Wat was het leven van de bekeerde Franciscus anders dan een groot liefdesgebaar?
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Wat was het leven van de bekeerde Franciscus anders dan een groot liefdesgebaar?
Het lagere plein van de basiliek van heilige Franciscus, Assisi
11e zondag door het jaar, Jaar C
Paus Benedictus XVI
17 juni 2007
Pauselijke geschriften - Homilieën
2007, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie
Alineanummering van de redactie
Vert. uit het Italiaans
Bron
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Vert. uit het Italiaans
Bron
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
17 juni 2007
Dr. W.J.G.A. Veth pr.
26 september 2025
9659
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Beminde broeders en zusters,
Wat zegt de Heer ons vandaag, terwijl wij de Eucharistie vieren tegen het indrukwekkende decor van dit plein, waarin acht eeuwen van heiligheid, devotie, kunst en cultuur samenkomen, verbonden met de naam van Franciscus van Assisi? Vandaag spreekt hier alles van bekering, zoals ons zojuist in herinnering is gebracht door Mgr. Domenico Sorrentino, aan wie ik van harte dank voor de vriendelijke woorden die hij tot mij heeft gericht. Samen met hem groet ik heel de Kerk van Assisi-Nocera Umbra-Gualdo Tadino, evenals de herders van de Kerken van Umbrië. Een dankbare gedachte gaat naar kardinaal Attilio Nicora, mijn legaat voor de twee pauselijke basilieken van deze stad. Een hartelijke groet richt ik tot de zonen van Franciscus, hier aanwezig met hun generale oversten van de verschillende Orden. Ik betuig mijn welgemeend respect aan de voorzitter van de Ministerraad en aan alle burgerlijke autoriteiten die ons met hun aanwezigheid hebben willen vereren.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOver bekering spreken betekent doordringen tot het hart van de christelijke boodschap en tegelijk tot de wortels van het menselijk bestaan. Het zojuist verkondigde Woord van God verlicht ons, door ons drie figuren van bekeerden voor ogen te stellen. De eerste is die van David. Het fragment dat over hem gaat, genomen uit het tweede boek Samuël (2 Sam. 12, 7-10. 13)[b:2 Sam. 12, 7-10. 13], laat ons een van de meest dramatische gesprekken van het Oude Testament zien. In het middelpunt van deze dialoog staat een brandend oordeel, waarmee het Woord van God, uitgesproken door de profeet Natan, de koning ontmaskert die weliswaar het hoogtepunt van zijn politieke voorspoed had bereikt, maar tevens op het laagste punt van zijn moreel leven was gevallen. Om de dramatische spanning van dit gesprek te begrijpen, moet men het historische en theologische kader in gedachten houden waarin het zich afspeelt. Dat kader wordt getekend door de liefdesgeschiedenis waarin God Israël heeft gekozen als zijn volk, met het sluiten van een verbond, en waarin Hij zich bekommerde om hem land en vrijheid te verzekeren. David is een schakel in deze geschiedenis van Gods voortdurende zorg voor zijn volk. Hij werd gekozen in een moeilijke tijd en aan de zijde van koning Saul geplaatst, om later diens opvolger te worden. Het plan van God heeft ook betrekking op zijn nageslacht, verbonden met het messiaanse project, dat in Christus, de “Zoon van David”, zijn volle verwezenlijking zal vinden.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet beeld van David is zo tegelijk een symbool van historische en religieuze grootheid. Des te scherper steekt daartegen de laagheid af waarin hij valt, wanneer hij, verblind door zijn hartstocht voor Batseba, haar wegneemt van haar echtgenoot – een van zijn trouwste krijgers – en vervolgens koelbloedig diens moord beveelt. Het is iets dat ons doet huiveren: hoe kan een door God uitverkoren man zo diep vallen? De mens is werkelijk tegelijk grootheid en ellende: grootheid, omdat hij het beeld van God in zich draagt en voorwerp is van zijn liefde; ellende, omdat hij verkeerd gebruik kan maken van de vrijheid, die zijn grote voorrecht is, en zo in verzet kan komen tegen zijn Schepper. Het oordeel van God, uitgesproken door Natan over David, verlicht de diepste vezels van het geweten, daar waar legers, macht en publieke opinie niets betekenen, maar waar men alleen staat met God alleen. “Die man, dat bent u”: dat woord nagelt David vast aan zijn verantwoordelijkheid. Diep getroffen door dit woord ontwikkelt de koning een oprechte berouw en opent hij zich voor het aanbod van barmhartigheid. Dáár ligt de weg van de bekering.