Informatie over dit document

De eeuwige God is binnengetreden in de tijd van de mens en blijft daarin aanwezig
Viering van de eerste Vespers op het hoogfeest van Maria de Moeder van God met Te Deum
Sint Pieter basiliek
Heilige Maria, Jaar A
Pauselijke geschriften - Homilieën
2010, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
31 december 2010
Dr. W.J.G.A. Veth pr.
Toon meerReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzicht
Extra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord
Reageer op dit document
Deel op social media
Inhoudsopgave
- Inhoud
Beminde broeders en zusters:
Aan het einde van een jaar komen wij vanavond bijeen in de Vaticaanse Basiliek om de Eerste Vespers van het hoogfeest van Maria, de allerheiligste Moeder van God te vieren en een lofzang van dankbaarheid tot de Heer te verheffen voor de ontelbare genaden die Hij ons heeft geschonken, maar ook en vooral voor de Genade in persoon, dat wil zeggen voor de levende en persoonlijke Gave van de Vader: zijn geliefde Zoon, onze Heer Jezus Christus. Juist deze dankbaarheid voor de gaven die wij van God ontvangen hebben in de tijd die ons gegeven is om te leven, helpt ons een grote waarde te ontdekken die in de tijd zelf besloten ligt: geordend volgens zijn jaarlijkse, maandelijkse, wekelijkse en dagelijkse ritmen, wordt hij bewoond door de liefde van God, door zijn gaven van genade; hij is tijd van heil. Ja, de eeuwige God is binnengetreden in de tijd van de mens en blijft daarin aanwezig. Hij is daarin binnengegaan en blijft daarin met de persoon van Jezus, de Zoon van God die mens is geworden, de Verlosser van de wereld. Hieraan herinnerde ons de apostel Paulus in de korte lezing die zojuist werd verkondigd: "Toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God zijn Zoon ... opdat wij het kindschap zouden ontvangen" .
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De Eeuwige treedt dus de tijd binnen en vernieuwt haar tot in de wortel, door de mens van de zonde te bevrijden en hem tot kind van God te maken. Reeds ‘in het begin’, dat wil zeggen bij de schepping van de wereld en van de mens in de wereld, heeft Gods eeuwigheid de tijd doen ontluiken, waarin de menselijke geschiedenis van generatie op generatie voortgaat. Nu echter, met de komst van Christus en met zijn verlossing, zijn wij gekomen ‘tot de volheid’ van de tijd. Zoals de heilige Paulus benadrukt, wordt met Jezus de tijd vervuld, bereikt zij haar voltooiing en krijgt zij die betekenis van heil en genade waarvoor zij door God gewild is nog vóór de schepping van de wereld. Kerstmis herinnert ons aan deze ‘volheid’ van de tijd, dat wil zeggen aan het vernieuwende heil dat Jezus aan alle mensen brengt. Het roept dit in herinnering en schenkt het ons – op geheimvolle maar werkelijke wijze – steeds opnieuw. Onze menselijke tijd is weliswaar beladen met kwaad, met lijden en met drama’s van allerlei aard – zowel die welke voortkomen uit de slechtheid van mensen als die welke het gevolg zijn van noodlottige natuurgebeurtenissen –, maar hij omvat voortaan en op definitieve en onuitwisbare wijze de vreugdevolle en bevrijdende nieuwheid van Christus, de Verlosser. Juist in het Kind van Bethlehem kunnen wij op bijzonder heldere en welsprekende wijze de ontmoeting van eeuwigheid en tijd aanschouwen, zoals de liturgie van de Kerk het graag uitdrukt. Kerstmis laat ons God terugvinden in het nederige en kwetsbare vlees van een kind. Is dit niet een uitnodiging om ook in de korte en vaak zware uren van ons dagelijks leven de aanwezigheid van God en van zijn reddende liefde te ontdekken? Is het niet een uitnodiging om te beseffen dat onze menselijke tijd – ook in moeilijke en zware momenten – onophoudelijk verrijkt wordt door de genaden van de Heer, ja door de Genade die de Heer zelf is?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Aan het einde van dit jaar 2010, voordat wij de dagen en de uren ervan toevertrouwen aan God en aan zijn rechtvaardig en barmhartig oordeel, voel ik in mijn hart des te sterker de behoefte om ons “dank u wel” tot Hem te verheffen, tot Hem en tot zijn liefde voor ons. In deze sfeer van dankbaarheid wil ik een bijzondere groet richten tot de Kardinaal-Vicaris, tot de hulpbisschoppen, tot de priesters, tot de gewijde personen, evenals tot de vele gelovige leken die hier bijeen zijn gekomen. Ik groet de heer burgemeester en de aanwezige autoriteiten. Een bijzondere gedachte gaat uit naar allen die het moeilijk hebben en deze feestdagen doorbrengen te midden van ongemakken en lijden. Aan allen en aan ieder afzonderlijk verzeker ik mijn genegen betrokkenheid, die ik begeleid met mijn gebed.