Tijdens de Mis van het vijfde jaargetijde van Paus Johannes Paulus II
x
Gebruik de knoppen om door de historische teksten te lopen:
Informatie over dit document
Tijdens de Mis van het vijfde jaargetijde van Paus Johannes Paulus II
Sint-Pieter
Paus Benedictus XVI
29 maart 2010
Pauselijke geschriften - Homilieën
Vert. uit het Italiaans
Bron
Alineanummering van de redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
Bron
Alineanummering van de redactie
Zie de gebruiksvoorwaarden van de documenten
29 maart 2010
Dr. W.J.G.A. Veth pr.
3 september 2025
4103
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
We zijn rond het altaar, bij het graf van de Apostel Petrus, bijeengekomen om het eucharistisch Offer op te dragen voor de uitverkoren ziel van de eerbiedwaardige Johannes Paulus II, op de vijfde verjaardag van zijn overlijden. We doen dit een paar dagen eerder, omdat 2 april dit jaar Goede Vrijdag is. We bevinden ons echter in de Goede Week, een context die uiterst geschikt is voor bezinning en gebed, waarin de Liturgie ons de laatste dagen van Jezus’ aardse leven intenser laat herbeleven. Ik wil mijn dankbaarheid uitspreken aan u allen die deelnemen aan deze heilige Mis. Ik groet van harte de kardinalen – in het bijzonder aartsbisschop Stanisław Dziwisz – de bisschoppen, de priesters, de mannen en vrouwen religieuzen; evenals de pelgrims die speciaal uit Polen zijn gekomen, de vele jongeren en de talrijke gelovigen die deze viering niet hebben willen missen.
Geëerde broeders in het bisschops- en priesterambt,
beste broeders en zusters!
We zijn rond het altaar, bij het graf van de Apostel Petrus, bijeengekomen om het eucharistisch Offer op te dragen voor de uitverkoren ziel van de eerbiedwaardige Johannes Paulus II, op de vijfde verjaardag van zijn overlijden. We doen dit een paar dagen eerder, omdat 2 april dit jaar Goede Vrijdag is. We bevinden ons echter in de Goede Week, een context die uiterst geschikt is voor bezinning en gebed, waarin de Liturgie ons de laatste dagen van Jezus’ aardse leven intenser laat herbeleven. Ik wil mijn dankbaarheid uitspreken aan u allen die deelnemen aan deze heilige Mis. Ik groet van harte de kardinalen – in het bijzonder aartsbisschop Stanisław Dziwisz – de bisschoppen, de priesters, de mannen en vrouwen religieuzen; evenals de pelgrims die speciaal uit Polen zijn gekomen, de vele jongeren en de talrijke gelovigen die deze viering niet hebben willen missen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
In de eerste bijbellezing die werd voorgelezen, presenteert de profeet Jesaja de figuur van een 'Dienaar van God', die tegelijkertijd zijn uitverkorene is en in wie Hij welgevallen heeft. De Dienaar zal handelen met onwankelbare standvastigheid, met een energie die niet afneemt totdat hij de hem toegewezen taak heeft volbracht. Toch zal hij niet over die menselijke middelen beschikken die onontbeerlijk lijken voor de uitvoering van zo'n groots plan. Hij zal zich presenteren met de kracht van overtuiging, en het zal de Geest zijn die God in hem heeft geplaatst, die hem de gave zal geven om met zachtmoedigheid en kracht te handelen en hem het uiteindelijke succes zal verzekeren. Wat de geïnspireerde profeet zegt over de Dienaar, kunnen we toepassen op de geliefde Johannes Paulus II: de Heer heeft hem tot zijn dienst geroepen en, door hem taken met steeds grotere verantwoordelijkheid toe te vertrouwen, heeft Hij hem ook begeleid met zijn genade en zijn voortdurende bijstand. Gedurende zijn lange pontificaat heeft hij zich ingezet om het recht met standvastigheid te verkondigen, zonder zwakte of aarzeling, vooral wanneer hij weerstand, vijandigheid en afwijzing moest trotseren. Hij wist dat hij door de Heer bij de hand was genomen, en dit stelde hem in staat om een zeer vruchtbaar ambt uit te oefenen, waarvoor we God nogmaals vurig danken.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het zojuist voorgelezen Evangelie brengt ons naar Betanië, waar, zoals de Evangelist opmerkt, Lazarus, Marta en Maria de Meester een maaltijd aanboden (Joh 12,1)[b:Joh 12,1]. Dit banket in het huis van de drie vrienden van Jezus wordt gekenmerkt door de voorgevoelens van de naderende dood: de zes dagen voor Pasen, het voornemen van de verrader Judas, het antwoord van Jezus dat herinnert aan een van de barmhartige daden van de begrafenis die door Maria werd vooruitgelopen, de opmerking dat zij Hem niet altijd bij zich zouden hebben, het voornemen om Lazarus te doden, waarin de wil om Jezus te doden weerspiegeld wordt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
