Een zeer dissonante mariale nota. Over Mater Popoli Fidelis
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Een zeer dissonante mariale nota. Over Mater Popoli Fidelis
P. Serafino M. Lanzetta
12 november 2025
Diana Montagna's Substack
12 november 2025
26 december 2025
5511
bernl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Op 4 november 2025 heeft kardinaal Victor Manuel Fernández, prefect van het Dicasterie voor de Geloofsleer, een nieuwe leerstellige nota gepresenteerd, Mater Populi Fidelis (MPF)[9695], betreffende enkele mariale titels in verband met de medewerking van Maria aan de verlossing. Het is de eerste keer dat het belangrijkste dicasterie van de Romeinse Curie zoveel aandacht besteedt aan de mariale soteriologie en daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Een document met 80 paragrafen en 197 voetnoten is zeker niet onbelangrijk. Het bijbelse aspect wordt met grote nauwkeurigheid behandeld. Bij het lezen van de inleiding kan men alleen maar aangenaam verrast zijn door een uitspraak die haaks staat op de gangbare historisch-kritische exegetische milieu. Er wordt gesteld dat Gn 3,15 in Eva de Maagd Maria voorafschaduwt, "de Vrouw die deelneemt aan de definitieve overwinning op de slang" (nr. 5). Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat Jezus zijn moeder aanspreekt met de titel "Vrouw", in Kana (cf. Joh. 2,4) en in het "uur" van het kruis (cf. nr. 5).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet volstond om de theologische conclusies te trekken uit dit solide bijbelse raamwerk om, met een lange reeks pausen, heiligen, kerkleraren en niet in de laatste plaats Lumen gentium, met de hulp van grote theologen, te bevestigen dat de Maagd Maria actief en rechtstreeks meewerkt aan het werk van de Verlossing; dat wil zeggen dat Maria, ondergeschikt aan Christus, bijdraagt met wat haar eigen is: haar verdienste, haar moederliefde en haar offerande, door samen met Jezus deel te nemen aan de redding van de mensheid en met Hem aan de uitdeling van genade en alle goddelijke gunsten. MPF slaat echter een andere weg in. Enerzijds wil zij geen grenzen stellen aan de mariologische ontwikkeling (cf. Presentatie), anderzijds probeert zij met grote oecumenische ijver de bijdrage van Maria aan onze verlossing tot een minimum te beperken, door deze te reduceren tot het louter voorbereiden van de gelovigen om alles en alleen van God te ontvangen. Laten we in detail bekijken wat de Nota leert en wat de duidelijke beperkingen ervan zijn.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria's medewerking aan de verlossing: quid est?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaOngetwijfeld neemt Maria's medewerking aan de verlossing, die in Lumen gentium 61 als "bijzonder" wordt omschreven ("operi Salvatoris singulari prorsus modo cooperata est"), een centrale plaats in het document in. MPF 3 stelt de vraag: " Wat is de betekenis van deze unieke medewerking van Maria in het heilsplan?", met een verwijzing in een voetnoot naar een catechese van Johannes Paulus II van 9 april 1997, waarin de Poolse paus echter het tegenovergestelde zegt van wat MPF beweert, namelijk dat "zij, in eenheid met Christus en onderworpen aan Hem, heeft meegewerkt om de genade van de verlossing voor de hele mensheid te verkrijgen" .
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVoor MPF 15 lijkt het erop dat de medewerking van Maria neerkomt op haar goddelijke moederschap. Alles wordt ingezet op het goddelijke en actieve moederschap van Maria, niet alleen als wortel, maar ook als ontwikkeling en voltooiing van haar medewerking aan onze verlossing. Met andere woorden, de actieve medewerking van Maria heeft betrekking op haar goddelijke moederschap en niet op haar geestelijke moederschap ten opzichte van ons. Dit wordt bevestigd in nr. 26, waar de werkelijke bemiddeling van Maria betrekking heeft op de incarnatie: "Dit antwoord van Maria opende de deuren naar de verlossing waarop de hele mensheid wachtte". Deze bemiddeling wordt ook in Kana waargenomen, maar niet op Golgotha (cf. nr. 26).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBovendien illustreert voetnoot nr. 32 de mens van het document. Voortbouwend op het feit dat theologen verschillende meningen hebben over de actieve medewerking van Maria, voelt MPF zich gerechtigd om in te grijpen om de meningsverschillen en verwarring op te lossen, door een radicale en ongebruikelijke methode toe te passen voor een dicasterie dat zich juist boven theologische meningen zou moeten verheffen: enerzijds wordt de titel "Mede-verlosseres" afgewezen, anderzijds wordt (onvermijdelijk) gekozen uit de drie genoemde theologische standpunten voor het receptieve en in ieder geval minimalistische standpunt: de onmiddellijke receptieve of ecclesiotypische medewerking.Men probeert in het midden te blijven, terwijl het dicasterie voor de geloofsleer juist boven zou moeten staan. Het bewijs hiervan is te vinden in nr. 20, waar staat: "Deze lofprijzing, met betrekking tot de unieke plaats van Christus, nodigt uit om elk schepsel in een duidelijk receptieve rol te plaatsen en om religieuze en voorzichtige terughoudendheid te betrachten wanneer men enige vorm van mogelijke samenwerking op het gebied van de Verlossing overweegt".