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm ons tot deze weg uit te nodigen, staat vandaag naast David ook Franciscus. Uit wat de biografen vertellen over zijn jeugdjaren, blijkt niets dat te vergelijken valt met de zware val die de oude koning van Israël wordt aangerekend. Toch kijkt Franciscus zelf, in het Testament dat hij in de laatste maanden van zijn leven schreef, op zijn eerste vijfentwintig jaar terug als op een tijd waarin hij "in de zonden was" vgl. 2 Testament 1: Fonti...vgl. 2 Testament 1: Fonti Francescane (FF) 110. Los van de afzonderlijke gedragingen bestond zijn zonde hierin, dat hij zijn leven geheel om zichzelf heen had opgebouwd, terwijl hij ijdele dromen van aardse glorie najoeg. Het ontbrak hem, toen hij de "koning van de feesten" was onder de jongeren van Assisi vgl. Memoriale nel desiderio...vgl. Memoriale nel desiderio dell’anima (Vita seconda), door Tommaso da Celano (2 Cel I), 3, 7: FF 588, niet aan een natuurlijke edelmoedigheid van geest. Maar dit stond nog ver af van de christelijke liefde die zich zonder voorbehoud wegschenkt. Zoals hij zelf vertelt, vond hij het bitter om de melaatsen te zien. De zonde verhinderde hem zijn fysieke afkeer te overwinnen en in hen broeders te herkennen die hij moest liefhebben. De bekering bracht hem ertoe barmhartigheid te betonen en hem werd tegelijk barmhartigheid geschonken. Het dienen van de melaatsen, tot en met het kussen van hen, was niet slechts een daad van filantropie, een "sociale" bekering, maar een ware religieuze ervaring, voortgekomen uit de gave van de genade en uit de liefde van God: "De Heer – zegt hij – leidde mij naar hen" 2 Test 2: FF 1102 Test 2: FF 110. Toen veranderde de bitterheid in "zoetheid van ziel en lichaam" 2 Test 3: FF 1102 Test 3: FF 110. Ja, mijn dierbare broeders en zusters, ons bekeren tot de liefde betekent: overgaan van bitterheid naar "zoetheid", van droefheid naar ware vreugde. De mens is werkelijk zichzelf en komt ten volle tot zijn bestemming, in de mate waarin hij met God en uit God leeft, Hem erkennend en liefhebbend in zijn broeders.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn het gedeelte uit de Brief aan de Galaten (Gal. 2, 16. 19-21)[b:Gal. 2, 16. 19-21] komt een ander aspect van de weg van bekering naar voren. Het wordt ons uitgelegd door een andere grote bekeerling: de apostel Paulus. De context van zijn woorden is het debat waarin de eerste christelijke gemeenschap verwikkeld raakte: daarin waren er velen die uit het jodendom kwamen en geneigd waren het heil te verbinden aan de naleving van de werken van de oude Wet, waardoor de nieuwheid van Christus en de universaliteit van zijn boodschap werd uitgehold. Paulus treedt naar voren als getuige en verkondiger van de genade. Op de weg naar Damascus hadden het stralende gelaat en de krachtige stem van Christus hem losgerukt uit zijn gewelddadige ijver als vervolger en in hem het nieuwe vuur ontstoken van de Gekruisigde, die nabij en veraf in zijn kruis met elkaar verzoent (Ef. 2,11-22)[[b:Ef. 2,11-22]]. Paulus had begrepen dat in Christus de gehele Wet haar vervulling vindt en dat wie zich aan Christus hecht, zich met Hem verenigt en zo de Wet vervult. Christus, en met Christus de ene God, naar alle volkeren brengen, was zijn zending geworden. "Want Hij is onze vrede, Hij die de twee werelden één heeft gemaakt en de scheidsmuur afgebroken..." (Ef. 2,14)[b:Ef. 2,14]. Zijn zeer persoonlijke geloofsbelijdenis van liefde drukt tegelijk de gemeenschappelijke kern van het christelijk leven uit: "Dit leven dat ik nu leid in het vlees, leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgeleverd" (Gal. 2,20b)[b:Gal. 2,20b]. En hoe kan men op die liefde anders antwoorden dan door de gekruisigde Christus te omarmen, tot het punt dat men leeft van zijn eigen leven? "Met Christus ben ik gekruisigd; ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij" (Gal. 2,20a)[b:Gal. 2,20a].
