnen ontplooien,
- door bijzondere zorg voor de kleine kinderen, vooral als zij aan hun lot zijn overgelaten, voor de ongewenste kinderen, voor de wezen, de armen of gehandicapten;
- door de gezinnen te bezoeken en de zieken te verzorgen;
- door respectvolle en liefdevolle relaties op te bouwen met onvolledige gezinnen of met gezinnen die in moeilijkheden verkeren of uiteengevallen zijn;
- door hun eigen activiteit van onderricht en raadgeving te besteden aan voorbereiding van jongeren op het huwelijk en aan hulp aan de echtparen ten bate van een werkelijk verantwoorde voortplanting;
- door hun eigen huizen open te stellen voor een eenvoudige en hartelijke gastvrijheid, opdat de gezinnen er gevoelig voor God kunnen worden en er geestelijke smaak voor het gebed kunnen krijgen, tot inkeer kunnen komen en er het echte voorbeeld vinden van een leven van liefde en broederlijke blijdschap als leden van het grote gezin van God.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Deskundige leken
Van niet weinig voordeel voor de gezinnen kunnen de deskundige leken (artsen, juristen, psychologen, maatschappelijke werkers, consulenten enz.) zijn die, hetzij individueel hetzij betrokken in diverse verenigingen en initiatieven, hun dienst van voorlichting, raad, oriëntatie of steun verlenen. Op hen kunnen goed de aansporingen toegepast worden die ik bij gelegenheid heb gericht tot de Bond van gezinsconsulenten die zich door de christelijke leer laten inspireren:
Van niet weinig voordeel voor de gezinnen kunnen de deskundige leken (artsen, juristen, psychologen, maatschappelijke werkers, consulenten enz.) zijn die, hetzij individueel hetzij betrokken in diverse verenigingen en initiatieven, hun dienst van voorlichting, raad, oriëntatie of steun verlenen. Op hen kunnen goed de aansporingen toegepast worden die ik bij gelegenheid heb gericht tot de Bond van gezinsconsulenten die zich door de christelijke leer laten inspireren:
"De doeleinden die uw taak nastreeft, zijn zo edel en de resultaten die zij oplevert, zo beslissend voor het welzijn van de maatschappij en van de christelijke gemeenschap dat zij met recht gekenschetst mag worden als een zending ... Alles wat gij zult weten te doen ter ondersteuning van het gezin, zal een uitwerking hebben die haar eigen bereik overschrijdt en ook andere personen bereikt en die inwerkt op de samenleving. De toekomst van de wereld en van de Kerk loopt via het gezin". Tot de Confederatie van christelijke raden voor het gezin [[1957|(3-4)]]
Referenties naar alinea 75: 2
Ecclesia in Africa ->=geentekst=Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
76
De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De Kerk en internet ->=geentekst=
Ethiek in internet ->=geentekst=
Kinderen en de sociale communicatiemiddelen: een uitdaging voor de opvoeding ->=geentekst=
Massamedia: journalisten en hun publiek
Een apart woord moet besteed worden aan de mensen die de maatschappelijke communicatie op zich nemen en verzorgen, die zo belangrijk is in het moderne leven. Het is algemeen bekend dat de massamedia "dikwijls zeer diep doordringen, zowel in gevoelsmatig en verstandelijk als in moreel en godsdienstig opzicht, in degenen die er gebruik van maken", vooral als zij jong zijn Sociale Communicatie en het gezin [[1958]]. Zij kunnen daarom een weldadige invloed uitoefenen op het leven en de zeden van het gezin en op de opvoeding van de kinderen, maar zij bergen ook "niet te verwaarlozen valstrikken en gevaren" Sociale communicatie en de gezinnen [[1959]] in zich en kunnen kanalen worden - listig, handig en systematisch gemanipuleerd, zoals helaas in verschillende landen van de wereld gebeurt - van ideologieën die de mensen van elkaar scheiden en van schandelijke visies op het leven, het gezin, de godsdienst en de zedelijkheid, omdat zij de echte waardigheid en bestemming van de mens niet eerbiedigen. Een gevaar dat des te meer dreigt naarmate "de hedendaagse levenswijze - speciaal in de meer geïndustrialiseerde landen - de gezinnen er zeer vaak toe brengt zich van hun opvoedende verantwoordelijkheid te ontdoen en in gemakkelijke vluchtmiddelen (die thuis vooral geboden worden door de televisie en bepaalde publicaties) de manier vinden om de tijd en de vrije tijd van de kleine en grotere kinderen te vullen" Sociale communicatie en verantwoordelijke menselijke vrijheid [[1960|(5)]]. Vandaar "de plicht ... vooral de kleine en grotere kinderen te beschermen tegen de agressie die zij ondergaan van de kant van de massamedia", en om ervoor te zorgen dat hun gebruik in het gezin nauwgezet geregeld wordt. Zo moet het ook het gezin aan het hart liggen voor de kinderen andere, meer gezonde en nuttige ontspanningsmiddelen te zoeken die, fysiek, moreel en geestelijk, meer vormend zijn, "teneinde de vrije tijd van de jongens en meisjes vruchtbaar en waardevol te maken en hun energie in goede banen te leiden". Sociale communicatie en verantwoordelijke menselijke vrijheid [[1960|(5)]]
Aangezien de massamedia - evenals de school en het milieu - dikwijls ook in aanzienlijke mate invloed uitoefenen op de vorming van de kinderen, moeten de ouders, als gebruikers van deze media, een actieve rol spelen in hun gematigd, kritisch, waakzaam en verstandig gebruik, door na te gaan welke invloed ze uitoefenen op de kinderen en door een oriënterende bemiddeling die het mogelijk maakt "het geweten van de kinderen op te voeden tot het vormen van rustige en objectieve oordelen, die hun geweten brengen tot het kiezen of afwijzen van de programma's die vertoond worden". Sociale Communicatie en het gezin [[1958]]
Met eenzelfde inzet moeten de ouders proberen bij de keuze en de voorbereiding van de programma's zelf, met passende initiatieven contacten op te nemen met degenen die verantwoordelijk zijn voor de verschillende onderdelen van productie en uitzending van deze programma's, teneinde te bereiken dat de fundamentele menselijke waarden die tot het echte algemene welzijn behoren, niet verwaarloosd of met opzet verworpen worden, maar dat integendeel programma's uitgezonden worden die geëigend zijn de problemen van het gezin en hun juiste oplossing op passende wijze te vertonen. Mijn voorganger Paulus VI schreef hierover:
Een apart woord moet besteed worden aan de mensen die de maatschappelijke communicatie op zich nemen en verzorgen, die zo belangrijk is in het moderne leven. Het is algemeen bekend dat de massamedia "dikwijls zeer diep doordringen, zowel in gevoelsmatig en verstandelijk als in moreel en godsdienstig opzicht, in degenen die er gebruik van maken", vooral als zij jong zijn Sociale Communicatie en het gezin [[1958]]. Zij kunnen daarom een weldadige invloed uitoefenen op het leven en de zeden van het gezin en op de opvoeding van de kinderen, maar zij bergen ook "niet te verwaarlozen valstrikken en gevaren" Sociale communicatie en de gezinnen [[1959]] in zich en kunnen kanalen worden - listig, handig en systematisch gemanipuleerd, zoals helaas in verschillende landen van de wereld gebeurt - van ideologieën die de mensen van elkaar scheiden en van schandelijke visies op het leven, het gezin, de godsdienst en de zedelijkheid, omdat zij de echte waardigheid en bestemming van de mens niet eerbiedigen. Een gevaar dat des te meer dreigt naarmate "de hedendaagse levenswijze - speciaal in de meer geïndustrialiseerde landen - de gezinnen er zeer vaak toe brengt zich van hun opvoedende verantwoordelijkheid te ontdoen en in gemakkelijke vluchtmiddelen (die thuis vooral geboden worden door de televisie en bepaalde publicaties) de manier vinden om de tijd en de vrije tijd van de kleine en grotere kinderen te vullen" Sociale communicatie en verantwoordelijke menselijke vrijheid [[1960|(5)]]. Vandaar "de plicht ... vooral de kleine en grotere kinderen te beschermen tegen de agressie die zij ondergaan van de kant van de massamedia", en om ervoor te zorgen dat hun gebruik in het gezin nauwgezet geregeld wordt. Zo moet het ook het gezin aan het hart liggen voor de kinderen andere, meer gezonde en nuttige ontspanningsmiddelen te zoeken die, fysiek, moreel en geestelijk, meer vormend zijn, "teneinde de vrije tijd van de jongens en meisjes vruchtbaar en waardevol te maken en hun energie in goede banen te leiden". Sociale communicatie en verantwoordelijke menselijke vrijheid [[1960|(5)]]
