Quicumque

x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:

Informatie over dit document

Quicumque
Pseudo Athanasiaanse Geloofsbelijdenis
429
Geloofsbelijdenis - Geloofsbelijdenissen
1965, Het Romeins Brevier, uitg. Bredego
1957
Klein Brevier
26 mei 2024
309
nl
Toon meer

Referenties naar dit document: 6

Open uitgebreid overzicht

Referenties naar dit document van thema's en berichten

Open uitgebreid overzicht

Extra opties voor dit document

Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social media
1
1. Wie zalig wil worden, moet vóór alles trouw zijn aan het katholieke geloof!
2. Een ieder die het niet volledig en ongeschonden heeft bewaard, zal zonder twijfel voor eeuwig verloren gaan.

3. Dit is het katholieke geloof: Wij vereren één God in drievuldigheid, en de Drievuldigheid in éénheid,
4. zonder de personen te verwarren, of de natuur te splitsen.
5. Te onderscheiden is immers de persoon van de Vader, te onderscheiden die van de Zoon, te onderscheiden die van de Heilige Geest;
6. Maar de godheid van Vader, Zoon en Heilige Geest is één en dezelfde; hun heerlijkheid is even groot, hun majesteit gelijkelijk eeuwig.

7. Zoals de Vader is, zo is ook de Zoon, zo is ook de Heilige Geest:
8. De Vader is niet geschapen, de Zoon is niet geschapen, de Heilige Geest is niet geschapen;
9. Onmetelijk is de Vader, onmetelijk is de Zoon, onmetelijk is de Heilige Geest;
10. Eeuwig is de Vader, eeuwig is de Zoon, eeuwig is de Heilige Geest.
11. En toch zijn er niet drie eeuwigen, maar slechts één eeuwige;
12. Zoals er niet drie niet-geschapenen of drie onmetelijken zijn; maar slechts één niet-geschapene en één onmetelijke.
13. Zo ook is de Vader almachtig, de Zoon almachtig, de Heilige Geest almachtig;
14. En toch zijn er niet drie almachtigen, maar slechts één almachtige.
15. Zo is de Vader God, de Zoon God, de Heilige Geest God;
16. En toch zijn er niet drie goden, maar slechts één God.
17. Zo is de Vader Heer, de Zoon Heer, de Heilige Geest Heer;
18. En toch zijn er geen drie heren, maar er is slechts één Heer.
19. Want, zoals de katholieke leer van ons eist elk der drie Personen te erkennen als God en Heer,
20. verbiedt ons het katholieke geloof te spreken van drie goden of heren.

21. De Vader is door niemand gemaakt, of geschapen, of voortgebracht.
22. De Zoon is door niemand gemaakt, of geschapen, maar is voortgebracht door de Vader alleen.
23. De Heilige Geest is door niemand gemaakt, of geschapen, of voortgebracht, maar komt voort van Vader en Zoon.
24. Er is dus maar één Vader, niet drie vaders; maar één Zoon, niet drie zonen; maar één Heilige Geest, niet drie heilige geesten.
25. En binnen deze Drieëenheid is geen sprake van "voor" of "na", van "groter" of "kleiner";
26. alle drie de Personen zijn even eeuwig, en onderling gelijk.
27. Daarom moeten wij, hoe we het ook bekijken, zoals boven al gezegd is, één God vereren in drievuldigheid, en de Drievuldigheid in éénheid.
28. Dit is wat een ieder die zalig wil worden, moet houden betreffende de Drievuldigheid.


Referenties naar alinea 1: 5

Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Dominum et vivificantem ->=geentekst=
Divinum Illud Munus ->=geentekst=
Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God ->=geentekst=
Mirari vos arbitramur ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
29. Maar voor het eeuwig heil is het ook noodzakelijk, dat hij het geloof in de Menswording van onze Heer Jezus Christus aanvaardt.
30. Het rechtzinnig geloof stelt immers de eis dat wij geloven en belijden, dat onze Heer Jezus Christus, Gods Zoon, God is èn mens:
31. Als God is Hij vóór de tijd voortgebracht volgens de natuur van de Vader; als mens is Hij in de tijd geboren volgens de natuur van zijn moeder.
32. Hij is volledig God en volledig mens; als mens bestaande uit een geestelijke ziel en een menselijk lichaam.
33. Als God is Hij de gelijke van zijn Vader, als mens de mindere van zijn Vader.
34. Maar, al is Hij God èn mens, toch is er maar één Christus, en geen twee:
35. Eén, niet door het ondergaan van het god-zijn in de mens, maar door de aanneming van het mens-zijn door God;
36. Volstrekt één dus, niet door een opgaan in elkaar van de naturen, maar door de éénheid als persoon.
37. Want, zoals de geestelijke ziel en het lichaam één menselijke persoon vormen, zo vormen de godheid en de mensheid samen de éne Christus.
38. Hij nu is gestorven voor ons heil, is neergedaald ter helle; Hij is de derde dag verrezen uit de doden.
39. Opgestegen is Hij ten hemel, en zetelt aan de rechterhand van God, de almachtige Vader: vandaar zal Hij komen oordelen levenden en doden.
40. Bij zijn komst zullen alle mensen met hun lichamen moeten opstaan, en verantwoording afleggen over hun daden.
41. En die het goede gedaan hebben, zullen het eeuwig leven binnengaan, echter die het slechte, het eeuwige vuur.

42. Dit is het katholieke geloof! Wie het niet trouw en vast aanvaard heeft, zal niet zalig kunnen worden.

Referenties naar alinea 2: 5

Catechismus van de Katholieke Kerk ->=geentekst=
Solemni hac liturgia - Credo van het Volk van God ->=geentekst=
Ad Beatissimi Apostolorum Principis ->=geentekst=
Sessio XI - Cantate Domino ->=geentekst=
Vous nous avons demandé ->=geentekst=

Extra opties voor deze alinea

Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media