Quas Primas

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Quas Primas
Over het feest van Christus Koning
Christus, Koning van het Heelal
Paus Pius XI
11 december 1925
Pauselijke geschriften - Encyclieken
1940, Ecclesia Docens nr. 119, Gooi & Sticht, Hilversum
Vert. uit het Latijn; tussentitels: redactie Ecclesia Docens
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
1940
G.M. Versteegen C.ss.R.
22 november 2024
700
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 6

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
- 4 Aard en betekenis van Christus' koningschap: het omvat een drievoudige macht, namelijk de wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht
22
Om nu de aard en de betekenis van deze heerschappij in het kort te verklaren, behoeft het nauwelijks gezegd, dat zij bestaat in een drievoudige macht, zonder welke een vorstenmacht nauwelijks denkbaar is. De aan de heilige Schrift ontleende en boven aangehaalde getuigenissen over de algemene heerschappij van onze Verlosser bewijzen juist dit meer dan afdoende en wij moeten dit dus als een geloofspunt aannemen: Christus is stellig aan de mensen gegeven, behalve als Verlosser op wie zij hun vertrouwen mogen stellen, tevens als Wetgever, wie zij moeten gehoorzamen. 1[[[668|51]]]

Referenties naar alinea 22: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
En de Evangeliën geven niet zozeer het verhaal, dat Hij wetten heeft uitgevaardigd, als wel laten Hem gedurig wetgevend optreden; en van al degenen, die deze geboden zullen onderhouden, zegt de goddelijke Meester telkens met wisselende uitdrukking, dat zij daardoor hun liefde jegens Hem zullen bewijzen en in Zijn genegenheid zullen blijven. 2[[b:Joh. 14, 5; Joh. 15, 10]]

Referenties naar alinea 23: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Wat de rechterlijke macht betreft, geeft Jezus zelf te kennen, dat die Hem door Zijn Vader toegewezen is, want in Zijn antwoord aan de Joden; als zij Hem een verwijt maken van het schenden van de sabbatrust door de wonderbare genezing van een lamme, zegt Hij aldus: „De Vader immers oordeelt niemand, maar Hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon gegeven.” (Joh. 5, 22)[b:Joh. 5, 22] En dat Hij de mensen al tijdens hun leven met het volste recht beloning en straffen uitdeelt, ligt daarin ook opgesloten, want dat is onafscheidelijk met oordelen verbonden.

Referenties naar alinea 24: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Bovendien moeten wij aan Christus de uitvoerenderende macht toekennen; want aan Zijn bevel moeten allen noodzakelijk gehoorzamen, en wel onder bedreiging, dat Hij op de weerspannigen straffen zal toepassen, waaraan niemand zal kunnen ontkomen.

Referenties naar alinea 25: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media