Aangezien de massamedia - evenals de school en het milieu - dikwijls ook in aanzienlijke mate invloed uitoefenen op de vorming van de kinderen, moeten de ouders, als gebruikers van deze media, een actieve rol spelen in hun gematigd, kritisch, waakzaam en verstandig gebruik, door na te gaan welke invloed ze uitoefenen op de kinderen en door een oriënterende bemiddeling die het mogelijk maakt "het geweten van de kinderen op te voeden tot het vormen van rustige en objectieve oordelen, die hun geweten brengen tot het kiezen of afwijzen van de programma's die vertoond worden". Sociale Communicatie en het gezin [[1958]]
Met eenzelfde inzet moeten de ouders proberen bij de keuze en de voorbereiding van de programma's zelf, met passende initiatieven contacten op te nemen met degenen die verantwoordelijk zijn voor de verschillende onderdelen van productie en uitzending van deze programma's, teneinde te bereiken dat de fundamentele menselijke waarden die tot het echte algemene welzijn behoren, niet verwaarloosd of met opzet verworpen worden, maar dat integendeel programma's uitgezonden worden die geëigend zijn de problemen van het gezin en hun juiste oplossing op passende wijze te vertonen. Mijn voorganger Paulus VI schreef hierover:
"De programmamakers moeten de aanspraken van de gezinnen kennen en eerbiedigen; dit veronderstelt in hen soms echte moed en altijd een sterk gevoel voor verantwoordelijkheid. Zij zijn inderdaad verplicht alles te vermijden wat het gezin kan schaden in zijn bestaan, bestendigheid, evenwicht en geluk. Iedere aantasting van de fundamentele waarden van het gezin - of het nu gaat om erotiek of gewelddadigheid, om verdediging van echtscheiding of asociale gedragingen van jongeren - is een aantasting van het echte welzijn van de mens". Sociale Communicatie en het gezin [[1958]]En bij een soortgelijke gelegenheid heb ik zelf naar voren gebracht dat de gezinnen
"in niet geringe mate moeten kunnen rekenen op de goede wil, op de rechtschapenheid en op het verantwoordelijkheidsgevoel van de mensen in de mediawereld: uitgevers, schrijvers, producers, directeuren, toneelschrijvers, verslaggevers, commentatoren en acteurs". Sociale communicatie en de gezinnen [[1959]]Daarom is het terecht dat men ook van de kant van de Kerk doorgaat met alle zorg te besteden aan deze categorie mensen en tegelijkertijd de katholieken aanmoedigt en steun die zich geroepen voelen, en er ook de gaven voor hebben, zich vol ijver in te zetten op dit terrein, dat grote kennis van zaken vereist.
Referenties naar alinea 76: 5
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=De ware betekenis van de menselijke seksualiteit ->=geentekst=
De Kerk en internet ->=geentekst=
Ethiek in internet ->=geentekst=
Kinderen en de sociale communicatiemiddelen: een uitdaging voor de opvoeding ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 De gezinspastoraal in moeilijke gevallen
- Artikel 1 Bijzondere omstandigheden
77
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Vrouwen en migratie ->=geentekst=
Een nog meer edelmoedige, wijze en verstandige pastorale inzet, naar het voorbeeld van de Goede Herder, is vereist voor de gezinnen die zich - vaak onafhankelijk van hun eigen wil, of onder de druk van allerlei andere problemen - geplaatst zien voor objectief moeilijke situaties. In dit verband is het nodig speciale aandacht te vragen voor enkele bijzondere categorieën die meer behoefte hebben niet alleen aan bijstand maar ook aan een meer ingrijpende druk op de publieke opinie en vooral op de culturele, economische en juridische structuren, om de diepe oorzaken van hun zorgen zoveel mogelijk weg te nemen.
Dat zijn bijvoorbeeld:
Een moeilijk probleem is dat van de gezinnen die verdeeld zijn wat de wereldbeschouwing betreft. In deze gevallen is een bijzondere pastorale zorg nodig. Vóór alles moet men op verstandige wijze een persoonlijk contact onderhouden met die gezinnen. De gelovigen moeten versterkt worden in hun geloof en bevestigd in hun christelijk leven. Ook al mag de partij die trouw is aan het katholiek geloof, niet wijken, toch moet deze steeds in een levende dialoog blijven met de andere partij. Men moet de uitingen van liefde en respect vermenigvuldigen, in de vaste hoop de eenheid te kunnen bewaren. Veel hangt ook af van de relaties tussen ouders en kinderen. De wereldbeschouwingen die vreemd zijn aan het geloof, kunnen overigens de gelovige leden van het gezin stimuleren in de groei van de liefde en van de bewijzen van liefde.
Andere moeilijke omstandigheden waarin het gezin behoefte heeft aan de hulp van de kerkgemeenschap en van haar herders, kunnen zijn: de rusteloze, opstandige en soms stormachtige jeugd van de kinderen; hun huwelijk, dat hen losmaakt van het gezin waaruit zij komen; het gebrek aan tederheid of liefde van de kant van de meest dierbare personen; het in de steek gelaten worden door de partner of het verlies van de partner, waarmee de smartelijke ervaring begint van het weduwschap of van de dood van een gezinslid, die de oorspronkelijke kern van het gezin verminkt en diepgaand verandert.
De Kerk mag evenmin de omstandigheid van de oude dag verwaarlozen, met heel zijn positieve en negatieve inhoud: de verdieping van de echtelijke liefde, steeds meer gezuiverd en veredeld door de lange en ononderbroken trouw; de bereidheid de opgespaarde goedheid en wijsheid en de overgebleven krachten in nieuwe vorm in dienst te stellen van anderen; de drukkende eenzaamheid, vaak meer psychologisch en gevoelsmatig dan lichamelijk, door het eventueel in de steek gelaten worden of door de onvoldoende belangstelling van de kant van de kinderen en verwanten; lijden en ziekte, door het geleidelijke verval van de krachten of door de vernedering van de afhankelijkheid van anderen of door de bitterheid van het zich misschien tot last voelen van de eigen dierbaren, door het naderen van de laatste ogenblikken van het leven. Dit zijn de gelegenheden waarin het gemakkelijker is - zoals de synodevaders hebben aangeduid - de verheven aspecten van de huwelijks- en gezinsspiritualiteit te doen begrijpen en beleven die geïnspireerd worden door de waarde van het kruis en de verrijzenis van Christus, bron van heiliging en diepe vreugde in het dagelijkse leven, in het perspectief van de grote eschatologische werkelijkheden van het eeuwige leven.
In al die verschillende situaties mag men nooit het gebed vergeten, bron van troost en kracht en voedsel voor de christelijke hoop.
Dat zijn bijvoorbeeld:
- de gezinnen die emigreren vanwege het werk;
- de gezinnen van degenen die gedwongen zijn tot langdurige afwezigheid, zoals militairen, zeevarenden, reizigers van allerlei soort;
- de gezinnen van gevangenen, van vluchtelingen en van verbannenen;
- de gezinnen die in de grote steden praktisch afgesloten van de anderen leven;
- de gezinnen die geen huis hebben;
- de onvolledige gezinnen en de gezinnen met één enkele ouder;
- de gezinnen met gehandicapte of aan drugs verslaafde kinderen;
- de gezinnen van alcoholisten;
- de gezinnen die weggerukt zijn uit hun cultureel of maatschappelijk milieu of die dat gevaar lopen;
- de gezinnen die gediscrimineerd worden om politieke of andere redenen;
- de gezinnen die verdeeld zijn wat de wereldbeschouwing betreft;
- de gezinnen die er moeilijk in slagen contact te hebben met de parochie;
- de gezinnen die geweld of onrechtvaardige behandelingen ondergaan omwille van het geloof;
- de gezinnen van minderjarige echtgenoten;
- de bejaarden die niet zelden gedwongen zijn in eenzaamheid te leven en zonder passende middelen van bestaan.