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWanneer Paulus spreekt over zijn gekruisigd zijn met Christus, verwijst hij niet alleen naar zijn nieuwe geboorte in het doopsel, maar naar heel zijn leven in dienst van Christus. Dit verband met zijn apostolisch leven blijkt duidelijk uit de slotwoorden van zijn verdediging van de christelijke vrijheid aan het einde van de Brief aan de Galaten: “Voortaan mag niemand mij lastigvallen: ik draag immers de merktekens van Jezus in mijn lichaam” (Gal. 6,17)[b:Gal. 6,17]. Het is de eerste keer in de geschiedenis van het christendom dat de uitdrukking “merktekens van Jezus” verschijnt. In het debat over de juiste manier om het Evangelie te zien en te beleven, zijn het uiteindelijk niet de argumenten van ons denken die beslissend zijn; doorslaggevend is de werkelijkheid van het leven zelf: de beleefde en doorstane gemeenschap met Jezus, niet alleen in ideeën of woorden, maar tot in de diepste kern van het bestaan, waarbij ook het lichaam, het vlees, betrokken wordt. De littekens die Paulus in een lange geschiedenis van lijden heeft opgelopen, zijn het bewijs van de aanwezigheid van het kruis van Jezus in zijn lichaam; het zijn zijn stigmata. Niet de besnijdenis brengt hem redding: de stigmata zijn de vrucht van zijn doopsel, de uitdrukking van zijn dagelijks sterven met Jezus, het zekere teken dat hij een nieuwe schepping is geworden (Gal. 6,15)[[b:Gal. 6,15]]. Paulus verwijst bovendien, door het gebruik van het woord stigmata, naar de oude gewoonte om in de huid van een slaaf het zegel van zijn eigenaar te brandmerken. Zo werd de slaaf ‘gemerkt’ als eigendom van zijn heer en stond hij onder diens bescherming. Het teken van het kruis, gegrift in de huid van Paulus door een lange weg van lijden, is zijn roem: het legitimeert hem als waarachtige dienaar van Jezus, beschermd door de liefde van de Heer.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBeste vrienden, Franciscus van Assisi geeft ons vandaag al deze woorden van Paulus terug, met de kracht van zijn eigen getuigenis. Vanaf het moment dat het gelaat van de melaatsen – bemind uit liefde tot God – hem op een bepaalde manier het geheim liet vermoeden van de kenosis (Fil. 2,7)[[b:Fil. 2,7]], de zelfvernedering van God in het vlees van de Mensenzoon, en vanaf het ogenblik dat de stem van de Gekruisigde van San Damiano hem het levensprogramma in het hart legde: “Ga, Franciscus, herstel mijn huis” 2 Cel. I, 6, 10: FF 5932 Cel. I, 6, 10: FF 593, werd zijn weg niets anders dan de dagelijkse inspanning om zich geheel met Christus te vereenzelvigen. Hij werd verliefd op Christus. De wonden van de Gekruisigde doorboorden eerst zijn hart, voordat zij op de berg La Verna zijn lichaam tekenden. Hij kon werkelijk met Paulus zeggen: “Niet ik leef meer, maar Christus leeft in mij.”
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEn laten we nu komen tot het evangelische hart van het Woord van God van vandaag (Lc. 7, 36-8, 3)[b:Lc. 7, 36-8, 3]. Jezus zelf legt ons, in het zojuist gelezen gedeelte uit het Evangelie volgens Lucas, het dynamisme van de ware bekering uit door ons als voorbeeld de zondares voor te houden die door de liefde werd verlost. Men moet erkennen dat deze vrouw veel had durven wagen. Haar manier van zich tot Jezus te richten – door zijn voeten met tranen te wassen en ze met haar haren te drogen, door ze te kussen en te zalven met welriekende olie – was er op zichzelf al genoeg om schandaal te wekken bij hen die naar mensen van haar soort keken met het meedogenloze oog van de rechter. Daartegenover staat de tederheid waarmee Jezus deze vrouw behandelt, een vrouw die door velen was uitgebuit en door iedereen veroordeeld. Zij heeft eindelijk in Jezus een zuivere blik gevonden, een hart dat kan liefhebben zonder uit te buiten. In de blik en in het hart van Jezus ontvangt zij de openbaring van God-Liefde!