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Dierbare broeders en zusters, onze Kerk van Rome zet zich in om alle gedoopten te helpen trouw te leven volgens de roeping die zij hebben ontvangen en om de schoonheid van het geloof te getuigen. Om ware leerlingen van Christus te kunnen zijn, ontvangen wij een wezenlijke hulp uit de dagelijkse overweging van het Woord van God, dat — zoals ik heb geschreven in de recente apostolische exhortatie — "aan de basis staat van iedere authentieke christelijke spiritualiteit" . Daarom wil ik iedereen aanmoedigen om een intense relatie met dit Woord te onderhouden, in het bijzonder door middel van de lectio divina, om zo dat licht te ontvangen dat nodig is om de tekenen van God in de huidige tijd te onderscheiden en het Evangelie doeltreffend te verkondigen. Ook in Rome immers is er een steeds grotere nood aan een hernieuwde verkondiging van het Evangelie, opdat de harten van de inwoners van onze stad zich openen voor de ontmoeting met dat Kind dat voor ons is geboren, met Christus, de Verlosser van de mens. Want, zoals de apostel Paulus in herinnering brengt, "het geloof komt uit het horen, en het horen betreft het woord van Christus" . Een nuttige hulp bij deze evangeliserende inzet kan — zoals reeds is gebleken tijdens de Stadsmissie in voorbereiding op het Grote Jubeljaar 2000 — komen van de “Centra voor het beluisteren van het Evangelie”, die ik aanmoedig om opnieuw tot leven te wekken of nieuw elan te geven, niet alleen in appartementsgebouwen, maar ook in ziekenhuizen, op werkplaatsen en op die plaatsen waar nieuwe generaties worden gevormd en waar cultuur tot stand komt. Het Woord van God is immers voor allen vlees geworden, en zijn waarheid is toegankelijk voor iedere mens en voor iedere cultuur. Met genoegen heb ik kennisgenomen van de verdere inzet van het Vicariaat bij de organisatie van de “Dialogen in de Kathedraal”, die zullen plaatsvinden in de basiliek van Sint-Jan van Lateranen: deze betekenisvolle bijeenkomsten drukken het verlangen van de Kerk uit om allen te ontmoeten die op zoek zijn naar antwoorden op de grote vragen van het menselijk bestaan.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
De bevoorrechte plaats voor het luisteren naar het Woord van God is de viering van de Eucharistie. Het diocesaan congres van afgelopen juni, waaraan ik heb deelgenomen, heeft de centraliteit van de zondagse heilige Mis in het leven van iedere christelijke gemeenschap willen benadrukken en heeft aanwijzingen gegeven opdat de schoonheid van de goddelijke mysteries sterker mag schitteren in de liturgische viering en in de geestelijke vruchten die daaruit voortkomen. Ik moedig de pastoors en priesters aan om uitvoering te geven aan wat in het pastorale programma is aangegeven: de vorming van een liturgische groep die de viering bezielt, en een catechese die allen helpt het eucharistisch mysterie beter te leren kennen, waaruit het getuigenis van de naastenliefde voortvloeit. Door Christus gevoed worden ook wij meegetrokken in diezelfde daad van totale zelfgave, die de Heer ertoe bracht zijn eigen leven te schenken en zo de oneindige liefde van de Vader te openbaren. Het getuigenis van de naastenliefde bezit dan ook een wezenlijke theologische dimensie en is diep verbonden met de verkondiging van het Woord. In deze dankviering aan God voor de gaven die wij in de loop van het jaar hebben ontvangen, herinner ik in het bijzonder aan het bezoek dat ik heb gebracht aan het Caritas-hostel bij station Termini, waar door de inzet en de grootmoedige toewijding van talrijke vrijwilligers vele mannen en vrouwen de liefde van God tastbaar kunnen ervaren. Het huidige moment blijft zorgen baren vanwege de onzekerheid waarin zoveel gezinnen verkeren en roept de gehele diocesane gemeenschap op nabij te zijn aan hen die leven in omstandigheden van armoede en nood. Moge God, oneindige liefde, het hart van ieder van ons ontvlammen met die naastenliefde die Hem ertoe bracht ons zijn eniggeboren Zoon te schenken.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
Dierbare broeders en zusters, wij zijn uitgenodigd om naar de toekomst te kijken en dat te doen met die hoop die het slotwoord vormt van het Te Deum: “In te, Domine, speravi: non confundar in aeternum! – Heer, Gij zijt onze hoop, wij zullen in eeuwigheid niet beschaamd worden.” Zij die ons Christus schenkt, onze Hoop, is steeds zij: de Moeder van God, de allerheiligste Maria. Zoals zij reeds aan de herders en aan de wijzen deed, blijven haar armen en meer nog haar hart Jezus aanbieden aan de wereld, haar Zoon en onze Verlosser. In Hem ligt heel onze hoop, want van Hem zijn voor iedere mens het heil en de vrede gekomen. Amen!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://beta.rkdocumenten.nl/toondocument/9751-de-eeuwige-god-is-binnengetreden-in-de-tijd-van-de-mens-en-blijft-nl