Een moeilijk probleem is dat van de gezinnen die verdeeld zijn wat de wereldbeschouwing betreft. In deze gevallen is een bijzondere pastorale zorg nodig. Vóór alles moet men op verstandige wijze een persoonlijk contact onderhouden met die gezinnen. De gelovigen moeten versterkt worden in hun geloof en bevestigd in hun christelijk leven. Ook al mag de partij die trouw is aan het katholiek geloof, niet wijken, toch moet deze steeds in een levende dialoog blijven met de andere partij. Men moet de uitingen van liefde en respect vermenigvuldigen, in de vaste hoop de eenheid te kunnen bewaren. Veel hangt ook af van de relaties tussen ouders en kinderen. De wereldbeschouwingen die vreemd zijn aan het geloof, kunnen overigens de gelovige leden van het gezin stimuleren in de groei van de liefde en van de bewijzen van liefde.
Andere moeilijke omstandigheden waarin het gezin behoefte heeft aan de hulp van de kerkgemeenschap en van haar herders, kunnen zijn: de rusteloze, opstandige en soms stormachtige jeugd van de kinderen; hun huwelijk, dat hen losmaakt van het gezin waaruit zij komen; het gebrek aan tederheid of liefde van de kant van de meest dierbare personen; het in de steek gelaten worden door de partner of het verlies van de partner, waarmee de smartelijke ervaring begint van het weduwschap of van de dood van een gezinslid, die de oorspronkelijke kern van het gezin verminkt en diepgaand verandert.
De Kerk mag evenmin de omstandigheid van de oude dag verwaarlozen, met heel zijn positieve en negatieve inhoud: de verdieping van de echtelijke liefde, steeds meer gezuiverd en veredeld door de lange en ononderbroken trouw; de bereidheid de opgespaarde goedheid en wijsheid en de overgebleven krachten in nieuwe vorm in dienst te stellen van anderen; de drukkende eenzaamheid, vaak meer psychologisch en gevoelsmatig dan lichamelijk, door het eventueel in de steek gelaten worden of door de onvoldoende belangstelling van de kant van de kinderen en verwanten; lijden en ziekte, door het geleidelijke verval van de krachten of door de vernedering van de afhankelijkheid van anderen of door de bitterheid van het zich misschien tot last voelen van de eigen dierbaren, door het naderen van de laatste ogenblikken van het leven. Dit zijn de gelegenheden waarin het gemakkelijker is - zoals de synodevaders hebben aangeduid - de verheven aspecten van de huwelijks- en gezinsspiritualiteit te doen begrijpen en beleven die geïnspireerd worden door de waarde van het kruis en de verrijzenis van Christus, bron van heiliging en diepe vreugde in het dagelijkse leven, in het perspectief van de grote eschatologische werkelijkheden van het eeuwige leven.
In al die verschillende situaties mag men nooit het gebed vergeten, bron van troost en kracht en voedsel voor de christelijke hoop.
Referenties naar alinea 77: 7
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Erga migrantes caritas Christi ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Vrouwen en migratie ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Gemengde huwelijken
78
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Het toenemend aantal gemengde huwelijken tussen katholieken en gedoopte niet-katholieke christenen, evenals tussen katholieken en niet-gedoopten vraagt ook om speciale pastorale aandacht volgens de richtlijnen en normen die vervat zijn in de recente documenten van de heilige Stoel en in de documenten die uitgewerkt zijn door bisschoppenconferenties, teneinde hun juiste toepassing op de verschillende plaatselijke situaties mogelijk te maken.
De echtparen die in een gemengd huwelijk leven, doen bijzondere eisen gelden, die samengevat kunnen worden in drie hoofdpunten.
Daarom, en ook om het oecumenisch belang van zo'n gemengd huwelijk, waarin de twee christelijke echtgenoten volledig hun geloof beleven duidelijk te doen uitkomen, moet men streven - ook al zal dit niet altijd gemakkelijk zijn - naar een hartelijke samenwerking tussen de katholieke en de niet-katholieke bedienaar, reeds vanaf de tijd van voorbereiding op huwelijk en bruiloft.
Wat de deelname van de niet-katholieke partij aan de eucharistische communie betreft, volge men de normen van het Secretariaat voor de eenheid van de christenen. vgl: Instructio de Peculiaribus Casibus Admittendi Alios Christianos ad Communionem Eucharisticam in Ecclesia Catholica [[[3259]]] vgl: Notitie over toelating gemengd gehuwden tot de Eucharistie [[[1964]]]
In veel delen van de wereld constateert men een toenemend aantal huwelijken tussen katholieken en ongedoopten. In veel gevallen belijdt de ongedoopte partner een andere godsdienst; dan moeten zijn overtuigingen met eerbied behandeld worden, overeenkomstig de beginselen van de verklaring Nostra Aetate [610] van het Tweede Vaticaans Concilie over de houding ten opzichte van de niet-christelijke godsdiensten. Maar in niet weinig andere gevallen, vooral in geseculariseerde maatschappijen, belijdt de ongedoopte persoon geen enkele godsdienst. Het is noodzakelijk dat de bisschoppenconferenties en de afzonderlijke bisschoppen voor deze huwelijken passende pastorale maatregelen treffen die erop gericht zijn de bescherming van het geloof van de katholieke partner alsmede van zijn vrije beleving van zijn geloof te waarborgen, vooral wat de plicht betreft alles wat in zijn macht is te doen, opdat de kinderen gedoopt en katholiek opgevoed worden. De katholieke partner moet bovendien op alle manieren gesteund worden in zijn plicht binnen het gezin een echt getuigenis van katholiek geloof en leven te geven.
De echtparen die in een gemengd huwelijk leven, doen bijzondere eisen gelden, die samengevat kunnen worden in drie hoofdpunten.
- Vóór alles moet men de katholieke partij de uit het geloof voortvloeiende verplichtingen voor ogen houden, met betrekking tot de vrije beleving van het geloof en de daaruit volgende verplichting naar vermogen te zorgen voor het doopsel van de kinderen en voor hun opvoeding tot het katholiek geloof. vgl: Matrimonia mixta [[[1961|4-5]]] vgl: Tot de deelnemers aan de Algemene Vergadering van het Secretariaat voor de Eenheid van de Christenen [[[1962]]]
- Verder dient men te denken aan de speciale moeilijkheden die gepaard gaan met de betrekkingen tussen man en vrouw met betrekking tot de godsdienstvrijheid van beide partijen; deze kan geschonden worden hetzij door middel van onrechtmatige druk om de wijziging van de godsdienstige overtuiging van de partner te verkrijgen, hetzij door belemmeringen voor de vrije uiting van het geloof in de godsdienstige praktijk.
- Met betrekking tot de liturgische en kerkrechtelijke vorm van de huwelijkssluiting mogen de bisschoppen ruim gebruik maken van hun bevoegdheden om in de verschillende behoeften te voorzien.
- bij de voorbereiding die juist voor dit type huwelijk gegeven moet worden, moet alle redelijke moeite gedaan worden om de katholieke leer over de eigenschappen en de eisen van het huwelijk goed te doen begrijpen en ook om te garanderen dat zich in de toekomst niet de pressie en de obstakels voordoen waarover hierboven is gesproken;
- het is van het hoogste belang dat, met de steun van de gemeenschap, de katholieke partij gesterkt wordt in haar geloof en positief geholpen wordt te groeien in het begrijpen en het praktiseren ervan, zodat zij een echt geloofwaardige getuige wordt in de schoot van het gezin, door haar leven zelf en door de kwaliteit van de liefde die betoond wordt aan de partner en aan de kinderen.
Daarom, en ook om het oecumenisch belang van zo'n gemengd huwelijk, waarin de twee christelijke echtgenoten volledig hun geloof beleven duidelijk te doen uitkomen, moet men streven - ook al zal dit niet altijd gemakkelijk zijn - naar een hartelijke samenwerking tussen de katholieke en de niet-katholieke bedienaar, reeds vanaf de tijd van voorbereiding op huwelijk en bruiloft.