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaHet is de "maximalistische" mariologische tendens van de pausen die de term "mede-verlosseres" hebben gebruikt, die MPF niet bevalt; daarom wordt in nr. 18 verklaard dat de pausen die de mede-verlossing van Maria hebben onderwezen, de term niet hebben uitgelegd. Dat wil zeggen, men verwijt hen dat zij een waarheid hebben onderwezen en de gelovigen in twijfel en dwaling hebben gelaten. In werkelijkheid bewijst het feit dat de pausen de term hebben gebruikt, dat deze niet alleen goed begrijpelijk was, maar ook volkomen passend en katholiek. Nu wordt 'medeverlosseres' plotseling een dubbelzinnige titel. Volgens MPF 22 is het altijd ongepast om deze term te gebruiken, omdat hij de enige verlossende bemiddeling van Christus zou verduisteren. Het is alsof men zegt: Pius IX, Leo XIII, Pius X, Pius XI, Johannes Paulus II en Paulus VI waren op zijn zachtst gezegd gewoon onwetend.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaIn werkelijkheid is het probleem waar deze nota bang voor is niet de titel "Mede-verlosseres", maar juist de unieke medewerking van Maria aan de Verlossing, zoals onlangs uitgelegd in Lumen gentium in het licht van het eerdere leergezag. Er wordt in enkele paragrafen over gesproken, maar zonder de precieze inhoud ervan uit te leggen. Nr. 36 lijkt hiervoor het meest relevant, maar als men het aandachtig leest, ziet men de ecclesiotypische beperking van deze medewerking: Maria werkt mee zoals de Kerk dat doet. Het hoogtepunt van dit ecclesiotypisme wordt bereikt in nr. 37c, waarin paus Franciscus wordt geciteerd: "Maria, als Moeder, hoopt net als de Kerk dat Christus in ons wordt voortgebracht, niet om haar plaats in te nemen". Er moet ook worden opgemerkt dat terwijl in het begin, met Paulus VI, wordt bevestigd dat Maria de moeder is van de totale Christus omdat zij het Hoofd en de leden heeft voortgebracht krachtens haar geloof (nr. 35), de ecclesiotypische excursus wordt afgesloten met een sterke beperking, waarbij met paus Franciscus wordt bevestigd wat zojuist is gezegd. Tussen Maria, Moeder van de Kerk, die voortbrengt op grond van haar geloof, en Maria, die hoopt dat Christus in ons wordt voortgebracht, is er een niet te verwaarlozen reductionisme.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBovendien, als er geen offerende benadering is van Maria's medewerking aan de Verlossing, is het logisch en consequent dat er geen bijzondere en verdienstelijke bijdrage van haar zal zijn. Er is een grote afwezige onder de rijke citaten van MPF: Lumen gentium 58, dat duidelijk het eerdere leergezag (in het bijzonder Benedictus XV, in Inter sodalicia) over de actieve offerende rol van de Maagd herhaalt. Naast de terughoudendheid over de offerende rol van Maria, wordt ook haar verdienste verzwegen. Als Maria geen persoonlijke verdienste heeft in haar offerande van de Zoon en van zichzelf in de Zoon, waarmee zij vooruitwijst op wat de Kerk later zal doen, dan werkt zij niet op een bijzondere manier mee aan de verlossing, maar alleen op een ecclesiotypische en receptieve manier. Dit wordt verder bevestigd door het feit dat nr. 37a uitsluit dat de voorspraak van Maria het karakter heeft van een priesterlijke bemiddeling, zoals die van Christus. Het document sluit dus de deelname van Maria aan het priesterschap van Christus uit, terwijl Lumen gentium 10 dit postuleert voor alle christenen, het priesterlijke geslacht, dat deel heeft aan het koninklijk priesterschap? Is het gelovige volk meer dan Maria SS.? Dit alles lijkt nogmaals de receptieve benadering te bevestigen die wordt opgelegd aan de medewerking van Maria en haar onevenwichtige ecclesiotypische dimensie: de Kerk meer dan Maria. Dit brengt ons bij de mariale bemiddeling.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaBemiddeling: de meest problematische mariale titel