In dit evangelie-verhaal is er een gebaar waar ik de aandacht op zou willen vestigen: Maria van Betanië “nam een pond nardusbalsem, echte en heel kostbare, zalfde daarmee Jezus’ voeten en droogde ze met haar haren af” (Joh 12,3)[b:Joh 12,3]. Het gebaar van Maria is de uitdrukking van een groot geloof en een grote liefde voor de Heer: het is voor haar niet voldoende om de voeten van de Meester met water te wassen, maar ze besprenkelt ze met een grote hoeveelheid kostbare parfum, die – zoals Judas zou tegenwerpen – voor driehonderd denariën had kunnen worden verkocht; ze zalft ook niet het hoofd, zoals gebruikelijk was, maar de voeten: Maria offert aan Jezus wat zij het meest kostbaar acht en doet dat met een gebaar van diepe toewijding. De liefde berekent niet, meet niet, kijkt niet op de kosten, stelt geen barrières, maar weet met vreugde te geven, zoekt alleen het welzijn van de ander, overwint de kleinheid, de bekrompenheid, de wrok, de geslotenheid die de mens soms in zijn hart meedraagt.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Maria stelt zich in een nederige houding van dienstbaarheid aan de voeten van Jezus, zoals de Meester zelf zal doen tijdens het Laatste Avondmaal, wanneer Hij – zo vertelt het vierde Evangelie ons – “opstond van tafel, zijn bovenkleed aflegde, een linnen doek nam en die om zijn middel sloeg. Daarna goot Hij water in het bekken en begon Hij de voeten van de leerlingen te wassen” (Joh 13,4-5)[b:Joh 13,4-5], opdat – zo zei Hij – “ook gij doet zoals Ik u heb gedaan” (Joh 13, 15)[b:Joh 13, 15]: de regel van de gemeenschap van Jezus is die van de liefde die weet te dienen tot aan het geven van het leven toe. En de geur verspreidt zich: “heel het huis – zo merkt de Evangelist op – werd vervuld van de geur van die balsem” (Joh 12,3)[b:Joh 12,3]. De betekenis van Maria’s gebaar, dat een antwoord is op de oneindige Liefde van God, verspreidt zich onder alle genodigden; elk gebaar van naastenliefde en oprechte toewijding aan Christus blijft geen persoonlijke aangelegenheid, betreft niet alleen de relatie tussen het individu en de Heer, maar betreft het hele lichaam van de Kerk, is aanstekelijk: het geeft liefde, vreugde en licht.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
“Hij kwam in het zijne, en de zijnen namen Hem niet aan” (Joh 1,11)[b:Joh 1,11]: tegenover het gebaar van Maria staan de houding en de woorden van Judas, die, onder het voorwendsel van hulp aan de armen, het egoïsme en de valsheid van de in zichzelf gekeerde mens verbergt, geketend door de hebzucht naar bezit, die zich niet laat omhullen door de goede geur van de goddelijke liefde. Judas rekent daar waar men niet kan rekenen, dringt binnen met een kleingeestige ziel waar de ruimte die van de liefde, van de gave, van de totale toewijding is. En Jezus, die tot dat moment gezwegen had, grijpt in ten gunste van Maria's gebaar: “Laat haar begaan; zij heeft dit onderhouden voor de dag van mijn begrafenis” (Joh 12,7)[b:Joh 12,7]. Jezus begrijpt dat Maria Gods liefde heeft aangevoeld en geeft aan dat zijn “uur” nu nadert, het “uur” waarin de Liefde haar opperste uitdrukking zal vinden op het hout van het Kruis: de Zoon van God geeft zichzelf opdat de mens het leven zou hebben, daalt af in de afgronden van de dood om de mens naar de hoogten van God te brengen, is niet bang om zich te vernederen “door gehoorzaam te worden tot de dood, en wel de dood aan het kruis” (Fil 2,8)[b:Fil 2,8]. De heilige Augustinus richt zich in de preek waarin hij dit evangelische fragment becommentarieert, met dringende woorden tot ieder van ons, en nodigt ons uit om in deze kringloop van liefde te stappen, het gebaar van Maria na te bootsen en ons concreet te voegen in de navolging van Jezus. Augustinus schrijft: “Elke ziel die trouw wil zijn, verenigt zich met Maria om met kostbare parfum de voeten van de Heer te zalven… Zalf de voeten van Jezus: volg de sporen van de Heer door een waardig leven te leiden. Droog zijn voeten af met je haren: als je iets overbodigs hebt, geef het dan aan de armen, en je zult de voeten van de Heer hebben afgedroogd” Aug., In Ioh. Evang., 50, 6[[859]].