Wat de deelname van de niet-katholieke partij aan de eucharistische communie betreft, volge men de normen van het Secretariaat voor de eenheid van de christenen. vgl: Instructio de Peculiaribus Casibus Admittendi Alios Christianos ad Communionem Eucharisticam in Ecclesia Catholica [[[3259]]] vgl: Notitie over toelating gemengd gehuwden tot de Eucharistie [[[1964]]]
In veel delen van de wereld constateert men een toenemend aantal huwelijken tussen katholieken en ongedoopten. In veel gevallen belijdt de ongedoopte partner een andere godsdienst; dan moeten zijn overtuigingen met eerbied behandeld worden, overeenkomstig de beginselen van de verklaring Nostra Aetate [610] van het Tweede Vaticaans Concilie over de houding ten opzichte van de niet-christelijke godsdiensten. Maar in niet weinig andere gevallen, vooral in geseculariseerde maatschappijen, belijdt de ongedoopte persoon geen enkele godsdienst. Het is noodzakelijk dat de bisschoppenconferenties en de afzonderlijke bisschoppen voor deze huwelijken passende pastorale maatregelen treffen die erop gericht zijn de bescherming van het geloof van de katholieke partner alsmede van zijn vrije beleving van zijn geloof te waarborgen, vooral wat de plicht betreft alles wat in zijn macht is te doen, opdat de kinderen gedoopt en katholiek opgevoed worden. De katholieke partner moet bovendien op alle manieren gesteund worden in zijn plicht binnen het gezin een echt getuigenis van katholiek geloof en leven te geven.
Referenties naar alinea 78: 3
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Pastorale actie voor sommige onregelmatige situaties
79
Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
In haar grote zorg voor de bescherming van het gezin, niet slechts in zijn godsdienstige maar in al zijn dimensies, heeft de Bisschoppensynode niet nagelaten met bijzondere aandacht enige situaties te onderzoeken die, in godsdienstige en dikwijls in burgerlijk opzicht, onregelmatig zijn en die zich bij de huidge snelle veranderingen in het cultuurpatroon helaas ook steeds meer onder de katholieken verspreiden, tot niet geringe schade voor het gezin en voor de maatschappij waarvan het gezin de fundamentele cel vormt.
Referenties naar alinea 79: 2
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=Voorbereiding op het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Het proefhuwelijk
80
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Een eerste onregelmatige situatie wordt gevormd door het zogenaamde "proefhuwelijk", dat velen in deze tijd willen rechtvaardigen door er een zekere waarde aan toe te kennen. Alleen al het menselijk verstand wijst de onaanvaardbaarheid ervan aan, want het laat zien hoe weinig passend het is dat men een proef neemt met menselijke personen, wier waardigheid veeleer eist dat zij altijd en alleen doel zijn van de liefde die zich aan ieder van beide personen wegschenkt zonder enig voorbehoud van tijd of van een andere omstandigheid. De Kerk kan van haar kant zo'n vorm van samenleving niet toestaan om andere bijzondere en oorspronkelijke redenen die voortvloeien uit het geloof. Van de ene kant is namelijk de gave van het lichaam in de seksuele relatie het werkelijke teken van de schenking van de hele persoon; een dergelijke schenking kan echter in de actuele heilseconomie niet in volle waarheid geschieden zonder de medewerking van de geestelijke liefde die door Christus geschonken wordt. Van de andere kant is het huwelijk van twee gedoopten het werkelijke symbool van de vereniging van Christus met de Kerk, een vereniging die niet tijdelijk is en "op proef" maar eeuwig trouw; daarom kan tussen twee gedoopten slechts een onontbindbaar huwelijk bestaan.
Gewoonlijk kan zo'n situatie niet overwonnen worden, als de menselijke persoon er niet toe is opgevoed, vanaf zijn kinderjaren, om, met de hulp van de genade van Christus, en zonder vrees, de opkomende begeerte te beheersen en om met anderen banden van waarachtige liefde aan te knopen. Dit kan niet bereikt worden zonder een serieuze opvoeding tot echte liefde en tot het juiste gebruik van de seksualiteit, een opvoeding die de menselijke persoon in al zijn dimensies, en dus ook in zijn lichamelijke dimensie, voert tot de volheid van het mysterie van Christus.
Het zal zeer nuttig zijn een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van dit verschijnsel, ook naar zijn psychologische en sociologische aspecten, om te bereiken dat men er een passende therapie voor vindt.
Gewoonlijk kan zo'n situatie niet overwonnen worden, als de menselijke persoon er niet toe is opgevoed, vanaf zijn kinderjaren, om, met de hulp van de genade van Christus, en zonder vrees, de opkomende begeerte te beheersen en om met anderen banden van waarachtige liefde aan te knopen. Dit kan niet bereikt worden zonder een serieuze opvoeding tot echte liefde en tot het juiste gebruik van de seksualiteit, een opvoeding die de menselijke persoon in al zijn dimensies, en dus ook in zijn lichamelijke dimensie, voert tot de volheid van het mysterie van Christus.
Het zal zeer nuttig zijn een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van dit verschijnsel, ook naar zijn psychologische en sociologische aspecten, om te bereiken dat men er een passende therapie voor vindt.
Referenties naar alinea 80: 3
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Feitelijk vrij samenleven
81
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Er bestaan ook vrije samenlevingen zonder enige band die het karakter hebben van een publiek erkende instelling, hetzij burgerlijk hetzij kerkelijk. Ook dit verschijnsel - dat ook steeds vaker voorkomt - moet vanzelfsprekend de aandacht trekken van de zielenherders, ook omdat er redenen aan ten grondslag kunnen liggen die veel van elkaar verschillen en waarvan de gevolgen wellicht beperkt kunnen worden als men deze redenen nauwkeurig leert kennen. Sommigen voelen er zich als het ware toe genoodzaakt door moeilijke situaties - economische, culturele en godsdienstige - in zover zij, door op wettige wijze te trouwen, blootgesteld zouden worden aan schade, aan het verlies van economische voordelen, aan onrechtvaardige discriminatie enz. Bij anderen daarentegen ontmoet men een houding van minachting, van verzet of verwerping van de maatschappij, van het gezin als instituut, van de sociaal-politieke orde, of een houding van alleen maar genot zoeken. Anderen tenslotte worden ertoe gedwongen door volstrekte onwetendheid of uiterste armoede, soms door een situatie die ontstaan is uit werkelijk onrechtvaardige omstandigheden, of uit een bepaalde psychische onrijpheid die hen onzeker maakt en bevreesd een vaste en definitieve verbintenis aan te gaan. In sommige landen erkennen de traditionele gewoonten het echte en eigenlijke huwelijk eerst na een periode van samenleving en na de geboorte van het eerste kind.
Al deze elementen stellen de Kerk voor moeilijke pastorale problemen wegens de ernstige gevolgen die eruit voortvloeien, zowel godsdienstige als zedelijke (verlies van de godsdienstige betekenis van het huwelijk, voor zover het beschouwd wordt als een verbond van God met zijn volk; beroving van de genade van het sacrament; zware ergernis) alsook sociale (afbraak van het begrip "gezin"; verzwakking van de zin voor trouw, ook jegens de maatschappij; mogelijke psychische trauma's bij de kinderen; versterking van het egoïsme).
De herders en de kerkelijke gemeenschap zullen deze situaties en hun ware oorzaken moeten kennen, geval voor geval om samenlevenden met discretie en respect te benaderen; zij moeten te werk gaan met de geduldige voorlichting, liefdevolle correctie en christelijk gezinsgetuigenis die de weg kunnen effenen voor het gezondmaken van deze situatie. Maar zij moeten vooral preventief te werk gaan, door de zin van trouw te ontwikkelen in heel de zedelijke en godsdienstige opvoeding van de jongeren; door hen te onderrichten over de voorwaarden en de structuren die de trouw begunstigen, zonder welke er geen werkelijke vrijheid bestaat; door hen te helpen geestelijk rijper te worden, door hen de echte menselijke en bovennatuurlijke rijkdom van het sacrament van het huwelijk te leren begrijpen.
Het volk Gods moet ook de burgerlijke overheid bewerken, opdat deze weerstand biedt aan de tendensen die de maatschappij zelf ontbinden en schadelijk zijn voor de waardigheid, het welzijn en de voorspoed van de afzonderlijke burgers en opdat zij zich inspant om te voorkomen dat de publieke opinie ertoe gebracht wordt het belang van het huwelijk en het gezin als instituut te onderschatten. En aangezien in veel streken de jongeren, wegens de uiterste armoede die het gevolg is van onrechtvaardige of ontoereikende sociaaleconomische structuren, niet in staat zijn op passende wijze te trouwen, moeten de maatschappij en de regeringen het wettige huwelijk begunstigen door een gezinsinkomen te garanderen, door beslissingen te nemen over een huisvesting die geschikt is voor het gezinsleven, door passende arbeids- en levensmogelijkheden te verschaffen.