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaVolgens MPF 28 lijkt het alsof wordt gezegd dat de hele bemiddeling van Maria bestaat in het feit dat zij een unieke plaats inneemt in de Kerk. De samenvatting van de mens van deze nota over de bemiddeling van Maria in de bemiddeling van Christus is nr. 32, dat als volgt luidt:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij is de Moeder die de wereld de Auteur van de Verlossing en de genade heeft geschonken, die standvastig onder het Kruis is gebleven (cf. Joh. 19,25), samen met haar Zoon heeft geleden en het leed van haar moederhart, doorboord door het zwaard, heeft opgeofferd (cf. Luk. 2,35). Zij bleef met Christus verenigd vanaf de incarnatie tot aan het kruis en de verrijzenis op een exclusieve manier die superieur was aan wat enige gelovige kon overkomen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaDit is zelfs een grote achteruitgang ten opzichte van Lumen gentium, dat iets heel belangrijks toevoegt wat hier ontbreekt: Maria verbond zich met moederlijke geestdrift met het offer van haar Zoon (cf. LG 58). Waaruit bestaat deze moederlijke bemiddeling nu? In nr. 33 wordt een antwoord gegeven dat echter de minimalistische opzet van het document weerspiegelt: Maria is een passief model van het ontvangen van de verlossing; zij is beschikbaar en laat zich vervullen door de Geest. Dat is alles. Het feit dat Maria als Middelares de enige verlossende bemiddeling van Christus overschaduwt, is een schaduw die ook in dit deel rondwaart. In feite is niet zozeer de titel 'Mede-verlosseres' als wel de titel Middelares die de meeste twijfel zou moeten oproepen, aangezien deze rechtstreeks in strijd lijkt te zijn met het voorschrift van 1 Tim. 2,5. MPF is zich hiervan bewust en probeert, en passant, eerst en terecht de bemiddeling van Maria in te schrijven in de metafysische dimensie van deelname, maar omdat dit nog steeds overbodig is, wordt het beperkt tot een eenvoudige dispositieve functie (cf. n. 46).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat is er nu van Maria als bemiddelaarster van de genade? Volgens MPF is de Maagd Maria geen bemiddelaarster van genade (en van genaden). De bemiddeling van de genade is alleen dispositief: Maria bereidt de ziel voor om de genade te ontvangen, maar niet om deze te verspreiden. Als Maria geen verdienste heeft, omdat zij niet actief heeft meegewerkt aan de Verlossing, zal de Maagd natuurlijk ook geen actieve rol spelen in de verdeling van de genade. De genade wordt zeker verkregen door de Verlossing van Christus; aan deze verwerving heeft Maria op unieke wijze deelgenomen, met een unieke en moederlijke verdienste. Maar als Maria niet heeft, kan zij ook niet geven. De nummers 45-55 zijn een voorbeeld van mariaal minimalisme. Men probeert de uitdeling van genade door Maria te minimaliseren met de sacramentele theologie van Sint Bonaventura, maar men vermeldt niet dat de Serafijnse Doctor de leer van de mede-verlossing en de bemiddeling van alle genade onderwijst, waarbij hij de Madonna voorstelt als "Troon van Genade" (zie onder andere: Sermone I Feria Sexta in Parasceve, Opera Omnia, vol. 9, p. 259; Sermo I De Purificatione Beatae Virginis Mariae, Opera Omnia, vol. 9, p. 640).
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr wordt verwezen naar Sint-Thomas om te zeggen dat de menselijkheid van Christus geen andere bemiddeling aanvaardt dan zichzelf bij het voortbrengen van genade in de sacramenten. Men vergeet echter dat Sint-Thomas een onderscheid maakt tussen de menselijkheid van Christus, als instrument dat verbonden is met zijn goddelijkheid, en het sacrament als afzonderlijk instrument. MPF gaat voorbij aan een centraal thomistisch gegeven: het spreekt niet over de instrumentele causaliteit van de menselijkheid van Jezus en de sacramenten. Er wordt bijvoorbeeld geen verwijzing gemaakt naar Summa Theologiae, III, q. 62, aa. 3-5 (ook q. 63 is in dit verband belangrijk). De nota verwijst alleen naar vraag 64 van de III pars (cf. de noten 118 en 122) , en slaat daarmee de voorgaande vragen over, waarin Thomas van Aquino spreekt over de manier waarop het sacrament, als teken en instrumentele kracht/macht, de heiligende genade veroorzaakt. Volgens Thomas van Aquino ontlenen de sacramenten hun vermogen om genade te produceren aan het lijden van Christus. Als MPF hierover had gesproken, zou het theologisch mogelijk zijn geweest om ook uit te leggen hoe de Maagd Maria een instrumentele causaliteit uitoefent in het produceren van genade. Dit geldt zowel als men haar bemiddeling bekijkt vanuit het oogpunt van fysieke causaliteit (op een meer thomistische manier) als vanuit dat van voorbeeldige causaliteit, zoals de franciscaanse theologen willen. Net zoals het sacrament de bemiddeling van Christus niet verduistert, maar juist effectief maakt, zo doet ook de bemiddeling van Maria dat, nog eerder en veel effectiever. Deze bemiddeling