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Beminde broeders en zusters! De hele leven van de eerbiedwaardige Johannes Paulus II heeft zich ontvouwd in het teken van deze liefde, de gave om zich edelmoedig, zonder voorbehoud, zonder maat en zonder berekening te geven. Wat hem bewoog was de liefde voor Christus, aan wie hij zijn leven had gewijd, een overvloedige en onvoorwaardelijke liefde. En juist omdat hij in liefde steeds dichter bij God kwam, kon hij zich tot reisgenoot maken van de mens van vandaag, door de geur van Gods Liefde over de wereld te verspreiden. Wie het genoegen had hem te kennen en met hem om te gaan, kon met eigen ogen zien hoe levend in hem de zekerheid was ‘in het land van de levenden het heil van de Heer te aanschouwen’, zoals we in de antwoordpsalm hebben gehoord (Ps 27,13)[b:Ps 27,13]; een zekerheid die hem gedurende zijn hele bestaan heeft begeleid en die zich op een bijzondere manier manifesteerde tijdens de laatste periode van zijn pelgrimstocht op deze aarde: de geleidelijke fysieke zwakte heeft zijn rotsvaste geloof, zijn stralende hoop en zijn vurige liefde immers nooit aangetast. Hij liet zich verteren voor Christus, voor de Kerk, voor de hele wereld: zijn lijden werd tot het einde toe beleefd uit liefde en met liefde.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
In de preek ter gelegenheid van de vijfentwintigste verjaardag van zijn pontificaat, vertrouwde hij toe dat hij op het moment van zijn verkiezing de vraag van Jezus aan Petrus sterk in zijn hart had gevoeld: “Hebt ge Mij lief? Hebt ge Mij meer lief dan dezen…?” (Joh 21,15-16)[b:Joh 21,15-16]; en hij voegde eraan toe: “Elke dag speelt zich in mijn hart hetzelfde gesprek af tussen Jezus en Petrus. In de geest richt ik mijn blik op de welwillende blik van de verrezen Christus. Hij, hoewel zich bewust van mijn menselijke kwetsbaarheid, moedigt mij aan om met vertrouwen te antwoorden zoals Petrus: “Heer, Gij weet alles; Gij weet dat ik U bemin” (Joh 21, 17)[b:Joh 21, 17]. En dan nodigt Hij me uit om de verantwoordelijkheden op me te nemen die Hijzelf mij heeft toevertrouwd” 25 jarig pontificaat, 1[[120|1]]. Dit zijn woorden vol geloof en liefde, de liefde van God, die alles overwint!
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Ten slotte wil ik de hier aanwezige Polen begroeten. U verzamelt zich in grote getale rond het graf van de eerbiedwaardige Dienaar Gods met een bijzonder sentiment, als dochters en zonen van dezelfde aarde, die opgroeiden in dezelfde cultuur en geestelijke traditie. Het leven en werk van Johannes Paulus II, de grote Pool, kunnen voor u een reden tot trots zijn. U moet zich echter herinneren dat dit ook een grote oproep is om trouwe getuigen te zijn van dat geloof, die hoop en die liefde die hij ons onophoudelijk heeft geleerd. Moge de zegen van God u altijd versterken door de voorspraak van Johannes Paulus II.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Terwijl wij deze eucharistische viering voortzetten, op het punt om de glorierijke dagen van het lijden, de dood en de verrijzenis van de Heer te beleven, laten we ons vol vertrouwen – naar het voorbeeld van de eerbiedwaardige Johannes Paulus II – toevertrouwen aan de voorspraak van de Heilige Maagd Maria, Moeder van de Kerk, opdat zij ons moge steunen in onze inzet om onder alle omstandigheden onvermoeibare apostelen te zijn van haar goddelijke Zoon en van zijn barmhartige Liefde. Amen!
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://beta.rkdocumenten.nl/toondocument/4103-tijdens-de-mis-voor-paus-johannes-paulus-ii-nl