Al deze elementen stellen de Kerk voor moeilijke pastorale problemen wegens de ernstige gevolgen die eruit voortvloeien, zowel godsdienstige als zedelijke (verlies van de godsdienstige betekenis van het huwelijk, voor zover het beschouwd wordt als een verbond van God met zijn volk; beroving van de genade van het sacrament; zware ergernis) alsook sociale (afbraak van het begrip "gezin"; verzwakking van de zin voor trouw, ook jegens de maatschappij; mogelijke psychische trauma's bij de kinderen; versterking van het egoïsme).
De herders en de kerkelijke gemeenschap zullen deze situaties en hun ware oorzaken moeten kennen, geval voor geval om samenlevenden met discretie en respect te benaderen; zij moeten te werk gaan met de geduldige voorlichting, liefdevolle correctie en christelijk gezinsgetuigenis die de weg kunnen effenen voor het gezondmaken van deze situatie. Maar zij moeten vooral preventief te werk gaan, door de zin van trouw te ontwikkelen in heel de zedelijke en godsdienstige opvoeding van de jongeren; door hen te onderrichten over de voorwaarden en de structuren die de trouw begunstigen, zonder welke er geen werkelijke vrijheid bestaat; door hen te helpen geestelijk rijper te worden, door hen de echte menselijke en bovennatuurlijke rijkdom van het sacrament van het huwelijk te leren begrijpen.
Het volk Gods moet ook de burgerlijke overheid bewerken, opdat deze weerstand biedt aan de tendensen die de maatschappij zelf ontbinden en schadelijk zijn voor de waardigheid, het welzijn en de voorspoed van de afzonderlijke burgers en opdat zij zich inspant om te voorkomen dat de publieke opinie ertoe gebracht wordt het belang van het huwelijk en het gezin als instituut te onderschatten. En aangezien in veel streken de jongeren, wegens de uiterste armoede die het gevolg is van onrechtvaardige of ontoereikende sociaaleconomische structuren, niet in staat zijn op passende wijze te trouwen, moeten de maatschappij en de regeringen het wettige huwelijk begunstigen door een gezinsinkomen te garanderen, door beslissingen te nemen over een huisvesting die geschikt is voor het gezinsleven, door passende arbeids- en levensmogelijkheden te verschaffen.
Referenties naar alinea 81: 9
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Gezin, familie en "De facto verbintenissen" ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Katholieken die alleen burgerlijk getrouwd zijn
82
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Steeds vaker komt het voor dat katholieken om ideologische of praktische redenen er de voorkeur aan geven alleen burgerlijk te trouwen en het kerkelijke huwelijk afwijzen of minstens uitstellen. Hun situatie kan niet zonder meer gelijk gesteld worden met die van degenen die samenleven zonder enige verbintenis, aangezien er bij hen tenminste een zekere verantwoordelijkheidszin bestaat om een nauwkeurig bepaalde en waarschijnlijk bestendige levensstaat te voeren, ook al is dikwijls het vooruitzicht op een mogelijke echtscheiding aanwezig. Omdat zij van de kant van de Staat de publieke erkenning van hun verbintenis zoeken, tonen deze echtparen dat zij bereid zijn met de voordelen ook de verplichtingen ervan op zich te nemen. Desondanks is ook deze situatie niet aanvaardbaar voor de Kerk. De pastorale actie moet ernaar streven de noodzaak duidelijk te maken van overeenstemming tussen de levenskeuze en het geloof dat men belijdt. Zij zal al wat mogelijk is doen om zulke personen ertoe te brengen hun situatie in overeenstemming te brengen met de christelijke beginselen. Met hoe grote liefde de herders van de Kerk hen ook behandelen en met hoe grote ijver zij hen ook aansporen tot deelname aan het leven van hun eigen gemeenschappen, toch mogen zij hen helaas niet toelaten tot de sacramenten.
Referenties naar alinea 82: 2
Handvest van de Rechten van het gezin ->=geentekst=Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Gehuwden die uit elkaar zijn gegaan en gescheidenen die niet hertrouwd zijn
83
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Het huwelijk als Blijde Boodschap voor de wereld ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Diverse redenen, zoals echtelijke ruzies, het onvermogen zich open te stellen voor echte intermenselijke betrekkingen enz., kunnen het geldige huwelijk op smartelijke wijze naar een vaak onherstelbare breuk voeren. Het uit-elkaar-gaan moet natuurlijk gezien worden als een laatste hulpmiddel, nadat alle andere pogingen ijdel zijn gebleken. Eenzaamheid en andere moeilijkheden zijn vaak het lot van de alleen gebleven partij, vooral als deze onschuldig is. In dit geval moet de kerkelijke gemeenschap deze meer dan ooit steunen, haar achting, solidariteit, begrip en concrete hulp verlenen, zodanig dat het haar mogelijk is de trouw te bewaren, ook in de moeilijke situatie waarin zij zich bevindt; bovendien moet zij haar helpen de plicht tot vergeving, die eigen is aan de christelijke liefde, te beoefenen alsook de bereidheid eventueel het vroegere echtelijke leven weer op te nemen.
Volkomen hieraan gelijk is het geval van de partner die een echtscheiding heeft moeten ondergaan, maar zich wel bewust is van de onontbindbaarheid van de geldige huwelijksverbintenis en zich niet laat verwikkelen in een nieuwe verbintenis, maar zich integendeel inzet tenminste voor de vervulling van zijn gezinsplichten en van de verplichtingen van het christelijk leven. In zo'n geval krijgt het voorbeeld van trouw en christelijke standvastigheid een bijzondere waarde als getuigenis tegenover de wereld en voor de Kerk, die hierdoor nog meer gedwongen wordt tot nog meer noodzakelijke en onophoudelijke activiteit om haar liefde te betonen en hulp te bieden, terwijl er geen enkel bezwaar is tegen de toelating tot de sacramenten.
Volkomen hieraan gelijk is het geval van de partner die een echtscheiding heeft moeten ondergaan, maar zich wel bewust is van de onontbindbaarheid van de geldige huwelijksverbintenis en zich niet laat verwikkelen in een nieuwe verbintenis, maar zich integendeel inzet tenminste voor de vervulling van zijn gezinsplichten en van de verplichtingen van het christelijk leven. In zo'n geval krijgt het voorbeeld van trouw en christelijke standvastigheid een bijzondere waarde als getuigenis tegenover de wereld en voor de Kerk, die hierdoor nog meer gedwongen wordt tot nog meer noodzakelijke en onophoudelijke activiteit om haar liefde te betonen en hulp te bieden, terwijl er geen enkel bezwaar is tegen de toelating tot de sacramenten.
Referenties naar alinea 83: 4
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Het huwelijk als Blijde Boodschap voor de wereld ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 5 De gescheidenen die hertrouwd zijn
84
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Getuige voor de kracht van de genade ->=geentekst=
De pastoraal van het huwelijk moet zich baseren op de waarheid ->=geentekst=
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Geen Paus is bevoegd de echt te verbreken ->=geentekst=
Betreffende het toelaten tot de Communie van gelovigen die gescheiden zijn en hertrouwd ->=geentekst=
Betreffende het toelaten tot de Communie van gelovigen die gescheiden zijn en hertrouwd ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Instrumentum Laboris voor de 14e Gewone Bisschoppensynode (2015) ->=geentekst=
Instrumentum Laboris voor de 14e Gewone Bisschoppensynode (2015) ->=geentekst=
Trouw aan de genade van het Sacrament van het huwelijk ->=geentekst=
Het gezin - 21. Kwetsuren (II) ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Responsum ad propositum dubium: is absolutie te schenken aan een hertrouwd gescheidene? ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Antwoord op een reeks vragen, voorgesteld door Zijne Eminentie Dominik Kardinaal Duka, OP, betreffende het toelaten tot de Eucharistie aan gescheiden personen die in een nieuwe verbintenis leven. ->=geentekst=
Fernández gaat tegen de katholieke leer in, en met hem de paus, inzake dubia over Amoris Laetitia ->=geentekst=
Helaas toont de dagelijkse ervaring aan dat degenen die hun toevlucht nemen tot echtscheiding, meestal de bedoeling hebben een nieuwe levensverbintenis aan te gaan, uiteraard niet met de katholieke godsdienstige ritus. Aangezien het hier om een plaag gaat die, evenals andere, ook de katholieke milieus steeds verder aantast, moet dit probleem zonder uitstel zorgvuldig aangepakt worden. De synodevaders hebben het uitdrukkelijk bestudeerd. De Kerk, die ingesteld is om alle mensen en vooral de gedoopten tot het heil te brengen, kan uiteraard degenen die - reeds gebonden door een sacramentele huwelijksverbintenis - opnieuw zijn getrouwd, niet aan zichzelf overlaten. Daarom zal zij zich steeds onvermoeibaar inspannen om hun haar heilsmiddelen ter beschikking te stellen. De herders moeten weten dat zij, uit liefde voor de waarheid, verplicht zijn de situaties goed te onderscheiden. Er is immers verschil tussen degenen die zich oprecht ingespannen hebben om hun eerste huwelijk te redden, maar op volkomen onrechtvaardige wijze in de steek gelaten zijn, en degenen die door hun eigen zware schuld een kerkrechtelijk geldig huwelijk stuk gemaakt hebben. Tenslotte zijn er degenen die een nieuwe verbintenis zijn aangegaan met het oog op de opvoeding van de kinderen en die soms in geweten overtuigd zijn dat het vorige huwelijk, dat onherstelbaar verbroken is, nooit geldig is geweest.