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOm misverstanden te voorkomen: de barmhartigheid van Jezus uit zich niet door de morele wet tussen haakjes te zetten. Voor Jezus blijft het goede goed en het kwade kwaad. De barmhartigheid verandert de aard van de zonde niet, maar verteert haar in een vuur van liefde. Dit zuiverende en genezende effect wordt werkelijkheid wanneer de mens daarop beantwoordt met liefde – een antwoord dat inhoudt: de wet van God erkennen, zich oprecht bekeren, het voornemen hebben een nieuw leven te leiden. Aan de zondares uit het Evangelie wordt veel vergeven, omdat zij veel heeft liefgehad. In Jezus komt God ons zijn liefde schenken en van ons liefde vragen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat was, mijn dierbare broeders en zusters, het leven van de bekeerde Franciscus anders dan een groot liefdesgebaar? Dat blijkt uit zijn vurige gebeden, vol van contemplatie en lofprijzing, uit zijn tedere omhelzing van het goddelijk Kind in Greccio, uit zijn beschouwing van het lijden op de berg La Verna, uit zijn "leven volgens de vorm van het heilig Evangelie" 2 Test 14: FF 1162 Test 14: FF 116, uit zijn keuze voor de armoede en zijn zoeken naar Christus in het gelaat van de armen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is juist zijn bekering tot Christus, tot aan het verlangen om zich geheel in Hem te "transformeren" en zo een volmaakt beeld van Hem te worden, die dat eigen, zo kenmerkende levensgevoel verklaart waardoor hij ons ook vandaag zo actueel voorkomt, juist met betrekking tot grote thema’s van onze tijd: het zoeken naar vrede, de zorg voor de natuur, de bevordering van de dialoog tussen alle mensen. Franciscus is hierin werkelijk een meester. Maar hij is dat altijd vanuit Christus. Want Christus is immers "onze vrede" (Ef. 2,14)[[b:Ef. 2,14]]. Christus is het beginsel zelf van het heelal, want in Hem is alles geschapen (Joh. 1,3)[[b:Joh. 1,3]]. Christus is de goddelijke waarheid, het eeuwige "Logos", waarin elke "dia-logos" in de tijd zijn laatste fundament vindt. Franciscus belichaamt op diepgaande wijze deze "christologische" waarheid, die aan de wortels ligt van het menselijk bestaan, van het heelal en van de geschiedenis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIk kan in de huidige context niet voorbijgaan aan het initiatief van mijn heilige voorganger, Johannes Paulus II, die hier in 1986[235] de vertegenwoordigers van de christelijke belijdenissen en van de verschillende godsdiensten van de wereld bijeen wilde brengen voor een ontmoeting van gebed om de vrede. Het was een profetische intuïtie en een moment van genade, zoals ik enkele maanden geleden nog heb benadrukt in mijn brief aan de bisschop van deze stad ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van dat gebeuren. De keuze om die ontmoeting in Assisi te vieren, werd juist ingegeven door het getuigenis van Franciscus als man van vrede, naar wie velen met sympathie opkijken, ook vanuit andere culturele en religieuze posities. Tegelijkertijd was het licht van de Poverello op dat initiatief een waarborg van christelijke authenticiteit, omdat zijn leven en boodschap zo duidelijk op de keuze voor Christus berusten, dat elke verleiding tot religieus indifferentisme, dat niets met waarachtig interreligieus gesprek te maken heeft, bij voorbaat werd afgewezen. De "geest van Assisi", die zich sinds dat gebeuren over de wereld verspreidt, stelt zich tegenover de geest van geweld, tegenover het misbruik van religie als voorwendsel voor geweld. Assisi leert ons dat trouw aan de eigen religieuze overtuiging, en vooral trouw aan de gekruisigde en verrezen Christus, zich niet uit in geweld en onverdraagzaamheid, maar in oprecht respect voor de ander, in dialoog, in een verkondiging die een beroep doet op vrijheid en rede, in de inzet voor vrede en verzoening. Het zou geen evangelische noch franciscaanse houding kunnen zijn om het verwelkomen, de dialoog en het respect voor allen niet te weten te verbinden met de geloofszekerheid die iedere christen, net als de heilige van Assisi, moet koesteren door Christus te verkondigen als de weg, de waarheid en het leven van de mens (Joh. 14,6)[[b:Joh. 14,6]], de enige Verlosser van de wereld.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMoge Franciscus van Assisi voor deze particuliere Kerk, voor de Kerken in Umbrië, voor heel de Kerk in Italië — waarvan hij samen met de heilige Catharina van Siena patroon is — en voor de velen die zich in de wereld op hem beroepen, de genade verkrijgen van een authentieke en volledige bekering tot de liefde van Christus.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://beta.rkdocumenten.nl/toondocument/9659-leven-van-de-bekeerde-franciscus-een-groot-liefdesgebaar-nl