Octogesima Adveniens

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Octogesima Adveniens
Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum
Paus Paulus VI
14 mei 1971
Pauselijke geschriften - Apostolische Brieven
1971, Archief van Kerken
14 mei 1971
12 november 2018
809
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 13

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media

Referenties naar alinea 40: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- Artikel 10 De vragen die door de menswetenschappen worden gesteld
38
In deze wereld, die wordt overheerst door een technisch-wetenschappelijke verandering welke haar naar een nieuw soort positivisme dreigt te stuwen, komt nog een andere, veel wezenlijker vraag op. Want nu de mens de natuur langs rationele weg heeft bedwongen, blijkt hij binnen de grenzen van zijn eigen rationaliteit opgesloten; op zijn beurt wordt hij object van wetenschap. De menswetenschappen maken op dit ogenblik een veelzeggende bloei door. Van de ene kant onderwerpen zij de kennis die de mens tot nu toe zonder meer aanvaardde, maar die hun hetzij te empirisch hetzij te theoretisch voorkomt, aan een kritisch en radicaal onderzoek. Van de andere kant brengen methodologische eisen en ideologische a priori's de menswetenschappen er al te vaak toe bij een veelheid van uiteenlopende situaties bepaalde aspecten van de mens te isoleren en hiervan een uitleg te geven die de pretentie heeft algemeen geldig te zijn, of minstens een interpretatie te zijn die, hoewel ze uitgaat van een louter kwantitatief of fenomenologisch gezichtspunt, de werkelijkheid in haar totaliteit wil omvatten. Deze wetenschappelijke reductie verraadt een gevaarlijke pretentie. Wanneer men een dergelijke nadruk legt op onderzoek of analyse, verminkt men de mens en maakt men het zichzelf onder de schijn van een wetenschappelijke werkwijze onmogelijk hem in zijn totaliteit te begrijpen.

Referenties naar alinea 38: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Niet minder aandacht dient men te besteden aan de resultaten die de menswetenschappen boeken, wanneer ze maatschappelijke modellen uitwerken, die dan vervolgens als wetenschappelijk bewezen handelwijzen worden opgelegd. Ook de mens zelf kan daardoor tot object van manipulaties worden die zijn verlangens en behoeften, zijn gedragspatroon en zelfs zijn waardeschaal proberen te wijzigen. Er is geen twijfel mogelijk, of hier dreigt een ernstig gevaar voor de samenleving van morgen en voor de mens zelf. Want al zijn allen het erover eens, dat er een nieuwe samenleving moet worden opgebouwd die werkelijk in dienst van de mens zal staan, men zal toch allereerst moeten weten, over welke mens het dan eigenlijk gaat.

Referenties naar alinea 39: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
De achterdocht van de menswetenschappen raakt de christenen meer dan de anderen; maar zij staan niet ongewapend. Want zoals we zelf in onze encycliek 'Populorum Progressio[266]' hebben geschreven, heeft de Kerk op dit gebied een specifieke bijdrage te leveren aan de cultuur: Waar de Kerk de beste verlangens van de mensen immers deelt en er zeer onder lijdt, dat hun hoop zo dikwijls ijdel blijkt, wil zij hen op hun weg naar volledige ontplooiing helpen; en daarom biedt zij hun aan, wat haar uniek eigendom is: een alomvattende visie op de mens en de menselijke situatie. 1[[266|13]] Zou de Kerk dan de werkwijze van de menswetenschappen moeten bestrijden en hun pretenties moeten afwijzen? Zoals dat ook het geval is met de natuurwetenschappen, heeft de Kerk vertrouwen in hun onderzoek en nodigt zij de christenen uit er actief aan deel te nemen. 2[[[575|36]]] Vanuit dezelfde wetenschappelijke eisen en in het verlangen de mens beter te kennen, maar tevens verlicht door hun geloof, zullen de christenen die zich aan de menswetenschappen wijden een ongetwijfeld vruchtbare dialoog tussen de Kerk en dit nieuwe ontdekkingsland kunnen openen. Zeker, elke tak van wetenschap zal, als deelactiviteit, niet meer dan een deelaspect van de mens kunnen bereiken, hoe waar dit aspect ook is; het geheel en de zin ervan ontsnappen hem. Maar binnen deze grenzen vervullen de menswetenschappen een belangrijke en positieve functie, die de Kerk graag erkent. Ook kunnen ze de perspectieven van de menselijke vrijheid wijder verruimen dan vanuit de reeds bekende conditioneringen voor mogelijk zou kunnen worden' gehouden. Eveneens kunnen zij de christelijke sociale ethiek van nut zijn: deze zal haar actieradius ongetwijfeld beperkt zien, zodra het erom gaat concrete sociale modellen voor te stellen; haar kritische, transcenderende functie zal echter worden versterkt, wanneer men laat zien, dat gedragspatronen en waarden die door een bepaalde samenleving als definitief en inherent aan de menselijke natuur werden beschouwd in feite beperkt en relatief zijn. Als tegelijk noodzakelijke en onvoldoende voorwaarden voor dieper ontdekking van het menselijke vormen deze wetenschappen een steeds ingewikkelder taal die het mysterie van het menselijk hart eerder groter maakt dan verklaart en die niet in staat is een definitief antwoord te geven op het verlangen dat uit het diepste van zijn wezen opstijgt.

Referenties naar alinea 40: 0

Geen referenties naar deze alinea

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media