Samen met de synode spoor ik de herders en heel de gemeenschap van gelovigen vurig aan de gescheidenen te helpen en met zorgzame liefde ervoor te waken dat zij niet als van de Kerk gescheidenen worden beschouwd, daar zij als gedoopten mogen en zelfs moeten deelnemen aan haar leven. Zij dienen daarenboven aangespoord te worden naar het Woord Gods te luisteren, het misoffer bij te wonen, te volharden in het gebed, de werken van naastenliefde en alle initiatieven van de gemeenschap ten bate van de rechtvaardigheid te begunstigen, de kinderen op te voeden in het christelijk geloof, zich toe te leggen op de geest en op de werken van boetvaardigheid om zo van dag tot dag de genade van God af te smeken. De Kerk moet voor hen bidden, hen aanmoedigen, zich een barmhartige moeder tonen en hen zo steunen in het geloof en de hoop.
Niettemin bevestigt de Kerk haar praktijk, gebaseerd op de heilige Schrift, de hertrouwde gescheidenen niet tot de communie toe te laten. Zij verhinderen immers zelf dat zij toegelaten worden, aangezien hun levensstaat en situatie objectief in tegenspraak zijn met de liefdesgemeenschap tussen Christus en de Kerk, die in de Eucharistie haar teken en verwerkelijking vindt. Er is bovendien nog een andere, speciaal pastorale reden: als men deze mensen tot de communie toelaat, zullen de gelovigen in dwaling en verwarring gebracht worden omtrent de leer van de Kerk over de onontbindbaarheid van het huwelijk. De verzoening in het sacrament van de Boete, die de weg opent naar het sacrament van de Eucharistie, kan verder alleen verleend worden aan degenen die er berouw over hebben dat zij het teken van het verbond en de trouw van Christus geschonden hebben en die oprecht bereid zijn een vorm van leven te leiden die niet meer in tegenspraak is met de onontbindbaarheid van het huwelijk. Dit brengt concreet mee dat de man en de vrouw "de verplichting op zich nemen in volledige onthouding te leven, d.w.z. zich van de eigenlijke huwelijksdaad te onthouden" Bij de sluiting van de 7e Bisschoppensynode (over het Gezin) [[1788|7]], wanneer zij om serieuze redenen - zoals bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen - niet kunnen voldoen aan de verplichting uit elkaar te gaan.
Het respect dat verschuldigd is aan het sacrament van het Huwelijk, alsmede aan de echtgenoten zelf, aan hun gezinsleden en ook aan de gemeenschap van de gelovigen, verbiedt eveneens aan alle herders, om welk motief of om welke pastorale reden ook, voor gescheidenen die hertrouwen, plechtigheden van welke aard ook te organiseren. Deze zouden namelijk de indruk geven van de viering van een nieuw sacramenteel en geldig huwelijk en bijgevolg tot dwaling leiden omtrent de onontbindbaarheid van het geldig gesloten huwelijk.
Door zo te handelen, belijdt de Kerk haar trouw aan Christus en aan zijn waarheid; en tegelijkertijd gedraagt zij zich als een bezorgde moeder jegens deze kinderen van haar, speciaal jegens hen die buiten hun schuld in de steek gelaten zijn door hun wettige partner.
Zij gelooft bovendien vol vertrouwen dat allen die zich verwijderd hebben van het gebod van de Heer en nog in zo'n situatie leven, van God de genade van de bekering en van het heil kunnen verkrijgen, als zij volharden in het gebed, in de boete en in de liefde.
Samen met de synode spoor ik de herders en heel de gemeenschap van gelovigen vurig aan de gescheidenen te helpen en met zorgzame liefde ervoor te waken dat zij niet als van de Kerk gescheidenen worden beschouwd, daar zij als gedoopten mogen en zelfs moeten deelnemen aan haar leven. Zij dienen daarenboven aangespoord te worden naar het Woord Gods te luisteren, het misoffer bij te wonen, te volharden in het gebed, de werken van naastenliefde en alle initiatieven van de gemeenschap ten bate van de rechtvaardigheid te begunstigen, de kinderen op te voeden in het christelijk geloof, zich toe te leggen op de geest en op de werken van boetvaardigheid om zo van dag tot dag de genade van God af te smeken. De Kerk moet voor hen bidden, hen aanmoedigen, zich een barmhartige moeder tonen en hen zo steunen in het geloof en de hoop.
Niettemin bevestigt de Kerk haar praktijk, gebaseerd op de heilige Schrift, de hertrouwde gescheidenen niet tot de communie toe te laten. Zij verhinderen immers zelf dat zij toegelaten worden, aangezien hun levensstaat en situatie objectief in tegenspraak zijn met de liefdesgemeenschap tussen Christus en de Kerk, die in de Eucharistie haar teken en verwerkelijking vindt. Er is bovendien nog een andere, speciaal pastorale reden: als men deze mensen tot de communie toelaat, zullen de gelovigen in dwaling en verwarring gebracht worden omtrent de leer van de Kerk over de onontbindbaarheid van het huwelijk. De verzoening in het sacrament van de Boete, die de weg opent naar het sacrament van de Eucharistie, kan verder alleen verleend worden aan degenen die er berouw over hebben dat zij het teken van het verbond en de trouw van Christus geschonden hebben en die oprecht bereid zijn een vorm van leven te leiden die niet meer in tegenspraak is met de onontbindbaarheid van het huwelijk. Dit brengt concreet mee dat de man en de vrouw "de verplichting op zich nemen in volledige onthouding te leven, d.w.z. zich van de eigenlijke huwelijksdaad te onthouden" Bij de sluiting van de 7e Bisschoppensynode (over het Gezin) [[1788|7]], wanneer zij om serieuze redenen - zoals bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen - niet kunnen voldoen aan de verplichting uit elkaar te gaan.
Het respect dat verschuldigd is aan het sacrament van het Huwelijk, alsmede aan de echtgenoten zelf, aan hun gezinsleden en ook aan de gemeenschap van de gelovigen, verbiedt eveneens aan alle herders, om welk motief of om welke pastorale reden ook, voor gescheidenen die hertrouwen, plechtigheden van welke aard ook te organiseren. Deze zouden namelijk de indruk geven van de viering van een nieuw sacramenteel en geldig huwelijk en bijgevolg tot dwaling leiden omtrent de onontbindbaarheid van het geldig gesloten huwelijk.
Door zo te handelen, belijdt de Kerk haar trouw aan Christus en aan zijn waarheid; en tegelijkertijd gedraagt zij zich als een bezorgde moeder jegens deze kinderen van haar, speciaal jegens hen die buiten hun schuld in de steek gelaten zijn door hun wettige partner.
Zij gelooft bovendien vol vertrouwen dat allen die zich verwijderd hebben van het gebod van de Heer en nog in zo'n situatie leven, van God de genade van de bekering en van het heil kunnen verkrijgen, als zij volharden in het gebed, in de boete en in de liefde.
