- Paragraaf 1 Het gebod van de jaarlijkse Biecht en de Paascommunie
1
Iedere gelovige van beide geslachten - bij het bereiken van de jaren des onderscheids - moet tenminste één maal per jaar al zijn zonden alleen biechten bij zijn eigen priester (proprio sacerdoti), de hem opgelegde boete naar vermogen vervullen en tenminste op Pasen godsvruchtig het sacrament van de Eucharistie ontvangen, in zoverre hij niet - op aanraden van zijn eigen priester om verstandige redenen en tot een bepaalde tijd – meent van het ontvangen te moeten afzien. Anders moet hij, tijdens zijn leven worden afgehouden om de kerk te betreden, en tijdens zijn sterven de christelijke begrafenis ontberen. Daarom moet deze heilzame bepaling vaak in kerken afgekondigd worden, opdat niemand op grond van verblinding door onwetendheid zich de dekmantel van de verontschuldiging kan aanmeten. Wie echter zijn zonden op gerede gronden bij een vreemde priester wil biechten, moet op de eerste plaats van zijn eigen priester de toestemming vragen en verkrijgen, omdat anders deze hem niet kan vrijspreken of kan binden.
Referenties naar alinea 1: 6
Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia ->=geentekst= Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae ->=geentekst= Quam Singularis Christus amore ->=geentekst= Quam Singularis Christus amore ->=geentekst= Mirae caritatis ->=geentekst= Sacramentum paenitentiae ->=geentekst=
De priester zij bezonnen en voorzichtig, dat hij op de wijze van een ervaren arts wijn en olie (Lc. 10, 34)[[b:Lc. 10, 34]] in de wonden van de gewonde giet. Hij onderzoeke zorgvuldig de omstandigheden zowel van de zondaar als ook van de zonde opdat hij door hen op verstandige manier kan erkennen, welke raad hij moet geven en wat voor een heilsmiddel hij gebruiken moet, wanneer hij verschillende pogingen onderneemt om de zieke te genezen.
Hij hoede zich er echter geheel en al voor door een woord, een teken of door wat voor andere manier ook, de zondaar in wat voor opzicht, te verraden: als hij echter wijzere raad nodig heeft, moet hij die inwinnen op een voorzichtige manier, zonder vermelding van de persoon. Want wie het waagt, een hem in de Biecht onthulde zonde, te openbaren, die moet volgens ons besluit niet alleen uit zijn priesterlijk dienst gezet worden, maar ook verbannen worden in een streng klooster om een eeuwigdurende boete te volbrengen.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.