gaat vooraf aan de sacramenten omdat zij zich in het objectieve moment van de Verlossing zelf bevindt. Deze concepten zijn niet langer bruikbaar en worden opvallend genegeerd. Het is echter methodologisch niet aanvaardbaar om Sint Bonaventura en Sint Thomas te gebruiken om met hun autoriteit te bewijzen dat Maria geen bemiddeling zou uitoefenen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMaria "Middelaarster van alle genaden" wordt zo een problematische titel en lijkt dus, zo lijkt men te zeggen, te moeten worden weggelaten. Ratzinger beweert dat deze titel niet in de Openbaring is gegrondvest, daarbij verwijzend naar een vergadering van de Feria IV (cf. noot n. 98) die, hoewel niet opgenomen in een officieel document, toch een mening van het Dicasterie blijft. Er wordt echter geen melding gemaakt van paus Benedictus XVI, die in zijn preek bij de heiligverklaring van broeder Antonio de Sant'Anna Galvão zei: "Er is geen vrucht van genade in de heilsgeschiedenis die niet de bemiddeling van Onze-Lieve-Vrouw als noodzakelijk instrument heeft" (11 mei 2007). Voor MPF is het enige wat Maria kan doen voor ons bemiddelen (nn. 67-68) . Haar bemiddeling wordt gereduceerd tot voorspraak om actuele genaden af te smeken, maar niet de heiligende genade. Hier volgt een samenvatting in nr. 69, die echt disruptief is en tegen de trend ingaat:
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaZij kan met haar voorspraak voor ons de innerlijke impulsen van de Heilige Geest afsmeken, die we "actuele genaden" noemen. Het gaat om die hulp van de Heilige Geest die ook in zondaars werkt om hen tot rechtvaardiging te brengen, en ook in degenen die al gerechtvaardigd zijn door de heiligende genade, om hen tot groei aan te sporen. In die precieze zin moet de titel Moeder van genade worden geïnterpreteerd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEr is een narratief gebruik van de mariologie en een afwezigheid van de systematische mariologie, ontwikkeld door grote mariologen van het kaliber van Gabriele Roschini, Domenico Bertetto, pater Carlo Balic, Brunero Gherardini en vele anderen.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaWat is de leerstellige waarde van deze nota?
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaEen vraag van honderd miljoen. Formeel gezien wordt de door de Heilige Vader goedgekeurde mariologische nota onderdeel van het gewone leergezag en vereist dus een religieuze instemming van het verstand en de wil, hoewel zij zich op het laagste leergezag bevindt, niet onfeilbaar is en niet vrij is van mogelijke fouten. Als we echter naar de inhoud van het document kijken, is het duidelijk dat de leerstellige nota stelling neemt tegen het gewone leergezag van de pausen, dat al meer dan honderd jaar over hetzelfde onderwerp wordt herhaald. Die tegenstrijdigheid tussen vorm en inhoud bestaat al een hele tijd. Hoe kan een document dat het gewicht van het vorige leergezag ontkent, nu een gewoon leergezag hebben? Men zou kunnen zeggen dat de eerbied voor deze Nota kan worden betoond volgens de mens van het document, dat in de Presentatie uitsluit dat er grenzen worden gesteld, dat wil zeggen dat wat eerder werd onderwezen wordt ingetrokken, en zich strikt houdt aan dezelfde mate van eerbied die de Nota betoont aan het vorige gewone leergezag over dit thema.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaMPF is in zijn geheel meer een theologisch dan een leerstellig document. Het sluit aan bij de theologie en gaat ermee in dialoog, in plaats van de leerstellige positie van het leergezag weer te geven. Het is de facto een theologische mening. Van zo'n hoogstaand dicasterie mag men niet verwachten dat het een keuze maakt tussen de theologische standpunten over de medewerking van Maria aan de verlossing en de voorkeur geeft aan het standpunt dat het best aansluit bij het vooraf vastgestelde doel. Het dicasterie moet, terwijl het de gezonde theologie aanvaardt, daarboven blijven staan, maar bovenal trouw blijven aan de eerdere leerstellige herhaling zonder theologische meningen en pauselijk leergezag te vermengen. De nota heeft een pastorale toon, zoals het leergezag van de Kerk inmiddels ook pastoraal lijkt te zijn geworden. Al geruime tijd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://beta.rkdocumenten.nl/toondocument/bericht_5511-een-zeer-dissonante-mariale-nota-over-mater-popoli-fidelis-nl