Referenties naar alinea 84: 36
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Reconciliatio et paenitentia ->=geentekst=
Compendium van de Sociale Leer van de Kerk ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Annus Internationalis Familiae ->=geentekst=
Sacramentum Caritatis ->=geentekst=
Het Sacrament van het Huwelijk ->=geentekst=
Getuige voor de kracht van de genade ->=geentekst=
De pastoraal van het huwelijk moet zich baseren op de waarheid ->=geentekst=
Aandachtspunten aangaande de canoniek-pastorale aspecten in het voorbereidingsdocument voor de 3e Buitengewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Instrumentum laboris t.b.v. de 3e Bijzondere Bisschoppensynode ->=geentekst=
Evangelie van het gezin ->=geentekst=
Geen Paus is bevoegd de echt te verbreken ->=geentekst=
Betreffende het toelaten tot de Communie van gelovigen die gescheiden zijn en hertrouwd ->=geentekst=
Betreffende het toelaten tot de Communie van gelovigen die gescheiden zijn en hertrouwd ->=geentekst=
Relatio Synodi - Familiesynode 2014 ->=geentekst=
Instrumentum Laboris voor de 14e Gewone Bisschoppensynode (2015) ->=geentekst=
Instrumentum Laboris voor de 14e Gewone Bisschoppensynode (2015) ->=geentekst=
Trouw aan de genade van het Sacrament van het huwelijk ->=geentekst=
Het gezin - 21. Kwetsuren (II) ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Inleidende Relatio op het Instrumentum Laboris voor de 14 Algemene Gewone Bisschoppensynode ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Relatio Finalis - Synode 2015 ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Amoris Laetitia ->=geentekst=
Responsum ad propositum dubium: is absolutie te schenken aan een hertrouwd gescheidene? ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
"De Kerk van de levende God - pijler en grondslag van de waarheid" (1 Tim. 3, 15) ->=geentekst=
Antwoord op een reeks vragen, voorgesteld door Zijne Eminentie Dominik Kardinaal Duka, OP, betreffende het toelaten tot de Eucharistie aan gescheiden personen die in een nieuwe verbintenis leven. ->=geentekst=
Fernández gaat tegen de katholieke leer in, en met hem de paus, inzake dubia over Amoris Laetitia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De mensen zonder gezin
85
Evangelium Vitae ->=geentekst=
Redemptoris Custos ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Rusten in de Heer ->=geentekst=
Ik wil tenslotte nog enkele woorden hieraan toevoegen over een groep mensen die ik bijzonder na aan het Hart van Christus acht en die de speciale genegenheid en de daadwerkelijke zorg van de Kerk en van de herders verdienen wegens de concrete situatie waarin zij leven, dikwijls niet uit eigen vrije wil. Er zijn in de wereld zeer veel mensen die ongelukkigerwijs op geen enkele manier verbonden zijn met wat wij in de eigenlijke betekenis van het woord een gezin noemen. Grote sectoren van de mensheid leven in omstandigheden van immense armoede, waarin de gemeenschappelijke omgang van mannen en vrouwen, het gebrek aan woningen, de ongeregelde en onbestendige verhoudingen en het enorme gemis aan cultuur het feitelijk niet toestaan te spreken van een echt gezin. Dan zijn er nog andere personen die om verschillende redenen alleen gebleven zijn op de wereld. Toch bestaat er ook voor hen een "goede boodschap van het gezin".
Ten gunste van allen die in uiterste armoede leven, heb ik reeds gesproken over de dringende noodzaak moedig te werken aan het vinden van oplossingen, ook op politiek niveau, die het mogelijk maken hen te helpen deze onmenselijke en vernederende toestand te overwinnen. Dit is een taak van solidariteit, die rust op heel de maatschappij maar speciaal op de overheid krachtens haar ambt en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid, alsmede op de gezinnen, die een grote menslievendheid en de vaste wil moeten tonen om te helpen.
Voor degenen tenslotte die geen natuurlijk gezin hebben, moeten nog wijder de deuren opengezet worden van het grote gezin dat de Kerk is, die zich concretiseert in het diocesane en parochiële gezin, in de kerkelijke basisgemeenschappen of in de apostolische beweging. Niemand is zonder gezin in deze wereld: de Kerk is tehuis en gezin voor allen, vooral voor degenen die "uitgeput zijn en onder lasten gebukt gaan". (Mt. 11, 28) [[b:Mt. 11, 28]]
Ten gunste van allen die in uiterste armoede leven, heb ik reeds gesproken over de dringende noodzaak moedig te werken aan het vinden van oplossingen, ook op politiek niveau, die het mogelijk maken hen te helpen deze onmenselijke en vernederende toestand te overwinnen. Dit is een taak van solidariteit, die rust op heel de maatschappij maar speciaal op de overheid krachtens haar ambt en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheid, alsmede op de gezinnen, die een grote menslievendheid en de vaste wil moeten tonen om te helpen.
Voor degenen tenslotte die geen natuurlijk gezin hebben, moeten nog wijder de deuren opengezet worden van het grote gezin dat de Kerk is, die zich concretiseert in het diocesane en parochiële gezin, in de kerkelijke basisgemeenschappen of in de apostolische beweging. Niemand is zonder gezin in deze wereld: de Kerk is tehuis en gezin voor allen, vooral voor degenen die "uitgeput zijn en onder lasten gebukt gaan". (Mt. 11, 28) [[b:Mt. 11, 28]]
Referenties naar alinea 85: 5
Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=Evangelium Vitae ->=geentekst=
Redemptoris Custos ->=geentekst=
Christifideles laici ->=geentekst=
Rusten in de Heer ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- DEEL 5 Besluit
86
Ouders zijn geroepen getuigen te zijn van hun geloof en hoop ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Alleen een echte culturele keuze kan zich doeltreffend verzetten tegen de euthanasie ->=geentekst=
Aan het slot van deze apostolische exhortatie richt ik mij met bezorgdheid
Ik voel mij verplicht een bijzondere inspanning in dit opzicht te vragen aan de kinderen van de Kerk. Door het geloof kennen zij ten volle het wonderbare plan van God; zij hebben daarom een reden te meer om zorg te dragen voor de werkelijkheid van het gezin in onze tijd van beproeving en genade.
Zij moeten op bijzondere wijze het gezin beminnen. Dit is een concrete en veeleisende opdracht.
De Kerk kent de weg waarlangs het gezin in het hart van zijn diepste wezen kan doordringen. De Kerk, die deze waarheid geleerd heeft in de school van Christus en in die van de geschiedenis, geïnterpreteerd in het licht van de Geest, dringt deze niet op, maar voelt in zich de niet te onderdrukken behoefte ze aan allen voor te houden, zonder vrees, veeleer met groot vertrouwen en sterke hoop, ook al weet zij heel goed dat het "goede nieuws" ook de taal van het kruis insluit. Maar het is door het kruis dat het gezin kan komen tot de volheid van zijn eigen wezen en tot de volmaaktheid van zijn liefde.
Ik wil tenslotte alle christenen uitnodigen hartelijk en moedig samen te werken met alle mensen van goede wil die zich in volle verantwoordelijkheid aan de dienst van het gezin wijden. Degenen die zich in de schoot van de Kerk, in haar naam en door haar geïnspireerd, wijden aan het welzijn van het gezin, individueel of in groepen, bewegingen of verenigingen, vinden vaak allerlei mensen en instellingen naast zich die voor hetzelfde ideaal werken. Mits de trouw aan de belangrijke waarden van het Evangelie en van de mensen gehandhaafd wordt en men rekening houdt met een verantwoord pluralisme van initiatieven, zal deze samenwerking een snellere en volledigere ontwikkeling van het gezin kunnen begunstigen.
Nu ik deze pastorale boodschap ga besluiten, waarmee ik allen wil aansporen de ernstige maar boeiende problemen van het christelijk gezin aandachtig te bestuderen, wil ik de bescherming inroepen van het heilig gezin van Nazareth. Volgens het geheimnisvolle plan van God heeft de Zoon van God vele jaren verborgen in dat gezin geleefd; dit is dus het voorbeeld en als het ware het oermodel voor alle christelijke gezinnen. Dat gezin, inderdaad uniek in de wereld, heeft bovendien een anoniem en stil bestaan geleid in een klein stadje van Palestina, het heeft armoede, vervolging en ballingschap moeten verduren maar het heeft God op onvergelijkbare hoge en zuivere wijze verheerlijkt. Het zal dus niet nalaten de christelijke gezinnen, ja, alle gezinnen van de wereld, te helpen hun dagelijkse plichten trouw te vervullen, de zorgen en kwellingen van het leven te dragen, edelmoedig anderen in hun nood bij te staan en vol vreugde Gods plannen met henzelf uit te voeren.
Moge de heilige Jozef, "rechtschapen man", onvermoeibare werker, aller-betrouwbaarste bewaker van de hem toevertrouwde panden, de gezinnen bewaren, beschermen en altijd verlichten.
Moge de maagd Maria de "moeder zijn van de huiskerk", zoals zij moeder is van de Kerk zelf, en moge dankzij haar moederlijke hulp ieder christelijk gezin werkelijk een "kleine Kerk" worden, waarin het mysterie van de Kerk van Christus helder oplicht en in de praktijk van het leven wordt uitgedrukt.
Moge zij, dienstmaagd van de Heer, het voorbeeld zijn van nederige en opgewekte aanvaarding van Gods wil;
moge zij, moeder van smarten aan de voet van het kruis, de zorgen verlichten en de tranen drogen van allen die lijden onder de moeilijkheden in hun gezin.
Moge Christus de Heer, koning van het heelal, koning van de gezinnen, aanwezig zijn, zoals te Kana, in ieder christelijk huisgezin, om daar licht, vreugde, rust en sterkte te schenken.
Aan Hem vraag ik op de dag van het feest dat gewijd is aan zijn koningschap, dat alle gezinnen hun eigen bijdrage weten te leveren aan de komst van zijn Rijk onder de mensen, "Rijk van waarheid en leven, van heiligheid en genade, van gerechtigheid, liefde en vrede, waarnaar de hele mensheid op weg is". Prefatie van de Mis op het.. Prefatie van de Mis op het Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal
Aan Hem, aan Maria, aan Jozef vertrouw ik tenslotte alle gezinnen toe.
Aan hun handen en aan hun hart bied ik deze exhortatie aan: mogen zij ze aanreiken aan U, eerbiedwaardige broeders en beminde zonen en dochters, en mogen zij uw harten openen voor het licht dat het Evangelie uitstraalt over alle gezinnen.
Aan allen en aan ieder geef ik tenslotte de verzekering van mijn gebed en verleen ik van harte de apostolische zegen, in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
- tot u, echtgenoten,
- tot u, vaders en moeders van gezinnen;
- tot jullie, jongens en meisjes, die de toekomst en de hoop zijn van de Kerk en van de wereld en de schragende en dynamische kern zult zijn van het gezin in het derde millennium dat naderbij komt;
- tot u, eerbiedwaardige en dierbare broeders in het episcopaat en in het priesterschap, geliefde religieuzen, zonen en dochters, aan de Heer gewijde zielen, die aan de gehuwden getuigenis aflegt van de uiterste werkelijkheid van de liefde voor God;
- tot u, alle mensen die oprecht van hart bent uit welken hoofde ook zorg hebt voor het lot van het gezin.
Ik voel mij verplicht een bijzondere inspanning in dit opzicht te vragen aan de kinderen van de Kerk. Door het geloof kennen zij ten volle het wonderbare plan van God; zij hebben daarom een reden te meer om zorg te dragen voor de werkelijkheid van het gezin in onze tijd van beproeving en genade.
Zij moeten op bijzondere wijze het gezin beminnen. Dit is een concrete en veeleisende opdracht.
- Het gezin beminnen betekent de waarden en de mogelijkheden van het gezin weten te schatten en ze steeds bevorderen.
- Het gezin beminnen betekent de gevaren en de rampen die het bedreigen, onderkennen om ze te kunnen overwinnen.
- Het gezin beminnen betekent zich moeite geven om voor het gezin voorwaarden en een milieu te scheppen die zijn groei en ontplooiing begunstigen.
De Kerk kent de weg waarlangs het gezin in het hart van zijn diepste wezen kan doordringen. De Kerk, die deze waarheid geleerd heeft in de school van Christus en in die van de geschiedenis, geïnterpreteerd in het licht van de Geest, dringt deze niet op, maar voelt in zich de niet te onderdrukken behoefte ze aan allen voor te houden, zonder vrees, veeleer met groot vertrouwen en sterke hoop, ook al weet zij heel goed dat het "goede nieuws" ook de taal van het kruis insluit. Maar het is door het kruis dat het gezin kan komen tot de volheid van zijn eigen wezen en tot de volmaaktheid van zijn liefde.
Ik wil tenslotte alle christenen uitnodigen hartelijk en moedig samen te werken met alle mensen van goede wil die zich in volle verantwoordelijkheid aan de dienst van het gezin wijden. Degenen die zich in de schoot van de Kerk, in haar naam en door haar geïnspireerd, wijden aan het welzijn van het gezin, individueel of in groepen, bewegingen of verenigingen, vinden vaak allerlei mensen en instellingen naast zich die voor hetzelfde ideaal werken. Mits de trouw aan de belangrijke waarden van het Evangelie en van de mensen gehandhaafd wordt en men rekening houdt met een verantwoord pluralisme van initiatieven, zal deze samenwerking een snellere en volledigere ontwikkeling van het gezin kunnen begunstigen.
Nu ik deze pastorale boodschap ga besluiten, waarmee ik allen wil aansporen de ernstige maar boeiende problemen van het christelijk gezin aandachtig te bestuderen, wil ik de bescherming inroepen van het heilig gezin van Nazareth. Volgens het geheimnisvolle plan van God heeft de Zoon van God vele jaren verborgen in dat gezin geleefd; dit is dus het voorbeeld en als het ware het oermodel voor alle christelijke gezinnen. Dat gezin, inderdaad uniek in de wereld, heeft bovendien een anoniem en stil bestaan geleid in een klein stadje van Palestina, het heeft armoede, vervolging en ballingschap moeten verduren maar het heeft God op onvergelijkbare hoge en zuivere wijze verheerlijkt. Het zal dus niet nalaten de christelijke gezinnen, ja, alle gezinnen van de wereld, te helpen hun dagelijkse plichten trouw te vervullen, de zorgen en kwellingen van het leven te dragen, edelmoedig anderen in hun nood bij te staan en vol vreugde Gods plannen met henzelf uit te voeren.
Moge de heilige Jozef, "rechtschapen man", onvermoeibare werker, aller-betrouwbaarste bewaker van de hem toevertrouwde panden, de gezinnen bewaren, beschermen en altijd verlichten.
Moge de maagd Maria de "moeder zijn van de huiskerk", zoals zij moeder is van de Kerk zelf, en moge dankzij haar moederlijke hulp ieder christelijk gezin werkelijk een "kleine Kerk" worden, waarin het mysterie van de Kerk van Christus helder oplicht en in de praktijk van het leven wordt uitgedrukt.
Moge zij, dienstmaagd van de Heer, het voorbeeld zijn van nederige en opgewekte aanvaarding van Gods wil;
moge zij, moeder van smarten aan de voet van het kruis, de zorgen verlichten en de tranen drogen van allen die lijden onder de moeilijkheden in hun gezin.
Moge Christus de Heer, koning van het heelal, koning van de gezinnen, aanwezig zijn, zoals te Kana, in ieder christelijk huisgezin, om daar licht, vreugde, rust en sterkte te schenken.
Aan Hem vraag ik op de dag van het feest dat gewijd is aan zijn koningschap, dat alle gezinnen hun eigen bijdrage weten te leveren aan de komst van zijn Rijk onder de mensen, "Rijk van waarheid en leven, van heiligheid en genade, van gerechtigheid, liefde en vrede, waarnaar de hele mensheid op weg is". Prefatie van de Mis op het.. Prefatie van de Mis op het Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal
Aan Hem, aan Maria, aan Jozef vertrouw ik tenslotte alle gezinnen toe.
Aan hun handen en aan hun hart bied ik deze exhortatie aan: mogen zij ze aanreiken aan U, eerbiedwaardige broeders en beminde zonen en dochters, en mogen zij uw harten openen voor het licht dat het Evangelie uitstraalt over alle gezinnen.
Aan allen en aan ieder geef ik tenslotte de verzekering van mijn gebed en verleen ik van harte de apostolische zegen, in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Gegeven te Rome bij Sint Petrus, op 22 november,
op het hoogfeest van Onze Heer Jezus Christus, koning van het heelal,
in het jaar 1981, het vierde jaar van ons pontificaat. Paus Johannes Paulus II
Referenties naar alinea 86: 4
Goede herders komen voor huwelijk en gezin ->=geentekst=Ouders zijn geroepen getuigen te zijn van hun geloof en hoop ->=geentekst=
Ecclesia in Africa ->=geentekst=
Alleen een echte culturele keuze kan zich doeltreffend verzetten tegen de euthanasie ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Handvest van de Rechten van het gezin [281]Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 107
Open uitgebreid overzichthttps://beta.rkdocumenten.nl/toondocument/267-familiaris-consortio-nl